display MAZDA MODEL CX-5 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2016Pages: 805, PDF Size: 8.7 MB
Page 215 of 805

Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
druk van de motorolie laag is.
Bij SKYACTIV-D 2.2 gaat ook het
motoroliewaarschuwingslampje branden
als de motorolie ernstig vervuild is.
OPGELET
De motor niet laten draaien wanneer de
oliedruk laag is. Anders kan dit
uitgebreide motorschade tot gevolg
hebben.
Indien het lampje tijdens het rijden gaat
branden:
1. Rijd naar de kant van de weg en breng
de auto op een veilige en vlakke plaats
tot stilstand.
2. Zet de motor stop en wacht 5 minuten
om de olie naar het carter te laten
terugvloeien.
3. Inspecteer het motoroliepeil (pagina
6-33). Als het peil laag is, de juiste
hoeveelheid motorolie bijvullen en er
daarbij op letten niet teveel bij te
vullen.
OPGELET
De motor niet laten draaien als het
oliepeil laag is. Anders kan dit
uitgebreide motorschade tot gevolg
hebben.
4. Start de motor en controleer het
waarschuwingslampje.Indien het lampje blijft branden ook als
het oliepeil normaal is of nadat u olie
heeft bijgevuld, de motor onmiddellijk
stopzetten en uw auto naar een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur laten slepen.
qMotorwaarschuwingslampje
Dit indikatielampje gaat branden wanneer
het contact op ON wordt gezet en gaat uit
wanneer de motor gestart wordt.
Als dit indikatielampje tijdens het rijden
gaat branden, bestaat de kans dat er een
probleem met de auto is. Noteer de
rijomstandigheden waarbij het lampje
begon te branden en raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
Het motorwaarschuwingslampje kan in de
volgende gevallen gaan branden:
l(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
Wanneer het niveau van de brandstof in
de tank bijzonder laag is of wanneer de
tank nagenoeg leeg is.
lWanneer er een probleem is met de
elektrische installatie van de motor.
lWanneer er een probleem is met het
systeem van de uitlaatgasreiniging.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-51
Page 216 of 805

Als het motorwaarschuwingslampje blijft
branden of continu knippert (SKYACTIV-
G 2.0, SKYACTIV-G 2.5), niet met hoge
snelheden rijden en zo spoedig mogelijk
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
raadplegen.
qWaarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Rood)
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
brandt het lampje kortstondig en gaat dit
vervolgens uit.
Het lampje knippert wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur
buitengewoon hoog is en gaat branden
wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur verder
toeneemt.
Te nemen maatregelen
Lampje knippert
Rijd langzaam om de motorbelasting te
verminderen totdat u een veilige plaats
heeft gevonden om de auto tot stilstand te
brengen en wacht totdat de motor
afgekoeld is.
Lampje brandt
Dit geeft de mogelijkheid van
oververhitting aan. Parkeer de auto
onmiddellijk op een veilige plaats en zet
de motor stop.
Zie Oververhitting (pagina 7-29).
OPGELET
Niet met de auto rijden wanneer het
waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur brandt.
Anders kan dit beschadiging van de
motor veroorzaken.
qi-stop waarschuwingslampje
(Oranje)/i-stop indikatielampje
(Groen)
í
Voor een veilig en comfortabel gebruik
van de auto controleert het i-stop systeem
constant de handelingen van de
bestuurder, de omgeving binnen en buiten
de auto, alsmede de bedrijfstoestand van
de auto en informeert met behulp van het
i-stop waarschuwingslampje (oranje) en
het i-stop indikatielampje (groen) de
bestuurder over diverse
voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
OPMERKING
Bij voertuigen uitgerust met de
middendisplay, wordt de
bedrijfstoestand van het i-stop systeem
getoond in de
brandstofverbruikcontroledisplay.
Zie Bedrijfstoestanddisplay op pagina
4-128.
4-52
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
Page 217 of 805

