ABS MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2015Pages: 805, PDF Size: 8.95 MB
Page 287 of 805

Dynamische
stabiliteitsregeling (DSC)
De Dynamische Stabiliteitsregeling (DSC)
regelt automatisch het remvermogen en
het motorkoppel in samenhang met
systemen zoals ABS en TCS voor de
regeling van de zijslip tijdens het rijden
op een glad wegdek of bij het maken van
plotselinge uitwijkingsmanoeuvres voor
een verbetering van de veiligheid.
Zie ABS (pagina 4-120) en TCS (pagina
4-121).
De DSC regeling functioneert bij
snelheden hoger dan 20 km/h.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-38.
WAARSCHUWING
De Dynamische stabiliteitsregeling
mag niet beschouwd worden als
remedie voor onveilige rijtechnieken:
De Dynamische Stabiliteitsregeling
(DSC) biedt geen vrijwaring tegen
onveilig of roekeloos rijgedrag,
buitensporig hoge snelheden,
bumperkleven (het te dicht achter een
ander voertuig rijden) en aquaplaning
(tengevolge van een laag water op het
wegdek wordt de wrijvingskracht van
de banden verminderd). Ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
OPGELET
lWanneer de volgende punten niet in
acht worden genomen bestaat de
kans dat het DSC systeem niet
correct werkt:
lGebruik banden van de juiste
maat die voor uw Mazda zijn
gespecificeerd op alle vier wielen.
lGebruik banden van dezelfde
fabrikant, soort en profielpatroon
op alle vier wielen.
lNiet tezamen gebruiken met
versleten banden.
lHet is mogelijk dat het DSC systeem
niet correct functioneert wanneer
sneeuwkettingen worden gebruikt of
wanneer een noodreservewiel is
gemonteerd omdat de diameter van
de band verandert.
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
4-123
Page 297 of 805

Drive-selectie (Automatische transmissie)í
Drive-selectie is een systeem dat de drive-stand van de auto overschakelt. Wanneer de
sportstand is geselecteerd, geeft de auto bij de bediening van het gaspedaal een krachtigere
respons. Dit zorgt voor een extra snelle acceleratie, wat nodig kan zijn voor het veilig
uitvoeren van manoeuvres zoals het wisselen van rijbaan, het oprijden van snelwegen of
het inhalen van andere voertuigen.
OPGELET
Gebruik de sportstand niet bij het rijden op gladde wegen zoals natte of met sneeuw
bedekte wegen. Dit kan slippen van de banden veroorzaken.
OPMERKING
lWanneer de sportstand wordt geselecteerd, wordt er met hogere motortoerentallen
gereden wat kan leiden tot een hoger brandstofverbruik. Mazda raadt aan om bij
normaal rijden de sportstand uit te schakelen.
lOnder de volgende omstandigheden kan de drive-stand niet worden overgeschakeld:
lABS/TCS/DSC is in bedrijflHet Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem/kruissnelheidsregelaar is
ingeschakeld.
lHet stuurwiel wordt abrupt gedraaid.
Tijdens het rijden
Drive-selectie
4-133íBepaalde modellen.
Page 353 of 805

qGebruik van het systeem
Druk op de rijstrookassistentschakelaar.
De display van de rijstrookassistent
(standby status) wordt aangegeven in de
multi-informatiedisplay en het systeem
gaat over op standby.
OPMERKING
Wanneer de instelling voor
besturingsassistentie op niet-
bedrijfsklaar is ingesteld, wordt de
rijstrookassistentdisplay niet
aangegeven.
Rijd met het systeem op standby naar het
midden van de rijstrook. Wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden is voldaan,
wordt de rijstrookassistentdisplay
aangegeven in de multi-informatiedisplay
en wordt het systeem bedrijfsklaar.
lWanneer de motor draait.
lDe rijsnelheid is ongeveer 60 km/h.
lWitte (gele) rijstrookstrepen worden
bespeurd.
lDe bestuurder bedient het stuurwiel.
lDe rijstrook is niet smal of breed.
De rijstrookassistent gaat in de volgende
gevallen over naar de standby toestand:
lHet systeem kan de witte (gele)
rijstrookstrepen niet bespeuren.
lDe rijsnelheid is minder dan ongeveer
60 km/h.
lHet ABS/TCS/DSC is in bedrijf.
lHet DSC is uitgeschakeld.
lDe auto maakt een scherpe bocht.
lDe auto maakt een bocht met een niet
aangepaste snelheid.
lDe bestuurder neemt zijn of haar
handen van het stuurwiel af (houdt het
stuurwiel niet vast).
lPlotseling accelereren/afremmen.
lRijden op bochtige wegen.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-189
Page 396 of 805

Bandenspanningcontrolesysteem
lHet bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) controleert de bandenspanning van alle
vier banden. Als de bandenspanning van één of meerdere banden te laag is, waarschuwt
het systeem de bestuurder door middel van het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem in de instrumentengroep (de waarschuwing wordt ook
getoond op de display op de type A
*1instrumentengroep) en een pieptoon. Het systeem
controleert de bandenspanning indirect op basis van de gegevens die door de ABS
wielsnelheidssensors worden verzonden.
Om het systeem correct te kunnen laten werken, dient het systeem met de
voorgeschreven bandenspanning (waarde op bandenspanningslabel) geïnitialiseerd te
worden. Volg de procedure en voer de initialisatie uit.
*1 Zie Type A type op pagina 4-38.
lBij auto's met een type A*1instrumentengroep, de toestand van de auto controleren of
de auto door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur, overeenkomstig de indikatie.
*1 Zie Type A type op pagina 4-38.
lSysteemdefecten of bedrijfstoestanden worden aangeduid door een waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op pagina 4-38.
Zie Waarschuwingszoemer voor bandenspanning op pagina 7-56.
ABS wielsnelheidssensor
4-232
Tijdens het rijden
Bandenspanningcontrolesysteem
Page 420 of 805

OPMERKING
lBreng geen accessoires aan binnen het detectiebereik van de sensoren. Dit kan de
werking van het systeem hinderen.
lAfhankelijk van de soort hindernis en de omgevingscondities, kan het detectiebereik
van een sensor verminderd worden, of bestaat de kans dat de sensoren de hindernissen
niet kunnen opsporen.
lHet is mogelijk dat het systeem onder de volgende omstandigheden niet normaal
werkt:
lWanneer zich modder, ijs of sneeuw aan het sensorgedeelte heeft vastgehecht
(wanneer dit wordt verwijderd, werkt het systeem weer normaal).
lWanneer het sensorgedeelte is bevroren (wanneer het ijs ontdooid is, werkt het
systeem weer normaal).
lWanneer de sensor met een hand wordt afgedekt.lWanneer de sensor aan een krachtige schok is blootgesteld.lWanneer de auto buitengewoon scheef staat.lOnder buitengewoon hete of koude weersomstandigheden.lWanneer er met de auto over oneffenheden, op hellingen of op onverharde of met
gras bedekte wegen wordt gereden.
lAlles dat in de buurt van de auto ultrageluid voortbrengt, zoals de claxon van een
andere auto, het motorgeluid van een motorfiets, het luchtremgeluid van een
vrachtwagen of de sensoren van een andere auto.
lWanneer met de auto bij zware regenval wordt gereden of bij rijomstandigheden
die opspattend water veroorzaken.
lWanneer een in de handel verkrijgbare staafantenne of een antenne voor
zendapparatuur in de auto is geïnstalleerd.
lWanneer de auto in de richting gaat van een hoge of vierkante stoeprand.lWanneer de hindernis zich te dicht bij de sensor bevindt.
lHindernissen onder de bumper worden mogelijk niet opgespoord. Hindernissen die
lager zijn dan de bumper of smal zijn worden mogelijk in eerste instantie wel
opgespoord maar worden naarmate de auto de hindernis dichter nadert niet meer
opgespoord.
lHet is mogelijk dat de volgende soorten hindernissen niet opgespoord worden:
lDunne voorwerpen zoals kabel of touwlMaterialen die geluidsgolven gemakkelijk absorberen zoals katoen of sneeuwlHoekvormige voorwerpenlBijzonder lange voorwerpen, en die welke breed zijn aan de bovenzijdelKleine, korte voorwerpen
4-256
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Page 669 of 805

