stop start OPEL AMPERA 2014 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: AMPERA, Model: OPEL AMPERA 2014Pages: 85, PDF Size: 1.7 MB
Page 18 of 85

18RadioRadioAM/FM-radio................................ 18
Radio Data System (RDS) ...........20
Radio-ontvangst ........................... 23
Multibandantenne ........................24AM/FM-radio
Luisteren naar radio VOL/ m (Volume/Aan/uit):
■ Druk op de knop om de radio in of uit te schakelen.
■ Draai de knop om het volume luider
of zachter in te stellen. Het volume
wordt aangepast voor de huidige
audiobron, actieve gesproken navi‐ gatiebegeleiding, gesproken
prompts of geluidsindicaties.
De stuurbedieningsknoppen kunnen
ook worden gebruikt om het volume
aan te passen. Stuurbedieningsknop‐
pen 3 5.
Bediening radio
De radio werkt wanneer de sleutel op AAN/START of ACC/ACCESSOIRE
staat. Wanneer de sleutel van AAN/
START op STOP/UIT wordt gezet,
werkt de radio nog 10 minuten of tot‐
dat het bestuurdersportier wordt ge‐
opend.
U kunt de radio inschakelen door op de Aan/Uit-knop op het Infotainment‐
systeem te drukken. De radio werktdan gedurende 10 minuten. Bij het in‐
drukken van de Aan/Uit-knop wordt
de radio bij het openen van het be‐
stuurdersportier niet uitgeschakeld.
Sommige radio's kunnen blijven spe‐
len en zetten de tijd weer op
10 minuten als er weer op een toets
van het Infotainmentsysteem wordt
gedrukt.
De radio kan te allen tijde met de aan/ uit-toets worden uitgeschakeld.
Audiobron
Druk op SOURCE of SRC op de
stuurbedieningsknoppen voor weer‐
geven en bladeren door de beschik‐
bare bronnen AM, FM, Stitcher, CD,
USB, AUX en audio via Bluetooth.
Page 32 of 85

32Externe apparaten
Alvorens een goedgekeurde applica‐
tie met de bedieningsorganen en me‐
nu's van het Infotainmentsysteem
kan worden gebruikt, moet de betref‐
fende applicatie op de smartphone
worden geïnstalleerd.
Ga bij het installeren van een goed‐
gekeurde smartphone-applicatie te
werk volgens de instructie op de
smartphone.
Audio afspelen USB-speler
Terwijl de USB-bron actief is, gebruikt u het volgende om de USB-functie te
bedienen:
TUNE/MENU -knop: draai hieraan om
door de lijst te bladeren. Draai er snel
aan om snel alfabetisch door grote
lijsten te scrollen.
r (Afspelen/pauzeren): druk op
deze knop om de huidige mediabron
te starten, pauzeren of te hervatten.] SEEK (Vorige/terugspoelen):
■ Druk op deze knop om het begin van de huidige of vorige titel te zoe‐ken. Als de titel minder dan
vijf seconden werd afgespeeld,
wordt de vorige titel afgespeeld. Bij
meer dan vijf seconden herstart de
huidige titel.
■ Houd de knop ingedrukt om het af‐ spelen snel terug te spoelen. Laat
los om de afspeelsnelheid te her‐
vatten. De verstreken tijd ver‐
schijnt.
SEEK [ (Volgende/doorspoelen):
■ Druk op deze knop om de volgende
titel te zoeken.
■ Houd ingedrukt om het afspelen snel door te spoelen. Laat los om
de afspeelsnelheid te hervatten. De verstreken tijd wordt weergegeven.
USB-menu
De volgende opties zijn beschikbaar
via het USB-menu :Door elkaar : druk hierop om de titels
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw om willekeurige volg‐
orde te stoppen.
Vergelijkbare nummers afspelen :
1. Druk hierop voor automatisch cre‐
eren van een afspeellijst voor
songs die op de nu beluisterde lij‐ ken.
2. Op het display verschijnt "Afspeellijst succesvol
aangemaakt " en het systeem blijft
de huidige song afspelen.
Aanmaken afspeellijst mislukt kan
verschijnen als een song niet in de Gracenote database voorkomt.
Automatische afspeellijst
verwijderen : druk hierop om een
nieuw aangemaakte afspeellijst te
wissen.
Afspeellijsten/Mappen : druk hierop
om een lijst met mappen te openen
om zo toegang tot bestanden in de
mappenstructuur te hebben.
Page 61 of 85

