ECO mode MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-3, Model: MAZDA MODEL CX-3 2016Pages: 719, PDF Size: 7.06 MB
Page 657 of 719

7–57
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Rijsnelheidsalarm *
De functie van het rijsnelheidsalarm is
bestemd om de bestuurder via een enkele
pieptoon en een waarschuwingsindicatie
in de instrumentengroep te waarschuwen
dat de tevoren ingestelde rijsnelheid is
overschreden.
U kunt de instelling van de rijsnelheid
waarbij de waarschuwing wordt gegeven
veranderen.
Zie Boordcomputer en INFO schakelaar
op pagina 4-35 .
Waarschuwingszoemer voor
bandenspanning *
De waarschuwingszoemer klinkt
gedurende ongeveer 3 seconden wanneer
er een afwijking is in de bandenspanning
(pagina 4-181 ).
Waarschuwingen van Mazda
Radar Cruise Control (MRCC)
systeem
*
D e w a a r s c h u w i n g e n v a n h e t M a z d a
Radar Cruise Control (MRCC)
systeem informeren de bestuurder over
systeemdefecten en waarschuwingen bij
gebruik wanneer dit nodig is.
Controleer op basis van de pieptoon.
Voorzorgen Te controleren punten
De pieptoon klinkt 1
keer wanneer het Mazda
Radar Cruise Control
(MRCC) systeem in
werking is De rijsnelheid is
langzamer dan 25 km/h
en het Mazda Radar
Cruise Control (MRCC)
systeem is geannuleerd.
(Europees model)
De pieptoon klinkt 5
maal tijdens het rijden
(Behalve Europese
modellen)
Tijdens het rijden blijft
de pieptoon continu
klinken. De afstand tussen uw
auto en het voorliggende
voertuig is te kort.
Controleer de veiligheid
van de omgeving en
verminder snelheid.
Wanneer het Mazda
Radar Cruise Control
(MRCC) systeem
in werking is, klinkt
een zoemtoon en
gaat het Mazda
Radar Cruise Control
(MRCC) systeem
waarschuwingslampje
(oranje) in de
instrumentengroep
branden. Dit kan duiden op een
defect in het systeem.
Laat uw auto bij een
deskundige reparateur,
bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur
controleren.
Page 658 of 719

7–58
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Buitentemperatuurwaarschuwingszoemer *
Waarschuwt de bestuurder voor de
mogelijkheid van gladde wegen wanneer
de buitentemperatuur laag is.
Als de buitentemperatuur lager is
dan ongeveer 4 °C, wordt er eenmaal
een pieptoon gegeven en gaat de
buitentemperatuurdisplay gedurende
ongeveer tien seconden knipperen.
Zie Buitentemperatuurdisplay op pagina
4-34 .
Waarschuwingsgeluid
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
*
Als terwijl het systeem in werking is
bepaald wordt dat de auto op het punt
staat de rijstrook te verlaten, wordt er een
waarschuwingsgeluid gegeven.
OPMERKING
Het volume van het LDWS
waarschuwingsgeluid kan veranderd
worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14 .
Het type van het LDWS
waarschuwingsgeluid kan veranderd
worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14 .
Dodehoekmonitorsysteem (BSM)
waarschuwingszoemer *
V o o r u i t r i j d e n
De waarschuwingszoemer klinkt wanneer
de richtingaanwijzerhendel wordt bediend
naar de zijde waar het dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingslampje brandt.
OPMERKING
Een gebruikersfunctie is beschikbaar
voor het wijzigen van het geluidsvolume
van de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14 .
Omkeren van de bandlooprichting
Als een bewegend object zoals een auto
of tweewielig voertuig van links of
rechts uw voertuig vanaf de achterzijde
nadert, wordt de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer geactiveerd.
Waarschuwingszoemer voor
elektronisch stuurslot
De waarschuwingszoemer klinkt als het
stuurwiel niet ontgrendeld wordt nadat
de startdrukknop is ingedrukt. (pagina
4-4 )
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer *
Als de rijsnelheid de ingestelde
snelheid met ongeveer 3 km/h of
meer overschrijdt, klinkt er continu
een waarschuwingspieptoon. De
waarschuwingspieptoon klinkt totdat de
rijsnelheid tot aan de ingestelde snelheid
of lager vermindert.
Page 695 of 719

