display OPEL ANTARA 2015 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: ANTARA, Model: OPEL ANTARA 2015Pages: 157, PDF Size: 2.88 MB
Page 120 of 157

120Radio
DAB-menu
DAB-menufuncties worden in het ra‐
diomenu ingesteld.
Toets SETTINGS indrukken.
Het audio-instelmenu verschijnt.
De volgende menuopties functies zijn beschikbaar in het DAB-menu:
DABFM
U kunt bepalen dat het systeem over‐
schakelt naar een bijbehorende FM-
zender (indien beschikbaar) van het
actieve DAB-programma wanneer
het DAB-signaal te zwak is om door
de ontvanger te worden opgevangen.
Selecteer menu-item DAB.
Zet het DABFM -tikvak aan of uit om
de instelling te wijzigen.
DAB AF
U kunt bepalen dat u dezelfde zender
ontvangt als in de vorige ensemble‐
zone wanneer u een andere ensem‐
blezone binnenrijdt.
Deze functie kan alleen worden uit‐
gevoerd wanneer de zender in het
nieuwe ensemble is opgenomen.
Selecteer menu-item DAB.
Zet het DAB AF -tikvak aan of uit om
de instelling te wijzigen.
Radiotekst
Sommige DAB-zenders zenden ook
informatie (bijv. nieuws) als tekst op
het display uit.
■ Radiotekst is alleen beschikbaar op
het DAB-golfbereik.
■ Niet alle zenders zenden voortdu‐ rend radiotekst uit.9 Waarschuwing
Gebruik de tekstfunctie voor DAB-
radio alleen als de auto stilstaat,
omdat radioteksten u onderweg
van het verkeer zouden kunnen
afleiden.
Selecteer menu-item DAB.
Zet het vereiste tikvak Radiotekst
aan/uit.
Om de eerste 20 tot 25 tekens van de
radiotekst weer te geven drukt u op de
toets INFO.
Page 122 of 157

122Cd-speler
■Vuil en vloeistof op de CD’s kunnen
de lens van de CD-speler binnen in
het apparaat verontreinigen en sto‐ ringen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op eenMP3-CD zijn opgeslagen:
Wanneer u albums en tracks een
naam geeft, mag u geen umlauts of speciale tekens gebruiken.
Toepasbare afspeellijstextensies:
"m3u" of "pls".
Wanneer u de MP3-bestanden
vanuit audiobestanden genereert
(codeert), moet u een bitrate van
max. 256 kbit/s gebruiken.
Om MP3-bestanden te gebruiken in
het Infotainmentsysteem moeten de MP3-bestanden de bestandsex‐ tensie .mp3 hebben.■ Op één CD kunnen in totaal 65535 afspeelbare tracks worden opge‐
slagen. Het is niet mogelijk om bij‐
komende tracks af te spelen.
■ Op een MP3-CD kunt u maximaal 253 albums bewaren om met het
Infotainmentsysteem te gebruiken.
De albums kunnen afzonderlijk worden geselecteerd met het Info‐
tainmentsysteem.
Gebruik
Plaatsen van een CD
Plaats de cd in de cd-sleuf.
De CD wordt automatisch naar bin‐
nen getrokken.
Houd de CD niet tegen of help niet wanneer de CD naar binnen getrok‐
ken wordt.
Bovenaan het display verschijnt CD
in voor audio-cd's. Bij mp3 cd's ver‐
schijnt ook nog MP3 en bij tekst-cd's
de naam van de cd.CD-weergave
Schakel als volgt van een andere au‐
diomodus of de radiomodus over
naar de CD-modus:
Er wordt een cd geplaatst.
Druk eenmaal of meerdere malen op
de toets MEDIA totdat het menu CD
verschijnt.
U luistert nu naar de cd.
Afhankelijk van het type cd ziet u ver‐
schillende cd-informatie in het CD-
menu. Tekstinformatie verschijnt al‐
leen als Titel tonen in het Extra's -
menu wordt ingeschakeld, zie "Cd-
tekst activeren/deactiveren" onder‐
staand.
Page 123 of 157

Cd-speler123
Titelselectie
Bij audio-cd's wordt het nummer ge‐
selecteerd binnen de cd, bij mp3- en
mixed mode-cd's binnen het geselec‐ teerde album.
U hoort een titel.
Tip de kruistuimelschakelaar m of
n aan totdat het gewenste nummer
verschijnt.
De vereiste track wordt afgespeeld.
of:
Draai in het menu CD aan de multi‐
functionele knop totdat de menuoptie j of k wordt gemarkeerd.
Druk de combiknop steeds weer in
totdat het gewenste nummer ver‐ schijnt.
De vereiste track wordt afgespeeld.
of:
Selecteer in het menu CD menuoptie
Track .
Er verschijnt een lijst met alle num‐
mers.
Het momenteel beluisterde nummer is gemarkeerd met een pijl.Selecteer het gewenste nummer.
Het CD-menu verschijnt.
Het nieuw geselecteerde nummer
verschijnt en wordt afgespeeld.
Snel zoeken vooruit/achteruit Zoekt u een bepaald punt op een CD, ga dan als volgt te werk:
U hoort een titel.
Houd kruistuimelschakelaar m of
n ingedrukt tot u het gewenste punt
bereikt.
De cd-speler speelt de cd af met een
verhoogde snelheid en afgenomen
volume.
Snel zoeken bij mp3-nummers ver‐
loopt onhoorbaar.
of:
Selecteer in het menu CD menuoptie
__ of 66 .
De CD-wisselaar speelt de CD af met een verhoogde snelheid en afgeno‐
men volume.
Snel zoeken bij mp3-nummers ver‐
loopt onhoorbaar.Selecteer bij het bereiken van de ge‐
wenste passage opnieuw menuoptie
__ of 66 .
Albumselectie voor MP3- of
Mixed Mode-cd's U beluistert een track van een album.
Druk de kruistuimelschakelaar c of d
in, totdat het album van uw keuze op
het display verschijnt.
U hoort het eerste nummer van het
album of de cd van uw keuze.
of:
U bevindt zich in het CD -menu.
Selecteer menu-item Album.
Op het display verschijnt een cd-al‐
bumlijst.
Het album dat net afgespeeld is,
wordt met een pijl gemarkeerd.
Selecteer het gewenste album.
Het CD-menu verschijnt.
Het eerste nummer van het nieuw ge‐ selecteerde album verschijnt op het
display.
Het nieuw geselecteerde nummer
wordt afgespeeld.
Page 124 of 157

124Cd-speler
CD extra's
Selecteer in het menu CD menuoptie
Extra's .
Het CD extra's -menu verschijnt.
In het Extra's -submenu zijn de vol‐
gende optievelden beschikbaar:
Normaal
Bij deze optie worden de opeenvol‐
gende functies Random CD, Repeat
track en Scan CD gedeactiveerd
Random CD (willekeurig) Audio-CD:
Wanneer willekeurig afspelen voor
een audio-CD geselecteerd is, wor‐
den de tracks op een CD in willekeu‐
rige volgorde afgespeeld.
MP3-CD:
Bij 5 of minder albums op een mp3-cd worden er 4 nummers per album in
willekeurige volgorde afgespeeld. Bij
meer dan 5 albums op de mp3-cd
wordt er steeds 1 nummer per album
afgespeeld.
Mixed mode-cd:
Op een mixed-mode-cd worden de
nummers van het audiogedeelte het
eerst in willekeurige volgorde afge‐
speeld. Daarna worden zoals boven‐
staand beschreven de nummers van
het mp3-gedeelte afgespeeld.Overschakelen op Random CD
Selecteer het optieveld Random CD.
Op het display verschijnt het g-sym‐
bool.
Repeat track
Met de "Repeat"-functie herhaalt de
cd-speler het huidige nummer.
Overschakelen op Repeat track
U hoort een titel.
Houd de kruistuimelschakelaar c in‐
gedrukt totdat het symbool i op het
display verschijnt.Op het display verschijnt gedurende
enkele seconden Herhalen Aan .
U hoort deze titel steeds weer.
of:
Selecteer het optieveld Repeat track.
Op het display verschijnt het i-sym‐
bool.
U hoort deze titel steeds weer.Repeat track uitschakelen
Houd de kruistuimelschakelaar c in‐
gedrukt totdat het symbool i op het
display dooft.
Op het display verschijnt gedurende
enkele seconden Herhalen Uit .
of:
Selecteer een nieuw nummer.
of:
Selecteer het optieveld Normaal.
Het symbool i verschijnt niet meer.
Scan CD
Met de functie "Scan CD" speelt de
cd-wisselaar elk nummer gedurende
10 seconden.
Page 125 of 157

Cd-speler125
Overschakelen op Scan CD
U hoort een titel.
Houd de kruistuimelschakelaar d in‐
gedrukt totdat het symbool k op het
display verschijnt.
of:
Selecteer het optieveld Scan CD.
Op het display verschijnt het k-sym‐
bool.Scan CD uitschakelen
Houd de kruistuimelschakelaar d in‐
gedrukt totdat het symbool 6⃒ op het
display dooft.
of:
Selecteer een nieuw nummer.
of:
Selecteer het optieveld Normaal.
Op het display verschijnt het menu
CD .
Het symbool k verschijnt niet meer.
CD-tekst activeren/deactiveren
Al naargelang het feit of de CD-tekst
al dan niet ingeschakeld is, kunnen
verschillende informaties worden
weergegeven.
Ingeschakeld=Cd-naam
Tracknaam
Naam uitvoerder
AlbumnaamUitgeschakeld=Titelnummer
Albumnaam
Afspeeltijd
Niet alle cd's bevatten cd-tekst. In
deze gevallen worden de titelnum‐
mers en afspeeltijden altijd weerge‐
geven.
Aankruisvakje Titel tonen aan-/afvin‐
ken.
Verkeersbericht in de CD-modus
Terwijl een CD wordt afgespeeld,
kunt u verkeersberichten ontvangen.
Verkeersinformatie (TP) 3 114.
U kunt een verkeersbericht beëindi‐
gen met de TP-knop en de huidige
CD blijft verder afgespeeld worden.
Een cd verwijderen Druk op de j-toets.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen.
U hoort de als laatste ingestelde zen‐ der of de als laatste gespeelde audi‐
obron.
Wanneer een CD niet wordt wegge‐
nomen, wordt hij automatisch weer
ingetrokken en het uitwerpproces on‐ derbroken.
Page 134 of 157

134InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............134
Verbinding .................................. 137
Bluetooth-verbinding ..................138
Noodoproep ............................... 140
Bediening ................................... 141
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ..................145Algemene aanwijzingen
De Mobiele telefoon portal biedt de mogelijkheid om de telefoongesprek‐
ken van de mobiele telefoon via een
microfoon en luidspreker in de auto te
voeren en om de belangrijkste func‐
ties van de mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem van de auto te
bedienen.
De Mobiele telefoon portal werkt via
de afstandsbediening op het stuur, een spraakherkenningssysteem en
een combiknop op de radio. De me‐
nugestuurde functies en status ver‐
schijnen op het infodisplay.
De weergave van de belangrijkste in‐ houd van het telefoondisplay op het
Info display zorgt voor een overzich‐
telijke en comfortabele bediening.
De mobiele telefoon dient in een voor het specifieke telefoontype bedoelde
adapter te worden vastgeklikt en via
een buitenantenne te worden ge‐
bruikt.Bij een actieve telefoonverbinding
wordt het radiogeluid uitgeschakeld.
Na beëindigen van de telefoonverbin‐
ding wordt het radiogeluid weer inge‐
schakeld.
Algemene aanwijzingen ten
aanzien van deze
Gebruiksaanwijzing
Gedetailleerde functiebeschrijvingen
van uw Infotainmentsysteem vindt u
in de gebruiksaanwijzing van uw In‐
fotainmentsysteem.
Informatie over telefoonspecifieke
adapters voor de mobiele telefoon is
verkrijgbaar bij uw Opel Partner.
Niet alle functies van het mobiele te‐
lefoonportaal worden door elke tele‐
foon ondersteund. De functionaliteit
van de telefoon hangt af van de ge‐
bruikte mobiele telefoon en de net‐
werkexploitant. Voor nadere informa‐
tie verwijzen wij u naar de gebruiks‐
aanwijzing van de mobiele telefoon,
de instructies voor de telefoonspeci‐
fieke adapter en de netwerkexploi‐
tant.
Page 136 of 157

136Inleiding
Bedieningselementen
De Mobiele telefoon portal werkt via
een afstandsbediening op het stuur,
een spraakherkenningssysteem en
een combiknop op de radio.
Zodra de Mobiele telefoon portal in‐
geschakeld is en de mobiele telefoon aangemeld is, verschijnt de startpa‐
gina op het display.
De selectie van de functies in de kop‐ regel en de verdere bediening wordtonderstaand beschreven:
Stuurwielafstandsbediening1Draaischijf
Draaien: menuopties en comman‐
do's selecteren
Indrukken: een keuze bevestigen
(OK)2q -toets
Indrukken: Spraakherkennings‐
systeem selecteren/uitschakelen
3 1473p -toets
Indrukken: Oproep ontvangen of afsluiten of directe toegang tot
bellijst4o Draaien: volume aanpassen
Infotainmentsysteem met combiknop
bedienen
Zie "Bedieningselementen op instru‐
mentenbord" in de handleiding van
het betreffende Infotainmentsysteem.
Het mobiele telefoonportaal kan daar‐
naast ook met het spraakherkenning‐
systeem worden bediend 3 147.
Page 138 of 157