Navigatie61
De GPS toont de huidige positie van
het voertuig met behulp van signalen
verzonden door de GPS-satellieten.
Wanneer het voertuig geen signalen
van de satellieten ontvangt, verschijnt een symbool op het scherm van de
kaart. Symbolenoverzicht 3 44.
Dit systeem is mogelijk niet beschik‐ baar of storingen kunnen optreden in de volgende gevallen:
■ Signalen worden gehinderd door hoge gebouwen of bomen, grote
trucks of een tunnel.
■ Satellieten worden gerepareerd of verbeterd.
Zie als het GPS niet naar behoren
werkt "Problemen met routebegelei‐
ding" en "Onderhoud aan het naviga‐
tiesysteem" voor meer informatie
3 61.Voertuiglokalisatie
Soms kan de positie van het voertuig
onnauwkeurig zijn vanwege één van
de volgende redenen:
■ Het wegennet is gewijzigd.
■ De auto rijdt op gladde wegopper‐ vlakken, zoals in zand, gravel
en/of sneeuw.
■ Het voertuig rijdt op kronkelige of lange rechte wegen.
■ Het voertuig nadert een hoog ge‐ bouw of voertuig.
■ De straten lopen parallel naast een
snelweg.
■ Het voertuig wordt vervoerd door een transporteur of een veerboot.
■ De kalibratie van de huidige positie
is onjuist.
■ Het voertuig rijdt aan hoge snel‐ heid.
■ Het voertuig wijzigt meer dan eens van richting of draait rond in een
parking.
■ De auto betreedt en/of verlaat een parkeerterrein, een garage of een
overdekt terrein.■ Het GPS-signaal wordt niet ontvan‐
gen.
■ Een dakdrager is geïnstalleerd op het voertuig.
■ Sneeuwkettingen zijn geïnstal‐ leerd.
■ De banden zijn vervangen of ver‐ sleten.
■ De bandenspanning is verkeerd.
■ Dit is de eerste navigatie na het bij‐
werken van de kaartgegevens.
■ De accu van 12 volt is verschei‐ dene dagen losgekoppeld.
■ Het voertuig rijdt in druk verkeer aan lage snelheid waarbij het voer‐tuig periodiek stopt en start.
Problemen met
routebegeleiding Onjuiste routebegeleiding is mogelijk
bij één of meerdere van de volgende
toestanden:
■ U vergat te draaien op de aange‐ geven weg.
Page 71 of 85

Telefoon71
OverzichtBij voertuigen met Bluetooth-techno‐
logie kan het systeem communiceren
met vele mobiele telefoons en appa‐
raten. Zo kunt u:
■ Handenvrij bellen en gebeld wor‐ den.
■ Het adresboek of de contactenlijst van de mobiele telefoon delen met
het voertuig. De contactenlijst ver‐
schijnt alleen wanneer die telefoon
verbonden is.
■ Bellen door middel van stemher‐ kenning.
Het systeem werkt in de stand AAN/
START, ACC/ACCESSOIRE of Ver‐
traagde uitschakeling stroom.
Het bereik van het Bluetooth-systeem bedraagt maximaal 9 meter.
Het Infotainmentsysteem kan met de
meeste Bluetooth-telefoons worden
verbonden. De beschikbare snufjes
en functies kunnen per apparaat ver‐
schillen.
Op het belschermpje van de huidige telefoon kan een afbeelding van de
contactpersoon uit de contactenlijstop uw telefoon verschijnen. Niet alle
telefoons zijn compatibel met deze
functie.
Bluetooth-bedieningsorganen Gebruik de toetsen op het Infotain‐
mentsysteem en het stuurwiel om het
Bluetooth-systeem te bedienen.
Afstandsbediening op stuurwiel
3 (indrukken om te praten) : druk
hierop om binnenkomende oproepen
aan te nemen en stemherkenning te
starten.
x /n (oproep dempen/beëindigen) :
druk hierop om een binnenkomende oproep te weigeren of om stemher‐
kenning te annuleren.
+ (Volume) : druk op + of - om het
volume hoger of lager te zetten.
Infotainmentsysteembedieningen
Voor informatie over het navigeren in
het menusysteem met de Infotain‐
mentbedieningsorganen 3 12
: (Telefoon) : druk hierop om het
hoofdmenu Telefoon te openen.Stemherkenning
Het stemherkenningssysteem ge‐
bruikt commando's om het systeem te bedienen en telefoonnummers te kie‐
zen. Bij het gebruik van stemherken‐
ning:
het systeem herkent gesproken com‐ mando's mogelijk niet als er veel ach‐
tergrondruis is.
u hoort een toon die aangeeft dat het
systeem gereed is voor een gespro‐
ken commando. Wacht op de toon en
spreek dan.
spreek duidelijk op een kalme en na‐ tuurlijke wijze.
Stemherkenning 3 63.
Audiosysteem Geluid komt door de voorste luidspre‐kers van het audiosysteem in de auto
en schakelt het audiosysteem tijdelijk
uit. Gebruik de knop VOL/ m tijdens
een oproep om het volume te wijzi‐
gen. Het aangepaste volume wordt
onthouden voor latere gesprekken.
Het systeem heeft een minimumvo‐
lume.