9–9
Technische gegevens
Technische gegevens
*Bepaalde modellen.
Gloeilampen
Buitenverlichting
Gloeilamp Categorie
Watt UNECE *1 (SAE)
Koplampen Halogeen
koplampen Grootlicht Met
dagverlichting 15/55
*2 H15 (—)
Zonder
dagverlichting 60 HB3 (9005)
Dimlicht 55 H11 (H11)
LED
koplampen Grootlicht LED
*3 — (—)
Dimlicht LED *3 — (—)
Dagverlichting Met halogeen koplampen * 15/55 *4 H15 (—)
Met LED koplampen LED *3 — (—)
Positielampen Met halogeen koplampen 5 W5W (—)
Met LED koplampen LED
*3 — (—)
Voorste richtingaanwijzerlampen 21 PY21W (—)
Mistlampen voor
* L E D *3 — (—)
Zijrichtingaanwijzerlampen LED *3 — (—)
Middelste remlicht LED *3 — (—)
Achterste richtingaanwijzerlampen 21 WY21W (7443NA)
Lampen van rem-/
achterlichten Met halogeen koplampen 21/5 W21/5W (7443)
Met LED koplampen LED
*3 — (—)
Achterlichten (Met LED koplampen) LED *3 — (—)
Achteruitrijlampen 16 W16W (921)
Mistlamp achter
* 21 W21W (7440)
Kentekenplaatlampen 5 W5W (—)
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United Nations Economic
Commission for Europe).
*2
Lamp met dubbele gloeidraad, echter alleen 55W gloeidraadlampen worden in de koplampen (groot licht) gebruikt. *3 LED is de afkorting voor Licht Emitterende Diode.
*4 Lamp met dubbele gloeidraad, echter alleen 15W gloeidraadlampen worden in de dagverlichting gebruikt.
Interieurverlichting
Gloeilamp Categorie
Watt UNECE *1
Bagageruimteverlichting 5 —
Plafondlampen (Voor)/Kaartleeslampen 8 —
Plafondlamp (Achter) 10 —
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United Nations Economic
Commission for Europe).
Page 702 of 719

9–16
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Auto
Centrale
portiervergrendeling
(pagina 3-20 ) Werkingsvoorwaarde van automatische
vergrendel-/ontgrendelfunctie Dicht: Rijden
Open: Contact
aan Vergrendelen:
bij rijden
Ongrendelen:
bij parkeren/
Dicht: uit
P-stand. Open:
In P-stand/
Slot: Van de
parkeerstand
zetten/
Dicht: Rijden
Open: Contact
aan/
Vergrendelen:
Tijdens het
rijden/
Uit A E
Afstandbediende
portiervergrendeling
(pagina 3-4 ) Tijd voor automatische
portiervergrendeling 30 seconden 90 seconden/
60 seconden/
30 seconden A —
Geavanceerd afstandbediend
portiervergrendelingssysteem
(pagina 3-10 )
Tijd voor automatische
portiervergrendeling 30 seconden 90 seconden/
60 seconden/
30 seconden A —
Automatische vergrendelfunctie
operationeel/niet-operationeel Uit Aan/Uit A —
Volume van zoemer bij
vergrendelen/ontgrendelen Europese
modellen Uit
Hoog/
Medium/
Laag/
Uit A F,
G
Behalve
Europese
modellen Medium
Instapverlichtingssysteem
(pagina 5-158 )
Tijd totdat interieurverlichting uitgaat
na sluiten van portier 15 seconden 60 seconden/
30 seconden/
15 seconden/
7,5 seconden A —
Tijd totdat interieurverlichting
automatisch uitgaat wanneer een
portier niet goed gesloten is 30 minuten 60 minuten/
30 minuten/
10 minuten A —
Automatische
ruitenwisserregeling
(pagina 4-78 ) Operationeel/niet-operationeel Aan Aan/Uit
*4 A —
Dagverlichting
(pagina 4-73 ) Operationeel/niet-operationeel Aan Aan/Uit A —
Page 716 of 719

Wanneer het contact op ON wordt
gezet, gaat het
moersleutelindicatielampje branden
en vervolgens na enkele seconden uit.
Moersleutelindicatielampje
Het moersleutelindicatielampje gaat
branden wanneer het tijd is voor
een vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt. Controleer de
gegevens en voer het onderhoud uit.
SKYACTIV-D 1.5
Het moersleutelindicatielampje gaat
onder de volgende omstandigheden
branden:
Controleer de motorolie.
Vervang de motorolie als het
moersleutelindicatielampje niet
uitgaat, alhoewel het motoroliepeil
in het normale bereik is.
OPMERKING
• Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de
auto is het mogelijk dat het
moersleutelindicatielampje om een
andere reden gaat branden dan de
vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt.
• Telkens wanneer de motorolie
wordt ververst, is het nodig de
motorstuureenheid van de auto
terug te stellen.
Uw officiële Mazda reparateur
kan de motorstuureenheid
terugstellen, of u kunt deze zelf
terugstellen door de procedure
voor het terugstellen van de
motorstuureenheid van de auto
te raadplegen in het
hoofdinstructieboekje.
De herziene informatie betreft het moersleutelindicatielampje, zoals beschreven in
Hoofdstuk 4, Instumentengroep en display.
* Bepaalde modellen.
Lees dit folder voor informatie betreffende het moersleutelindicatielampje.
Daarnaast worden Mazda3 klanten verzocht ook de informatie te lezen betreffende
het knipperen van het moersleutelindicatielampje zoals beschreven in het
hoofdinstructieboekje van de auto.
• De motorolie is verouderd.
• Het motoroliepeil is nabij het
MIN-merkteken op de peilstok of is
lager dan het MIN-merkteken.
*
• Het motoroliepeil is nabij het
X-merkteken op de peilstok of is
hoger dan het X-merkteken.
*
Instrumentengroep en
display
1