MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2017, Model line: MODEL MX-5 RF, Model: MAZDA MODEL MX-5 RF 2017Pages: 663, PDF Size: 7.69 MB
Page 21 of 663

2–1*Bepaalde modellen.2–1
2Belangrijke veiligheidsuitrusting
Belangrijke informatie over de veiligheidsuitrusting, zoals zittingen,
veiligheidsgordelsysteem, kinderzitjes en SRS airbags.
Zittingen .............................................................................................. 2-2
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de zittingen ...................... 2-2
Zitting ............................................................................................ 2-5
Hoofdsteunen ................................................................................ 2-7
Veiligheidsgordelsysteem ................................................................... 2-9
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de veiligheidsgordels ...... 2-9
Veiligheidsgordels ....................................................................... 2-14
Veiligheidsgordelwaarschuwingssystemen ................................. 2-15
Voorspanners van veiligheidsgordels en begrenzingsystemen ... 2-16
Kinderzitje ........................................................................................ 2-19
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een kinderzitje ............... 2-19
Installatie van kinderzitjes .......................................................... 2-25
Tabel voor geschiktheid van kinderzitjes voor diverse
zitposities .................................................................................... 2-31
Installeren van kinderzitjes ......................................................... 2-34
SRS airbags....................................................................................... 2-39
Voorzorgsmaatregelen betreffende het aanvullende
beveiligingssysteem (SRS) ......................................................... 2-39
Onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem ................. 2-46
Werking van de SRS airbags ....................................................... 2-48
Criteria voor SRS airbag activering ............................................ 2-51
Beperkingen van de SRS airbag ................................................. 2-52
Inzittende passagier detectiesysteem
* ......................................... 2-54
Constante controle ...................................................................... 2-59
Actieve motorkap ............................................................................. 2-60
Voorzorgsmaatregelen actieve motorkap
* ................................... 2-60
Werking van de actieve motorkap ............................................... 2-63
Page 22 of 663

2–2
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de zittingen
WAARSCHUWING
Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van een zitting op hun plaats vergrendeld
zijn:
Niet goed vergrendelde afstelbare zittingen en rugleuningen zijn gevaarlijk. Bij
plotseling stoppen of een botsing kan de zitting of de rugleuning in beweging komen,
hetgeen letsel kan veroorzaken. Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van de
zittingen goed op hun plaats vergrendeld zijn door te proberen de zitting naar voren en
naar achteren te schuiven en de rugleuningen heen en weer te duwen.
Laat kinderen nooit een zitting afstellen:
Toestaan dat kinderen een zitting afstellen is gevaarlijk, aangezien dit ernstig letsel kan
veroorzaken wanneer de handen of voeten van het kind tussen de zitting beklemd raken.
Niet rijden met ontgrendelde rugleuning:
Alle rugleuningen spelen een belangrijke rol bij uw bescherming in een auto. Het niet
vergrendelen van de rugleuning is gevaarlijk, aangezien tijdens plotseling afremmen of
een botsing passagiers van hun plaats geslingerd kunnen worden en inzittenden door
bagage geraakt kunnen worden, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken. Duw telkens na
het afstellen van de rugleuning, ook als er geen overige passagiers zijn, de rugleuning
even heen en weer om te controleren of deze goed op zijn plaats vergrendeld is.
De bestuurdersstoel uitsluitend afstellen wanneer de auto tot stilstand gebracht is:
Afstellen van de bestuurdersstoel tijdens het rijden is gevaarlijk. De kans bestaat dat de
bestuurder de macht over het stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.
De zittingen niet wijzigen of vervangen:
Het aanbrengen van wijzigingen of het vernieuwen van de zittingen zoals het
vernieuwen van de bekleding of het losdraaien van bouten is gevaarlijk. De zittingen
bevatten airbagonderdelen die van essentieel belang zijn voor het aanvullend
beveiligingssysteem. Het aanvullend beveiligingssysteem kan door dergelijke
wijzigingen beschadigd worden, hetgeen tot ernstig letsel kan leiden. Raadpleeg een
of ¿ ciële Mazda reparateur als uitbouwen of opnieuw inbouwen van de zittingen om een
of andere reden noodzakelijk is.
Page 23 of 663

2–3
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
WAARSCHUWING
Rijd niet met beschadigde zittingen:
Rijden met beschadigde zittingen, zoals zitkussens die gescheurd of tot op het urethaan
beschadigd zijn, is gevaarlijk. De zittingen die belangrijke airbagonderdelen bevatten
kunnen door een botsing beschadigd worden, ook als het een botsing is die voor het
activeren van de airbags niet krachtig genoeg is. Bij een eventuele volgende botsing zal
een airbag mogelijk niet geactiveerd worden, hetgeen tot letsel kan leiden. Laat na een
botsing de zittingen, de voorspanners van de veiligheidsgordels en de airbags altijd door
een of ¿ ciële Mazda reparateur inspecteren.
Niet rijden met de rugleuningen in achterover geplaatste positie:
Tijdens het rijden in achterover geleunde positie zitten is gevaarlijk, aangezien de
veiligheidsgordels dan niet de optimale bescherming bieden. Tijdens een aanrijding of
bij plotseling afremmen, zou u onder de heupgordel kunnen glijden en ernstig inwendig
letsel kunnen oplopen. Voor een maximale bescherming, steeds goed achter op de
zitting plaatsnemen en rechtop zitten.
Plaats geen voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug:
Het plaatsen van een voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug is
gevaarlijk omdat u geen veilige rijhouding kunt aanhouden en de veiligheidsgordel
bij een botsing niet de volledige bescherming kan bieden, wat een ernstig ongeval met
mogelijk dodelijk letsel kan veroorzaken.
Plaats geen voorwerpen onder de zitting:
Het voorwerp kan beklemd raken en tot gevolg hebben dat de zitting niet goed
vergrendeld wordt waardoor een ongeluk veroorzaakt kan worden.
Nooit lading hoger dan de rugleuningen opstapelen:
Bagage of overige lading die hoger wordt opgestapeld dan de rugleuningen is
gevaarlijk. In het geval van een botsing of plotseling afremmen kunnen deze
voorwerpen naar voren geslingerd worden waardoor passagiers geraakt kunnen worden
en letsel kunnen oplopen.
Zorg er voor dat bagage en lading alvorens te gaan rijden goed wordt vastgemaakt:
Lading die tijdens het rijden niet is vastgemaakt is gevaarlijk aangezien deze bij
plotseling afremmen of een botsing kan gaan schuiven of in elkaar gedrukt kan worden
en letsel kan veroorzaken.
Page 24 of 663

2–4
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
WAARSCHUWING
Laat uw auto altijd vergrendeld achter en bewaar de autosleutels op een veilige plaats
buiten het bereik van kinderen:
Het onvergrendeld achterlaten van uw auto of de sleutels binnen het bereik van
kinderen houden is gevaarlijk. Kinderen die via een open kofferdeksel in de
kofferruimte kruipen kunnen per ongeluk in de kofferruimte opgesloten raken. Dit kan
dood of hersenbeschadiging als gevolg van uitputting door hitte, vooral in de zomer, tot
gevolg hebben. De portieren en het kofferdeksel altijd vergrendelen.
OPGELET
Wees voorzichtig tijdens het bedienen van een zitting uw handen of vingers niet in
de buurt van de bewegende delen van de zitting of op de zijbekleding te plaatsen om
letsel te voorkomen.
Let erop bij het verschuiven van de zittingen dat er zich geen lading in het gedeelte
eromheen bevindt. Als de lading beklemd raakt, kan deze beschadigd worden.
Let er op bij het naar voren en naar achteren schuiven van de zittingen of het
terugzetten van een achterover verstelde rugleuning in de rechtop stand, de rugleuning
tijdens de bediening met uw hand vast te houden. Als de rugleuning niet ondersteund
wordt, kan de zitting plotseling verschuiven en letsel veroorzaken.
Page 25 of 663

2–5
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Zitting
Gebruik van de zittingen
Lengteverstelling
Om een zitting naar voren of naar achteren te verplaatsen, de hendel omhoog trekken, de
zitting in de gewenste stand schuiven en de hendel loslaten.
Controleer of de hendel in de uitgangspositie is teruggekeerd en of de zitting op zijn plaats
vergrendeld is door te proberen deze even naar voren en naar achteren te duwen.
Afstellen van de hoogte van het voorste uiteinde van het zitkussen (Bestuurdersstoel)
Draai voor het afstellen van de hoogte van het voorste uiteinde van het zitkussen de
regelknop in de gewenste stand.
Rugleuningverstelling
Om de hoek van de rugleuning te kunnen verstellen, een weinig voorover leunen en de
hendel omhoog trekken. Leun vervolgens achterover totdat de gewenste hoek bereikt is en
laat de hendel los.
Controleer of de hendel in de uitgangspositie is teruggekeerd en of de rugleuning op zijn
plaats vergrendeld is door te proberen deze even naar voren en naar achteren te duwen.
Page 26 of 663

2–6
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Stoelverwarming *
De zittingen worden elektrisch verwarmd.
Het contact moet op ON staan.
Druk voor gebruik van de stoelverwarming
de stoelverwarmingschakelaar in
terwijl het contact op ON staat. De
indicatielampjes gaan branden om aan te
geven dat de stoelverwarming in werking
is. De modus verandert als volgt telkens
wanneer de stoelverwarmingschakelaar
wordt ingedrukt.
Laag MiddenHoogUIT
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij gebruik van de
stoelverwarming:
De warmte van de stoelverwarming
kan voor bepaalde personen te heet
zijn, zoals als volgt aangegeven, en
kan een lage-temperatuur brandwond
veroorzaken.
Baby's, kleine kinderen, ouderen en
gehandicapten
Personen met een gevoelige huid
Personen die buitengewoon
vermoeid zijn
Personen die onder invloed zijn
Personen die slaapverwekkende
medicijnen gebruiken zoals
slaaptabletten of medicijnen tegen
verkoudheid
Gebruik de stoelverwarming niet met
afdekkingen die in hoge mate vocht
vasthouden, zoals een deken of kussen
op de zitting:
De kans bestaat dat de zitting te
heet wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.
Ook wanneer u slechts korte tijd in de
auto gaat slapen, de stoelverwarming
niet gebruiken:
De kans bestaat dat de zitting te
heet wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.
Plaats geen zware voorwerpen met
scherpe uitsteeksels op de zitting en er
geen naalden of spelden in steken:
Dit kan tot gevolg hebben dat de zitting
overmatig verhit raakt en dat door een
kleine brandwond letsel veroorzaakt
wordt.
Page 27 of 663

2–7
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPGELET
Gebruik geen organische oplosmiddelen
voor het reinigen van de zitting. Dit kan
schade aan het zittingoppervlak en de
verwarming veroorzaken.
OPMERKING
Als het contact wordt uitgeschakeld
terwijl de stoelverwarming in
werking is (Hoog, Midden of Laag)
en vervolgens opnieuw wordt
ingeschakeld, zal de stoelverwarming
automatisch werken op de
temperatuur die ingesteld is alvorens
het contact werd uitgeschakeld.
Gebruik de stoelverwarming
wanneer de motor draait. Als de
stoelverwarming gedurende langere
tijd ingeschakeld blijft terwijl de
motor niet draait, kan de accu
uitgeput raken.
De temperatuur van de
stoelverwarming kan niet verder
worden afgesteld dan Hoog, Midden
en Laag, omdat de stoelverwarming
geregeld wordt door een thermostaat.
Page 28 of 663

2–8
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Hoofdsteunen
Niet-afstelbare hoofdsteunen
Uw auto is uitgerust met niet-afstelbare hoofdsteunen op de bestuurders- en
passagiersrugleuning. De niet-afstelbare hoofdsteunen bestaan uit een stuk
schuimstofbekleding op het bovenste gedeelte van de rugleuningen en zijn bedoeld om u
en de passagier tegen nekletsel te beschermen. Stel de rugleuningen in de rechtop stand
en rijpositie af zodat de hoofdsteun zo dicht mogelijk tegen de achterkant van uw hoofd
geplaatst is.
WAARSCHUWING
Zorg er voor alvorens te gaan rijden dat de rugleuningen juist zijn afgesteld in de
rechtop stand en rijpositie:
Rijden met rugleuningen die niet juist zijn afgesteld is gevaarlijk. Als u geen steun
achter uw hoofd heeft, kan in het geval van een botsing uw nek ernstig letsel oplopen.
Page 29 of 663

2–9
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de
veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels helpen de kans op ernstig letsel tijdens ongevallen en plotseling stoppen
te verminderen. Het wordt door Mazda aangeraden dat de bestuurder en passagiers te allen
tijde gebruik maken van de veiligheidsgordels.
Alle zittingen zijn voorzien van heup/schoudergordels. Deze gordels zijn uitgerust met
oprolautomaten met traagheidsvergrendeling die er voor zorgen dat de gordels geen hinder
vormen wanneer ze niet gebruikt worden. De vergrendelingen maken het mogelijk dat de
gordels soepel en comfortabel om het lichaam sluiten, maar zullen op het moment van een
aanrijding in positie blokkeren.
WAARSCHUWING
Draag altijd uw veiligheidsgordel en let er op dat alle inzittenden hun veiligheidsgordels
op de juiste wijze omgedaan hebben:
Het niet dragen van veiligheidsgordels is buitengewoon gevaarlijk. Inzittenden die
tijdens een botsing geen veiligheidsgordels dragen kunnen tegen iemand anders
of tegen objecten in de auto geslingerd worden. Zij kunnen daardoor ernstig letsel
mogelijk met dodelijke a À oop oplopen. Bij dezelfde botsing zullen de inzittenden die wel
gebruik van de veiligheidsgordels maken aanzienlijk minder letsel oplopen.
Draag nooit veiligheidsgordels die verdraaid zitten:
Veiligheidsgordels die verdraaid zitten zijn gevaarlijk. Bij een aanrijding is de volle
breedte van de gordel dan niet beschikbaar om de schok van de botsing op te vangen.
Dit leidt er toe dat er een grotere druk op de botten onder de gordel wordt uitgeoefend,
waardoor botbreuk of overig ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. Dus als uw
veiligheidsgordel verdraaid is, moet u de gordel recht trekken en de verdraaiingen er uit
halen zodat de veiligheidsgordel over de volledige breedte gebruikt kan worden.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is
gevaarlijk. Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de
schok niet op de juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan
gedrukt kunnen worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik
nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas
met de auto rijden wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze
hebben omgedaan.
Page 30 of 663

2–10
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
WAARSCHUWING
Rijd niet met een auto met een beschadigde veiligheidsgordel:
Gebruik van een beschadigde veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een ongeluk kan het
gordelmateriaal van de veiligheidsgordel die op dat moment werd gedragen beschadigd
raken. Een beschadigde veiligheidsgordel kan tijdens een aanrijding geen voldoende
bescherming bieden. Laat een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda
reparateur alle veiligheidsgordelsystemen die tijdens een aanrijding in gebruik waren
inspecteren alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk vernieuwen als de voorspanner of
drukbegrenzer geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur de voorspanners van de veiligheidsgordels en de airbags
inspecteren. Juist zoals de airbags functioneren de voorspanners en drukbegrenzers
van de veiligheidsgordels slechts eenmaal en moeten deze na elke botsing waarbij deze
geactiveerd werden worden vernieuwd. Als de voorspanners van de veiligheidsgordels
en drukbegrenzers niet vernieuwd worden, zal het risico van letsel bij een botsing
toenemen.
Dragen van de schoudergordel:
Een schoudergordel die op verkeerde wijze wordt gedragen is gevaarlijk. Zorg er steeds
voor dat de schoudergordel over uw schouder en in de nabijheid van uw nek wordt
geplaatst, maar nooit onder de arm, op de nek zelf of op de bovenarm.
Dragen van de heupgordel:
Een heupgordel die te hoog wordt gedragen is gevaarlijk. Bij een aanrijding wordt de
schok van de botsing dan rechtstreeks op de onderbuik overgebracht, hetgeen ernstig
letsel kan veroorzaken. Zorg er voor dat de heupgordel nauwsluitend past en draag deze
zo laag mogelijk om de heupen.