air condition MAZDA MODEL CX-5 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2016Pages: 805, PDF Size: 8.7 MB
Page 611 of 805

*2 De aandrijfriemen van de airconditioning, indien voorzien, eveneens inspecteren.
Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, de aandrijfriemen elke
10.000 km of korter inspecteren.
a) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*3 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke
10.000 km of korter de motorolie te verversen en het oliefilter te vernieuwen.
a) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*4 Bij SKYACTIV-D 2.2, na het verversen van de motorolie de motoroliegegevens terugstellen.
*5 Indien de auto gebruikt wordt in gebieden met veel zand of stof, dient het luchtfilter vaker gereinigd en indien
nodig vernieuwd te worden dan bij de normaal aanbevolen intervallen.
*6 Bij het vervangen van de motorkoelvloeistof wordt het gebruik van FL-22 aanbevolen. Gebruik van andere
motorkoelvloeistof dan FL-22 kan ernstige schade aan de motor en het koelsysteem toebrengen.
*7 Inspecteer het elektrolietniveau van de accu, het soortelijk gewicht en het uiterlijk van de accu. Bij de
onderhoudsvrije accu is alleen een inspectie van het uiterlijk vereist.
*8 Indien u een intensief gebruik van de remmen maakt (bijvoorbeeld, regelmatig met hoge snelheid of in
berggebieden rijdt), of wanneer de auto in zeer vochtige klimaten gebruikt wordt, de remvloeistof jaarlijks
verversen.
*9 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke
45.000 km de achterdifferentieelolie te verversen.
a) Bij het trekken van een aanhanger of het gebruik van een dakbagagedrager
b) Gebruik in gebieden met veel zand of stof of onder natte omstandigheden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Veelvuldig rijden van korte afstanden van minder dan 16 km
*10 Als dit onderdeel ondergedompeld is geweest in water, dient de olie ververst te worden.
*11 Het initialiseren van het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) moet zodanig worden uitgevoerd dat het
systeem normaal functioneert (indien voorzien).
*12 Controleer de uiterste gebruiksdatum van de bandreparatievloeistof elk jaar tijdens het uitvoeren van
periodiek onderhoud. Vervang de fles met bandreparatievloeistof door een nieuwe voor het verstrijken van de
uiterste gebruiksdatum.
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
6-11
Page 613 of 805

OnderhoudsfrequentieAantal maanden of kilometers,naargelang de situatie welke zich het eerst
voordoet
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144
×1000 km 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150 165 180
Toestand van carrosserie
(op roest, corrosie en perforatie)Jaarlijks inspecteren.
Cabineluchtfilter (indien voorzien)RRRRRR
Banden (inclusief reservewiel)
(met afstelling van de bandenspanning)
*11*12IIIIIIIIIIII
Lekke band noodreparatieset
(indien voorzien)
*13Jaarlijks inspecteren.
Tabelsymbolen:
I:Inspecteren: Inspecteren en reinigen, repareren, afstellen, bijvullen of indien nodig vernieuwen.
R:Vernieuwen
C:Reinigen
T:Vastdraaien
L:Smeren
Opmerkingen:
*1 De aandrijfriemen van de airconditioning, indien voorzien, eveneens inspecteren.
Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, de aandrijfriemen elke 7500
km of 6 maanden inspecteren.
a) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*2 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke
7500 km of 6 maanden de motorolie te verversen en het oliefilter te vernieuwen.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
e) Rijden bij extreme hitte
f) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*3 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, de motorolie elke 2500 km of
3 maanden verversen.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
e) Rijden bij extreme hitte
f) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
6-13
Page 616 of 805

