reset OPEL ANTARA 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: ANTARA, Model: OPEL ANTARA 2015Pages: 231, PDF Size: 6.07 MB
Page 86 of 231
84Instrumenten en bedieningsorganenWaarschuwingslam‐
pen, meters en controlelampen
Instrumentengroep
Bij sommige uitvoeringen draaien de naalden van de instrumenten even tot tegen de eindaanslag wanneer deontsteking wordt ingeschakeld.
Snelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.
Kilometerteller
Het display van de kilometerteller zit
midden in de instrumentengroep.
Op de onderste regel staat de afge‐
legde afstand in kilometer.
Dagteller
Op de bovenste regel ziet u de afge‐
legde weg sinds de laatste reset.
Er zijn twee gescheiden werkende
dagtellers. Een keer op de dagteller‐
knop drukken om tussen Trip A en
Trip B om te schakelen.
Terugzetten door een van de beide
knoppen van de dagteller met inge‐
schakeld contact ingedrukt te hou‐
den.
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan.
In elke versnelling zo veel mogelijk met een laag toerental rijden.
Page 92 of 231
90Instrumenten en bedieningsorganen
Na het starten van de motor licht m
kort op. Werkplaats raadplegen als
het niet oplicht.
Brandt
Elektrische handrem is aangetrokken
3 142.
Knippert
Elektrische handrem is niet helemaal
aangetrokken of losgezet.
Schakel de ontsteking in, trap het
rempedaal in en probeer het systeem
te resetten door de elektrische hand‐
rem eerst los te zetten en daarna
weer aan te trekken.
Blijft m knipperen, rijd dan niet door
en roep de hulp van een werkplaats
in.
Elektrische handrem
defect
j brandt geel.
Wanneer het contact is ingeschakeld: j brandt kort. Werkplaats raadplegen
als het niet oplicht.Brandt
De elektrische handrem werkt niet op‐ timaal 3 142.9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten ver‐
helpen.
Antiblokkeersysteem
(ABS) u brandt geel.
Het systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als het controlelampje niet oplicht
wanneer de ontsteking wordt inge‐
schakeld, blijft branden of onderweg
oplicht, is er een storing in het ABS-
systeem. Het remsysteem blijft wer‐
ken, maar dan zonder ABS-regeling.
Als controlelampje u onderweg sa‐
men met het controlelampje voor het
remsysteem R brandt, is er een ern‐
stige storing in het remsysteem. Sys‐ teem onmiddellijk door een werk‐
plaats laten controleren.
Antiblokkeersysteem 3 142.
Opschakelen [ brandt groen.
Voor zuinig rijden wordt opschakelen
aanbevolen.
Aandrijving op alle wielen B brandt of knippert geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt
ingeschakeld. Werkplaats raadple‐
gen als het niet oplicht.
Knippert kort bij een draaiendemotor
Het systeem is tijdelijk gedeactiveerd.
Knippert voortdurend bij een
draaiende motor Systeemstoring. Onmiddellijk hulp
van een werkplaats inroepen.
All-wheel drive 3 139.
Page 108 of 231
106Instrumenten en bedieningsorganen
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Als met de brandstof in de tank min‐
der dan 50 km kan worden gereden,
verschijnt de waarschuwing
Actieradius op het display.
Als met de brandstof in de tank min‐
der dan 30 km kan worden gereden,
verschijnt de waarschuwing Tanken
svp. op het display.
Bevestig de menuoptie 3 96.
Boordcomputergegevens
terugstellen Gewenste boordcomputerinformatie
selecteren en terugzetten met het lin‐
ker kartelwiel op het stuurwiel of de
knop OK op het "Infotainment"-sys‐
teem.Chronometer
Met behulp van de pijltjestoetsen:
Starten: met pijltje naar links menu‐
optie Start selecteren en op de knop
OK drukken voor starten/stoppen. Te‐
rugzetten: met pijltje naar links menu‐
optie Reset selecteren en op de knop
OK drukken.
Met het linker kartelwiel op het stuur‐
wiel:
Starten: menuoptie Start selecteren
en indrukken voor starten/stoppen.
