infotainment OPEL COMBO 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: COMBO, Model: OPEL COMBO 2016Pages: 67, PDF Size: 1.2 MB
Page 35 of 67

AUX-ingang35AUX-ingangAlgemene aanwijzingen...............35
Gebruik ........................................ 35Algemene aanwijzingen
Radio met cd / mp3-speler
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Het is mogelijk om bijv. een draag‐ bare cd-speler met een 3,5 mm-stek‐
ker aan te sluiten op de AUX-ingang.
Gebruik
Druk op het Infotainmentsysteem
meerdere malen op de toets MEDIA
om de AUX-modus te activeren en
schakel het externe audioapparaat in.Voorzichtig
Voordat u een extra apparaat aan‐ sluit of loskoppelt, bijv. een draag‐
bare cd-speler, schakelt u de spe‐ ler en het infotainment-systeem uit
om problemen met de geluidskwa‐
liteit en mogelijke schade aan de
apparatuur te voorkomen.
Een audiobron die is aangesloten op
de AUX-ingang werkt alleen via de
bedieningsorganen op de audiobron
zelf. Met de bedieningsorganen op
het Infotainmentsysteem kunt u niet
naar een andere track, map of af‐
speellijst gaan.
De naam van de artiest of het num‐
mer wordt niet op het display weer‐
gegeven.
Page 38 of 67

38USB-poortHarddiskdrives (HDD) worden niet
ondersteund.Externe audioapparaten en USB-dri‐
ves
De USB-poort ondersteunt de vol‐
gende audio-indelingen:
● WMA : ondersteunt normen WMA
versie 1 en WMA versie 2.
● MP3: MPEG-1 Layer 3 - sam‐ plingfrequenties 32 kHz,
44,1 kHz en 48 kHz.
MPEG-2 Layer 3 - samplingfre‐
quenties 16 kHz, 22,05 kHz en
24 kHz.
Ondersteunde bitsnelheden:
16 kbps, 32 kbps, 64 kbps,
96 kbps, 128 kbps en 192 kbps.
MP2.5 extensie (samplingfre‐
quenties 8 kHz, 11,025 kHz en
12 kHz) wordt ook ondersteund.
● WAV : digitale audio-indeling zon‐
der compressie.
● AAC / MP4 / M4A: samplingfre‐
quenties tussen 22,05 kHz en 48 kHz.
Ondersteunde bitsnelheden:
8 kbps tot 529 kbps.MP3, WMA, MP4, M4A- en AAC-in‐
delingen bevatten multimedia-infor‐
matie, WAV-bestanden niet. Bij her‐
kende indelingen kan het zo zijn dat
er geen multimedia-informatie is in‐
gevoerd in een bestand waarbij dat
wel mogelijk is. In dat geval kunt u al‐ leen per map door audiobestanden
bladeren.
USB-apparaten met een wacht‐
woordfunctie worden niet aanbevo‐
len. Als uw USB-apparaat deze func‐
tie heeft, controleer dan altijd of deze gedeactiveerd is.
De mediaspeler ondersteunt alleen
de gespecificeerde indelingen en on‐ dersteunt niet met DRM (Digital
Rights Management) beveiligde au‐
diobestanden. Eventuele niet-onder‐
steunde audiobestanden op het USB-
apparaat worden genegeerd.
De mediaspeler is compatibel met de
meeste USB 1.0, 1.1 -of 2.0-gege‐
vensopslagapparaten.
De mediaspeler ondersteunt afspeel‐ lijstextensies, .m3u en wpl. De me‐
diaspeler ondersteunt niet geneste of
verbonden afspeellijsten. Zowel rela‐tieve als absolute paden naar num‐
mers in de afspeellijsten worden on‐
dersteund.
Door een iPod gegenereerde afspeel‐
lijsten worden niet ondersteund.
iPod optimaliseren
Voor het optimaliseren van de aan‐
sluiting van uw iPod met het Infotain‐ mentsysteem voert u de volgende
eenvoudige handelingen op uw iPod
uit:
● Configureer de iPod voor gebruik
als een externe schijf. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van de
iPod
● Als de configuratie is gemaakt op
een Apple-computer, configu‐
reert u deze op een Windows-pc
● Sla de muziektracks op als audi‐ obestanden die compatibel met
het Infotainmentsysteem zijn
Deze handelingen beïnvloeden de
geluidskwaliteit of bruikbaarheid van
de iPod-tracks niet nadelig.
