ECO mode MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2015Pages: 805, PDF Size: 8.95 MB
Page 239 of 805

qHoofdindikatielampje van
kruissnelheidsregelaar (Oranje)/
Indikatielampje voor ingestelde
kruissnelheid (Groen)
í
Dit indikatielampje heeft twee kleuren.
Hoofdindikatielampje van
kruissnelheidsregelaar (Oranje)
Dit indikatielampje blijft gedurende
enkele seconden branden wanneer het
contact op ON gezet wordt.
Het indikatielampje gaat oranje branden
wanneer de kruissnelheidsregelaar
geactiveerd is.
Indikatielampje voor ingestelde
kruissnelheid (Groen)
Het indikatielampje licht groen op
wanneer een kruissnelheid is ingesteld.
qDodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatie/indikatielampjeí
Type A
De dodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatie gaat branden wanneer de
dodehoekmonitor (BSM) schakelaar
wordt ingedrukt om de systemen van
dodehoekmonitor (BSM) en
achteruitrijwaarschuwing (RCTA) uit te
schakelen.
Als de indikatie na bediening van de
dodehoekmonitor (BSM) schakelaar blijft
verschijnen, duidt dit op een probleem in
het systeem. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur controleren.
Type B
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat dit indikatielampje gedurende enkele
seconden branden.
Het dodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatielampje gaat branden wanneer de
dodehoekmonitor (BSM) schakelaar
wordt ingedrukt om de systemen van
dodehoekmonitor (BSM) en
achteruitrijwaarschuwing (RCTA) uit te
schakelen.
De volgende gevallen kunnen duiden op
een storing in het systeem. Laat uw auto
bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
controleren.
lHet lampje gaat niet branden wanneer
het contact op ON wordt gezet.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-75íBepaalde modellen.
Page 240 of 805

lWanneer het lampje blijft branden, ook
al is de dodehoekmonitor (BSM)
schakelaar uitgezet.
lWanneer dit tijdens het rijden gaat
branden.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met
minder verkeer en de radarsensoren
weinig voertuigen kunnen detecteren,
bestaat de kans dat het systeem pauzeert
(de dodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatie/indikatielampje in de
instrumentengroep gaat branden). Dit
duidt echter niet op een defect.
qVerlichting-aan indikatielampje
Dit indikatielampje gaat branden wanneer
de buitenverlichting en de
instrumentenpaneelverlichting
ingeschakeld zijn.
Het lampje blijft knipperen als er een
defect in het verlichtingssysteem is.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
qLED
koplampwaarschuwingslampjeí
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat dit waarschuwingslampje gedurende
enkele seconden branden.
Dit lampje gaat branden als er een defect
is in de LED koplamp. Laat uw auto door
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
qIndikatielampje voor mistvoorlichtí
Dit lampje gaat branden wanneer de
voormistlichten ingeschakeld worden.
qIndikatielampje voor
mistachterlichtí
Dit lampje gaat branden wanneer het
achtermistlicht ingeschakeld wordt.
4-76
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
Page 461 of 805

AanduidingInstelwaarde
Linksom
draaienRechtsom
draaien
AF
*1
(Instellen van de
alternatieve
frequentie (AF))Uit Aan
REG
*1
(Instellen van het
regionaal
programma
(REG))Uit Aan
ALC
(Automatische
afstelling van het
volume)Niveau
verlagenNiveau
verhogen
BASS
(Lage tonen)Afname van de
lage tonenToename van
de lage tonen
TREB
(Hoge tonen)Afname van de
hoge tonenToename van
de hoge tonen
FADE
(Volumebalans
voor/achter)Verplaatsing
van het geluid
naar vorenVerplaatsing
van het geluid
naar achteren
BAL
(Volumebalans
links/rechts)Verplaatsing
van het geluid
naar linksVerplaatsing
van het geluid
naar rechts
BEEP
(Audiobedieningsgeluid)Uit Aan
BT SETUP
*2Selecteer modus
12Hr
24Hr
(12-uur/24-uur
tijdsinstelling)12Hr
(Knippert)24Hr
(Knippert)
*1 Type B
*2 Afhankelijk van het model is het
mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is.
OPMERKING
Als de display gedurende enkele
seconden niet wordt bediend, keert deze
terug naar de vorige display. Voor het
terugstellen van de lage tonen, hoge
tonen, fade en balans, de
audioregelknop gedurende 2 seconden
ingedrukt houden. Het apparaat geeft
een pieptoon en“CLEAR”wordt
getoond.
AF (Instellen van de alternatieve
frequentie (AF)) (Type B)
De AF functie van het Radio Data
Systeem (RDS) kan op aan of uit worden
ingesteld.
Zie Bediening van de radio (Type B) op
pagina 5-40.
REG (Instellen van het regionaal
programma (REG)) (Type B)
De REG functie van het Radio Data
Systeem (RDS) kan op aan of uit worden
ingesteld.
Zie Bediening van de radio (Type B) op
pagina 5-40.
ALC (Automatische afstelling van het
volume)
De automatische niveauregeling (ALC)
regelt automatisch het audiovolume
overeenkomstig de rijsnelheid. Naarmate
de rijsnelheid hoger wordt, neemt het
volume toe. ALC heeft ALC OFF en
modi ALC LEVEL 1 tot 7. ALC LEVEL
7 is het maximale niveau tot waarbij het
volume kan toenemen. Selecteer de
modus al naargelang de
rijomstandigheden.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-33
Page 488 of 805

