OPEL CASCADA 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2019Pages: 265, PDF Size: 7.86 MB
Page 31 of 265
Sleutels, portieren en ruiten29Buitenspiegels
Bolle vorm
Door de vorm van de spiegel lijken
voorwerpen kleiner dan ze zijn, waar‐ door afstanden moeilijker zijn in te
schatten.
Dodehoeksysteem 3 170.
Elektrische verstelling
Selecteer de gewenste buitenspiegel
door de knop naar links (L) of rechts
(R) te draaien. Daarna de knop bewe‐
gen om de spiegel te verstellen.
In de stand 0 is geen enkele spiegel
geselecteerd.
Inklapbare spiegels
Voor de veiligheid van voetgangers
klappen de buitenspiegels bij aansto‐
ten vanaf een bepaalde kracht weg uit de normale stand. Spiegel dan door
licht op de spiegelbehuizing te druk‐
ken terugduwen.
Elektrisch inklappen
Draai de knop naar 0 en duw de knop
daarna omlaag. Beide buitenspiegels
klappen nu in.
Druk nogmaals op de knop - beide
buitenspiegels keren nu terug naar de oorspronkelijke stand.
Wanneer u een elektrisch ingeklapte
spiegel met de hand uitklapt, wordt
door het omlaagduwen van de knop
alleen de andere spiegel elektrisch
uitgeklapt.
Page 32 of 265
30Sleutels, portieren en ruitenVerwarmde spiegels
Om in te schakelen Ü indrukken.
De LED in de toets geeft aan dat het
systeem geactiveerd is.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Binnenspiegel
Handmatige dimfunctie
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐
gelbehuizing bijstellen.
Automatische dimfunctie
Verblinding 's nachts door achterop‐
komend verkeer wordt automatisch
verminderd.
Page 33 of 265
Sleutels, portieren en ruiten31Ruiten
Voorruit Warmtereflecterende voorruit
De warmtereflecterende voorruit
heeft een coating die zonnestralen
weerkaatst. Ook kunnen gegevens‐ signalen, bijv. van tolhuizen, worden
weerkaatst.
De gemarkeerde gebieden op de
voorruit zijn niet bedekt met de
coating. Apparaten voor het registre‐ ren van elektronische gegevens enbetaling van gelden moeten op deze
plekken worden bevestigd. Anders is
het mogelijk dat gegevens over onge‐
vallen niet worden geregistreerd.
Voorruitstickers
Plak geen stickers, zoals tolvignetten of soortgelijke stickers, rondom de
binnenspiegel op de voorruit. Anders
kunnen de detectiezone van de
sensor en het zichtveld van de
camera in de spiegelbehuizing kleiner
worden.
Vervanging van voorruitVoorzichtig
Als de auto met een vooruitzicht‐
camera voor de bestuurderson‐
dersteuningssystemen uitgevoerd is, is het zeer belangrijk dat een
eventuele vervanging van de voor‐ ruit precies volgens de specifica‐
ties van Opel plaatsvindt. Anders
werken deze systemen wellicht
niet goed en bestaat het risico van
onverwacht gedrag en/of berich‐
ten van deze systemen.
Elektrisch bediende ruiten9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het gebruik
van de elektrische ruitbediening.
Er bestaat verwondingsgevaar,
met name voor kinderen.
Ruiten tijdens het sluiten goed in
de gaten houden. Ervoor zorgen dat niets of niemand bekneld
raakt.
Bedrijfsklaar met contactsleutel in
stand 1 of 2 (contact aan) 3 139.
Vertraagde uitschakeling stroom
3 139.
Page 34 of 265
32Sleutels, portieren en ruiten
Druk de schakelaar van de desbetref‐fende ruit in om de ruit te openen of
trek aan de schakelaar om de ruit te
sluiten.
Knop een stukje indrukken of uittrek‐
ken: ruit gaat omhoog of omlaag
zolang u de schakelaar bedient.
