air condition MAZDA MODEL CX-5 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2016Pages: 805, PDF Size: 8.7 MB
Page 273 of 805

Achterruitverwarming
De achterruitverwarming ontdoet de
achterruit van wasem.
Het contact moet op ON staan.
Druk op de schakelaar om de
achterruitverwarming in te schakelen. De
achterruitverwarming functioneert
gedurende ongeveer 15 minuten en wordt
dan automatisch uitgeschakeld.
Het indikatielampje brandt wanneer de
achterruitverwarming in werking is.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
achterruitverwarming uit te schakelen
alvorens de 15 minuten zijn verstreken.
Volautomatisch type airconditioning
Indikatielampje
Handbediend type airconditioning
Indikatielampje
OPGELET
Gebruik nooit scherpe voorwerpen of
ruitreinigingsmiddelen die
schuurmiddelen bevatten om de
binnenzijde van de achterruit te
reinigen. Dit om beschadiging van de
verwarmingsdraden in de ruit te
voorkomen.
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
4-109
Page 288 of 805

i-ELOOPí
Bij conventionele voertuigen komt de kinetische energie die gegenereerd wordt wanneer
het voertuig snelheid mindert door het in werking stellen van de remmen of tijdens
afremmen op de motor als hitte vrij. Door deze vrijkomende kinetische energie om te
zetten in elektriciteit en deze te gebruiken voor de aandrijving van de apparatuur en
accessoires van het voertuig zoals de airconditioning en de audio-installatie, kan het
brandstofverbruik teruggebracht worden. Mazda's systeem voor het genereren van
elektriciteit uit deze kinetische energie wordt het Regeneratief Remsysteem (i-ELOOP)
genoemd.
Elektrische componenten
Motorcomponenten
Voertuigsystemen:
Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Accelerator UIT
Accelerator AANEnergieregeneratie
LadenAccu
Accu
Elektrische
stroom
Elektrische
stroom
Elektrische componenten
Motorcomponenten
Voertuigsystemen:
Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Motor
Variabele
spanning dynamo
Variabele
spanning dynamo Motor
Band BandCondensator
CondensatorDC-DC omzetter
DC-DC omzetter
Kinetische energie
Elektrische spanning
4-124
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
i-ELOOP
Page 289 of 805

In de inrichting die gebruikt wordt voor het opslaan van de opgewekte elektriciteit is een
condensator ingebouwd die grote hoeveelheden elektriciteit onmiddellijk kan opslaan en
gebruiken.
Variabele
spanning
dynamo
CondensatorDC-DC omzetter
OPGELET
Op de volgende plaatsen vloeit hoge spanning, dus deze niet aanraken.
lVariabele spanning dynamo
lDC-DC omzetter
lCondensator
OPMERKING
lBij het installeren van apparatuur met hoog stroomverbruik, zoals hoog rendement
luidsprekers, een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
raadplegen.
lEr kan zich een verschil in het brandstofverbruik voordoen afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden, zoals bij gebruik van de airconditioning en de koplampen.
lAls de condensator wordt opgeruimd, altijd een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur raadplegen.
Zie voor details de volgende URL.
http://www.mazda.com/csr/environment/recycling
Tijdens het rijden
i-ELOOP
4-125
Page 293 of 805

Indikatie op display Bedrijfstoestand
Met i-ELOOP systeem
Zonder i-ELOOP systeem
Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie om
aan te geven of deze al dan niet voor gebruik beschikbaar is.
Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie vanaf
het voertuig (motor, accu en airconditioning) met gebruik
van gekleurde pictogrammen. De blauwe kleur geeft aan dat
de i-stop functie bedrijfsklaar is en de grijze kleur geeft aan
dat deze niet bedrijfsklaar is.
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
4-129
Page 430 of 805

Bedieningstips
lGebruik het klimaatregelsysteem
wanneer de motor draait.
lOm te voorkomen dat de accu uitgeput
raakt, de aanjagerregelknop niet
gedurende langere tijd ingeschakeld
laten wanneer het contact op ON staat
en de motor niet draait.
lDe hoeveelheid luchtstroming kan
enigszins afnemen wanneer de i-stop
functie in werking is.
lVerwijder alle obstakels zoals bladeren,
sneeuw en ijs van de motorkap en van
de luchtinlaat in het
ventilatiekastrooster zodat het systeem
efficiënt kan blijven werken.
lGebruik het klimaatregelsysteem om
de ruiten te ontwasemen en de ruiten te
ontvochtigen.
lDe recirculatiestand moet worden
gebruikt bij het rijden door tunnels of
het rijden in een file, of wanneer u de
aanvoer van buitenlucht wilt afsluiten
voor snel koelen van het interieur.
lGebruik de stand voor aanvoer van
buitenlucht voor ventilatie of ontdooien
van de voorruit.
lAls de wagen tijdens warm weer in
direct zonlicht geparkeerd heeft
gestaan, de ramen openen om de
warme lucht te laten ontsnappen en dan
pas de airconditioning inschakelen.
lLaat de airconditioning tenminste
eenmaal per maand ongeveer 10
minuten draaien om een tekort aan
smering van de interne onderdelen te
voorkomen.
lLaat de airconditioning nakijken
alvorens het weer warm wordt. Een
tekort aan koelmiddel kan tot gevolg
hebben dat de airconditioning minder
efficiënt werkt.
De koelmiddelspecificaties worden
aangegeven op een label dat bevestigd
is binnen in de motorruimte. Controleer
het label alvorens koelmiddel bij te
vullen. Als het verkeerde type
koelmiddel wordt gebruikt, kan dit een
ernstig defect aan de airconditioning
veroorzaken.
Raadpleeg voor bijzonderheden een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
Label
5-2
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Page 431 of 805