qBediening van de Digital Audio Broadcasting (DAB) radio (Type D)í
Wat is DAB radio?
DAB radio is een digitaal radiouitzendsysteem.
DAB radio biedt radiogeluid van hoge kwaliteit en maakt gebruik van een automatische
frequentieoverschakelfunctie in grensgebieden.
Door het tonen van de radiotekst, kan informatie zoals de naam van het muziekstuk en de
naam van de artiest getoond worden.
Radio AAN
1. Selecteer
op het thuisscherm en toon het Amusementscherm.
2. Selecteer
, de volgende pictogrammen worden aan de onderzijde van het scherm
getoond.
Pictogram Functie
Toont het Amusementmenu. Gebruik dit voor het overschakelen naar een andere audiobron.
Toont de zenderlijst (ensemble en zender).
Selecteervoor het updaten van de zenderlijst.
Selecteervoor het selecteren van het ensemble dat u wilt tonen.
Toont de favorietenlijst. Houd ingedrukt om de huidige afgestemde zender in de
favorietenlijst op te slaan.
Zie Bediening van de radio (Type D) op pagina 5-57.
Zoekt uw gewenste zender op in de zenderlijst.
Stemt gedurende 10 seconden af op elk van de zenders in de zenderlijst.
Selecteer opnieuw wanneer op uw gewenste zender is afgestemd.
OPMERKING
Als de zenderlijst niet beschikbaar is, wordt overgeschakeld naar het zenderlijst updaten
scherm. Voer het updaten van de zenderlijst uit.
Schakelt de TA modus in en uit.
Zie Bediening van de radio (Type D) op pagina 5-57.
Keert terug naar de vorige zender.
Houd dit vast om terug te keren naar de bovenste zender in het vorige ensemble.
Gaat verder naar de volgende zender.
Houd dit vast om naar de bovenste zender in het volgende ensemble te gaan.
Toont het DAB radioinstelscherm.
Toont de geluidsinstellingen voor het afstellen van het audiokwaliteitsniveau.
Zie Volume/Display/Geluidsregelaars op pagina 5-53.
5-60
Interieurvoorzieningen
íBepaalde modellen.
Audio-installatie
Page 549 of 805

Bluetooth® handsfree
(Type B audio)
í
qBellen van een telefoonnummer
Gebruik van het telefoonboek
Telefoongesprekken kunnen tot stand
gebracht worden door het zeggen van de
naam van een persoon (gesproken naam)
waarvan het telefoonnummer tevoren in
Bluetooth
®handsfree is vastgelegd. Zie
Telefoonboekregistratie.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Bel”
3.Prompt:“Naam alstublieft.”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“XXXXX...
(Bijv.“John's telefoon”)”(Zeg een
gesproken naam die geregistreerd is in
het telefoonboek.)
5.Prompt:“Belt XXXXX... (Bijv.
“John's telefoon”) XXXX (Bijv.
“thuis”). is dit nummer correct?”
(Gesproken naam en telefoonnummer
locatie geregistreerd in telefoonboek).
6.Zeg:[Geluidssignaal]“Ja”
7.Prompt:“Bellen”
OPMERKING
De“Bel”opdracht en de gesproken
naam kunnen gecombineerd worden.
Bijv. Spreek in stap 2“Bel John's
Telefoon”in, dan kunnen stappen 3 en
4 overgeslagen worden.Telefoonboekregistratie
In het Bluetooth
®handsfree telefoonboek
kunnen telefoonnummers worden
geregistreerd.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te afleidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Telefoonboek”
3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende opties: Voeg Nieuw
Contactpersoon Toe, Bewerken, Naam
Toevoegen, Wissen, Alles Verwijderen,
of Importeer contactpersoon.”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Voeg nieuw
contact persoon toe”
5.Prompt:“Naam alstublieft.”
6.Zeg:[Geluidssignaal]“XXXXX...
(Bijv.“Mary's telefoon”)”(Zeg een
gesproken naam voor de geregistreerde
naam.)
7.Prompt:“Toevoegen XXXXX... (Bijv.
“Mary's telefoon”) (geregistreerde
gesproken naam). is dit nummer
correct?”
8.Zeg:[Geluidssignaal]“Ja”
9.Prompt:“Thuis, werk, mobiel of
andere”
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-121íBepaalde modellen.
Page 618 of 805