Knop zover mogelijk indrukken of
uittrekken en loslaten: ruit gaat auto‐
matisch omhoog of omlaag met geac‐
tiveerde beveiligingsfunctie. U stopt
de ruit door de schakelaar nogmaals
in dezelfde richting te bedienen.
Centrale schakelaar ,
Schakelaar in de middenconsole
bedient alle ruiten.
Druk kort op schakelaar , om alle
ruiten automatisch te openen.
Trek kort aan schakelaar , om alle
ruiten automatisch te sluiten.
BeveiligingsfunctieStuit de ruit tijdens het automatisch
sluiten boven de middelste stand op
weerstand, dan stopt het sluiten
onmiddellijk en beweegt de ruit weer
omlaag.
Beveiligingsfunctie negeren
Bij een stroeve werking door ijsvor‐
ming e.d. het contact inschakelen en
vervolgens de schakelaar tot aan de
eerste vergrendeling trekken en vast‐ houden. De ruit gaat automatischomhoog met gedeactiveerde beveili‐
gingsfunctie. Om de beweging te
stoppen, laat u de schakelaar los.
Automatisch zakken van ruiten
Hiermee gaat de ruit bij het openen
van het portier automatisch iets
omlaag. Wanneer het portier wordt
gesloten, gaat de ruit geheel omhoog.
Let op
Bij koud weer, ijzel en sneeuw gaat
de ruit bij het openen van het portier
mogelijk niet omlaag. Ontdoe de ruit vóór het sluiten van het portier van
ijs en sneeuw om de ruit goed te
laten werken.
Als de auto minder vermogen levert,
moet u wellicht de ruiten herprogram‐
meren. Ga te werk zoals beschreven
in "Elektrisch bediende ruiten initiali‐
seren" hieronder.
Page 35 of 265
Sleutels, portieren en ruiten33Comfortabele bediening met de
afstandsbediening
De ruiten en de softtop kunnen op
afstand buiten de auto worden
bediend.
Openen
● Druk één keer kort op c: de
portieren worden ontgrendeld.
● Druk één keer gedurende meer dan twee seconden op c: de
ruiten gaan automatisch omlaag.
Druk langere tijd op c: de softtop
wordt geopend. Houd c ingedrukt
totdat de softtop geheel geopend is.
c loslaten tijdens het openen van de
softtop: de beweging stopt gedurende 10 seconden, door nogmaals indruk‐
ken van c opent deze weer verder.
Sluiten ● Druk één keer kort op e: de
portieren worden vergrendeld.
● Druk nog eens langere tijd op e:
de softtop en de ruiten worden
gesloten. Houd e ingedrukt totdat
de softtop geheel gesloten is.
e loslaten tijdens het sluiten van
de softtop: de beweging stopt
gedurende 10 seconden, door
nogmaals indrukken van e sluit
deze weer verder.
● Als de softtop al gesloten is maar
de ruiten open zijn: druk gedu‐
rende twee seconden op e om de
ruiten te sluiten.
Bevestiging
Na het geheel openen of sluiten van
de softtop knipperen de alarmknip‐
perlichten ter bevestiging.Overbelasting
Door herhaalde, snel opeenvolgende
bediening wordt de stroomvoorzie‐
ning van de ruitbediening enige tijd
onderbroken.
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren
Als u de ruiten niet automatisch kunt
sluiten (bijv. na het loskoppelen van
de accu), verschijnt er een waarschu‐
wingstekst op het Driver Information
Center.
Boordinformatie 3 102.
Activeer de ruitelektronica voor elke
ruit, te beginnen met de achterruiten,
als volgt:
1. De softtop moet gesloten zijn.
2. Portieren sluiten.
3. Contact inschakelen.
4. Trek aan de schakelaar tot de tweede klik totdat de ruit omhoog
gaat en houd de schakelaar nog
eens 4 seconden vast.
Page 36 of 265
34Sleutels, portieren en ruiten5.Druk de schakelaar tot de tweede
klik in totdat de ruit automatisch
omlaag gaat.
