sensor MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-3, Model: MAZDA MODEL CX-3 2016Pages: 719, PDF Size: 7.06 MB
Page 66 of 719

2–46
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de plaats waar een gordijn-airbag
geactiveerd wordt:
Het bevestigen van voorwerpen op plaatsen waar de gordijn-airbags geactiveerd worden
zoals op de voorruit, de zijportierruit, op de voorruit- en achterruitstijlen en langs de
dakrand en op de steungrepen is gevaarlijk. Bij een aanrijding zou het voorwerp de
werking van de gordijn-airbag die vanuit de voorruit- en achterruitstijlen en langs de
dakrand wordt opgeblazen kunnen hinderen, waardoor de aanvullende beveiliging
van de gordijn-airbagsystemen ongedaan gemaakt wordt of de airbag in een richting
kunnen sturen die gevaarlijk is. Verder bestaat de kans dat de airbag opengesneden
wordt en dat het gas ontsnapt.
Geen kleerhangers of andere voorwerpen aan de steungrepen ophangen. Bij het
ophangen van kleding, deze rechtstreeks aan de kledinghaak hangen. Houd de gordijn-
airbagmodules steeds vrij van obstakels, zodat de airbags bij een botsing vanaf de
zijkant ongehinderd in werking kunnen treden.
Raak nadat de airbags zijn opgeblazen de onderdelen van het aanvullend
beveiligingssysteem niet aan:
Aanraken van de onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem nadat de airbags
zijn opgeblazen is gevaarlijk. Onmiddellijk na het opblazen zijn deze bijzonder heet.
Hierdoor bestaat de kans op brandwonden.
Monteer dus nooit uitrusting aan de voorzijde van uw wagen:
Monteren van uitrusting aan de voorzijde van de wagen, zoals een frontale crashbar
(kangaroe crashbar, vee crashbar, aanduwstang, of dergelijke), sneeuwploeg of lieren
is gevaarlijk. Dit kan een nadelige invloed hebben op het systeem van de airbag crash
sensoren. Hierdoor zouden de airbags onvoorzien geactiveerd kunnen worden of wordt
verhinderd dat de airbags tijdens een aanrijding worden opgeblazen. De inzittenden
voorin zouden als gevolg hiervan ernstig letsel kunnen oplopen.
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Wijzigen van de vering van de wagen is gevaarlijk. Als de hoogte van de wagen of de
vering veranderd wordt, zal de wagen een botsing niet meer correct kunnen registreren,
hetgeen een onjuiste of onverwachte activering van de airbag tot gevolg kan hebben
waarbij de kans bestaat op ernstig letsel.
Page 67 of 719

2–47
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
Breng geen wijzigingen aan een voorportier aan en laat geen beschadigingen
onhersteld. Laat een beschadigd voorportier altijd door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur inspecteren:
Het aanbrengen van wijzigingen aan een voorportier of het niet herstellen van
beschadigingen is gevaarlijk. Elk van de voorportieren is voorzien van een zij-
impactsensor welke onderdeel vormt van het aanvullend beveiligingssysteem. Als gaten
worden geboord in een voorportier, een portierluidspreker blijvend wordt verwijderd,
of een beschadigd portier niet wordt hersteld, kan de werking van de sensor nadelig
beïnvloed worden zodat deze de druk van de impact van een zijdelingse botsing niet
meer correct kan bespeuren. Als een sensor een zijdelingse botsing niet correct kan
bespeuren, bestaat de kans dat de zij- en gordijn-airbags en de voorspanner van de
voorste veiligheidsgordel niet normaal functioneren waardoor de inzittenden ernstig
letsel kunnen oplopen.
Breng geen wijzigingen aan in het aanvullend beveiligingssysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen in de onderdelen of de bedrading van het aanvullend
beveiligingssysteem is gevaarlijk. U kunt het per ongeluk in werking stellen of buiten
gebruik stellen. Breng geen enkele wijziging aan in het aanvullend beveiligingssysteem.
Hieronder vallen het aanbrengen van stuurbekleding, etiketten of wat dan ook op de
airbagmodules. Hieronder valt ook het installeren van extra elektrische apparatuur op
of nabij de onderdelen en de bedrading van het systeem. Een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur kan de speciale aandacht besteden die
bij het uitbouwen en inbouwen van de voorzittingen nodig is. Het is van belang de
bedrading en de aansluitingen van de airbag te beschermen om er voor te zorgen dat de
airbags niet per ongeluk in werking treden en dat de bestuurdersstoelpositiesensor niet
beschadigd wordt en de airbag-aansluiting van de zittingen onbeschadigd blijft.
Plaatsen geen bagage of overige voorwerpen onder de voorzittingen:
Het plaatsen van bagage of overige voorwerpen onder de voorzittingen is gevaarlijk.
De kans bestaat dat onderdelen die essentieel zijn voor de werking van het aanvullend
beveiligingssysteem beschadigd worden en in het geval van een botsing aan de zijkant
is het mogelijk dat de bijbehorende airbags niet geactiveerd worden, hetgeen ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. Om beschadiging van onderdelen die essentieel
zijn voor de werking van het aanvullend beveiligingssysteem te voorkomen, geen
bagage of andere voorwerpen onder de voorzittingen plaatsen.
Page 68 of 719

2–48
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
Rijd niet met een auto met beschadigde onderdelen van airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem:
Geactiveerde of beschadigde componenten van het airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem dienen na elke botsing waarbij deze geactiveerd of
beschadigd werden te worden vernieuwd. Alleen een getrainde deskundige reparateur,
bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur kan deze systemen volledig beoordelen om
te zien of deze bij een volgend ongeval zullen functioneren. Rijden met een geactiveerde
of beschadigde airbag of voorspannermodule geeft u verminderde beveiliging bij een
volgend ongeval, waardoor de kans bestaat op ernstig of dodelijk letsel.
De airbagonderdelen in het interieur niet verwijderen:
Het verwijderen van onderdelen zoals de voorzittingen, het voordashboard, het
stuurwiel of delen van de voorruit- en achterruitstijlen en langs de dakrand die
airbagonderdelen of sensoren bevatten is gevaarlijk. In deze onderdelen zijn belangrijke
airbagcomponenten ingebouwd. De airbag zou onvoorzien geactiveerd kunnen worden
en daardoor ernstig letsel kunnen veroorzaken. Laat deze onderdelen altijd door een
of ¿ ciële Mazda reparateur verwijderen.
Ruim het airbagsysteem op de juiste wijze op:
Het op ondeskundige wijze opruimen van een airbag of slopen van een auto met
airbags die onder stroom staan, kan uiterst gevaarlijk zijn. Ernstig letsel kan het gevolg
zijn wanneer niet alle veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. Laat een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur het airbagsysteem
veilig opruimen of een auto uitgerust met een airbagsysteem slopen.
Page 74 of 719

2–54
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
*Bepaalde modellen.
Onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem
*
*
Bepaalde modellen
Gasgeneratoren en airbags van bestuurder/voorpassagier
Impactsensoren en diagnosemodule (SAS eenheid)
Voorspanners van veiligheidsgordels (pagina 2-20 )
Voorste airbagsensor
Zij-impactsensors *
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/veiligheidsgordelvoorspanners (pagina
4-41 )
Zij- en gordijngasgeneratoren en airbags *
Voorpassagiersairbag-uitgeschakeld indicatielampje * (pagina 2-50 )
Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag * (pagina 2-50 )
Bestuurdersstoelpositiesensor * (pagina 2-56 )
Page 76 of 719

2–56
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Bestuurdersairbag
De bestuurdersairbag is in het stuurwiel ingebouwd.
Wanneer de impactsensoren van een airbag een frontale botsing met meer dan gematigde
kracht registreren, wordt de bestuurdersairbag snel opgeblazen om letsel aan hoofdzakelijk
het hoofd of de borst van de bestuurder te helpen verminderen dat veroorzaakt wordt door
een directe slag tegen het stuurwiel.
Zie voor nadere bijzonderheden over airbag activering, “Criteria voor SRS airbag
activering” (pagina 2-59 ).
(Met deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag)
Bij de tweetraps bestuurdersairbag wordt het opblazen van de airbag op twee
krachtniveaus geregeld, afhankelijk van de positie van de bestuurdersstoel. De
bestuurdersstoelpositiesensor bevindt zich onder de bestuurdersstoel. De sensor bepaalt of
de bestuurdersstoel zich voor of achter een bepaalde referentiepositie bevindt en stuurt de
stoelpositie naar de diagnosemodule (SAS eenheid). De SAS eenheid bestuurt de activering
van de bestuurdersairbag, afhankelijk van de afstand van de bestuurdersstoel tot het
stuurwiel.
Tijdens een gematigde botsing wordt de bestuurdersairbag met minder kracht opgeblazen,
terwijl tijdens meer ernstige botsingen en wanneer de bestuurdersstoel achter de
referentiepositie staat de airbag met meer kracht wordt opgeblazen.
Page 77 of 719

2–57
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
*Bepaalde modellen.
Voorpassagiersairbag
De voorpassagiersairbag is ingebouwd in het instrumentenpaneel aan de
voorpassagierszijde.
Het opblaasmechanisme voor de voorpassagiersairbag is hetzelfde als bij de
bestuurdersairbag.
Zie voor nadere bijzonderheden over airbag activering, “Criteria voor SRS airbag
activering” (pagina 2-59 ).
Zij-airbags *
De zij-airbags zijn ingebouwd in de buitenste zijden van de rugleuningen van de
voorzittingen.
Wanneer de impactsensoren van een airbag een zijdelingse botsing met meer dan gematigde
kracht registreren, blaast het systeem enkel de zij-airbag op aan de zijde waar de auto
geraakt is. De zij-airbag wordt snel opgeblazen om letsel aan de borst van de bestuurder of
de voorpassagier te helpen verminderen dat veroorzaakt wordt door een directe slag tegen
interieuronderdelen zoals een portier of raam.
Zie voor nadere bijzonderheden over airbag activering, “Criteria voor SRS airbag
activering” (pagina 2-59 ).
Page 78 of 719

2–58
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
*Bepaalde modellen.
Gordijn-airbags *
De gordijn-airbags zijn ingebouwd in de voorruit- en achterruitstijlen en de dakrand langs
beide zijden.
Wanneer de impactsensoren van een airbag een zijdelingse botsing met meer dan gematigde
kracht registreren, wordt de gordijn-airbag snel opgeblazen om letsel aan hoofdzakelijk
het hoofd van de passagier gezeten aan de portierzijde van de achterzitting te helpen
verminderen dat veroorzaakt wordt door een directe slag tegen interieuronderdelen zoals een
portier of raam.
Zie voor nadere bijzonderheden over airbag activering, “Criteria voor SRS airbag
activering” (pagina 2-59 ).
Enkel één zij- en gordijn-airbag zal geactiveerd
worden aan de zijde waar de auto de kracht van
de botsing ontvangt.
Waarschuwingslampje/zoemer
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden worden aangeduid door een waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indicatielampjes op pagina 4-41 .
Zie In de volgende gevallen wordt een waarschuwingszoemer geactiveerd op pagina 7-53 .