Onderhoudsmonitor
qOnderhoudsmonitor (Type A/Type B)
“Olie verversen”met flexibele instelling*1is beschikbaar. Raadpleeg een officiële Mazda
reparateur voor details*2. Wanneer de flexibele instelling voor het tijdstip van het verversen
van de motorolie is geselecteerd, gaat het moersleutelindikatielampje in de
instrumentengroep branden wanneer de resterende gebruiksduur van de olie minder is dan
500 km of het resterende aantal dagen minder is dan 15 (naargelang de situatie welke zich
het eerst voordoet).
Terugstelmethode
Houd met het contact uitgeschakeld de TRIP toets ingedrukt en schakel het contact
vervolgens in. Blijf de TRIP toets gedurende 5 seconden of langer ingedrukt houden. Het
hoofdwaarschuwingslampje gaat gedurende enkele seconden knipperen wanneer het
resetten voltooid is.
*1 Er is een flexibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie
beschikbaar (alleen bepaalde modellen). Op basis van de gebruiksomstandigheden van
de motor, berekent de boordcomputer in uw auto de resterende gebruiksduur van de
olie.
*2 Wanneer de flexibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie is
geselecteerd, moet het systeem bij elke olieverversing teruggesteld worden, ongeacht
het verschijnen van het moersleutelindikatielampje.
qOnderhoudsmonitor (Type C/Type D)
1. Selecteer hetpictogram op het thuisscherm en toon het“Applicaties”scherm.
2. Selecteer“Onderhoud”voor het tonen van het onderhoudsbeurtenscherm.
6-20
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
Page 648 of 805

qBandenspanning
WAARSCHUWING
Houd de bandenspanning steeds op
het juiste niveau:
Een te hoge of te lage
bandenspanning is gevaarlijk. De
verminderde bestuurbaarheid of het
plotseling lek raken van een band kan
een ernstig ongeluk veroorzaken.
Zie Banden op pagina 9-11.
Gebruik uitsluitend een originele
Mazda bandventieldop:
Gebruik van een niet-origineel
onderdeel is gevaarlijk, aangezien de
juiste bandenspanning niet behouden
kan worden als het bandventiel
beschadigd raakt. Als er in deze
toestand met de auto wordt gereden,
neemt de bandenspanning af wat een
ernstig ongeluk tot gevolg kan hebben.
Gebruik voor de bandventieldop geen
onderdeel dat niet een origineel Mazda
onderdeel is.De spanningen van alle banden (inclusief
het reservewiel
í) dient maandelijks
gecontroleerd te worden wanneer de
banden koud zijn. Voor de beste
rijeigenschappen, optimale wegligging
van de auto en een minimale slijtage van
de banden, dient u de banden op de
aanbevolen spanning te houden.
Zie de bandenspanningstabel (pagina
9-11).
Na het afstellen van de bandenspanning is
initialisering van het
bandenspanningcontrolesysteem
noodzakelijk om het systeem normaal te
laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op
pagina 4-235.
6-50
Onderhoud en verzorging
íBepaalde modellen.
Zelf uit te voeren onderhoud
Page 739 of 805

