OPEL COMBO E 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: COMBO E, Model: OPEL COMBO E 2020Pages: 287, PDF Size: 28.92 MB
Page 231 of 287

Verzorging van de auto2293. Maak de gloeilamp los van delampfitting en vervang de lamp.
4. Plaats de lampfitting in het reflec‐ torhuis.
5. Breng de beschermkap aan.
Zijmarkeringslicht / dagrijlicht met gloeilampen
1. Draai de lampfitting linksom los uit
de reflector.
2. Haal de lamp uit de lampfitting door deze eruit te trekken.
3. Plaats een nieuwe lamp in de lampfitting.
4. Draai de lampfitting rechtsom in de verlichtingsmodule vast.
Zijmarkeringslicht / dagrijlicht met leds
Laat defecte leds door een werk‐
plaats vervangen.
LED-koplampen
Dagrijlichten zijn uitgevoerd met led's
en kunnen niet worden vervangen.
Laat lichten bij eventuele storingen
door een werkplaats vervangen.
Mistlampen voor
1. Wikkel een doek rond de punt van
een platte schroevendraaier om
schade aan de lak te voorkomen.
Steek de schroevendraaier in de
uitsparing aan de onderrand van
de afdekking. Neem de afdekking los door deze voorzichtig los te
wrikken.
Page 232 of 287

230Verzorging van de auto
2. Draai de twee bouten los en eruiten verplaats de lampmodule naar
voren.
3. Draai de lampfitting linksom en haal deze uit de lampmodule.
4. Maak de stekkerverbinding losdoor aan de borgnok te trekken.
5. Vervang de lampmodule en klik deze weer vast aan de stekker.
Let erop dat de lamp en de fitting
een geheel vormen en samen
moeten worden vervangen.
6. Plaats de lampfitting in de licht‐ module door deze rechtsom te
draaien en zet deze vast.
7. Monteer de lamp door de twee bouten vast te draaien.
8. Bevestig en vergrendel de afdek‐ king.
Richtingaanwijzers voor
1.Draai de lampfitting linksom los uit
de reflector.
Page 233 of 287

Verzorging van de auto2312. Druk de lamp iets omlaag, draaideze linksom en neem deze uit defitting.
3. Plaats een nieuwe lamp door deze rechtsom in de fitting te
draaien.
4. Draai de lampfitting rechtsom in de reflector vast.
Achterlichten
Lichtmodule in de carrosserie Auto met achterklep
1. Schroef de twee bouten los en neem ze eruit.
2. Trek de achterlichtmodule uit deuitsparing en verwijder deze. De
kabelgeleider moet op zijn plaats
blijven zitten.
3. Maak de kabel los van de houder.
4. Druk de borgnok naar achteren,
trek aan de lamphouder en klik deoverige borgnokken los.
5. Duw de lamp iets omlaag, verdraai deze en trek deze uit de
lamphouder. Vervang de gloei‐
lamp:
Mistachterlicht ( 1)
Achteruitrijlicht ( 2)
Richtingaanwijzer/alarmknipper‐
licht ( 3)
Achterlicht/remlicht ( 4)
6. Bevestig de lamphouder in de module.
Page 234 of 287

232Verzorging van de auto7.Bevestig de kabel aan de houder.
8. Bevestig de lichtmodule aan de carrosserie en haal beide bouten
aan.
Auto met achterdeuren
1. Schroef de twee bouten los en neem ze eruit.
2. Trek de achterlichtmodule uit deuitsparing en verwijder deze. De
kabelgeleider moet op zijn plaats
blijven zitten.
3. Maak de kabel los van de houder.
4. Klik de borgnokken los om de
lamphouder te verwijderen.
5. Duw de lamp iets omlaag,verdraai deze en trek deze uit de
lamphouder. Vervang de gloei‐
lamp:
Achterlicht/remlicht ( 1)
Richtingaanwijzer/alarmknipper‐
licht ( 2), buitenste lamp
Achteruitrijlicht ( 3), binnenste
lamp
Mistachterlicht ( 4)
6. Bevestig de lamphouder in de module.
Page 235 of 287