Bediening van de
luchtroosters
qAfstelling van de luchtroosters
Richten van de luchtstroom
Voor het afstellen van de richting van de
luchtstroom, de afstelknop verplaatsen.
OPMERKING
lWanneer de airconditioning gebruikt
wordt bij vochtig warm weer, bestaat
de kans dat het systeem mist uit de
luchtstroomroosters blaast. Dit is
geen teken van defect, maar het
gevolg van vochtige lucht die
plotseling wordt afgekoeld.
lDe luchtstroomroosters kunnen
volledig worden geopend en gesloten
door de bediening van de regelknop.
Zijluchtroosters
Openen Knop
Regelknop
Sluiten
Middelste luchtroosters
KnopRegelknop
Sluiten Openen
Bepaalde modellen.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-3
Page 433 of 805

Handbediend type
TemperatuurregelknopAanjagerregelknop
Functiekeuzeregelknop
A/C schakelaarLuchtinlaatkeuzeschakelaar
Achterruitverwarmingsschakelaar
qRegelschakelaars
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur. Draai
deze rechtsom voor verhoging van
temperatuur en linksom voor verlaging
van temperatuur.
Aanjagerregelknop
Door middel van deze regelknop kunnen
vier verschillende aanjagersnelheden
gekozen worden.
De aanjager heeft zeven snelheden.
Functiekeuzeregelknop
Draai de functiekeuzeregelknop voor het
kiezen van de luchtstroomfunctie (pagina
5-4).
OPMERKING
lDe functiekeuzeregelknop kan
ingesteld worden op de
tussenstanden (
) tussen elke
modus. Stel de regelknop in op een
tussenstand als u de luchtstroom
tussen de twee standen wilt verdelen.
lWanneer bijvoorbeeld de
functiekeuzeregelknop in de
stand tussen de standenen
staat, is de luchtstroom vanaf de
vloer minder dan die van de
positie.
A/C schakelaar
Druk de A/C schakelaar in om de
airconditioning in te schakelen. Het
indikatielampje op de schakelaar gaat
branden, zodra de aanjagerregelknop op
een willekeurige stand behalve OFF
ingesteld wordt.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-5
Page 434 of 805

Druk voor het uitschakelen van de
airconditioning de schakelaar nogmaals
in.
OPMERKING
Wanneer de buitentemperatuur in de
nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet gebruiken.
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
Deze keuzeschakelaar regelt de aanvoer
van de lucht welke het interieur
binnenkomt.
De standen voor aanvoer van buitenlucht
of recirculerende lucht kunnen worden
gekozen. Druk op de schakelaar voor het
kiezen van de stand voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht.
Stand voor gerecirculeerde lucht
(indikatielampje is aan)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
Gebruik deze stand bij het rijden door
tunnels, bij het rijden in druk verkeer
(plaatsen met hoge concentraties van
uitlaatgassen) of wanneer snelle koeling
gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(indikatielampje is uit)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand voor
ventilatie of ontdooien van de voorruit.
WAARSCHUWING
Bij koud of regenachtig weer de
stand niet gebruiken:
Gebruik van de
stand bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de
ruiten veroorzaakt. Uw uitzicht wordt
dan belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
qVerwarming
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht
(indikatielampje is uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor verwarmde lucht.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.
5-6
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Page 435 of 805

OPMERKING
lWanneer de voorruit beslaat, de
functiekeuzeregelknop in de stand
zetten.
lIndien koelere lucht op
gezichtsniveau gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in de stand
zetten en de
temperatuurregelknop afstellen zodat
een optimaal comfort gehandhaafd
blijft.
lDe lucht die naar de vloer stroomt is
warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
qKoeling (Met airconditioning)
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor koude lucht.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Schakel de airconditioning is door het
indrukken van de A/C schakelaar.
5. Stel nadat het koelen is begonnen de
aanjagerregelknop en
temperatuurregelknop naar wens af
voor het handhaven van de meest
comfortabele temperatuur.
OPGELET
Als de airconditioning wordt gebruikt
tijdens het oprijden van lange hellingen
of in druk verkeer, het
waarschuwingslampje voor
motorkoelvloeistoftemperatuur in het
oog houden om te zien of dit oplicht of
knippert (pagina 4-38).
De airconditioning kan dan
oververhitting van de motor
veroorzaken. Schakel de
airconditioning uit, indien het
waarschuwingslampje oplicht of
knippert (pagina 7-29).
OPMERKING
lZet wanneer maximale koeling
gewenst is de temperatuurregelknop
in de laagste stand, zet de
luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor gerecirculeerde lucht en
draai vervolgens de
aanjagerregelknop volledig
rechtsom.
lIndien warmere lucht op vloerniveau
gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in de
stand zetten en de
temperatuurregelknop afstellen zodat
een optimaal comfort gehandhaafd
blijft.
lDe lucht die naar de vloer stroomt is
warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-7
Page 436 of 805

qVentilatie
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht
(indikatielampje is uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
qOntdooien en ontwasemen van de
voorruit
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.
WAARSCHUWING
De voorruit niet ontwasemen met
behulp van destand met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht:
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien
dit het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben. Zet bij
gebruik van stand
de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht.
OPMERKING
lSchakel voor maximale
ontwaseming de airconditioning in,
zet de temperatuurregelknop in de
hoogste stand en draai de
aanjagerregelknop volledig
rechtsom.
lIndien warme lucht bij de
voetenruimte gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in stand
zetten.
lIn standwordt de stand voor
aanvoer van buitenlucht automatisch
gekozen. De
luchtinlaatkeuzeschakelaar kan niet
veranderd worden naar de stand voor
gerecirculeerde lucht.
5-8
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem