OPEL ADAM 2014.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2014.5Pages: 225, PDF Size: 6.75 MB
Page 161 of 225

Verzorging van de auto159
Peilstok tot aan de aanslag van de
handgreep insteken en een halve
slag draaien.
Afhankelijk van de motor worden er
verschillende oliepeilstokken ge‐ bruikt.
Wanneer het motoroliepeil tot het
merkteken MIN is gedaald, dan mo‐
torolie bijvullen.
Wij raden u aan dezelfde soort olie te nemen als voor de laatste olieverver‐
sing is gebruikt.
Het motoroliepeil mag niet hoger
staan dan het bovenste merkteken
MAX op de peilstok.
Voorzichtig
Een teveel aan motorolie moet
worden afgetapt of afgezogen.
Inhouden 3 213.
Dop recht terugplaatsen en vast‐ draaien.
Koelvloeistof
De koelvloeistof biedt vorstbescher‐
ming tot ca. –28 °C. In noordelijke lan‐
den met extreem lage temperaturen
biedt de af fabriek bijgevulde koel‐
vloeistof vorstbescherming tot ca.
–37 °C.Voorzichtig
Alleen goedgekeurde antivries ge‐ bruiken.
Koelvloeistofpeil
Voorzichtig
Een te laag koelvloeistofpeil kan
motorschade veroorzaken.
Page 162 of 225

160Verzorging van de auto
Bij een koud koelsysteem moet de
koelvloeistof boven de vulstreep staan. Bijvullen als het peil te laag is.
9 Waarschuwing
Vóór het openen van de dop de
motor laten afkoelen. Dop voor‐
zichtig openen zodat de druk lang‐
zaam kan ontsnappen.
Gebruik voor bijvullen een mengsel
van een courante geconcentreerde
koelvloeistof met schoon kraanwater; verhouding 1 : 1. Gebruik schoon
kraanwater als er geen geconcen‐
treerde koelvloeistof voorhanden is.
Dop goed vastdraaien. Koelvloeistof‐
gehalte door een werkplaats laten
controleren en oorzaak van het koel‐
vloeistofverlies laten verhelpen.
Sproeiervloeistof
Schoon water vermengd met een
passende hoeveelheid sproeiervloei‐ stof bijvullen die antivries bevat.
Voorzichtig
Alleen sproeiervloeistof met vol‐
doende antivries biedt voldoende
bescherming bij lage temperatu‐
ren of een plotselinge daling van
de temperatuur.
Remmen
Wanneer de remvoering een mini‐
male dikte heeft, hoort u een piepend
geluid wanneer u remt.
Verder rijden is mogelijk maar laat de remblokken zo spoedig mogelijk ver‐
vangen.
Na de montage van nieuwe remblok‐
ken de eerste paar ritten niet onnodig hard remmen.
Remvloeistof
9 Waarschuwing
Remvloeistof is giftig en bijtend.
Contact met ogen, huid, textiel en
lakwerk vermijden.
Page 163 of 225

Verzorging van de auto161
De remvloeistof moet tussen de
merktekens MIN en MAX staan.
Raadpleeg een werkplaats als het
vloeistofpeil lager dan MIN is.
Rem- en koppelingsvloeistof 3 202.
Accu Auto's zonder stop-startsysteem zijn
uitgerust met een loodzuuraccu. Au‐
to's met stop-startsysteem zijn uitge‐
rust met een AGM-accu die geen
loodzuuraccu is. De accu van de auto
is onderhoudsvrij mits uw rijstijl zo is
dat de accu voldoende wordt opgela‐
den. Bij korte ritten en veelvuldig star‐
ten kan de accu ontladen raken. Ver‐
mijd het gebruik van onnodige elek‐
trische verbruikers.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan 4 weken
achtereen stilstaat, kan de accu ont‐
laden raken. Poolklem van de min‐
pool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
keld contact aansluiten en loskoppe‐
len.
Accubeveiliging 3 112.
Accu vervangen Let op
Elke afwijking van de in dit hoofdstuk
gegeven instructies kan leiden tot
een tijdelijke uitschakeling van het
stop- startsysteem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐
roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is, moet
deze met een afdekkap worden afge‐ sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Uitsluitend accu's gebruiken waarbij
de zekeringenkast boven de accu kan
worden gemonteerd.
Zorg bij auto's met een stop-startsys‐
teem dat de AGM-accu (Absorptive
Glass Mat) weer wordt vervangen
door een andere AGM-accu.
Page 164 of 225

162Verzorging van de auto
U kunt een AGM-accu herkennen aanhet label op de accu. Wij bevelen het
gebruik aan van een originele Opel-
accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu ge‐
bruikt dan de originele Opel-accu is
het mogelijk dat het stop-startsys‐
teem slechter presteert.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop-startsysteem 3 125.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kunt u de accu beschadigen.
Starthulp gebruiken 3 194.
Waarschuwingssticker
Betekenis van de symbolen:
■ Geen vonken, open vuur en niet ro‐
ken.
■ Altijd een veiligheidsbril dragen. Explosieve gassen kunnen aanlei‐
ding geven tot blindheid of letsel.
■ Houd de accu buiten het bereik van
kinderen.
■ De accu bevat zwavelzuur dat aan‐
leiding kan geven tot blindheid ofernstige brandwonden.
■ Zie het Instructieboekje voor meer
informatie.
■ Er kan explosief gas aanwezig zijn in de buurt van de accu.
Wisserblad vervangen
Til de ruitenwisserarm op tot hij om‐
hoog blijft staan, druk op de knop om
het wisserblad los te maken en ver‐
wijder het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek aan de ruitenwisserarm
vast en druk tot het vastklikt.
Laat de ruitenwisserarm voorzichtig
zakken.
Page 165 of 225

Verzorging van de auto163
Wisserblad achterruit
Wisserarm optillen. Wisserblad los‐
haken zoals op de afbeelding wordt
getoond en verwijderen.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek aan de ruitenwisserarm
vast en druk tot het vastklikt.
Laat de ruitenwisserarm voorzichtig
zakken.
Gloeilamp vervangen
Ontsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting vastpakken! Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de kop‐
lampen vanuit de motorruimte.
Lampcontrole
Schakel het contact in na het vervan‐ gen van een lamp en bedien en con‐
troleer de lichten.
Halogeenkoplampen Halogeenkoplampen met aparte
gloeilampen voor dimlicht en groot‐
licht.
Dimlicht buitenste gloeilamp (1).
Grootlicht binnenste gloeilamp (2).
Dimlicht (1) 1. Draai de kap naar links en verwij‐ der deze.
Page 166 of 225

164Verzorging van de auto
2.Druk op de clip om de lamphouder
los te klikken. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis ne‐
men.
3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp.
4. Steek de lamphouder met de clip omlaag erin en klik deze vast in de
reflector.
5. Breng de kap aan.
Grootlicht (2)
1. Draai de kap naar links en verwij‐ der deze.
2.Druk op de clip om de lamphouder
los te klikken. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis ne‐
men.
3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp.
4. Steek de lamphouder met de clip omhoog erin en klik deze vast in
de reflector.
5. Breng de kap aan.
Page 167 of 225

Verzorging van de auto165
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (3)Versie met gloeilamp
1. Lampfitting (3) linksom los‐draaien. Lampfitting uit het ko‐
plamphuis trekken.2. Haal de lamp uit de fitting door deze eruit te trekken.
3. Plaats een nieuwe lamp in de fit‐ ting.
4. Draai de lampfitting rechtsom in het koplamphuis vast.
Uplevel-versie met LED
LED's kunnen niet worden vervan‐
gen. Neem bij een defecte LED con‐
tact op met een werkplaats.Richtingaanwijzers
vooraan
1. Schroef de schroef los en verwij‐ der de kap.
Page 168 of 225

166Verzorging van de auto
2.Schroef de schroef los en haal het
licht compleet van de bumper.
3. Klik de lampfitting los door deze linksom eruit te draaien.
4. Verwijder de gloeilamp door deze
iets linksom draaiend los te trek‐ ken. Vervang de gloeilamp.
5. Draai de lampfitting rechtsom in de onderdeelgroep vast.
6. Bevestig de lichtmodule in de bumper en bevestig deze met de
schroef.
7. Bevestig de kap in de bumper en bevestig deze met de schroef.
Achterlichten
1. Til de afdekplaat aan de betref‐ fende zijde op en neem deze weg.
Versie met subwooferbox: verwij‐
der de vloerafdekplaat van de ba‐
gageruimte, verwijder rechts ook
de gereedschapskist om bij de af‐ dekplaat te kunnen komen 3 65.
Versie met opbergvak: verwijder
het opbergvak om bij de afdek‐
plaat te kunnen komen 3 64.
Page 169 of 225

Verzorging van de auto167
2. Kunststof bevestigingsmoer vanbinnen met de hand losdraaien.
3. Trek het achterlicht compleetvoorzichtig uit de uitsparingen en
neem het eruit.
4. Draai de lamphouder linksom er‐ uit. Vervang de gloeilamp door
lostrekken:
Richtingaanwijzer 1
Achterlicht 2
Achterlicht/remlicht 3
Versie met LED
Alleen de lamp van de richting‐ aanwijzer 1 kan worden vervan‐
gen.
5. Plaats de lamphouder in de ach‐ terlicht-unit en draai hem
rechtsom. Zorg ervoor dat de dra‐
den in de kabelgoten blijven.
Breng de lichtmodule met de
borgpennen in de uitsparingen
van de carrosserie aan en draai
de bevestigingsmoer vanuit de
binnenkant van de bagageruimte
vast. Trek de ronde pakking over
de uitsparing in het lamphuis.
Sluit het deksel en klik het vast.
Achteruitrijlicht/mistachterlicht
Het achteruitrijlicht zit aan de rechter‐ kant van de bumper en het mistach‐
terlicht zit aan de linkerkant van de
Page 170 of 225

168Verzorging van de auto
bumper bij auto's met stuurwiel links
en vice versa voor auto's met
stuurwiel rechts.
De beschrijving voor het vervangen
van gloeilampen is bij beide versies
identiek.
1. Schroef de schroef los en verwij‐ der de kap.
2.Schroef de schroef los en haal het
licht compleet van de bumper.
3. Klik de lampfitting los door deze linksom eruit te draaien.
4. Verwijder de gloeilamp door deze
iets linksom draaiend los te trek‐ ken. Vervang de gloeilamp.
5. Draai de lampfitting rechtsom in de onderdeelgroep vast.
6. Vervang de lichtmodule in de bumper en bevestig deze met de
schroef.
7. Bevestig de kap in de bumper en bevestig deze met de schroef.