ABS OPEL ANTARA 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: ANTARA, Model: OPEL ANTARA 2015Pages: 231, PDF Size: 6.07 MB
Page 92 of 231

90Instrumenten en bedieningsorganen
Na het starten van de motor licht m
kort op. Werkplaats raadplegen als
het niet oplicht.
Brandt
Elektrische handrem is aangetrokken
3 142.
Knippert
Elektrische handrem is niet helemaal
aangetrokken of losgezet.
Schakel de ontsteking in, trap het
rempedaal in en probeer het systeem
te resetten door de elektrische hand‐
rem eerst los te zetten en daarna
weer aan te trekken.
Blijft m knipperen, rijd dan niet door
en roep de hulp van een werkplaats
in.
Elektrische handrem
defect
j brandt geel.
Wanneer het contact is ingeschakeld: j brandt kort. Werkplaats raadplegen
als het niet oplicht.Brandt
De elektrische handrem werkt niet op‐ timaal 3 142.9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten ver‐
helpen.
Antiblokkeersysteem
(ABS) u brandt geel.
Het systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als het controlelampje niet oplicht
wanneer de ontsteking wordt inge‐
schakeld, blijft branden of onderweg
oplicht, is er een storing in het ABS-
systeem. Het remsysteem blijft wer‐
ken, maar dan zonder ABS-regeling.
Als controlelampje u onderweg sa‐
men met het controlelampje voor het
remsysteem R brandt, is er een ern‐
stige storing in het remsysteem. Sys‐ teem onmiddellijk door een werk‐
plaats laten controleren.
Antiblokkeersysteem 3 142.
Opschakelen [ brandt groen.
Voor zuinig rijden wordt opschakelen
aanbevolen.
Aandrijving op alle wielen B brandt of knippert geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt
ingeschakeld. Werkplaats raadple‐
gen als het niet oplicht.
Knippert kort bij een draaiendemotor
Het systeem is tijdelijk gedeactiveerd.
Knippert voortdurend bij een
draaiende motor Systeemstoring. Onmiddellijk hulp
van een werkplaats inroepen.
All-wheel drive 3 139.
Page 107 of 231

Instrumenten en bedieningsorganen105Tripcomputer
Boordcomputer op
Board-Info-Display
De boordcomputer geeft informatie
over rijgegevens die voortdurend ge‐
registreerd en elektronisch verwerkt
worden. Toegang krijgen tot de auto‐
gegevens in de boordcomputer: de
BC -toets op het "Infotainment"-sys‐
teem of het linker kartelwiel op het stuurwiel indrukken.
Sommige functies verschijnen in ver‐
korte vorm op het beeldscherm. Zo‐
dra er een functie is geselecteerd,
worden de volgende rijen van de
boordcomputerfunctie weergegeven.
De functies worden in de volgende
volgorde getoond:
■ Momentaan verbruik
■ Gemiddeld verbruik
■ Absoluut verbruik
■ Gemiddelde snelheid
■ Afgelegde weg■ Actieradius
■ Chronometer
Board-Info-Display 3 96.
Momentaan verbruik
Weergave van het actuele verbruik.
De weergave wisselt snelheidsafhan‐ kelijk:
Weergave in
l/h=minder dan
13 km/uWeergave in
l/100 km=meer dan 13 km/uGemiddeld verbruik
Weergave van het gemiddelde ver‐
bruik. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Absoluut verbruik Weergave van verbruikte brandstof.
De meting kan op elk moment op‐
nieuw worden gestart.
Gemiddelde snelheid Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Ritonderbrekingen met uitgeschakeld contact worden niet meegerekend.
Afgelegde weg Weergave van de afgelegde weg. De
meting kan op elk moment opnieuw
worden gestart.
Actieradius
De actieradius wordt op basis van de
aanwezige tankinhoud en het huidige
verbruik berekend. Op het display
verschijnen gemiddelde waarden.
Page 109 of 231