Page 39 of 67

USB-poort39Opgeslagen
audiobestanden afspelen
De mediaspeler registreert het aan‐
sluiten van een USB-audioapparaat
op de USB-poort. Na het inschakelen van het contact wordt er een library
aangemaakt en automatisch weerge‐
geven.
De mediaspeler heeft slechts één li‐
brary. Bij het aansluiten van een
nieuw USB-apparaat wordt er in
plaats van de bestaande library een
nieuwe aangemaakt.
Na het aansluiten kunt u het externe
audioapparaat alleen met de stuurbe‐ dieningsknoppen, de toetsen van het
Infotainmentsysteem en gesproken
opdrachten bedienen.
Bedieningsorganen Infotainment 3 8.
Stuurbedieningsknoppen 3 8.
Stemherkenningssysteem 3 42.Bediening van displayscherm
Met de stuurbedieningsknoppen door menuopties op het display bladerenen geselecteerde opties bevestigen:
● Druk op R of S om door de me‐
nuopties op het display te blade‐
ren.
● Druk op SRC/OK om geselec‐
teerde opties te bevestigen.
Wijzigingen worden opgeslagen en
menu's worden na korte tijd automa‐
tisch afgesloten.
Weergave starten Ga als volgt te werk om de audiobron
in mediaspeler te veranderen:
● MEDIA -toets op het infotain‐
mentsysteem indrukken.
- of -
● Druk meerdere malen op de knop
SRC/OK van de stuurbedie‐
ningsknoppen.
Na het activeren van de mediaspeler
start de weergave automatisch als
Auto play ingeschakeld is.Let op
Wij raden u aan om de automatische afspeelfunctie in te schakelen, zodat
audiotracks bij het inschakelen van
het contact automatisch worden af‐
gespeeld.
Als Auto play uitgeschakeld is, kunt u de weergave met de stemherken‐
ningsfunctie starten:
1. Druk op s en wacht op het ge‐
luidssignaal.
2. Zeg " Spelen".
Stemherkenningssysteem 3 42.
Volgende / vorige track
selecteren
Volgende / vorige track selecteren tij‐ dens weergave van een track op de
mediaspeler:
● Druk op het stuurwiel op de knop
R of S.
- of -
● Druk op het Infotainmentsysteem
op de toets _ of 6.
Page 40 of 67
![OPEL COMBO 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch) 40USB-poortVolume aanpassenPas het volume van de mediaspeler
als volgt aan:
Druk op de stuurbedieningsknoppen
op < of ].
Pauze / einde pauze
Laat de mediaspeler als volgt pauze‐
ren:
● Druk op OPEL COMBO 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch) 40USB-poortVolume aanpassenPas het volume van de mediaspeler
als volgt aan:
Druk op de stuurbedieningsknoppen
op < of ].
Pauze / einde pauze
Laat de mediaspeler als volgt pauze‐
ren:
● Druk op](/img/37/21538/w960_21538-39.png)
40USB-poortVolume aanpassenPas het volume van de mediaspeler
als volgt aan:
Druk op de stuurbedieningsknoppen
op < of ].
Pauze / einde pauze
Laat de mediaspeler als volgt pauze‐
ren:
● Druk op het stuurwiel op de knop
à / q
- of -
● Druk op het Infotainmentsysteem
op de toets MUTE.
Beëindig de pauze van de mediaspe‐ ler als volgt:
● Druk opnieuw op de knop à / q
- of -
● Knop MUTE opnieuw indrukken.
Let op
Als de huidige audiobron op mute /
pauze staat, kunt u de aidobron niet wijzigen.Tracks in willekeurige volgorde
afspelen
Ga als volgt te werk om tracks tijdelijk in een willekeurige volgorde af te spe‐ len:
1. Druk op  / MENU .
2. Selecteer MEDIA PLAYER en
druk op SRC/OK .
