gas type MAZDA MODEL 6 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2017, Model line: MODEL 6, Model: MAZDA MODEL 6 2017Pages: 842, PDF Size: 9.9 MB
Page 50 of 842
2–27
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
WAARSCHUWING
Breng nooit wijzigingen aan de
onderdelen of de bedrading aan
en gebruik nooit elektronische
testapparatuur op het
voorspannersysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen aan
onderdelen of de bedrading van het
voorspannersysteem, zoals bijvoorbeeld
het gebruik van elektronische
testapparatuur is gevaarlijk. De
kans bestaat dat het systeem dan per
ongeluk geactiveerd of onbruikbaar
gemaakt wordt, waardoor dit tijdens
een ongeval niet in werking kan treden.
De kans bestaat dan dat bestuurder,
voorpassagier of monteurs ernstig letsel
oplopen.
Ruim het voorspannersysteem op de
juiste wijze op:
Het op verkeerde wijze opruimen
van het voorspannersysteem of het
slopen van een auto waarvan het
voorspannersysteem niet eerst onklaar
is gemaakt, is gevaarlijk. Ernstig
letsel kan het gevolg zijn wanneer
niet alle veiligheidsmaatregelen in
acht worden genomen. Laat een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een of ¿ ciële Mazda reparateur het
voorspannersysteem veilig opruimen
of een auto uitgerust met een
voorspannersysteem slopen.
OPMERKING
Het is mogelijk dat het
voorspannersysteem niet
functioneert, afhankelijk van het type
botsing. Zie voor bijzonderheden,
Criteria voor SRS airbag activering
(pagina 2-63 ).
Bij het in werking treden van de
airbags en de voorspanners zal er
enige rook (een niet-toxisch gas)
vrijkomen. Dit duidt echter niet op
brand. Dit gas heeft normaal geen
effect op de inzittenden, echter
bij personen met gevoelige huid
is het mogelijk dat er een lichte
huidirritatie optreedt. Als er restanten
van de activering van de airbags of
van het voorspannersysteem van de
veiligheidsgordels op de huid of in
de ogen terechtkomt, dit zo spoedig
mogelijk met water afspoelen.
Page 159 of 842
3–70
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
Vloermat
Het wordt aanbevolen originele Mazda
vloermatten te gebruiken.
WAARSCHUWING
Zet de vloermatten met de
doorvoerbuisjes of de houders vast
om te voorkomen dat deze onder
de voetpedalen beklemd raken
(bestuurderszijde):
Gebruik van een vloermat die niet goed
is bevestigd is gevaarlijk aangezien deze
de bediening van het gas- en rempedaal
(bestuurderszijde) zal hinderen wat een
ongeluk kan veroorzaken.
Gebruik enkel een vloermat die
overeenkomt met de vorm van de vloer
aan de bestuurderszijde en plaats deze
in de juiste richting.
Zet de vloermat vast met gebruik van de
doorvoerbuisjes of houders.
Er zijn diverse manieren om
vloermatten vast te zetten afhankelijk
van het gebruikte type, dus zet de mat
vast overeenkomstig het type.
Controleer na het aanbrengen van de
vloermat dat deze niet heen en weer
of van voren naar achteren schuift en
dat er voldoende ruimte is tussen de
mat en de gas- en rempedalen aan de
bestuurderszijde.
Nadat u voor schoonmaken of om
een andere reden de vloermat heeft
verwijderd, deze altijd weer stevig op
zijn plaats aanbrengen en daarbij de
zojuist vermelde voorzorgsmaatregelen
in acht nemen.
WAARSCHUWING
Breng geen twee vloermatten bovenop
elkaar aan de bestuurderszijde aan:
Het aanbrengen van twee vloermatten
bovenop elkaar aan de bestuurderszijde
is gevaarlijk aangezien de
opsluitpennen enkel het naar voren
schuiven van één vloermat kunnen
voorkomen.
Losse vloermat(ten) kunnen de
bediening van de voetpedalen hinderen
en een ongeluk veroorzaken.
Wanneer u in de winter een allweather
type vloermat gebruikt, altijd de
oorspronkelijke vloermat verwijderen.
Bij het plaatsen van een vloermat, deze
bevestigen door de openingen of sluitingen
ervan op de uitsteeksels van de opstaande
klemmen te steken.
Page 283 of 842
4–104
Tijdens het rijden
Remmen
Vrijzetten van de elektrische handrem
De elektrische handrem kan vrijgezet
worden terwijl het contact op ON staat of
de motor draait. Wanneer de elektrische
handrem wordt vrijgezet, gaan het
elektrische handremindicatielampje en
het indicatielampje van de elektrische
handremschakelaar uit.
Handmatig vrijzetten van de elektrische
handrem
Trap het rempedaal stevig in en druk de
elektrische handremschakelaar omlaag.
Trap het rempedaal stevig in en druk de
elektrische handremschakelaar in.
Als de elektrische handremschakelaar
wordt ingedrukt zonder het rempedaal in
te trappen, waarschuwt de display of het
indicatielampje in de instrumentengroep
de bestuurder dat het rempedaal niet is
ingetrapt. (Type A instrumentengroep)
Er wordt een bericht getoond in de multi-
informatiedisplay in de instrumentengroep.
Zie Berichten die verschijnen op de multi-
informatiedisplay op pagina 7-54 .
(Type B instrumentengroep)
Het rempedaalbediening vereist
indicatielampje in de instrumentengroep
gaat branden.
Automatisch vrijzetten van de
elektrische handrem
Als het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl
de elektrische handrem is aangetrokken
en aan alle onderstaande voorwaarden is
voldaan, wordt de handrem automatisch
vrijgezet.
Wanneer de motor draait.
Het bestuurdersportier is gesloten.
De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.
(Handgeschakelde versnellingsbak)
De versnellingshendel staat in een
andere stand dan neutraal.
Het koppelingspedaal wordt halverwege
ingetrapt
(Automatische transmissie)
De keuzehendel staat in stand D, M of R
Page 383 of 842
4–204
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Afstelbare snelheidsbegrenzer *
De afstelbare snelheidsbegrenzer is een functie die voorkomt dat er niet sneller met de auto
gereden kan worden dan een ingestelde snelheid. De rijsnelheid wordt geregeld zodat deze
onder de ingestelde snelheid blijft ook als het gaspedaal wordt ingetrapt.
De afstelbare snelheidsbegrenzer kan ingesteld worden tussen 30 km/h en 200 km/h.
Bij het afrijden van een helling is het mogelijk dat de rijsnelheid de ingestelde snelheid
overschrijdt. Het systeem waarschuwt de bestuurder echter door middel van het knipperen
van de display en het geven van een waarschuwingstoon.
WAARSCHUWING
Bij het wisselen van bestuurder het systeem altijd uitschakelen:
Als er van bestuurder wordt gewisseld en de nieuwe bestuurder niet op de hoogte is van
de afstelbare snelheidsbegrenzerfunctie, bestaat de kans dat de auto niet accelereert
wanneer de bestuurder het gaspedaal intrapt. Dit kan een ongeval veroorzaken.
Het systeem bestaat uit de afstelbare snelheidsbegrenzerdisplay en de
snelheidsbegrenzerschakelaar op het stuurwiel.
KruissnelheidsregelaarMazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem Active Driving DisplayMet
multi-informatiedisplayZonder
multi-informatiedispl
ay
MODE schakelaar
RES/+ schakelaar
SET- schakelaar
OFF/CAN schakelaar
CANCEL schakelaar
RES schakelaar
OFF schakelaar MODE
schakelaar
SET- schakelaar SET+ schakelaar
Instrumentengroep Type A Instrumentengroep Type B
Page 425 of 842
4–246
Tijdens het rijden
Kruissnelheidsregelaar
De rijsnelheid die met behulp van de
kruissnelheidsregelaar is ingesteld wordt
weergegeven in de instrumentengroep.
Type A instrumentengroep
Type B instrumentengroep Multi-informatiedisplay
Active Driving Display
Verhogen van de kruissnelheid
Volg een van onderstaande procedures.
Verhogen van de snelheid met behulp
van de bedieningsschakelaar van de
kruissnelheidsregelaar
Druk de RES /
schakelaar in en houd
deze ingedrukt. De rijsnelheid neemt toe.
Laat de schakelaar bij de gewenste
snelheid los.
Druk op de RES /
schakelaar en laat deze
onmiddellijk los om de ingestelde snelheid
af te stellen. Door de toets meerdere malen
in te drukken wordt de ingestelde snelheid
al naargelang verhoogd.
Verhogen van de snelheid door één
enkele druk op de RES /
schakelaar
Aanduiding in instrumentengroep voor
rijsnelheid aangegeven in km/h: 1 km/h
(0,6 mijl/h)
Aanduiding in instrumentengroep voor
rijsnelheid aangegeven in mijl/h: 1 mijl/h
(1,6 km/h)
Verhogen van de snelheid met behulp
van het gaspedaal
Druk het gaspedaal in om te accelereren
tot de gewenste snelheid. Druk de SET
knop in en laat deze dan onmiddellijk los.
OPMERKING
Accelereer indien u tijdelijk uw
snelheid wilt verhogen wanneer de
kruissnelheidsregelaar is ingeschakeld.
Een hogere snelheid heeft geen invloed
op de ingestelde snelheid en verandert
deze niet. Neem uw voet van het
gaspedaal om terug te keren naar de
ingestelde snelheid.
Page 840 of 842
10–11
Index
T
Technische gegevens ............................. 9-5
Thuiskomstverlichting ........................ 4-86
Toerenteller ......................................... 4-29
U
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-D 2.2) ............................ 3-39
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-G 2.0,
SKYACTIV-G 2.5) .............................. 3-38
Ultrasonische sensor (Achter) ........... 4-242
V
Veiligheidsgordelsysteem
3-punts type ................................... 2-24
Noodblokkering............................. 2-23
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
de veiligheidsgordels ..................... 2-19
Zwangere vrouwen ........................ 2-22
Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR)................................................. 4-156
Verlichtingsregelaar ............................ 4-81
Vermoeidheidswaarschuwing (DAA) ... 4-168
Vernieuwen
Banden........................................... 6-49
Gloeilampen .................................. 6-51
Ruitenwisser .................................. 6-36
Sleutelbatterij ................................ 6-43
Wiel ............................................... 6-50
Zekering ........................................ 6-69
Vertrekverlichting ............................... 4-86 Verzorging van de carrosserie ............. 6-76
Bescherming van holle ruimten .... 6-81
Bijwerken van lakbeschadigingen ... 6-81
Chassiscoating ............................... 6-82
Onderhoud van aluminium velgen ... 6-82
Onderhoud van de lak ................... 6-78
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-82
Onderhoud van verchroomde en
aluminium onderdelen ................... 6-81
Verzorging van het interieur ................ 6-83
Onderhoud van bekleding ............. 6-84
Onderhoud van de Active Driving
Display .......................................... 6-86
Onderhoud van de bovenkant van het
instrumentenpaneel
(zachte bekleding) ......................... 6-86
Onderhoud van de
veiligheidsgordels ......................... 6-84
Onderhoud van het paneel ............. 6-86
Onderhoud van kunststof
bekleding ....................................... 6-84
Onderhoud van lederen bekleding ... 6-84
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-86
Reinigen van de binnenzijde van de
ruiten ............................................. 6-87
Vloeistof
Rem/koppeling .............................. 6-33
Ruitensproeier ............................... 6-34
Vloeistoffen
Classi ¿ catie ..................................... 9-7
Vloermat ............................................. 3-70
Voertuiginformatielabels ....................... 9-2
Voetrem ............................................. 4-101
Voorruitensproeier ............................... 4-96
Voorruitenwissers ................................ 4-93
Vooruitrijcamera (FSC) ..................... 4-231