Instrumenten en bedieningsorganen107
geeft informatie over rijbereik, gemid‐deld verbruik en momentaan ver‐
bruik.
Andere boordcomputergegevens
weergeven: De BC-toets op het "In‐
fotainment"-systeem indrukken en
het menu Boordcomputer op het
beeldscherm selecteren.
U kunt de informatie van de twee trip‐
computers onafhankelijk van elkaar
resetten, waardoor u de afstanden
van verschillende trips kunt bekijken.
Graphic-Info-Display,
Colour-Info-Display 3 98.
ActieradiusDe actieradius wordt op basis van de
aanwezige tankinhoud en het huidige
verbruik berekend. Op het display verschijnen gemiddelde waarden.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐ radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Als met de brandstof in de tank min‐
der dan 50 km kan worden gereden,
verschijnt de waarschuwing
Actieradius op het display.
Als met de brandstof in de tank min‐ der dan 30 km kan worden gereden,verschijnt de waarschuwing Tanken
svp. op het display.
Bevestig de menuoptie 3 98.
Momentaan verbruik
Weergave van het actuele verbruik.
De weergave wisselt snelheidsafhan‐ kelijk:Weergave in
l/h=minder dan
13 km/uWeergave in
l/100 km=meer dan 13 km/u
Afgelegde weg
Weergave van de afgelegde weg. De
meting kan op elk moment opnieuw
worden gestart.
Gemiddelde snelheid Weergave van de gemiddelde snel‐heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Ritonderbrekingen met uitgeschakeld contact worden niet meegerekend.
Absoluut verbruik Weergave van verbruikte brandstof.
De meting kan op elk moment op‐
nieuw worden gestart.
Page 144 of 231

142Rijden en bedieningRemmen
Het remsysteem omvat twee onaf‐
hankelijke remcircuits.
Wanneer een remcircuit uitvalt, kan
de auto nog met het andere circuit
worden afgeremd. De remvertraging
wordt echter alleen bereikt wanneer u het rempedaal stevig intrapt. Hiervooris aanzienlijk meer kracht nodig. De
remweg wordt langer. Alvorens de
reis te vervolgen, de hulp van een werkplaats inroepen.
Bij uitgeschakelde motor verdwijnt de
rembekrachtiging na het een- tot
tweemaal intrappen van het rempe‐
daal. De remwerking wordt hierdoor niet verminderd, maar er is aanzienlijk
meer kracht nodig om het rempedaal
te bedienen. Vooral bij het slepen
hiermee rekening houden.
Controlelamp R 3 89.
Antiblokkeersysteem
Het antiblokkeersysteem (ABS) voor‐
komt dat de wielen blokkeren.Zodra een wiel dreigt te blokkeren,
regelt het ABS de remdruk af op het
desbetreffende wiel. De auto blijft ook bij een noodstop bestuurbaar.
De ABS-regeling is merkbaar door
het tikken van het rempedaal en door regelgeluiden.
Voor optimale remwerking het rem‐
pedaal tijdens het hele remproces
volledig intrappen, ongeacht het tik‐
ken van het pedaal. De druk op het rempedaal niet verminderen.
Voordat u wegrijdt, voert het systeem een zelftest uit die u misschien kunt
horen.
Controlelamp u 3 90.
Storing9 Waarschuwing
Bij een defect aan het ABS kunnen
de wielen bij krachtig remmen deneiging hebben te blokkeren. De
voordelen van het ABS vallen dan
weg. De auto is bij een noodstop mogelijk niet meer bestuurbaar en kan uitbreken.
U kunt defensief en voorzichtig de rit
voortzetten. Oorzaak van de storing
onmiddellijk door een werkplaats la‐
ten verhelpen.
Handrem
Elektrische handrem
Aantrekken tijdens stilstand
Trek aan de schakelaar m, de elek‐
trische handrem werkt automatisch
met voldoende kracht. Voor de maxi‐
male kracht, bijv. bij het parkeren met
een aanhanger of op een helling, trekt u tweemaal aan de schakelaar m.
Page 166 of 231

164Verzorging van de auto
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐kelde ontsteking weer aansluiten.
Daarna als volgt te werk gaan:
1. Datum en tijd van het informatie‐ display instellen 3 81.
2. Zo nodig elektrisch bediende rui‐ ten en zonnedak activeren 3 32,
3 34.
Enkele verbruikers, bijvoorbeeld de
instapverlichting, worden na een tijdje automatisch uitgeschakeld om de
boordaccu tegen ontladen te be‐
schermen.
Een losgekoppelde boordaccu om de
6 weken opladen.
Ontlaadbeveiliging accu 3 118.
Accu vervangen Let op
Elke afwijking van de in deze para‐
graaf gegeven instructies kan leiden tot een tijdelijke uitschakeling van
het stop-startsysteem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐ roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is, moetdeze met een afdekkap worden afge‐
sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Uitsluitend accu's gebruiken waarbij
de zekeringenkast boven de accu kan worden gemonteerd.
Vervang bij auto’s met een Stop/
Start-systeem de boordaccu van het
type AGM (Absorptive Glass Mat)
weer door een AGM-accu.
U kunt een AGM-accu herkennen aan
het label op de accu. Wij bevelen het
gebruik aan van een originele Opel-
accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu ge‐
bruikt dan de originele Opel accu is
het mogelijk dat het Stop/Start-sys‐
teem slechter presteert.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop/Start-systeem 3 129.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kan de
accu beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 197.
Page 179 of 231