3. Selecteer Willekeurig en druk op
SRC/OK .
Selecteer een categorie (bijv.
artiesten, albums, genres)
Ga als volgt te werk om alle tracks in
een specifieke categorie te selecte‐
ren en af te spelen:
1. Druk op  / MENU .
2. Selecteer MEDIA PLAYER en
druk op SRC/OK .
3. Selecteer met R of S één van de
onderstaande categorieën:
ARTIESTEN
ALBUMS
GENRES
PLAYLISTMAPPEN
4. Druk op SRC/OK om de geselec‐
teerde optie te bevestigen.
5. Blader met R of S door de be‐
schikbare opties in de gekozen
categorie en selecteer ALLES.
- of -
Blader met R of S door de be‐
schikbare opties in de gekozen
categorie en selecteer een speci‐ fiek(e) track/album enz.
6. Druk op SRC/OK om de weer‐
gave te starten.
Instellingen mediaspeler
U hebt de keuze uit de onderstaande lijst met standaardinstellingen voor de mediaspeler:
● WILLEKEURIGE VOLGORDE .
● Steeds opnieuw .
● AFSPELEN .
Page 51 of 67

Telefoon51TelefoonAlgemene aanwijzingen...............51
Verbinding .................................... 52
Bluetooth-verbinding ....................53
Noodoproep ................................. 55
Bediening ..................................... 56
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ....................63Algemene aanwijzingen
Het handsfree telefoonsysteem, ge‐
baseerd op Windows Mobile techno‐
logie, is een persoonlijk telematica
systeem voor communicatie- en en‐ tertainmentapparatuur, speciaal voor
gebruik in auto's.
Met dit systeem kunt u via de micro‐
foon en de luidsprekers van de auto
mobiele-telefoongesprekken voeren
en de belangrijkste mobiele-telefoon‐
functies via de stuurbedieningsknop‐ pen of gesproken interactie met het
Infotainmentsysteem bedienen.
Om het handsfree telefoonsysteem te kunnen gebruiken, moet de mobiele
telefoon via Bluetooth 3 53 met het
systeem worden verbonden.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van een hand‐
sfreetelefoonsysteem. De mogelijke
telefoonfuncties zijn afhankelijk van
de betreffende mobiele telefoon en
de netwerkprovider.Raadpleeg de gebruiksaanwijzing in het handboek van uw mobiele tele‐
foon of neem contact op met uw net‐
werkprovider.
Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het gebruik van het handsfree-te‐
lefoonsysteem tijdens het rijden
kan gevaarlijk zijn omdat uw con‐
centratie afneemt tijdens het tele‐
foneren. Parkeer de auto voordat
u het handsfree-telefoonsysteem
gebruikt.
Volg de voorschriften van het land op waarin u rijdt.
Volg ook de speciale voorschriften die in sommige gebieden gelden
op en zet uw mobiele telefoon al‐
tijd uit als mobiel telefoneren ver‐ boden is, als de mobiele telefoon
storing veroorzaakt of als zich ge‐
vaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Page 52 of 67

52Telefoon9Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn vei‐ ligheidsvoorschriften opgesteld
waarvan u zich op de hoogte moet stellen voordat u de telefoon ge‐
bruikt.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
SMS (Short Message Service) Door middel van de stemsynthese‐
technologie kan de geïntegreerde
SMS-berichtenlezer 3 56 van het
Infotainmentsysteem ontvangen
tekstberichten via het geluidssysteem van de auto op uw Bluetooth mobiele
telefoon lezen.
De functies van de SMS-
berichtenlezer werken via de stuur‐
bedieningsknoppen of gesproken op‐
drachten.
Niet alle mobiele telefoons onder‐
steunen het voorlezen van SMS-
berichten . Raadpleeg de bedienings‐
instructies in het handboek bij uw mo‐
biele telefoon of raadpleeg uw net‐
werkprovider.
Verbinding Een mobiele telefoon moet op het
handsfree telefoonsysteem zijn aan‐
gesloten om de functies ervan te re‐
gelen via het Infotainmentsysteem.
Er kan geen telefoon op het systeem
zijn aangesloten tenzij deze eerst ge‐
koppeld is. Zie de paragraaf
Bluetooth-verbinding (3 53) voor
het koppelen van een mobiele tele‐ foon aan het handsfree telefoonsys‐
teem via Bluetooth.
Bij het contact in de stand MAR zoekt
het handsfree telefoonsysteem naar
gekoppelde telefoons in de omge‐
ving. Bluetooth moet geactiveerd zijn
op de mobiele telefoon; anders her‐kent het handsfree telefoonsysteem
de telefoon niet. Het zoeken gaat
door tot een gekoppelde telefoon is
gevonden.
Het displaybericht Verbinden geeft
aan dat de telefoon wordt verbonden. Een bevestiging van de verbinding op het display, toont details over de ge‐
koppelde mobiele telefoon.
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt bij gebruik van het
handsfree-telefoonsysteem de bat‐
terij van de mobiele telefoon sneller
ontladen.
Automatische verbinding
Uw telefoon wordt wellicht alleen au‐
tomatisch verbonden terwijl het sys‐ teem ingeschakeld is, als de automa‐ tische Bluetooth -verbindingsfunctie
op uw mobiele telefoon geactiveerd is. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon.
Page 53 of 67

Telefoon53Als de verbinding mislukt:● controleer of de telefoon inge‐ schakeld is
● controleer of de batterij van de telefoon niet leeg is
● controleer of de telefoon reeds gekoppeld is
De Bluetooth -functie van de mobiele
telefoon en van het handsfree tele‐
foonsysteem moet ingeschakeld zijn
en de mobiele telefoon moet geconfi‐
gureerd zijn om het verbindingsver‐
zoek van het systeem te accepteren.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een mobiele telefoon met andere
apparatuur.
Met compatibele mobiele telefoons
kan de gebruiker gesprekken voeren en ontvangen en via de stuurbedie‐
ningsknoppen of spraakinteractie ge‐
sproken berichten afluisteren. Infor‐
matie van de mobiele telefoon, o.a. contact- en gesprekslijsten, kan wor‐den overgezet naar het geheugen
van het Infotainmentsysteem en op
het display worden getoond.
Let op
Afhankelijk van de uitvoering en het
model van de telefoon kan de func‐ tionaliteit beperkt zijn.
Mobiele telefoon koppelen aan
het handsfree telefoonsysteem
Let op
Voeg voorafgaand aan het koppelen van een mobiele telefoon contacten
aan het mobiele-telefoonboek toe,
opdat u deze met het handsfreesys‐
teem kunt bellen.
Om uw handsfree telefoonsysteem te
kunnen gebruiken, moet er een ver‐
binding tot stand worden gebracht
tussen de mobiele telefoon en het
systeem via Bluetooth, d.w.z. de mo‐
biele telefoon moet vóór gebruik aan
de auto worden gekoppeld. Daarom
moet de mobiele telefoon Bluetooth
ondersteunen. Raadpleeg de bedie‐
ningsinstructies van uw mobiele tele‐
foon.Om een Bluetooth -verbinding tot
stand te brengen, moet het handsfree
telefoonsysteem ingeschakeld en
moet Bluetooth op de mobiele tele‐
foon geactiveerd zijn.
Koppel een mobiele telefoon met de
volgende knoppen op het stuurwiel:
1. Â / MENU : indrukken
2. R / S : indrukken om op het dis‐
play omhoog/omlaag te gaan
3. INSTELLINGEN : optie selecteren
4. SRC/OK : indrukken om de gese‐
lecteerde optie te bevestigen
5. R / S : indrukken om op het dis‐
play omhoog/omlaag te gaan
6. REGISTREREN : optie selecteren
7. SRC/OK : indrukken om de gese‐
lecteerde optie te bevestigen
Op het display verschijnt Verbinden
terwijl het systeem via Bluetooth naar
beschikbare toestellen zoekt.
Als het handsfree systeem uw mo‐
biele telefoon heeft gevonden, ver‐
schijnt er een 4-cijferige pincode op
het display.
Page 54 of 67

54TelefoonVoer de pincode in op het toetsenblok
van uw mobiele telefoon. Op het dis‐
play verschijnt een bevestiging in de
vorm van informatie dat uw mobiele
telefoon gekoppeld is.
Let op
Elke keer bij het koppelen van een
nieuwe telefoon genereert het Info‐
tainmentsysteem hiervoor willekeu‐
rig een pinnummer. Daarom hoeft u
dit niet te onthouden. Als u het kwij‐
traakt, kunt u nog steeds het hand‐
sfreesysteem gebruiken.
Let op
Als het pinnummer niet binnen en‐
kele minuten wordt ingevoerd, wordt
de handeling automatisch geannu‐
leerd.
U kunt het koppelen ook met het
stemherkenningssysteem activeren
3 42.
Let op
Als een andere telefoon tijdens een
nieuwe koppelingsprocedure auto‐
matisch wordt aangesloten, wordt
deze automatisch losgekoppeld om
de nieuwe koppelingsprocedure te laten plaatsvinden.Let op
U kunt het koppelen te allen tijde on‐ derbreken met de knop à / q op het
stuurwiel. Op het display verschijnt
een foutmelding ter bevestiging dat
het koppelen mislukt is.
Bij het voor de eerste keer koppelen
van een mobiele telefoon geeft het systeem na het verbinden eerst een
welkomstbericht. Dit bericht ver‐
schijnt bij de volgende keren verbin‐ den van dezelfde mobiele telefoon
niet meer.
U hoeft uw telefoon slechts één keer
te koppelen. Daarna maakt het hand‐
sfreesysteem elke keer als u de con‐
tactsleutel in de stand MAR draait au‐
tomatisch verbinding.
Let op
Activeer de Bluetooth-functie van uw
mobiele telefoon, zodat het Infotain‐ mentsysteem de telefoon elke keer
bij het instappen en als u de contact‐
sleutel in de stand MAR zet, herkent.
Let op
Ga als het koppelen mislukt na of het
telefoonsysteem van de auto op de
lijst in het toetsel staat.Wellicht moet u het toestel uit het te‐ ostellenoverzicht wissen en als een
nieuw toestel koppelen.
Na het koppelen door het systeem wordt u gevraagd of u de contacten
van de zojuist gekoppelde telefoon
wilt kopiëren 3 56.
Na het koppelen is de telefoon auto‐ matisch met het handsfree telefoon‐
systeem verbonden. De mobiele te‐
lefoon kan dan via de knoppen van
het Infotainmentsysteem op het
stuurwiel worden bediend.
Mobiele telefoon ontkoppelen van
het handsfree telefoonsysteem
Wanneer de lijst met gekoppelde te‐
lefoons vol is, kan een nieuwe tele‐
foon alleen worden gekoppeld wan‐
neer een bestaande telefoon wordt
ontkoppeld.
Ontkoppel een mobiele telefoon met
de knoppen op het stuurwiel:
1. Â / MENU : indrukken
2. R / S : indrukken om op het dis‐
play omhoog/omlaag te gaan
Page 56 of 67

56TelefoonBedieningInleiding
Wanneer een Bluetooth-verbinding
tot stand is gebracht tussen uw mo‐
biele telefoon en het handsfree tele‐
foonsysteem, kunnen de functies van
uw mobiele telefoon grotendeels via
de knoppen van het Infotainmentsys‐ teem op het stuurwiel worden be‐
diend.
Het handsfree telefoonsysteem werkt
ook via gesproken opdrachten 3 42.
Het is dan bijv. mogelijk om de tele‐
foonnummers en contacten die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen, in
het handsfree telefoonsysteem te im‐ porteren en bij te werken.
Nadat de verbinding tot stand is ge‐
bracht, worden de gegevens van de
mobiele telefoon naar het handsfree
telefoonsysteem verzonden. Afhan‐
kelijk van het model telefoon kan dit
enige tijd duren. Tijdens de gege‐
vensoverdracht is bedienen van de
mobiele telefoon slechts beperkt mo‐
gelijk.Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt de functies van het hands‐
free-telefoonsysteem. Daarom kan
het bereik aan beschreven functies
afwijken.