qBeschrijving van het zekeringenpaneel
Zekeringenblok (Motorruimte)
BESCHRIJVINGZEKERINGCA-
PACITEITBEVEILIGD ONDERDEEL
1 ADD FAN GE 30 A Koelventilator
í
2 IG2 30 A Voor beveiliging van diverse circuits
3 INJECTOR 30 A Motorbesturingssysteemí
4 FAN DE 40 A Koelventilatorí
5 P.WINDOW1 30 A Elektrische ruitbedieningí
6―― ―
7 ADD FAN DE 40 A Koelventilatorí
8 EVVT 20 A Motorbesturingssysteemí
9 DEFOG 40 A Achterruitverwarming
10 DCDC DE 40 A Voor beveiliging van diverse circuitsí
11 FAN GE 30 A Koelventilatorí
12 EPB L 20 A Elektrische handrem (Links)
13 AUDIO 40 A Audio-installatieí
14 EPB R 20 A Elektrische handrem (Rechts)
15 ENG.MAIN 40 A Motorbesturingssysteem
16 ABS/DSC M 50 A ABS, regelsysteem voor dynamische stabiliteit
17
50 A Voor beveiliging van diverse circuits
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-71íBepaalde modellen.
Page 670 of 805

BESCHRIJVINGZEKERINGCA-
PACITEITBEVEILIGD ONDERDEEL
18 WIPER 20 A Voorruitenwisser en ruitensproeier
19 HEATER 40 A Airconditioning
20 DCDC REG 30 A Voor beveiliging van diverse circuits
í
21 ENGINE.IG1 7,5 A Motorbesturingssysteem
22 C/U IG1 15 A Voor beveiliging van diverse circuits
23H/L LOW L
HID L15 A Koplamp (dimlicht) (Links)
24 H/L LOW R 15 A Koplamp (dimlicht) (Rechts)
25 ENGINE3 15 A Motorbesturingssysteem
26 ENGINE2 15 A Motorbesturingssysteem
27 ENGINE1 15 A Motorbesturingssysteem
28 AT 15 A Transmissiebesturingssysteem
29 H/CLEAN 20 A Koplampsproeier
í
30 A/C 7,5 A Airconditioning
31 AT PUMP 15 A Transmissiebesturingssysteemí
32 STOP 10 A Remlichten, mistlamp achterí
33 R.WIPER 15 A Achterruitenwisser
34 H/L HI 20 A Koplampen (grootlicht)
35 HID R 15 A―
36 FOG 15 A Mistlampen voor
í
377,5 A Motorbesturingssysteem
38 AUDIO2 7,5 A Audio-installatie
39 GLOW SIG 5 A Motorbesturingssysteem
í
40 METER2 7,5 A Instrumentengroep
41 METER1 10 A Instrumentengroep
42 SRS1 7,5 A Airbag
43 BOSE 25 A Model uitgerust met Bose
®geluidsinstallatieí
44 AUDIO1 15 A Audio-installatie
45 ABS/DSC S 30 A ABS, regelsysteem voor dynamische stabiliteit
46 FUEL PUMP 15 A Brandstofsysteem
í
47 FUEL WARM 25 A Brandstofverwarmerí
48 TAIL 15 ALampen van achterlichten, positielampen,
kentekenplaatverlichting
49 FUEL PUMP2 25 A―
50 HAZARD 25 A Waarschuwingsknipperlichten, richtingaanwijzers
51 DRL 15 A Dagverlichting
í
52 R.OUTLET2 15 A Stekkerbussen voor accessoires
53 HORN 15 A Claxon
54 ROOM 15 A Plafondlamp
6-72
Onderhoud en verzorging
íBepaalde modellen.
Zelf uit te voeren onderhoud
Page 716 of 805

Sleepmethoden
Indien slepen noodzakelijk is, wordt het
aanbevolen dit aan een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur of aan een erkend
sleepbedrijf over te laten.
Om beschadiging van de auto te
voorkomen, is het van belang dat de juiste
takel- en sleepmethoden gebruikt worden.
In het bijzonder bij het slepen van een
4WD voertuig waarbij alle wielen
aangesloten zijn op het aandrijfaggregaat,
is het juiste vervoer van de auto absoluut
van groot belang om beschadiging van het
aandrijfsysteem te voorkomen. Daarbij
dient men de wettelijke bepalingen
omtrent het slepen van auto's in acht te
nemen.
Wieldollies
Een 2WD auto die gesleept wordt dient
met de aangedreven wielen (voorwielen)
omhoog getakeld voortgetrokken te
worden. Indien dit door buitengewoon
grote schade aan de auto niet mogelijk is,
dienen wieldollies gebruikt te worden.
Ontspan de handrem bij het slepen van
een auto met 2WD met de achterwielen
op de grond.Een auto met 4WD welke gesleept wordt
dient met alle vier wielen van de grond af
gesleept te worden.
WAARSCHUWING
Sleep een auto met 4WD steeds met
alle vier wielen van de grond af:
Het slepen van een auto met 4WD met
de voorwielen of de achterwielen op de
grond is gevaarlijk, aangezien het
aandrijfaggregaat daardoor
beschadigd kan raken of de auto van
de takelwagen kan wegdraaien en een
ongeluk veroorzaken. Als het
aandrijfaggregaat beschadigd is, de
auto op een platte takelwagen
vervoeren.
7-32
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
Page 722 of 805