i-stop waarschuwingslampje (oranje)
Wanneer het lampje brandt
lHet lampje gaat branden wanneer het
contact op ON wordt gezet en gaat uit
wanneer de motor gestart wordt.
lHet lampje gaat branden wanneer de i-
stop OFF schakelaar wordt ingedrukt
en het systeem wordt uitgeschakeld.
lHet lampje gaat branden als de motor
gestopt is en de volgende handelingen
worden uitgevoerd. In dergelijke
gevallen herstart de motor om
veiligheidsredenen niet automatisch.
Start de motor met behulp van de
normale methode.
lDe motorkap geopend wordt.l(Europees model)
De veiligheidsgordel van de
bestuurder is losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
l(Behalve Europees model)
(Handgeschakelde
versnellingsbak)
Wanneer de versnellingshendel in
een andere stand dan neutraal staat,
de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
(Automatische transmissie)
Wanneer de keuzehendel in de stand
D of M (niet in blokkeermodus voor
tweede versnelling) staat, de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
lDe volgende gevallen kunnen duiden
op een storing in het systeem. Laat uw
auto bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur controleren.
lHet lampje gaat niet branden
wanneer het contact op ON wordt
gezet.
lHet lampje blijft branden ook al is
tijdens het draaien van de motor de
i-stop OFF schakelaar ingedrukt.
Wanneer het lampje knippert
Het lampje blijft knipperen als er een
defect in het systeem is. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
i-stop indikatielampje (groen)
Wanneer het lampje brandt
lHet lampje gaat branden wanneer de
motor gestopt is en gaat uit wanneer de
motor herstart.
l(Behalve Europees model)
Het lampje gaat branden wanneer
tijdens het rijden aan de voorwaarden
voor het stoppen van de motor is
voldaan.
Wanneer het lampje knippert
l(Handgeschakelde versnellingsbak)
Het lampje knippert wanneer de motor
gestopt is en de keuzehendel naar een
andere stand dan neutraal wordt
verplaatst om de bestuurder erop te
attenderen dat de motor gestopt is.
Door het intrappen van het
koppelingspedaal herstart de motor
automatisch en het lampje gaat uit.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-53
Page 218 of 805

l(Europees model)
Het lampje knippert wanneer de motor
gestopt is en het bestuurdersportier
wordt geopend om de bestuurder erop
te attenderen dat de motor gestopt is.
Het lampje gaat uit wanneer het
bestuurdersportier gesloten wordt.
l(Behalve Europees model)
(Automatische transmissie)
Het lampje knippert als de auto tot
stilstand wordt gebracht maar het
rempedaal niet met voldoende kracht
wordt ingetrapt. Trap het rempedaal
wat krachtiger in aangezien de
pedaalkracht mogelijk onvoldoende is.
qRijstrookassistentindikatie (Type
A)í
Rijd met het systeem op standby naar het
midden van de rijstrook. Wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden is voldaan,
wordt de rijstrookassistentdisplay
aangegeven in de multi-informatiedisplay
en wordt het systeem bedrijfsklaar.
De display van de rijstrookassistent
(standby status) wordt aangegeven in de
multi-informatiedisplay en het systeem
gaat over op standby.
OPMERKING
Wanneer de instelling voor
besturingsassistentie op niet-
bedrijfsklaar is ingesteld, wordt de
rijstrookassistentdisplay niet
aangegeven.
qRijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) indikatie (Type A)í
Wanneer het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) wordt ingeschakeld, wordt de
LDWS indikatie getoond.
qWaarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) (Type B)
í
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat dit waarschuwingslampje gedurende
enkele seconden branden.
Het indikatielampje gaat knipperen
wanneer het systeem bepaalt dat de auto
van zijn rijstrook afwijkt.
4-54
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
Page 219 of 805

qRijstrookassistent OFF indikatie
(Type A)í
Druk op de rijstrookassistentschakelaar
om de rijstrookassistent uit te schakelen.
De rijstrookassistent OFF indikatie wordt
getoond.
Als de indikatie na bediening van de
rijstrookassistentschakelaar blijft
verschijnen, duidt dit op een probleem in
het systeem. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur controleren.
OPGELET
Gebruik altijd banden van het
voorgeschreven formaat voor alle
wielen en van hetzelfde merk, soort en
profielpatroon. Bovendien geen banden
met duidelijk zichtbaar verschillende
slijtagepatronen op dezelfde auto
gebruiken. Als dergelijke verkeerde
banden worden gebruikt, bestaat de
kans dat de rijstrookassistent niet
normaal functioneert.
qRijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF indikatie/indikatielampjeí
Type A
Druk op de LDWS schakelaar om het
LDWS systeem uit te schakelen. De
LDWS OFF indikatie wordt getoond.
Als de indikatie na bediening van de
LDWS schakelaar blijft verschijnen, duidt
dit op een probleem in het systeem. Laat
uw auto bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
controleren.
Type B
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat dit indikatielampje gedurende enkele
seconden branden.
De volgende gevallen kunnen duiden op
een storing in het systeem. Laat uw auto
bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
controleren.
lHet lampje gaat niet branden wanneer
het contact op ON wordt gezet.
lDit blijft branden ook als de LDWS
schakelaar uitgezet is.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-55íBepaalde modellen.
Page 220 of 805