Tabelsymbolen:
I:Inspecteren: Inspecteren en reinigen, repareren, afstellen, bijvullen of indien nodig vernieuwen.
R:Vernieuwen
C:Reinigen
T:Vastdraaien
L:Smeren
Opmerkingen:
*1 De aandrijfriemen van de airconditioning, indien voorzien, eveneens inspecteren.
Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, de aandrijfriemen elke
10.000 km of 12 maanden inspecteren.
a) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*2 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke
5.000 km of 6 maanden de motorolie te verversen en het oliefilter te vernieuwen.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
e) Rijden bij extreme hitte
f) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*3 Bij SKYACTIV-D 2.2, na het verversen van de motorolie de motoroliegegevens terugstellen.
*4 Voer de correctie voor de hoeveelheid brandstofinspuiting uit.
*5 Indien de auto gebruikt wordt in gebieden met veel zand of stof, het luchtfilter elke 5.000 km of 6 maanden
reinigen.
*6 Bij het vervangen van de motorkoelvloeistof wordt het gebruik van FL-22 aanbevolen. Gebruik van andere
motorkoelvloeistof dan FL-22 kan ernstige schade aan de motor en het koelsysteem toebrengen.
*7 Inspecteer het elektrolietniveau van de accu, het soortelijk gewicht en het uiterlijk van de accu. Bij de
onderhoudsvrije accu is alleen een inspectie van het uiterlijk vereist.
*8 Indien u een intensief gebruik van de remmen maakt (bijvoorbeeld, regelmatig met hoge snelheid of in
berggebieden rijdt), of wanneer de auto in zeer vochtige klimaten gebruikt wordt, de remvloeistof jaarlijks
verversen.
*9 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke
40.000 km de achterdifferentieelolie te verversen.
a) Bij het trekken van een aanhanger of het gebruik van een dakbagagedrager
b) Gebruik in gebieden met veel zand of stof of onder natte omstandigheden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Veelvuldig rijden van korte afstanden van minder dan 16 km
*10 Als dit onderdeel ondergedompeld is geweest in water, dient de olie ververst te worden.
*11 Om de 10.000 km wordt onderling verwisselen van de banden aanbevolen.
*12 Het initialiseren van het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) moet zodanig worden uitgevoerd dat het
systeem normaal functioneert (indien voorzien).
*13 Controleer de uiterste gebruiksdatum van de bandreparatievloeistof elk jaar tijdens het uitvoeren van
periodiek onderhoud. Vervang de fles met bandreparatievloeistof door een nieuwe voor het verstrijken van de
uiterste gebruiksdatum.
6-16
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
Page 619 of 805

Tabelsymbolen:
I:Inspecteren: Inspecteren en reinigen, repareren, afstellen, bijvullen of indien nodig vernieuwen.
R:Vernieuwen
C:Reinigen
T:Vastdraaien
Opmerkingen:
*1 Indien de auto voornamelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen de
motorolie vaker te verversen en het oliefilter vaker te vernieuwen dan de normaal aanbevolen intervallen.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
e) Rijden bij extreme hitte
f) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*2 Inspecteer in onderstaande landen de bougies elke 10.000 km of 1 jaar alvorens deze bij de genoemde interval
te vernieuwen.
Armenië, Angola, Bolivia, Burundi, Britse Maagdeneilanden, Cambodja, Chili, Costa Rica, Curaçao, El
Salvador, Ghana, Georgië, Guatemala, Haïti, Honduras, Hongkong, Iran, Jordanië, Macau, Mozambique,
Myanmar, Nigeria, Nicaragua, Papua Nieuw Guinea, Peru, Seychellen, Syrië, Tanzania, Vietnam, Zaïre
*3 Bij SKYACTIV-D 2.2, na het verversen van de motorolie de motoroliegegevens terugstellen.
*4 Voer de correctie voor de hoeveelheid brandstofinspuiting uit.
*5 De aandrijfriemen van de airconditioning, indien voorzien, eveneens inspecteren.
Indien de auto voornamelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, de aandrijfriemen vaker
inspecteren dan de normaal aanbevolen intervallen.
a) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*6 Bij het vervangen van de motorkoelvloeistof wordt het gebruik van FL-22 aanbevolen. Gebruik van andere
motorkoelvloeistof dan FL-22 kan ernstige schade aan de motor en het koelsysteem toebrengen.
*7 Indien de auto gebruikt wordt in gebieden met veel zand of stof, dient het luchtfilter vaker gereinigd en indien
nodig vernieuwd te worden dan bij de normaal aanbevolen intervallen.
*8 Inspecteer het elektrolietniveau van de accu, het soortelijk gewicht en het uiterlijk van de accu. Indien de auto
in buitengewoon hete en koude gebieden gebruikt wordt, het elektrolietniveau van de accu, het soortelijk
gewicht en het uiterlijk van de accu elke 10.000 km of 6 maanden inspecteren. Bij de onderhoudsvrije accu is
alleen een inspectie van het uiterlijk vereist.
*9 Indien u een intensief gebruik van de remmen maakt (bijvoorbeeld, regelmatig met hoge snelheid of in
berggebieden rijdt), of wanneer de auto in zeer vochtige klimaten gebruikt wordt, de remvloeistof jaarlijks
verversen.
*10 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke
45.000 km de achterdifferentieelolie te verversen.
a) Bij het trekken van een aanhanger of het gebruik van een dakbagagedrager
b) Gebruik in gebieden met veel zand of stof of onder natte omstandigheden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Veelvuldig rijden van korte afstanden van minder dan 16 km
*11 Als dit onderdeel ondergedompeld is geweest in water, dient de olie ververst te worden.
*12 Het initialiseren van het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) moet zodanig worden uitgevoerd dat het
systeem normaal functioneert (indien voorzien).
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
6-19
Page 673 of 805

BESCHRIJVINGZEKERINGCA-
PACITEITBEVEILIGD ONDERDEEL
17
50 A Voor beveiliging van diverse circuits
18 WIPER 20 A Voorruitenwisser en ruitensproeier
19 HEATER 40 A Airconditioning
20 DCDC REG 30 A Voor beveiliging van diverse circuits
í
21 ENGINE.IG1 7,5 A Motorbesturingssysteem
22 C/U IG1 15 A Voor beveiliging van diverse circuits
23H/L LOW L
HID L15 A Koplamp (dimlicht) (Links)
24 H/L LOW R 15 A Koplamp (dimlicht) (Rechts)
25 ENGINE3 15 A Motorbesturingssysteem
26 ENGINE2 15 A Motorbesturingssysteem
27 ENGINE1 15 A Motorbesturingssysteem
28 AT 15 A Transmissiebesturingssysteem
29 H/CLEAN 20 A Koplampsproeier
í
30 A/C 7,5 A Airconditioning
31 AT PUMP 15 A Transmissiebesturingssysteemí
32 STOP 10 A Remlichten, mistlamp achterí
33 R.WIPER 15 A Achterruitenwisser
34 H/L HI 20 A Koplampen (grootlicht)
35HID R
ST.HEATER15 A―
36 FOG 15 A Mistlampen voor
í
377,5 A Motorbesturingssysteem
38 AUDIO2 7,5 A Audio-installatie
39 GLOW SIG 5 A Motorbesturingssysteem
í
40 METER2 7,5 A Instrumentengroep
41 METER1 10 A Instrumentengroep
42 SRS1 7,5 A Airbag
43 BOSE 25 A Model uitgerust met Bose
®geluidsinstallatieí
44 AUDIO1 15 A Audio-installatie
45 ABS/DSC S 30 A ABS, regelsysteem voor dynamische stabiliteit
46 FUEL PUMP 15 A Brandstofsysteem
í
47 FUEL WARM 25 A Brandstofverwarmerí
48 TAIL 15 ALampen van achterlichten, positielampen,
kentekenplaatverlichting
49FUEL PUMP2
SCR225 A―
50 HAZARD 25 A Waarschuwingsknipperlichten, richtingaanwijzers
51 DRL 15 A Dagverlichting
í
52 R.OUTLET2 15 A Stekkerbussen voor accessoires
53 HORN 15 A Claxon
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-73íBepaalde modellen.
Page 717 of 805

Oververhitting
Indien het waarschuwingslampje voor
hoge motorkoelvloeistoftemperatuur gaat
branden, de auto vermogen verliest of u
een luid tikkend of pingelend geluid
hoort, is de motor waarschijnlijk
oververhit.
WAARSCHUWING
Zet het contact uit en let er op dat
de ventilator niet draait alvorens te
proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet en
de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien. U zou
door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur heet
zijn:
Wanneer de motor en de radiateur
heet zijn, kan kokend hete
koelvloeistof en stoom onder druk
naar buiten spuiten en ernstig letsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING
De motorkap UITSLUITEND openen
nadat er geen stoom meer uit de
motorruimte komt:
Stoom van een oververhitte motor is
gevaarlijk. De ontsnappende stoom
kan ernstige brandwonden
veroorzaken.
Als het waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur gaat
branden:
1. Rijd naar de kant van de weg en breng
de auto op een veilige plaats tot
stilstand.
2. Schakel bij een automatische
transmissie in stand P (parkeren) of
schakel bij een handgeschakelde
versnellingsbak in de neutraalstand.
3. Trek de handrem aan.
4. Schakel de airconditioning uit.
5. Controleer of er koelvloeistof of stoom
uit de motorruimte ontsnapt.
Als er stoom uit de motorruimte
komt:
Niet te dicht in de buurt van de
voorzijde van de auto komen. Zet de
motor stop.
Wacht totdat er geen stoom meer naar
buiten komt, open vervolgens de
motorkap en start de motor.
Indien er geen kokende koelvloeistof
of stoom naar buiten komt:
De motorkap openen en de motor
stationair laten draaien om deze
geleidelijk te laten afkoelen.
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
7-29