ESP MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-3, Model: MAZDA MODEL CX-3 2016Pages: 719, PDF Size: 7.06 MB
Page 497 of 719

5–139
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Gebruik van de Bluetooth ® audio-
installatie
Overschakelen naar de Bluetooth ®
audiomodus
Schakel over naar de Bluetooth
®
audiomodus voor het bedienen van de
audioapparatuur met behulp van het
bedieningspaneel van de audio-installatie
voor het beluisteren van muziek of
spraakaudio welke is opgenomen
op Bluetooth
® audioapparatuur. Alle
Bluetooth ® audioapparatuur dient gepaard
te worden met de Bluetooth ® eenheid
van de auto alvorens deze kan worden
gebruikt.
Zie Gereed maken van Bluetooth
® (Type
A/Type B) op pagina 5-96 .
1. Schakel de Bluetooth ® audioapparatuur
in.
2. Zet het contact op ACC of ON.
Controleer dat het “
” symbool op de
audiodisplay wordt getoond. Het
symbool wordt niet getoond als niet-
gepaarde Bluetooth
® audioapparatuur
wordt gebruikt of de Bluetooth ®
eenheid van de auto defect is.
OPMERKING
Bij bepaalde Bluetooth ® audioapparatuur
duurt het enige tijd voordat het “
”
symbool wordt getoond.
3. Druk de mediatoets (
) in om over
te schakelen naar de Bluetooth ®
audiomodus en start de weergave.
Als de huidige apparatuurversie lager is
dan AVRCP Ver. 1.3: “ BT Audio ” wordt
op de display getoond.
Als de huidige apparatuur is AVRCP
Ver. 1.3: De weergavetijd wordt getoond.
OPMERKING
Als de Bluetooth ® audioapparatuur
niet met de weergave begint, de
weergave/pauzetoets (4) indrukken.
Als een gesprek wordt ontvangen
op een handsfree mobiele telefoon
tijdens weergave van de Bluetooth
®
audioapparatuur, wordt de weergave
gestopt. Weergave van de Bluetooth
®
audioapparatuur wordt hervat nadat
het gesprek is beëindigd.
Weergave
1. Schakel de modus over naar Bluetooth
®
audiomodus om te luisteren naar
Bluetooth
® audioapparatuur via het
luidsprekersysteem van de auto. (Zie
“Overschakelen naar de Bluetooth
®
audiomodus”)
2. Druk voor het stopzetten van de
weergave op de weergave/pauzetoets
(4).
3. Druk nogmaals op de toets om de
weergave te hervatten.
Selecteren van een bestand (spoor)
Selecteert het volgende bestand (spoor)
Druk kort op de spoor omhoog toets (
).
Selecteert het begin van het huidige
bestand (spoor)
Druk kort op de spoor omlaag toets (
).