Schermaanzicht
Weergave/pictogram Inhoud
(1) Bandenpictogram Geeft de richting van de banden aan. Beweegt in combi-
natie met de bediening van het stuurwiel.
(2) Verwachte rijlijnen (geel en rood) Geeft bij benadering het geprojecteerde traject van de
auto aan. Beweegt in combinatie met de bediening van
het stuurwiel.
a) Geven het pad aan dat de rand van de voorbumper
naar verwachting zal volgen.
b) Geeft het pad aan dat de binnenzijde van de auto
naar verwachting zal volgen.
(3) Verruimde voertuigbreedtelijnen
(blauw)Geeft bij benadering de breedte van de auto aan.
(4) Afstandsrichtlijnen verwachte rijlijn
(geel en rood)Geeft de afstand aan (vanaf voorste uiteinde van bum-
per) aan de voorzijde van de auto.
xDe rode lijn geeft het punt aan ongeveer 0,5 m vanaf
het voorste uiteinde van de bumper.
xDe gele lijnen geven de punten aan ongeveer 1,0 m en
2,0 m vanaf het voorste uiteinde van de bumper.
OPGELET
Het detectiebereik van de parkeersensor heeft beperkingen. Obstakels die vanaf de
zijkant naderbij komen en lage objecten worden bijvoorbeeld mogelijk niet
gedetecteerd. Controleer tijdens het rijden steeds visueel de veiligheid rondom de
auto.
Zie voor bijzonderheden de hindernisdetectieaanduiding en de
waarschuwingszoemer van de parkeersensor.
Zie Parkeersensorsysteem op pagina 4-279.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-221
OPMERKING
De instelling kan zodanig worden gewijzigd dat de verwachte rijlijnen niet worden
getoond.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda Connect instructieboekje.
Gebruik van de functie voor verwachte rijlijn
1. (Schermdisplay)
2. (Werkelijke conditie)
Controleer of zich binnen de verwachte rijlijnen geen obstakels bevinden.
Rijd vooruit en draai het stuur zo dat er geen obstakels binnen de verwachte rijlijnen
komen.
▼Bovenaanzicht/groothoekvooraanzicht
Gebruik bij het wegrijden na een stop of bij het oprijden van een T-splitsing en
kruising het bovenaanzicht/groothoekvooraanzicht als hulp bij het controleren van
de veiligheid van de omgeving.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-222