6. Deze handeling uitvoeren voor alle ruiten.
Achterruitverwarming
Om in te schakelen Ü
indrukken.
De LED in de toets geeft aan dat het
systeem geactiveerd is.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Bij het openen van de softtop wordt
de achterruitverwarming gedeacti‐
veerd.
Zonnekleppen
Om verblinding te vermijden kunnen
de zonnekleppen worden neerge‐
klapt en opzij worden gedraaid.
Onderweg moeten de spiegelkappen
gesloten zijn.
Aan de achterkant van de zonneklep
zit een kaartjeshouder.Dak
Softtop9 Waarschuwing
Ga bij het bedienen van de softtop
behoedzaam te werk. Kans op
letsel. Houd tijdens het bedienen
het bovenstaande werkingsge‐
bied, de zijkant en achterkant van
de auto in de gaten.
Voorkom dat er lichaamsdelen of
voorwerpen in het mechanisme
bekneld raken. Zorg ervoor dat personen uit het werkingsgebied
van de softtop of het deksel van de
softtop blijven. Kans op letsel.
Alvorens de softtop te bedienen
de hoogte, lengte en breedte
controleren, zoals in een garage,
parkeerplaats of bij het gebruik
van een fietsendrager.
Inzittenden dienen hierover inge‐
licht te worden.
Page 37 of 265
Sleutels, portieren en ruiten35Alvorens de auto te verlaten de
contactsleutel eruit trekken om
ongeoorloofde bediening van de
ruiten en de softtop te voorkomen.
Bediening met schakelaar in
middenconsole
Bedrijfsklaar met contactsleutel in
stand 1 of 2 (contact aan) 3 139.
De softtop kan worden geopend en
gesloten bij snelheden tot 50 km/u.
Softtop openen
Blijf aan de schakelaar trekken totdat de softtop geheel geopend is en hetdeksel van de softtop gesloten is.
Hierbij worden alle ruiten geopend.
Trek aan schakelaar , om alle ruiten
te sluiten.
Softtop sluiten
Blijf op de schakelaar drukken totdat
de softtop en het deksel van de soft‐
top geheel gesloten zijn. Hierbij
worden alle ruiten geopend.
Trek kort aan schakelaar , om alle
ruiten te sluiten.
Bevestiging van handeling
Het compleet openen of sluiten van
de softtop met de schakelaar in de
middenconsole wordt bevestigd door
middel van een geluidssignaal.
Bediening met de
afstandsbediening
Softtop openen
Houd c ingedrukt totdat de softtop
geheel geopend is en het deksel van
de softtop gesloten is. Hierbij worden
alle ruiten geopend.
Page 38 of 265
36Sleutels, portieren en ruitenSofttop sluiten
Houd e ingedrukt totdat de softtop,
het deksel van de softtop en de ruiten
geheel gesloten zijn. Hierbij worden
eerst alle ruiten geopend.
Bevestiging van handeling
Na het geheel openen of sluiten van
de softtop met de afstandsbediening
knipperen de alarmknipperlichten ter bevestiging.
Veiligheidsstop
Houd de toets op de afstandsbedie‐
ning of de schakelaar in de midden‐
console ingedrukt totdat de softtop in
de betreffende eindpositie staat. Als u
hierbij de toets of de schakelaar
loslaat, stopt de beweging van de
softtop onmiddellijk. De softtop blijft
slechts gedurende een bepaalde tijd
in een tussenstand staan. Daarna
klinkt er een geluidssignaal, neemt de hydraulische druk in het systeem af
en kan de softtop vanzelf gaan bewe‐
gen. Bij het opnieuw indrukken van de toets of de schakelaar gaat de hande‐
ling verder.
Vereisten voor bediening ● De auto staat stil of rijdt met een snelheid van maximaal 50 km/u.
● De afscheiding bagageruimte isuitgeklapt, het doorgangsluik is
gesloten 3 72.