qZie Verzoekschakelaar-buiten-
werking waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als in de volgende gevallen de
verzoekschakelaar wordt ingedrukt terwijl
u de sleutel bij zich heeft, zal er
gedurende ongeveer 2 seconden een
pieptoon gegeven worden om aan te
geven dat de voorportieren en de
achterklep niet vergrendeld kunnen
worden.
lEen portier of de achterklep staat open
(inclusief niet goed gesloten portier).
lHet contact is niet uit gezet.
qSleutel-in-bagageruimte-
achtergelaten
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als de sleutel in de bagageruimte is
achtergelaten terwijl alle portieren
vergrendeld zijn en de achterklep gesloten
is, wordt er gedurende ongeveer 10
seconden een pieptoon gegeven om de
bestuurder er op attent te maken dat de
sleutel in de bagageruimte is
achtergelaten. Als dit gebeurt, de
achterklep openen door het indrukken van
de elektrische achterklepopener en de
sleutel verwijderen. De kans bestaat dat
een sleutel die uit de bagageruimte wordt
verwijderd niet functioneert, omdat de
functies ervan tijdelijk geannuleerd zijn.
Voor het herstellen van de functies van de
sleutel, de procedure die van toepassing is
uitvoeren (pagina 3-9).
qSleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als een sleutel in het interieur van de auto
is achtergelaten en alle portieren en de
achterklep met een afzonderlijke sleutel
worden vergrendeld, wordt er gedurende
ongeveer 10 seconden een pieptoon
gegeven om de bestuurder er op attent te
maken dat de sleutel in het interieur van
de auto is achtergelaten.
Als dit gebeurt, worden de portieren en de
achterklep vergrendeld, maar zullen de
functies van de sleutel die in het interieur
van de auto is achtergelaten tijdelijk
geannuleerd worden.
Voer voor het herstellen van de
sleutelfuncties de procedure van
toepassing uit (pagina 3-9).
qi-stop waarschuwingszoemerí
lAls het stationair draaien van de motor
is gestopt en het bestuurdersportier
wordt geopend, klinkt er een
waarschuwingstoon om de bestuurder
te attenderen dat het stationair draaien
is gestopt. Dit stopt wanneer het
bestuurdersportier wordt gesloten.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
7-55íBepaalde modellen.
Page 740 of 805

lDe waarschuwingszoemer klinkt als de
motor gestopt is en de volgende
handelingen worden uitgevoerd. In
dergelijke gevallen herstart de motor
om veiligheidsredenen niet
automatisch. Start de motor met behulp
van de normale methode.
l(Europees model)
De veiligheidsgordel van de
bestuurder is losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
l(Behalve Europees model)
(Handgeschakelde
versnellingsbak)
Wanneer de versnellingshendel in
een andere stand dan neutraal staat,
de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
(Automatische transmissie)
Wanneer de keuzehendel in de stand
D of M (niet in blokkeermodus voor
tweede versnelling) staat, de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
qi-ELOOP waarschuwingszoemerí
Als er met de auto wordt gereden terwijl
“i-ELOOP laadt op”wordt getoond,
klinkt er een pieptoon. Let er op dat het
bericht niet langer getoond wordt alvorens
te gaan rijden.
qRijsnelheidsalarmí
De functie van het rijsnelheidsalarm is
bestemd om de bestuurder via een enkele
pieptoon en een waarschuwingsindicatie
in de instrumentengroep te waarschuwen
dat de tevoren ingestelde rijsnelheid is
overschreden.
U kunt de instelling van de rijsnelheid
waarbij de waarschuwing wordt gegeven
veranderen (pagina 4-31).
qWaarschuwingszoemer voor
bandenspanningí
De waarschuwingszoemer klinkt
gedurende ongeveer 3 seconden wanneer
er een afwijking is in de bandenspanning
(pagina 4-232).
qBuitentemperatuurwaarschuwingszoemerí
Waarschuwt de bestuurder voor de
mogelijkheid van gladde wegen wanneer
de buitentemperatuur laag is.
Als de buitentemperatuur lager is dan
ongeveer 4 °C, wordt er eenmaal een
pieptoon gegeven en gaat de
buitentemperatuurdisplay gedurende
ongeveer tien seconden knipperen.
(pagina 4-29)
qRijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluidí
Als het systeem in werking is en bepaalt
dat de auto op het punt staat de rijstrook te
verlaten, wordt er een
waarschuwingsgeluid gegeven.
(Rijstrookassistent)
Wanneer de rijstrookassistent in werking
is wordt het waarschuwingsgeluid
geactiveerd wanneer de bestuurder zijn of
haar handen van het stuurwiel afneemt.
7-56
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Page 742 of 805

qWaarschuwing voor botsingí
Als er de kans bestaat op een botsing met
een voorliggend voertuig of obstakel aan
de achterzijde van de auto, wordt een
waarschuwing aangegeven op de display
en klinkt er met tussenpozen een
waarschuwingsgeluid.
q120 km/h waarschuwingszoemerí
Als de rijsnelheid hoger wordt dan 120
km/h, klinkt er gedurende 5 seconden een
pieptoon.
qWaarschuwingszoemer van
stuurbekrachtiging
Als er een defect is in de
stuurbekrachtiging, gaat het
waarschuwingslampje voor defecte
stuurbekrachtiging branden of knipperen
en klinkt tegelijkertijd de zoemer.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-38.
qWaarschuwingszoemer
elektrische handrem
Onder de volgende omstandigheden wordt
de waarschuwingszoemer geactiveerd:
lEr wordt met de auto gereden terwijl de
elektrische handrem is aangetrokken.
lTijdens het rijden wordt aan de
elektrische handremschakelaar
getrokken.
7-58
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers