sat nav OPEL AMPERA 2014 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: AMPERA, Model: OPEL AMPERA 2014Pages: 85, PDF Size: 1.7 MB
Page 30 of 85
30Externe apparaten
De volgende afspeellijstindelingen
worden ondersteund:
■ M3U (Standard en Extended)
■ iTunes, PLS (Standard)
■ WAX
■ ASX
■ RMP
Het Infotainmentsysteem onder‐ steunt het aansluiten van een mo‐
biele telefoon als USB-drive zolang
als de mobiele telefoon USB MSC on‐ dersteunt of ondersteuning voor
USB-diskdrives erop geactiveerd is.
Gracenote ®
Met Gracenote-technologie op het In‐
fotainmentsysteem beheert u en na‐
vigeert u door de muziekcollectie op
USB-apparaten. Wanneer er een
USB-apparaat met het Infotainment‐
systeem verbonden is, identificeert
Gracenote de muziekcollectie en ver‐ meldt deze de juiste gegevens over
album, naam van de artiest, genres
en cover art op het scherm. Eventueel
ontbrekende informatie wordt door
Gracenote aangevuld.Muziekbibliotheek doorzoeken met
stemherkenning
Gracenote verbetert het zoeken naar
en navigeren door muziek door het
identificeren van bands, artiesten en
albumnamen met een wellicht lastige uitspraak, ongewone spellingsvor‐
men en bijnamen. Zo kan het sys‐
teem met behulp van Gracenote ar‐
tiestennamen als "INXS" of "Mötley
Crüe" begrijpen. Ook kunt u namen
als "The Boss" en duizenden andere
beroemde bijnamen van artiesten ge‐
bruiken als gesproken commando's
voor toegang tot muziek. Stemher‐
kenning 3 63.Normaliseren
Normaliseren : helpt bij het verbeteren
van de nauwkeurigheid van stemher‐
kenning voor titels die bijna hetzelfde klinken. Het groepeert ook lange lijs‐
ten genres in 10 algemeen bekende
genres. In de mediabibliotheek kun‐
nen bijvoorbeeld meerdere rockgen‐
res voorkomen, normalisatie groe‐
peert deze alle in één rockgenre.
Normaliseren is standaard uit.
Ga als volgt te werk om
Normaliseren in te schakelen:
1. Druk op CONFIG of Instellingen
op het Startpagina .
2. Druk op Radio-instellingen en ver‐
volgens op Gracenote-opties .
3. Druk op Normaliseren om in of uit
te schakelen.
Cover art
De database in Gracenote bevat co‐
ver art- of album art-informatie voor
de muziek op het USB-apparaat. Als
de muziek door Gracenote wordt her‐ kend en cover art heeft, gebruikt Gra‐
cenote de cover art uit de ingebedde
database en toont deze op het Info‐
tainmentsysteem. Gebruikerspeci‐
fieke cover art wordt altijd als eerste
Page 60 of 85
60Navigatie
Waarschuwingen routebegeleiding
Indrukken voor inschakelen van de
pop-up Begeleidingsmelding die op
de kaart of op het hoofdscherm, bijv.
audio, telefoon enz. moet verschij‐
nen. Er verschijnt een vinkje om aan
te geven dat de stand Begeleidings‐
melding aan is.
Voertuig instellingen
Zie "Persoonlijke instellingen" in het
Instructieboekje.
Displayinstellingen
Druk op de knop Instellingen op de
pagina Startpagina of de knop
CONFIG op de console en selecteer
dan Displayinstellingen in de lijst.
U kunt de volgende opties zien:
Startpaginaopties : druk hierop om het
eerste scherm van de Startpagina
aan te passen.
Display UIT : Druk hierop om het dis‐
play uit te schakelen. Het display
komt terug bij het indrukken van een
toets van het Infotainmentsysteem of
het aanraken van het scherm (indien
aanwezig).
Kaartinstellingen : druk hierop om
naar het submenu te gaan om Auto
zoom te wijzigen, de weergave van
Snelheidslimieten op de kaart in te
schakelen en de instellingen van
Weergave kaart te wijzigen.
Weergave kaart : druk hierop om de
achtergrond van het scherm te wijzi‐
gen.
■ De instelling Automatisch past de
achtergrond van het scherm auto‐
matisch aan volgens de rijverlich‐
ting.
■ In de stand Dag is de achtergrond
van de kaart helder.
■ In de stand Nacht is de achtergrond
van de kaart donker.
Als u de algemene helderheid van het beeldscherm wilt wijzigen, gebruikt u
de regelbare instrumentenverlichting
voor de binnenverlichting.
Globaal Positioning
System (gps) De positie van het voertuig wordt be‐paald door het gebruik van satelliet‐
signalen, diverse voertuigsignalen en
kaartgegevens.
Andere storingen zoals de satelliet‐
toestand, de wegconfiguratie, de toe‐ stand van de auto en/of andere om‐
standigheden kunnen hinderen bij de
bepaling van een nauwkeurige positie
van de auto door het navigatiesys‐
teem.
Page 61 of 85
Navigatie61
De GPS toont de huidige positie van
het voertuig met behulp van signalen
verzonden door de GPS-satellieten.
Wanneer het voertuig geen signalen
van de satellieten ontvangt, verschijnt een symbool op het scherm van de
kaart. Symbolenoverzicht 3 44.
Dit systeem is mogelijk niet beschik‐ baar of storingen kunnen optreden in de volgende gevallen:
■ Signalen worden gehinderd door hoge gebouwen of bomen, grote
trucks of een tunnel.
■ Satellieten worden gerepareerd of verbeterd.
Zie als het GPS niet naar behoren
werkt "Problemen met routebegelei‐
ding" en "Onderhoud aan het naviga‐
tiesysteem" voor meer informatie
3 61.Voertuiglokalisatie
Soms kan de positie van het voertuig
onnauwkeurig zijn vanwege één van
de volgende redenen:
■ Het wegennet is gewijzigd.
■ De auto rijdt op gladde wegopper‐ vlakken, zoals in zand, gravel
en/of sneeuw.
■ Het voertuig rijdt op kronkelige of lange rechte wegen.
■ Het voertuig nadert een hoog ge‐ bouw of voertuig.
■ De straten lopen parallel naast een
snelweg.
■ Het voertuig wordt vervoerd door een transporteur of een veerboot.
■ De kalibratie van de huidige positie
is onjuist.
■ Het voertuig rijdt aan hoge snel‐ heid.
■ Het voertuig wijzigt meer dan eens van richting of draait rond in een
parking.
■ De auto betreedt en/of verlaat een parkeerterrein, een garage of een
overdekt terrein.■ Het GPS-signaal wordt niet ontvan‐
gen.
■ Een dakdrager is geïnstalleerd op het voertuig.
■ Sneeuwkettingen zijn geïnstal‐ leerd.
■ De banden zijn vervangen of ver‐ sleten.
■ De bandenspanning is verkeerd.
■ Dit is de eerste navigatie na het bij‐
werken van de kaartgegevens.
■ De accu van 12 volt is verschei‐ dene dagen losgekoppeld.
■ Het voertuig rijdt in druk verkeer aan lage snelheid waarbij het voer‐tuig periodiek stopt en start.
Problemen met
routebegeleiding Onjuiste routebegeleiding is mogelijk
bij één of meerdere van de volgende
toestanden:
■ U vergat te draaien op de aange‐ geven weg.