138Inleiding
Zet de mobiele telefoon in de adapter.Controleer of de contacten goed ver‐
bonden zijn. Bij het plaatsen van de
mobiele telefoon moet u een klikkend geluid horen
Druk op de ontgrendelingstoets op de
adapter om de telefoon eruit te ne‐
men.
Bluetooth-verbinding De Bluetooth™-functie van de mo‐
biele telefoon moet geactiveerd zijn.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon.
Bluetooth™ is een radionorm voor draadloos verbinden van bijv. een
mobiele telefoon met andere appara‐
tuur. Hiermee kan informatie, o.a. te‐
lefoonboek, opropenlijst, netwerkex‐
ploitant en veldsterkte worden ver‐
zonden. Afhankelijk van het type ap‐
paratuur kunnen de functies beperkt
beschikbaar zijn.
Verbinding tot stand brengenSelecteer het telefoonsymbool in de
kopregel van het hoofdmenu.
Bij het vastklikken van de mobiele te‐ lefoon in de adapter verschijnt het te‐
lefoonmenu of het menu Bluetooth™
op het display.
Als de mobiele telefoon niet in de
adapter is vastgeklikt, verschijnt het
Bluetooth ™-menu op het display.
Selecteer het Bluetooth-menupunt.
Als Bluetooth™ gedeactiveerd is,
gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer het Bluetooth-menu‐
punt.
Bluetooth™ is geactiveerd, de
overige menuopties verschijnen
op het display.
2. Selecteer het Bluetooth PIN-me‐
nupunt.
3. Voer nu een vrij kiesbare Blue‐ tooth™ PIN-code in en bevestig
met OK.
Om veiligheidsredenen dient een
minimaal 4-cijferige en toevallig
gekozen PIN-code te worden ge‐
bruikt.
Page 139 of 157

Inleiding139
4. Zorg ervoor dat de Bluetooth™van demobiele telefoon geacti‐
veerd is en dat de telefoon op
"zichtbaar" is ingesteld.
5. Selecteer het Zoeken starten -me‐
nupunt.
Tijdens het zoeken naar Blue‐
tooth™ -apparaten verschijnt de
displayweergave worden
gezocht... .
Na afronding van het zoekproces
worden de gevonden Bluetooth™
-apparaten in het menu Gev.
app. vermeld.
6. Selecteer de gewenste mobiele
telefoon.
Bij het tot stand brengen van de
verbinding verschijnt het bericht
Bezig met verbinden... op het dis‐
play.
Op het display van de mobiele te‐
lefoon verschijnt "Voer uw Blue‐
tooth PIN in" of een soortgelijke
vraag.
7. Voer nu via het toetsenveld van de mobiele telefoon dezelfde
Bluetooth™ PIN-code in als bij het
Infotainmentsysteem en bevestig
deze met OK.
Op het display van de mobiele te‐ lefoon verschijnt de mededeling
"Apparaat aan de lijst van bek. ap‐
paraten toevoegen?" of een ver‐
gelijkbaar bericht.
8. Bevestig via het toetsenveld van de mobiele telefoon door op OK te
drukken.
Na het tot stand komen van een ver‐
binding verschijnt het bericht is
toegevoegd aan de verbonden
apparaten op het display.
De verbinding tussen de mobiele te‐ lefoon en het Infotainmentsysteem istot stand gebracht.Aan deze lijst kunnen max. vijf appa‐
raten worden toegevoegd.
Verbinding verwijderen 1. Selecteer in het menu Bluetooth ™ de optie Bekende
app. .
Op het display verschijnt het
menu Bekende app. .
2. Selecteer de gewenste mobiele
telefoon.
Op het display verschijnt het
menu Bluetooth ™.
Page 140 of 157

140Inleiding
3. Deactiveer Verbinden.
De mededeling Verbroken! ver‐
schijnt op het scherm, vervolgens
verschijnt weer het menu
Bluetooth ™.
4. Kies Verwijderen .
De mededeling Verwijderd! ver‐
schijnt op het scherm, vervolgens
verschijnt weer het menu
Bluetooth ™.
UHP zichtbaar
Door het activeren van deze functie is de Mobiele telefoon portal zichtbaar
voor andere Bluetooth™-apparaten.
Zo kunt u bijv. een Bluetooth™-ver‐
binding van de mobiele telefoon naar de Mobiele telefoon portal tot stand
brengen.
1. Selecteer in het menu Bluetooth ™ de optie UHP zichtb. .
De Mobiele telefoon portal is de
eerstkomende 3 minuten zicht‐ baar voor andere apparaten.
2. Start de zoekfunctie van de mo‐ biele telefoon naar Bluetooth™ -
apparaten, zie de gebruiksaanwij‐
zing van de mobiele telefoon.
Op het display van de mobiele te‐ lefoon verschijnt "App. ontdekt:
UHP".
3. Start de verbindingsfunctie van de
mobiele telefoon (raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de mo‐
biele telefoon).
4. Voer Bluetooth PIN in het Infotain‐
mentsysteem in.
5. Voer de "Bluetooth PIN" op de mobiele telefoon in.
De Bluetooth™-verbinding tussen de
mobiele telefoon en het Infotainment‐ systeem is tot stand gebracht.
Handsfree Een telefoonverbinding is actief.
Draai aan het kartelwieltje.Er wordt een contextmenu geopend.
Activeer Handsfree . Het geluid wordt
via de luidsprekers van de auto ge‐ leid.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt