OPEL CASCADA 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2019Pages: 265, PDF Size: 7.86 MB
Page 41 of 265
Sleutels, portieren en ruiten394. Kofferdeksel sluiten.
5. Til het deksel van de softtop aanbeide zijden tegelijkertijd onge‐
veer halfhoog op.
6. Steek de 4 mm inbussleutel in de gemarkeerde stand van de klep
aandrijfmodule. Draai de inbus‐
sleutel geheel rechtsom, zodat de
zijkleppen naar binnen worden
gezwenkt.
7. Open het deksel van de softtop tot
aan de eindstand.
8. Haal de kunststof kappen aan beide zijden eraf door erop te
drukken en naar achteren te schuiven, zie de illustratie.
9. Op de scharnieren aan elke kant zitten zichtbare markeringen.
Page 42 of 265
40Sleutels, portieren en ruiten10. Trek de bevestigde bandjes rondde gemarkeerde positie bij het
scharnier aan beide kanten erin en trek het uiteinde van het bandje door de lus, zie de illustratie.
11. Leg het uiteinde van de bandjes naar voren.
12.Trek de softtop eruit door de voor‐
ste boog ( 1) en tegelijkertijd de
spanboog ( 2) aan beide zijden op
te tillen.
13. Beweeg de voorste boog ( 1) naar
de voorruitsponning.
14. Verwijder het kleine deksel in de bekleding van de voorruitspon‐
ning met een schroevendraaier in
de uitsparing van het deksel.
15. Steek de 6 mm inbussleutel in de holte en sluit de pal door de inbus‐sleutel geheel rechtsom te
draaien.
Page 43 of 265
Sleutels, portieren en ruiten41
16.Til de spanboog ( 2) van de softtop
aan beide zijden op. Zet het
deksel van de softtop langzaam
ongeveer halfhoog open en laat
het dicht schuiven.
17. Laat de spanboog ( 2) van de soft‐
top zakken.
Let op
In deze stand kunt u naar de werk‐
plaats rijden om de softtop te laten
nakijken. De softtop is niet geheel
waterdicht en achteraan niet
vergrendeld.
Ga als volgt te werk om de softtop
geheel te vergrendelen.18. Druk elke zijde van de spanboog stevig omlaag. Trek het bandje
met een schroevendraaier dwars
in de lus tegelijkertijd langzaam
en ononderbroken naar voren.
Steun hierbij zo mogelijk met de
andere hand op het portierframe.
Doe dit aan beide zijden om de
softtop achteraan te vergrende‐
len.
Na de laatste stap kan het kofferdek‐ sel weer worden geopend. Laat de
bandjes door uw werkplaats verwij‐
deren.
De softtop mag niet met bevestigde bandjes worden geopend.
Windgeleider
Er bevinden zich twee windgeleiders
in een zak achter de rugleuningen van de achterbank. Klap de rugleu‐
ningen achter neer 3 72, open de
klittenbandsluitingen en haal de zak
uit de uitsparing.
● De kleine windgeleider past tussen de hoofdsteunen achter.
● De grote windgeleider past tussen de voorstoelen.
Geen voorwerpen op de windgeleider
leggen.
Open de softtop om de windgeleiders
te kunnen aanbrengen.
Page 44 of 265
42Sleutels, portieren en ruitenKleine windgeleider aanbrengen● Klap de rugleuning linksachter neer 3 72.
● Haal de afdekking van de gelei‐
ding tussen de hoofdsteunen
achter door deze naar linkerzijde
van de auto te schuiven.
● Steek de adapter van de geleider
met de verhoging in de tegen‐
overgelegen uitsparing van de
geleiding.
● Schuif de geleider in de gelding aan de rechterzijde van de auto
totdat deze vastklikt.
● Zet de rugleuning achter omhoog.
Verwijder de geleider in omgekeerde
volgorde.
Grote windgeleider aanbrengen ● Haal de geleider uit de zak.● Trek de vier borgpennen van de geleider eruit: de bovenste sprin‐
gen er onder veerkracht uit door
de pennen aan beide zijden uit de steunen te draaien, de onderste
springen eruit door de pallen op
de schuiven aan beide zijden op
te tillen.
● Vouw de windgeleider uit.
Page 45 of 265
Sleutels, portieren en ruiten43
●Steek de borgpennen rechts met
de scharnieren achter de voor‐
stoelen in de uitsparingen van de
bekleding rechts bij de achter‐
bank. Klap de geleider in het
midden iets in elkaar en steek de
borgpennen links in de uitsparin‐ gen van de bekleding links. Laat
alle pennen goed vastklikken.
Druk de geleider in het midden omlaag.● Klap het bovengedeelte verticaal
omhoog.
De achterbank is niet te gebruiken
wanneer de grote windgeleider
gemonteerd is.
Het verticale gedeelte van de geleider
kan worden neergeklapt wanneer het niet wordt gebruikt.
Wanneer de softtop gesloten is, kan
de windgeleider gemonteerd blijven.
Klap voor het verwijderen van de
geleider het verticale gedeelte
omlaag. Til de geleider in het midden iets op en haal deze aan beide zijden
uit de uitsparingen.
Windgeleider opbergen
Schuif voor het opbergen van de
deflector de borgpennen achter terug
en draai de pennen in de steunen.
Druk de schuiven van de borgpennen
voor terug totdat ze vastklikken. Klap
de geleider in elkaar en berg deze in
de zak op.
Klap de rugleuningen achter neer.
Lijn de harde kap van de zak uit met de bagageruimte. Plaats de zak van
onderaf omhoog bij de zijgeleiding in de uitsparing van het frame boven.
Zet de zak met het klittenband bij de
sjorogen aan beide zijden vast. Zet de achterbankrugleuningen omhoog.
Page 46 of 265
44Sleutels, portieren en ruitenKoprolbeveiliging
De koprolbeveiliging bestaat uit een
versterkte voorruitsponning en
rolbeugels onder afdekkingen achter
de hoofdsteunen achter.
Bij een koprol van de auto, een fron‐
tale aanrijding of aanrijding in de zij,
schieten de rolbeugels automatisch
binnen milliseconden omhoog. Ze
worden eveneens geactiveerd in
combinatie met de frontale en zijde‐
lingse airbags.
Let op
Leg geen voorwerpen op de afdek‐
kingen van de rolbeugels achter de
hoofdsteunen.
Het controlelampje voor de airbags
v licht op, wanneer de rolbeugels
geactiveerd zijn.
Het systeem wordt altijd geactiveerd
of de softtop nu open- of dichtstaat.
De softtop dient niet te worden
bediend wanneer de rolbeugels zijn
geactiveerd. Als de schakelaar wordt
bediend, klinkt er een ononderbroken waarschuwingssignaal en verschijnter een bericht op het Driver Informa‐
tion Center.
Page 47 of 265
Stoelen, veiligheidssystemen45Stoelen,
veiligheidssysteme
nHoofdsteunen .............................. 45
Actieve hoofdsteunen ................46
Voorstoelen .................................. 47
Stoelpositie ................................ 47
Handmatige stoelverstelling ......48
Rugleuning neerklappen ...........50
Elektrische stoelverstelling ........51
Armsteun ................................... 53
Verwarming ............................... 54
Ventilatie .................................... 54
Veiligheidsgordels .......................54
Driepuntsgordel ......................... 56
Airbagsysteem ............................. 58
Frontaal airbagsysteem .............61
Zijdelings airbagsysteem ...........62
Airbag deactiveren ....................63
Kinderveiligheidssystemen ..........64
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 67Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenzijde van de hoofdsteun moet op gelijke hoogte zijn als de
bovenzijde van het hoofd. Is dit bij
zeer lange personen niet mogelijk,
dan de hoofdsteun in de hoogste
stand zetten (bij zeer kleine personen
de hoofdsteun juist in de laagste
stand zetten).
Instellen
Hoofdsteunen van voorstoelen
Hoogteverstelling
Ontgrendelingsknop indrukken,
hoogte instellen, vastklikken.
Page 48 of 265
46Stoelen, veiligheidssystemenHorizontale verstelling
Trek het kussen van de hoofdsteun
langzaam naar voren. Hij klikt vast in
verschillende posities.
U zet deze weer helemaal naar
achteren door deze geheel naar
voren te trekken en los te laten.
Hoofdsteunen van achterbank
Hoogteverstelling
Trek de hoofdsteun omhoog en laat
deze vastklikken. Omlaag zetten:
druk op de pal om de hoofdsteun los
te zetten en omlaag te drukken.
Hoofdsteun achter wegnemen
Bijv. bij gebruik van een kinderveilig‐
heidssysteem 3 64.
Druk beide pallen in, trek de hoofd‐
steun omhoog en verwijder deze.
Leg de hoofdsteun in een nettas en
bevestig de onderkant van de tas met
de klittenbandbevestigingen aan de
vloer van de bagageruimte. Een
geschikte nettas is verkrijgbaar bij uw
werkplaats.
Actieve hoofdsteunen
Bij een aanrijding van achteren bewe‐ gen de voorste gedeelten van de
actieve hoofdsteunen iets naar voren. Op deze wijze wordt het hoofd dusda‐
nig gesteund dat het risico van een
whiplash afneemt.
Page 49 of 265
Stoelen, veiligheidssystemen47Let op
Goedgekeurde accessoires mogen
alleen bevestigd worden als de stoel
niet wordt gebruikt.Voorstoelen
Stoelpositie9 Waarschuwing
Alleen met een correct ingestelde
stoel rijden.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden
verstellen, omdat ze ongecontro‐
leerd kunnen bewegen.
9 Waarschuwing
Nooit voorwerpen onder de stoe‐
len plaatsen.
● Uw zitvlak zo dicht mogelijk naar de rugleuning schuiven. De
afstand tot de pedalen zo instel‐
len dat uw benen bij het intrappen
van de pedalen licht gebogen
zijn. De passagiersstoel voorin
zover mogelijk naar achteren
schuiven.
● Zithoogte zo instellen, dat u rondom een goed zicht hebt en
alle instrumenten goed kunt afle‐
zen. Tussen hoofd en dakframe
moet minstens een handbreedte
ruimte zitten. Uw dijen dienen
licht op de zitting rusten, zonder
druk uit te oefenen.
Page 50 of 265
48Stoelen, veiligheidssystemen● Uw schouders zo dicht mogelijknaar de rugleuning schuiven. Stelde hoek van de rugleuning zo in
dat u het stuurwiel gemakkelijk
met licht gebogen armen kunt vastpakken. Bij het verdraaien
van het stuurwiel contact blijven houden tussen schouders en
rugleuning. De rugleuning mag
niet te ver achteroverhellen. De
aanbevolen hellingshoek
bedraagt maximaal ca. 25°.
● Stel de stoel en het stuur zodanig
op elkaar af dat wanneer uw pols
bovenop het stuur rust, uw arm
volledig is gestrekt en uw schou‐
ders de rugleuning raken.
● Stuurwiel instellen 3 78.
● Hoofdsteun instellen 3 45.
● De instelbare dijbeensteun zo instellen dat de afstand tussen derand van de zitting en de knie‐
holte ca. twee vingers breed is.
● Lendensteun zo instellen dat deze de natuurlijke vorm van dewervelkolom ondersteunt.Handmatige stoelverstelling
Zorg bij het rijden dat de stoelen en
rugleuningen altijd vastgeklikt zijn.
Verstelling in de lengterichting
Aan handgreep trekken, stoel
verschuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te
schuiven om er zeker van te zijn dat de stoel vergrendeld is.
Hoek van rugleuning
Hendel naar achteren draaien, zitting‐ hoek instellen en hendel loslaten.Laat de rugleuning hoorbaar vastklik‐
ken.