● Deksel van softtop is dichtgeklikt.
● Kofferdeksel volledig gesloten is.
● De buitentemperatuur is niet lager dan -7 °C voor openen en
-10 °C voor sluiten.
● De accuspanning is op peil.
● Het systeem is niet overbelast door herhaalde werking (max.
5 complete achtereenvolgende
cycli).
Page 39 of 265
Sleutels, portieren en ruiten37
Als er aan een van deze vereis‐
ten niet wordt voldaan, klinkt er
een geluidssignaal en verschijnt
er bij het bedienen van de scha‐
kelaar een bericht op het Driver Information Center (DIC) en gaat de softtop niet open of dicht.
● Er mogen zich geen voorwerpen voor de achterruit of in het schar‐
niergebied van softtop en deksel
van de softtop bevinden.
Als de automatische aandrijving niet werkt wanneer de softtop open is,
moet u deze handmatig sluiten, zie de
volgende instructies in "Handmatig
sluiten bij een systeemstoring".
Algemene tips
Let op
● Houd de bedieningsschakelaar altijd in de betreffende vast totdathet geluidssignaal klinkt of totdat
de alarmknipperlichten oplichten
om er zeker van te zijn dat de softtop geheel geopend of geslo‐ ten is.
● De softtop kan in een tussenge‐ legen stand worden stilgezet,
zodat u de kapruimtes en -
pakkingen kunt reinigen. Laat de
schakelaar in de middenconsole
tijdens het bedienen los om de
softtop gedurende maximaal
7 minuten bij ingeschakeld
contact in een tussengelegen
stand stil te zetten. Na deze
periode klinkt er een waarschu‐
wingssignaal, neemt de hydrauli‐
sche druk in het systeem af en
kan de softtop uit zichzelf gaan
bewegen.
● Open de softtop niet als deze nat,
bevroren of vuil is.● Bij het activeren van de softtop op een oneffen ondergrond kan
deze defect en beschadigd
raken.
● Verzorging van de auto 3 229.
Handmatig sluiten bij een
systeemstoring
Bij een defect aan het elektrohydrau‐lische mechanisme kan de geopende
softtop handmatig worden gesloten.
Er klinkt een waarschuwingssignaal
en verschijnt er een bericht op het
DIC.
Page 40 of 265
38Sleutels, portieren en ruitenVoorzichtig
Wij raden ten zeerste aan de soft‐top handmatig met twee personen te sluiten.
Handmatig bedienen van de soft‐
top is alleen toegestaan om deze
te sluiten.
Lees de volgende beschrijving
geheel door alvorens u het
systeem bedient.
Sluit de softtop niet handmatig als
de auto in een bergafwaarts of met
de voorkant naar beneden gepar‐
keerd staat.
Verwijder de grote windgeleider
voordat u begint met bedienen.
Laat de softtop na het sluiten
ervan door een werkplaats repa‐
reren.
Houd voor het handmatig bedienen
de volgende gereedschappen bij de
hand:
● inbussleutel met 4 mm zeskant aan de lange en 6 mm zeskant
aan de korte kant, in het hand‐
schoenenkastje
● twee bandjes, in het handschoe‐ nenkastje
● schroevendraaier, in de gereed‐ schapskist in de bagageruimte
3 208
1. Contact uitschakelen.
2. Open het kofferdeksel en haal de schroevendraaier uit de gereed‐
schapskist.3. Aan de binnenkant van de rand van de bagageruimte boven zit
een ontgrendelingshendel voor
het deksel van de softtop. Zoek
naar de hendel en ontgrendel
door de hendel omlaag te zwen‐
ken.
Let op
Vanaf de volgende stap kan het
kofferdeksel niet worden geopend.
Haal de schroevendraaier voor de
volgende handeling uit de gereed‐
schapskist. Wellicht kan de bagage‐
ruimte niet worden geopend totdat
de auto bij een werkplaats is. Haal
daarom alle voorwerpen die u nodig
hebt uit de bagageruimte.