Telefoonbedieningselementen
De belangrijkste telefoonbedienings‐
elementen zijn de volgende:
Knoppen op het stuurwiel: ● Â / MENU : menu telefoon acti‐
veren, geselecteerde menuoptie
bevestigen, oproep aannemen,
wisselgesprek, getoond bericht
selecteren. gesprek afwijzen/be‐
eindigen 3 20
● SRC/OK : geselecteerde menu‐
optie bevestigen, telefoonge‐
sprek van handsfreesysteem
naar mobiele telefoon en omge‐
keerd doorverbinden, getoond
SMS-bericht selecteren 3 20
● Ã / q : stemherkenning deacti‐
veren, gesproken bericht/lezen
van een tekstbericht onderbre‐
ken, menu Telefoon afsluiten,
submenu afsluiten en terug naar
vorige menu, huidige selectie af‐sluiten zonder opslaan, micro‐
foon tijdens telefoongesprek deactiveren/weer activeren, be‐
ltoongeluid voor ontvangen op‐
roepen onderdrukken 3 20
● s: stemherkenning activeren, ge‐
sproken bericht onderbreken en
nieuwe gesproken opdracht ge‐
ven, laatst afgespeeld gesproken bericht herhalen 3 42
● < / ]: volume aanpassen 3 20
● R / S : door menu bladeren, door
tekstberichten bladeren 3 56
Telefooninstellingen Selecteer het optiemenu Telefoonin‐
stellingen:
1. Â / MENU : indrukken
2. R / S : indrukken voor het selec‐
teren van de optie
INSTELLINGEN
3. SRC/OK : indrukken om te beves‐
tigen
Druk na het bevestigen van de ge‐
wenste aanpassingen van de tele‐
fooninstellingen op de toets à / q op
Page 57 of 67

Telefoon57het stuurwiel om het menu Telefoon
af te sluiten en de wijzigingen op te
slaan.
Standaard telefooninstellingen
herstellen
Selecteer de volgende menuopties
om alle gegevens en contacten voor
alle gekoppelde telefoons te wissen en het handsfreesysteem op de oor‐
spronkelijke instellingen terug te zet‐
ten:
1. Â / MENU : indrukken
2. R / S : indrukken voor het selec‐
teren van optie INSTELLINGEN
en SRC/OK indrukken om te be‐
vestigen
3. Selecteer de optie Gebruikersgegevens en druk op
de toets SRC/OK.
4. Selecteer de optie Alle wissen en
druk op de toets SRC/OK om te
bevestigen
De vraag Alle wissen? verschijnt op
het display. Bevestig dat u alle gege‐
vens wilt wissen door op de toets SRC/OK te drukken of annuleer deze
optie met de toets à / q .Let op
Het is niet mogelijk om de gebrui‐ kersgegevens voor een enkele mo‐
biele telefoon te wissen als dit niet
de enige is die aan het Infotainment‐ systeem gekoppeld is.
Volumeregeling
Het vaste telefoonvolume kan worden
aangepast met de optie
Spraakvolume via de toetsen op het
Infotainmentsysteem 3 20.
Met de functie Spraakvolume kunt u:
● het voorgeprogrammeerde vo‐ lume aanpassen
● onderweg het telefoonvolume tij‐ dens een gesprek aanpassen.
● het voorgeprogrammeerde vo‐ lume van een lopende oproep
aanpassen
● het volume van een momenteel gesproken aankondiging aan‐passenMenu Telefoon
Gebruik de knoppen op het stuurwiel
om de opties voor het menu Telefoon weer te geven:
1. Â / MENU : indrukken
2. R / S : indrukken om op het dis‐
play omhoog/omlaag te gaan en
de gewenste optie te markeren
3. SRC/OK : indrukken om de gese‐
lecteerde optie te bevestigen
4. Ã / q : indrukken om het menu
Telefoon af te sluiten
Bediening van displayscherm
Op het display worden de volgende
opties voor het menu Telefoon ge‐
toond:
● LAATSTE GESPREKKEN : over‐
zicht recente oproepen, uit‐
gaande of ontvangen. U kunt het overzicht downloaden vanuit het
geheugen van uw mobiele tele‐
foon en bij handsfreegebruik bij‐ werken.
● TELEFOON BOEK : hiermee
kunt u de nummers in uw tele‐
foonboek bekijken en er één voor