display MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-3, Model: MAZDA MODEL CX-3 2016Pages: 719, PDF Size: 7.06 MB
Page 539 of 719

6–15
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
Onderhoudsmonitor (Type C/Type D audio)
1. Selecteer het pictogram op het thuisscherm voor het tonen van het “Applicaties”
scherm.
2. Selecteer “Onderhoud” voor het tonen van het onderhoudsbeurtenscherm.
3. Verander het tabblad en selecteer het instellingsitem dat u wilt veranderen.
U kunt instellingen in de instellingsdisplay als volgt naar eigen voorkeur instellen:
Tabblad Onderwerp Verklaring
Onderhoud Instellingen Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Tijd (maanden) Toont de tijd of de afstand tot aan de volgende onderhoudsbeurt.
Selecteer dit item voor het instellen van de onderhoudsperiode.
“Nu gepland!” wordt in rood getoond en het
moersleutelindicatielampje in de instrumentengroep gaat branden
wanneer de resterende afstand minder is dan 500 km of het
resterende aantal dagen minder is dan 15 (al naargelang wat zich
het eerst voordoet). Afstand (mijl of km)
Reset Stelt de tijd en afstand terug op de beginwaarden.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit telkens
wanneer onderhoud wordt uitgevoerd worden teruggesteld.
Bandenrotatie Instellingen Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Afstand (mijl of km) Toont de afstand tot aan de volgende beurt voor het onderling
verwisselen van de banden.
Selecteer dit item voor het instellen van de afstand voor het
onderling verwisselen van de banden.
“Bandenrotatie gepland!” wordt in rood getoond en het
moersleutelindicatielampje in de instrumentengroep gaat branden
wanneer de resterende afstand minder is dan 500 km.
Reset Stelt de resterende afstand terug op de beginwaarde.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit telkens na
het onderling verwisselen van de banden worden teruggesteld.
Olie verversen Instellingen
*1 Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Afstand (mijl of km) Toont de afstand tot aan de volgende olieverversingsbeurt.
Selecteer dit item voor het instellen van de afstand tot aan de
volgende olieverversingsbeurt.
“Ververs olie!” wordt in rood getoond en het
moersleutelindicatielampje in de instrumentengroep gaat branden
wanneer de resterende afstand minder is dan 500 km.
Reset
*2 Stelt de resterende afstand terug op de beginwaarde.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit telkens na
het verversen van de motorolie worden teruggesteld.
*1 Er is een À exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie beschikbaar (alleen bepaalde
modellen). Raadpleeg een of ¿ ciële Mazda reparateur voor details.
Wanneer de À exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie is geselecteerd, ziet u
de volgende items in de display. De auto berekent de resterende gebruiksduur van de olie op basis van de
gebruiksomstandigheden van de motor en u wordt op de hoogte gesteld wanneer een olieverversingsbeurt nodig
is door het oplichten van het moersleutelindicatielampje in de instrumentengroep.
*2 Zodra de motorolie is ververst, moet voor SKYACTIV-D 1.5 de motorstuureenheid teruggesteld worden.
Uw of ¿ ciële Mazda reparateur kan de motorstuureenheid voor u terugstellen of zie de procedure voor het
terugstellen van de motorstuureenheid op pagina 6-27 .
Page 599 of 719

6–75
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
*Bepaalde modellen.
Onderhoud van plastic onderdelen
OPGELET
Gebruik geen polijstmiddelen.
Afhankelijk van de bestanddelen van
het product, kunnen deze verkleuring,
vlekken, barsten of afschilfering van de
laklaag veroorzaken.
Onderhoud van de bovenkant van
het instrumentenpaneel
1. Reinig het verontreinigde gedeelte
met een zachte doek die gedompeld
is in een oplossing van een zacht
schoonmaakmiddel (ongeveer 5%) en
water.
2. Veeg het resterende reinigingsmiddel
weg met behulp van een doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
Onderhoud van de Active Driving
Display *
Het buitenoppervlak van de combiner en
de spiegel zijn voorzien van een speciale
laag. Gebruik bij het reinigen ervan geen
harde, grove doek of schoonmaakmiddel.
Gebruik een gladde, zachte doek.
Als een chemisch oplosmiddel op de
combiner of spiegel is terechtgekomen, dit
onmiddellijk afvegen. Anders bestaat de
kans dat deze worden beschadigd en dat de
buitenste laag bekrast wordt.
Onderhoud van het paneel
Als een paneel verontreinigd is geraakt,
dit afvegen met een zachte doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
Volg onderstaande procedure als bepaalde
delen verdere reiniging behoeven:
1. Reinig het verontreinigde gedeelte
met een zachte doek die gedompeld
is in een oplossing van een zacht
schoonmaakmiddel (ongeveer 5 %) en
water.
2. Veeg het resterende reinigingsmiddel
weg met behulp van een doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
OPMERKING
Wees bijzonder voorzichtig bij het
reinigen van panelen met glanzende
oppervlakken en metalen onderdelen
zoals plaatwerk, aangezien deze
gemakkelijk bekrast worden.
Page 601 of 719

7–1*Bepaalde modellen.7–1
7Als er zich een probleem voordoet
Nuttige informatie over wat u kunt doen als er zich een probleem
voordoet met de auto.
Parkeren in noodgevallen .................................................................. 7-2
Parkeren in noodgevallen .............................................................. 7-2
Lekke band ......................................................................................... 7-3
Opbergplaatsen van reservewiel en gereedschapset ..................... 7-3
Lekke band noodreparatieset
* ..................................................... 7-10
Verwisselen van een lekke band (Met reservewiel) .................... 7-19
Accu is uitgeput ................................................................................ 7-26
Starten met een hulpaccu ............................................................ 7-26
Starten in noodgevallen ................................................................... 7-29
Starten van een verzopen motor (SKYACTIV-G 2.0) ................ 7-29
Starten door aanduwen ................................................................ 7-29
Leegraken van de brandstoftank (SKYACTIV-D 1.5) ................ 7-30
Oververhitting .................................................................................. 7-31
Oververhitting ............................................................................. 7-31
Slepen in noodgevallen .................................................................... 7-33
Sleepmethoden ............................................................................ 7-33
Sleepogen/Transporthaken .......................................................... 7-35
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers .... 7-38
Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen ......... 7-38
Berichten die verschijnen op de display
* .................................... 7-51
In de volgende gevallen wordt een waarschuwingszoemer
geactiveerd .................................................................................. 7-53
Wanneer de achterklep niet geopend kan worden ........................ 7-60
Wanneer de achterklep niet geopend kan worden ....................... 7-60
Actief rijden display functioneert niet ........................................... 7-61
Als de actief rijden display niet functioneert .............................. 7-61
Page 641 of 719

7–41
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Indicatielampje
voor defecte
stuurbekrachtiging Het lampje gaat branden/knipperen als er een defect is in de elektrische
stuurbekrachtiging.
Als het lampje gaat branden/knipperen, de auto op een veilige plaats tot stilstand
brengen en het stuurwiel niet draaien. Als het lampje na enige tijd uit gaat, is er geen
probleem. Neem contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur als het lampje blijft branden/knipperen. OPMERKING
Als het indicatielampje brandt/knippert, zal de stuurbekrachtiging niet normaal
functioneren. In dat geval kan het stuurwiel alsnog gedraaid worden, echter het
sturen gaat dan zwaarder dan normaal of het is mogelijk dat het stuurwiel tijdens
het draaien trilt.
Als tijdens stilstand of uiterst langzaam rijden het stuurwiel bij herhaling naar
links en naar rechts gedraaid wordt, is het mogelijk dat de defectbeveiliging van
het stuurbekrachtigingssysteem in werking treedt waardoor het sturen zwaarder
wordt. Dit duidt echter niet op een probleem. Parkeer in dit geval de auto op een
veilige plaats en wacht enkele minuten totdat het systeem weer normaal werkt.
Neem contact op met een of ¿ ciële Mazda reparateur en laat de auto
inspecteren
Als een van de volgende waarschuwingslampjes of het indicatielampje gaat branden/
knipperen, is er mogelijk een defect in het systeem. Raadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur, om uw auto te laten inspecteren.
Signaal Waarschuwing
Hoofdwaarschuwingslampje
(Voertuigen met type C/type D audio)
Het lampje gaat branden wanneer er een defect is in het systeem.
Bedien de middendisplay en controleer de gegevens.
Zie Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen op pagina 7-38 .
(Voertuigen zonder type C/type D audio)
Het lampje gaat in de volgende gevallen continu branden. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Er is een defect in het accubeheersysteem.
Er is een defect in de remschakelaar.
(SKYACTIV-D 1.5) Er is een defect in de hydraulische regeling van de motor.
Er is een defect in de distributieketting van de motor.
Er is een defect in de voorverwarming.
Er is een defect in de oliepeilsensor.
Page 650 of 719

7–50
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
(Oranje)
Waarschuwingslampje
van Smart
Brake Support
remhulpsysteem/
stadsverkeer-
remassistent (SBS/
SCBS)
*
Het lampje gaat branden als de voorruit of
de radarsensor vuil zijn of als er een defect
is in het systeem.
(Voertuigen met type C/type D audio)
Controleer de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt op de
middendisplay (pagina 7-38 ).
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen.
Als het waarschuwingslampje brandt
vanwege een vuile radarsensor, het
voorembleem reinigen.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur controleren als er andere
redenen zijn.
(Voertuigen zonder type C/type D audio)
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen. Laat de auto door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur controleren als
er andere redenen zijn.
KEY waarschuwingslampje
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Oorzaak Te nemen maatregel
(Rood)
(Knippert) De batterij van de geavanceerde sleutel is
uitgeput. Vernieuw de sleutelbatterij (pagina
6-41 ).
De geavanceerde sleutel bevindt zich buiten
het werkingsbereik.
Breng de geavanceerde sleutel in het
werkingsbereik (pagina 3-8 ). De geavanceerde sleutel is geplaatst in delen
van het interieur waar de sleutel moeilijk
bespeurd kan worden.
Er bevindt zich een sleutel van een andere
fabrikant welke gelijkt op de geavanceerde
sleutel in het werkingsbereik. Neem de sleutel van een andere fabrikant
welke gelijkt op de geavanceerde sleutel
uit het werkingsbereik.
Zonder het contact uit te zetten, is de
geavanceerde sleutel uit het interieur
genomen en vervolgens zijn alle portieren
gesloten. Breng de geavanceerde sleutel terug in het
interieur.
Page 651 of 719

7–51
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Berichten die verschijnen op de display *
Als een bericht wordt getoond op de middendisplay (Type C/type D audio), overeenkomstig
het getoonde bericht de juiste maatregel nemen (op kalme wijze).
(Displayvoorbeeld)
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand.
Als de volgende berichten in de middendisplay worden getoond (Type C/type D audio), is er
mogelijk een defect in een voertuigsysteem. Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand
en neem contact op met een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Display Aangegeven toestand
Wordt getoond als de motorkoelvloeistoftemperatuur
buitengewoon is toegenomen.
Wordt getoond als er een defect is in het laadsysteem.
Page 652 of 719

7–52
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Controleer displaygegevens
Wordt getoond in de volgende gevallen:
Display Aangegeven toestand/Te nemen maatregel
Het volgende bericht wordt getoond wanneer de
temperatuur rondom de middendisplay te hoog is
opgelopen.
Verlaging van de temperatuur in het interieur of van
de temperatuur rondom de middendisplay wordt
aanbevolen door direct zonlicht te vermijden.
Page 658 of 719

7–58
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Buitentemperatuurwaarschuwingszoemer *
Waarschuwt de bestuurder voor de
mogelijkheid van gladde wegen wanneer
de buitentemperatuur laag is.
Als de buitentemperatuur lager is
dan ongeveer 4 °C, wordt er eenmaal
een pieptoon gegeven en gaat de
buitentemperatuurdisplay gedurende
ongeveer tien seconden knipperen.
Zie Buitentemperatuurdisplay op pagina
4-34 .
Waarschuwingsgeluid
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
*
Als terwijl het systeem in werking is
bepaald wordt dat de auto op het punt
staat de rijstrook te verlaten, wordt er een
waarschuwingsgeluid gegeven.
OPMERKING
Het volume van het LDWS
waarschuwingsgeluid kan veranderd
worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14 .
Het type van het LDWS
waarschuwingsgeluid kan veranderd
worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14 .
Dodehoekmonitorsysteem (BSM)
waarschuwingszoemer *
V o o r u i t r i j d e n
De waarschuwingszoemer klinkt wanneer
de richtingaanwijzerhendel wordt bediend
naar de zijde waar het dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingslampje brandt.
OPMERKING
Een gebruikersfunctie is beschikbaar
voor het wijzigen van het geluidsvolume
van de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14 .
Omkeren van de bandlooprichting
Als een bewegend object zoals een auto
of tweewielig voertuig van links of
rechts uw voertuig vanaf de achterzijde
nadert, wordt de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer geactiveerd.
Waarschuwingszoemer voor
elektronisch stuurslot
De waarschuwingszoemer klinkt als het
stuurwiel niet ontgrendeld wordt nadat
de startdrukknop is ingedrukt. (pagina
4-4 )
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer *
Als de rijsnelheid de ingestelde
snelheid met ongeveer 3 km/h of
meer overschrijdt, klinkt er continu
een waarschuwingspieptoon. De
waarschuwingspieptoon klinkt totdat de
rijsnelheid tot aan de ingestelde snelheid
of lager vermindert.
Page 661 of 719

7–61
Als er zich een probleem voordoet
Actief rijden display functioneert niet
A l s d e a c t i e f r i j d e n
display niet functioneert
Als de actief rijden display niet
functioneert, het contact uit zetten en
vervolgens de motor opnieuw starten. Als
de actief rijden display ook na het opnieuw
starten van de motor niet functioneert, de
auto door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur,
laten inspecteren.