qAls het ABS waarschuwingslampje
gaat branden
Wanneer het ABS waarschuwingslampje
van het ABS systeem tijdens het rijden
blijft branden, geeft dit aan dat de ABS
besturingseenheid een defect in het
systeem vastgesteld heeft. In dat geval zal
het remsysteem op dezelfde wijze werken
als bij een auto zonder ABS.
Als dit gebeurt, dient u zo spoedig
mogelijk een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur te
raadplegen.
OPMERKING
Wanneer de motor met behulp van een
hulpaccu gestart wordt, is het toerental
ongelijkmatig en is het mogelijk dat het
ABS waarschuwingslampje gaat
branden. In dit geval is dit het gevolg
van een nagenoeg uitgeputte accu en
duidt dit niet op een defect in het ABS
systeem.
Laad de accu.
Zie Opladen van de accu op pagina
6-46.
qAls het remwaarschuwingslampje
en het ABS waarschuwingslampje
tegelijkertijd gaan branden
Als de stuureenheid van het elektronisch
remkrachtverdelingssysteem vaststelt dat
bepaalde onderdelen niet goed
functioneren, is het mogelijk dat de
stuureenheid het
remwaarschuwingslampje en het ABS
waarschuwingslampje tegelijkertijd laat
branden. Er is vermoedelijk een probleem
in het elektronisch
remkrachtverdelingssysteem.
WAARSCHUWING
Rijd niet wanneer zowel het ABS
waarschuwingslampje als het
remwaarschuwingslampje beide
branden. Laat de auto naar een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur slepen
om de remmen zo spoedig mogelijk te
laten inspecteren:
Rijden terwijl het ABS
waarschuwingslampje en
remwaarschuwingslampje
tegelijkertijd branden is gevaarlijk.
Wanneer beide lampjes branden,
kunnen de achterwielen tijdens een
noodstop sneller gaan blokkeren dan
onder normale omstandigheden.
7-38
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Page 747 of 805

Installatie van niet-originele onderdelen en accessoires
Het aanbrengen van technische wijzigingen aan de originele staat van uw Mazda kan van
invloed zijn op de veiligheid van uw auto. Dergelijke technische wijzigingen omvatten niet
alleen het gebruik van niet geschikte onderdelen, maar ook accessoires, uitrusting of
hulpstukken, zoals velgen en banden.
Originele Mazda onderdelen en originele Mazda accessoires zijn specifiek ontworpen voor
Mazda automobielen.
Andere dan de hierboven vermelde onderdelen en accessoires zijn niet door Mazda
geïnspecteerd en goedgekeurd tenzij dit door Mazda uitdrukkelijk wordt vermeld. Wij
kunnen niet garant staan voor de geschiktheid van dergelijke producten. Mazda kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor enigerlei schade veroorzaakt door het gebruik van
dergelijke producten.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het kiezen en installeren van aanvullende elektrische apparatuur,
zoals mobiele telefoons, zend- en ontvanginstallaties, stereo-systemen en auto-
alarmsystemen:
Een simpele fout bij het kiezen of het installeren van verkeerde aanvullende
apparatuur of het kiezen van een verkeerde installateur is gevaarlijk. Essentiële
systemen kunnen beschadigd worden, hetgeen het afslaan van de motor, activering
van de airbag (SRS), buiten werking treden van het ABS/TCS/DSC systeem of brand
in de wagen kan veroorzaken.
Mazda kan niet aansprakelijk gesteld worden voor dood, letsel of onkosten die het gevolg
kunnen zijn van het installeren van aanvullende niet-originele onderdelen of accessoires.
Informatie voor de eigenaar
Garantie
8-3