OPGELET
lGebruik altijd banden van het
voorgeschreven formaat voor alle
wielen en van hetzelfde merk, soort
en profielpatroon. Bovendien geen
banden met duidelijk zichtbaar
verschillende slijtagepatronen op
dezelfde auto gebruiken. Als
dergelijke ongeschikte banden
gebruikt worden, bestaat de kans dat
het LDWS niet normaal functioneert.
lWanneer een noodreservewiel wordt
gebruikt, bestaat de kans dat het
systeem niet normaal functioneert.
q4WD waarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampjeí
Type A
De waarschuwingsindikatie wordt onder
de volgende omstandigheden getoond;
lEr is een afwijking in het 4WD
systeem.
lEr is teveel verschil in de bandradius
tussen de voor- en achterwielen.
lDe temperatuur van de differentieelolie
is abnormaal hoog.
lEr is voortdurend een groot verschil
tussen het aantal omwentelingen van
de voor- en achterwielen, zoals
wanneer u probeert weg te rijden op
een bevroren wegdek of wanneer u de
auto probeert vrij te trekken uit
modder, zand of soortgelijke
omstandigheden.
Wanneer“Storing in 4WD systeem”
wordt aangegeven
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
Wanneer“Overbelasting 4WD
systeem”wordt aangegeven
Parkeer de auto op een veilige plaats. Als
de aanduiding na enkele ogenblikken
verdwijnt kunt u verder rijden. Als de
aanduiding niet verdwijnt, contact
opnemen met een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur.
Type B
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
zal dit waarschuwingslampje gedurende
enkele seconden blijven branden.
Het waarschuwingslampje zal onder de
volgende omstandigheden gaan branden
of knipperen:
lGaat branden wanneer er een afwijking
is in het 4WD systeem.
lGaat branden als er teveel verschil is in
de bandradius tussen de voor- en
achterwielen.
lGaat knipperen wanneer de
temperatuur van de differentieelolie
abnormaal hoog wordt.
4-56
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
Page 221 of 805

lKnippert wanneer er voortdurend een
groot verschil is tussen het aantal
omwentelingen van de voor- en
achterwielen, zoals wanneer u probeert
weg te rijden op een bevroren wegdek
of wanneer u de auto probeert vrij te
trekken uit modder, zand of
soortgelijke omstandigheden.
Wanneer het lampje brandt
Als het 4WD waarschuwingslampje gaat
branden, contact opnemen met een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
Wanneer het lampje knippert
Parkeer de auto op een veilige plaats. Start
de motor na enkele ogenblikken opnieuw,
als het waarschuwingslampje ophoudt met
knipperen kunt u verder rijden. Als het
lampje niet ophoudt met knipperen,
contact opnemen met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
qWaarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampje voor
automatische transmissie
í
Type B
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
zal dit waarschuwingslampje gedurende
enkele seconden blijven branden.
Type A/Type B
Het lampje/indikatie gaat branden
wanneer er een probleem is met de
transmissie.
OPGELET
Als het waarschuwingslampje/
waarschuwingsindikatie voor de
automatische transmissie gaat branden,
is er een elektrisch probleem in de
transmissie. Wanneer u in deze toestand
met uw Mazda blijft doorrijden, kan dit
beschadiging van uw transmissie tot
gevolg hebben. Raadpleeg zo spoedig
mogelijk een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur.
qIndikatie/indikatielampje voor
defecte stuurbekrachtiging
Type B
Dit indikatielampje gaat branden wanneer
het contact op ON wordt gezet en gaat uit
wanneer de motor gestart wordt.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-57íBepaalde modellen.
Page 222 of 805