Verzorging van de auto177
ZekeringStroomkringABSAntiblokkeersys‐
teemA/CKlimaatregeling,
aircosysteemBATT1Zekeringendoos
onder het instru‐
mentenpaneelBATT2Zekeringendoos
onder het instru‐
mentenpaneelBATT3Zekeringendoos
onder het instru‐
mentenpaneelBCMCarrosserieregel‐
moduleECMMotorregelmoduleECM PWR TRNMotorregelmo‐
dule, aandrijflijnENG SNSRMotorsensorenEPBElektrische
handremFAN1KoelventilatorZekeringStroomkringFAN3KoelventilatorFRT FOGMistlampenFRT WPRRuitenwisser voorFUEL/VACBrandstofpomp,
vacuümpompHDLP WASHERKoplampsproeierHI BEAM LHGrootlicht (links)HI BEAM RHGrootlicht (rechts)HORNClaxonHTD WASH/MIRVerwarmde
sproeiervloeistof,
verwarmde
buitenspiegelsIGN COIL ABobineIGN COIL BBobineLO BEAM LHDimlicht (links)LO BEAM RHDimlicht (rechts)PRK LP LHParkeerlicht
(links)PRK LP RHParkeerlicht
(rechts)ZekeringStroomkringPWM FANAanjager met
pulsbreedtemodu‐
latieREAR DEFOGVerwarmbare
achterruitREAR WPRAchterruiten‐
wisserSPARE–STOP LAMPRemlichtenSTRTRStartmotorTCMVersnellingsba‐
kregelmoduleTRLR PRL LPParkeerlichten
aanhanger
Sluit de klep van de zekeringhouder
na het vervangen van doorgebrande
zekeringen en klik deze dicht.
Wanneer u de klep van de zekering‐
houder niet goed sluit, kunnen er sto‐ ringen optreden.
Page 208 of 231

206Service en onderhoud
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 209.
Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeit
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt aangeduid door
twee cijfers, bijv. SAE 5W-30. Het
eerste cijfer, gevolgd door een W, duidt de lage temperatuurviscositeit
aan en het tweede cijfer de hoge tem‐ peratuurviscositeit.
Selecteer de betreffende viscositeits‐ index afhankelijk van de minimumom‐
gevingstemperatuur 3 209.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries Alleen silicaatvrije antivries voor long‐life-koelvloeistof (LLC) gebruiken. De hulp van een werkplaats inroepen.Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale cor‐
rosiebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.
-28 °C. In noordelijke landen met ex‐
treem lage temperaturen biedt de af
fabriek bijgevulde koelvloeistof vor‐
stbescherming tot ca. -37 °C. Deze
concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐
ten kunnen functiestoringen veroor‐ zaken. Aansprakelijkheid voor even‐
tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.
Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
Page 224 of 231

222Trefwoordenlijst
12V-aansluiting ............................. 61
A Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............205, 209
Aandrijving op alle wielen ............90
Aanduidingen op banden ..........184
Aanhangerstabilisatie ................156
Aanhanger trekken ....................153
Aansluitingen voor accessoires ....83
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 157
Accu...................................... 88, 163
Accu, starthulp gebruiken ...........197
Achterklep..................................... 24 Achterklep open ........................... 95Achterlichten .............................. 170
Achterruitverwarming ................... 33
Achteruitrijlichten .......................114
Actieve hoofdsteunen .............36, 37
Afmetingen auto ........................214
Afstandsbediening ........................20
Airbag deactiveren ....................... 52 Airbag en gordelspanners ...........88
Airbaglabel.................................... 47
Airbagsysteem ............................. 47
Airconditioning ........................... 120Airconditioning regelmatig
aanzetten ............................... 126
Alarmknipperlichten ...................112
Algemene informatie .................. 152
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 127
All-wheel Drive ........................... 139
Andere auto slepen ...................200
Antiblokkeersysteem .................142
Antiblokkeersysteem (ABS) .........90
Armsteun ...................................... 42
Armsteun met opbergruimte ........61
Autogegevens ............................ 209
Autokrik....................................... 181
Automatische dimfunctie .......30, 31
Automatische koplamphoogteregeling .............94
Automatische niveauregeling ....
........................................ 111, 146
Automatische verlichting ............ 110
Automatische versnellingsbak ...
.......................................... 89, 134
Auto ontgrendelen .........................6
Auto reinigen .............................. 201
Auto slepen ................................ 199
Auto stallen ................................. 157
Auto wassen ............................... 201