Terugzetten: menuoptie Reset selec‐
teren en indrukken om opdracht te bevestigen.
Onderbreking van de voeding
Als de voeding werd onderbroken of
de accuspanning te laag is gezakt,
zullen de waarden opgeslagen in de
boordcomputer verloren gaan.
Boordcomputer op
Graphic-Info-Display of
Colour-Info-Display
De boordcomputer verstrekt rijgege‐
vens die voortdurend worden verza‐
meld en elektronisch verwerkt. De
hoofdpagina van de boordcomputer
Page 109 of 231
Instrumenten en bedieningsorganen107
geeft informatie over rijbereik, gemid‐deld verbruik en momentaan ver‐
bruik.
Andere boordcomputergegevens
weergeven: De BC-toets op het "In‐
fotainment"-systeem indrukken en
het menu Boordcomputer op het
beeldscherm selecteren.
U kunt de informatie van de twee trip‐
computers onafhankelijk van elkaar
resetten, waardoor u de afstanden
van verschillende trips kunt bekijken.
Graphic-Info-Display,
Colour-Info-Display 3 98.
ActieradiusDe actieradius wordt op basis van de
aanwezige tankinhoud en het huidige
verbruik berekend. Op het display verschijnen gemiddelde waarden.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐ radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Als met de brandstof in de tank min‐
der dan 50 km kan worden gereden,
verschijnt de waarschuwing
Actieradius op het display.
Als met de brandstof in de tank min‐ der dan 30 km kan worden gereden,verschijnt de waarschuwing Tanken
svp. op het display.
Bevestig de menuoptie 3 98.
Momentaan verbruik
Weergave van het actuele verbruik.
De weergave wisselt snelheidsafhan‐ kelijk:Weergave in
l/h=minder dan
13 km/uWeergave in
l/100 km=meer dan 13 km/u
Afgelegde weg
Weergave van de afgelegde weg. De
meting kan op elk moment opnieuw
worden gestart.
Gemiddelde snelheid Weergave van de gemiddelde snel‐heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Ritonderbrekingen met uitgeschakeld contact worden niet meegerekend.
Absoluut verbruik Weergave van verbruikte brandstof.
De meting kan op elk moment op‐
nieuw worden gestart.
Page 110 of 231
108Instrumenten en bedieningsorganen
Gemiddeld verbruik
Weergave van het gemiddelde ver‐
bruik. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Boordcomputergegevens
terugstellen
In het menu Boordcomputer BC 1 of
BC 2 selecteren.
Gewenste boordcomputerinformatie
selecteren en terugzetten met het lin‐
ker kartelwiel op het stuurwiel of de
knop OK op het "Infotainment"-sys‐
teem.
Voor het resetten van alle informatie
van een boordcomputer, de menu‐
optie Alle waarde selecteren. Na het
terugzetten verschijnt "- - -" voor de
geselecteerde boordcomputerinfor‐
matie. Na korte tijd verschijnen de op‐ nieuw berekende waarden.
Chronometer
Selecteer de menuoptie Timer in het
menu Boordcomputer . Het menu
Timer wordt weergegeven.
Om te starten, de menuoptie Start se‐
lecteren. Voor het terugzetten de me‐
nukeuzemogelijkheid Reset kiezen.
In het menu Opties kan de gewenste
weergave voor de chronometer wor‐
den geselecteerd:
Rijtijd zonder stops : de tijd dat de auto
in beweging is, wordt gemeten. Met
stilstandtijden wordt geen rekening
gehouden.
Page 111 of 231
Instrumenten en bedieningsorganen109
Rijtijd met stops: de tijd dat de auto in
beweging is, wordt gemeten. Dit is in‐ clusief de tijd dat de auto met de sleu‐
tel in het contactslot stilstaat.
Reisduur : tijd meten tussen het hand‐
matig inschakelen met behulp van
Start en het handmatig uitschakelen
met behulp van Reset.
Onderbreking van de voeding Als de voeding werd onderbroken of
de accuspanning te laag is gezakt, zullen de waarden opgeslagen in de
boordcomputer verloren gaan.