Type A/Type B
Het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie voor defecte
stuurbekrachtiging gaat branden of
knipperen als er een defect is in de
stuurbekrachtiging terwijl de motor draait.
Als het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie brandt of
knippert, de auto onmiddellijk op een
veilige plaats parkeren en de motor
stopzetten.
Als het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie ook als de motor
daarna opnieuw gestart wordt niet uitgaat,
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
raadplegen.
OPMERKING
lAls het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie brandt of
knippert, zal de stuurbekrachtiging
niet normaal functioneren. In dat
geval kan het stuurwiel alsnog
gedraaid worden, echter het sturen
gaat dan zwaarder dan normaal en
het is mogelijk dat het stuurwiel
tijdens het draaien trilt.
lAls tijdens stilstand of uiterst
langzaam rijden het stuurwiel bij
herhaling naar links en naar rechts
gedraaid wordt, is het mogelijk dat
de defectbeveiliging van het
stuurbekrachtigingssysteem in
werking treedt waardoor het sturen
zwaarder wordt. Dit duidt echter niet
op een probleem. Parkeer in dit geval
de auto op een veilige plaats en
wacht enkele minuten totdat het
systeem weer normaal werkt.
qWaarschuwingslampje voor
systeem van airbag/voorspanners
van voorste veiligheidsgordels
Indien het systeem van airbag/
voorspanners van de voorste
veiligheidsgordels in orde is, gaat het
waarschuwingslampje branden wanneer
het contact op ON gezet wordt of nadat de
motor is gestart. Het
waarschuwingslampje wordt na een
bepaalde periode van tijd uitgeschakeld.
Een defect in het systeem wordt
aangeduid als het waarschuwingslampje
constant knippert, constant brandt of
helemaal niet brandt wanneer het contact
op ON gezet wordt. Bij elk van deze
gevallen dient u zo spoedig mogelijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur te raadplegen.
Het systeem zal dan wellicht in het geval
van een aanrijding niet in werking treden.
4-58
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Page 223 of 805

WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/
voorspannersystemen en laat altijd
alle onderhoud en reparatie door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of
sleutelen aan de systemen is
gevaarlijk. De kans bestaat dat een
airbag/voorspanner onvoorzien
geactiveerd of buiten werking gesteld
wordt.
qWaarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
brandstoftank spoedig leeg zal zijn.
Zo spoedig mogelijk bijtanken.
qVeiligheidsgordelwaarschuwingslampje
Bestuurdersstoel
Voorpassagierszitting
Airconditioning
Volautomatisch
type
Handbediend
type
Hetveiligheidsgordelwaarschuwingslampje
gaat branden als de bestuurdersstoel of
voorpassagierszitting bezet is en de
veiligheidsgordel niet vastgemaakt is
terwijl het contact op ON staat.
Veiligheidsgordelwaarschuwing
Voorzitting
Als er met de auto wordt gereden terwijl
de veiligheidsgordel van de bestuurder of
voorpassagier niet is vastgemaakt, gaat
het
veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
branden en klinkt er een
waarschuwingszoemer.
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier niet
aangegespt is (alleen wanneer de
voorpassagierszitting bezet is) en de
snelheid van de auto hoger is dan
ongeveer 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje knipperen en wordt
er een zoemtoon gegeven. Na een korte
tijd stopt het waarschuwingslampje met
knipperen. Dit blijft echter branden en de
zoemtoon stopt. Als een veiligheidsgordel
niet aangegespt blijft, gaat het
waarschuwingslampje knipperen en wordt
de zoemtoon weer voor een bepaalde tijd
geactiveerd.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-59
Page 224 of 805

De zoemtoon stopt niet totdat de
veiligheidsgordel wordt aangegespt of een
bepaalde tijd is verstreken, ook niet als de
rijsnelheid afneemt tot minder dan 20
km/h.
OPMERKING
lAls de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier niet
aangegespt wordt nadat de zoemtoon
gestopt is (waarschuwingslampje
blijft branden) en de rijsnelheid
hoger is dan 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje knipperen en
wordt de zoemtoon opnieuw
geactiveerd.
lDoor het plaatsen van zware
voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van
het gewicht van het voorwerp.
lGeen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat dat
de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
lWanneer een klein kind op de
voorpassagierszitting zit, is het
mogelijk dat het
waarschuwingslampje niet werkt.
Achterzittingí
Als de veiligheidsgordels van de
achterzitting niet zijn vastgemaakt en het
contact op ON staat, worden de
bestuurder en de passagier op de hoogte
gesteld door de waarschuwingslampjes.
Airconditioning
Volautomatisch
type
Handbediend
type
De waarschuwingslampjes branden in
twee kleuren. Wanneer de
veiligheidsgordel niet is vastgemaakt, is
de verlichting van het
waarschuwingslampje rood. Wanneer de
veiligheidsgordel is vastgemaakt, is de
verlichting groen. De
waarschuwingslampjes werken ook als er
zich geen passagier op de achterzitting
bevindt. De waarschuwingszoemer klinkt
enkel als een veiligheidsgordel wordt
losgemaakt nadat deze is vastgemaakt.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordels van de
achterzitting niet vastgemaakt worden
binnen een bepaalde tijd nadat de motor
is gestart, gaan alle
waarschuwingslampjes uit.
4-60
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display