Verzorging van de auto2337.Bevestig de kabel aan de houder.
8. Bevestig de lichtmodule aan de carrosserie en haal beide bouten
aan.
Derde remlicht Het derde remlicht is uitgevoerd als
led-verlichting en kan niet worden
vervangen.
Laat lichten bij eventuele storingen
door een werkplaats vervangen.
LampcontroleSchakel het contact in en kijk of alle
lampen werken.Zijrichtingaanwijzers
Demonteer voor het vervangen van
de gloeilamp de lampbehuizing:
1. Schuif het lamphuis naar voren en
neem het aan de achterzijde los.
2. Druk de borgnok omhoog en neem de lampfitting van de stek‐
ker.
3. Vervang de complete module.
4. Steek de linkerkant van de lamp erin, schuif deze naar links en
steek de rechterkant erin.
Page 236 of 287

234Verzorging van de autoKentekenverlichting
1.Steek een schroevendraaier in de
uitsparing van de klep en neem
deze weg.
2. Trek de lamp uit de lamphouder en vervang deze.
3. Bevestig de kap.
Binnenverlichting
Laat de volgende lampjes vervangen
in een werkplaats:
● interieurverlichting, leeslampjes
● bagageruimteverlichting
● instrumentenverlichtingElektrisch systeem
Zekeringen
Controleren of het opschrift op de vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringendozen in de
auto:
● motorruimte
● instrumentenpaneel
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en het
contact uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.Voorzichtig
Vervang de zekering niet totdat de oorzaak van de storing is verhol‐
pen.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Page 237 of 287

Verzorging van de auto235ZekeringtrekkerIn de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker. De trekker heeft twee zijden; elke
zijde is bestemd voor een bepaald
type zekeringen.
Plaats de zekeringtrekker op de zeke‐ ring en verwijder de zekering.
Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Maak het deksel los en verwijder het.
Nr.Stroomkring16Mistlampen18Koplamp rechts19Koplamp links29Voorruitwissers
Nadat u de defecte zekering hebt
vervangen, sluit u het deksel van het
zekeringenkastje en vergrendelt u
het.
Wanneer u het deksel van het zeke‐ ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Page 238 of 287

236Verzorging van de autoZekeringenkast
instrumentenpaneel
De zekeringenkast zit achter een klep in het instrumentenpaneel links.
Trek de klep linksboven en dan rechts
eraf.
Nr.Stroomkring1Inductief opladen, koppelings‐
schakelaar, Selective Ride
Control, stuurbekrachtiging,
dieseluitlaatsysteem, binnen‐
spiegel4Claxon6Voorruitsproeiers7Elektrische aansluiting achterin10Portierslot12Diagnosestekker, voedings‐
transformatorNr.Stroomkring13Head-updisplay, klimaatrege‐
ling, Infotainmentsysteem14Diefstalalarmsysteem, telemati‐
camodule15Automatische versnellingsbak,
instrumentengroep, klimaatre‐
geling16Startmotor, voedingstransfor‐
mator17Instrumentengroep19Aanhangeraansluiting, stuurbe‐
dieningsknoppen21Diefstalalarmsysteem, Aan/Uit-
knop22Achteruitkijkcamera, regen- en
lichtsensor23Gordelverklikker, speciale
boordregelmodule, start-stop,
aanhangeraansluiting24Parkeerhulp, Infotainmentsys‐
teem, achteruitkijkcamera, blin‐
dehoekcamera25Airbag
Page 239 of 287

Verzorging van de auto237Nr.Stroomkring26Stuuruitslagsensor27Parkeerverwarming29Infotainment-systeem31–32Stekkerdoos34Parkeerhulp, binnenspiegel35Diagnosestekker, koplampver‐
stelling, voorruitverwarming,
klimaatregeling36Interieurverlichting, USB-poortBoordgereedschap
Gereedschap
Auto's met reservewiel
Open de klep van de opbergvakken
voetenruimte 3 77.
Het sleepoog en de gereedschappen
liggen in het opbergvak onder de
voorstoel links.
Page 240 of 287

238Verzorging van de autoDe krik ligt in het opbergvak onder de
voorstoel rechts.
Auto's zonder reservewiel
Het sleepoog en de gereedschappenliggen in het opbergvak onder de
voorstoel rechts.
Bandenreparatieset 3 243.
Velgen en banden
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben. Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een werkplaats inroepen.
Winterbanden
Winterbanden verhogen de veiligheid bij temperaturen onder 7 °C enmoeten daarom op alle wielen
worden gemonteerd.
De sticker met de maximumsnelheid
in overeenstemming met de geldende
wetgeving in uw land in het gezichts‐
veld van de bestuurder aanbrengen.
Alle bandenmaten zijn toegestaan als winterbanden 3 271.Aanduidingen op banden
Bijv. 225/55 R 18 98 V225:bandbreedte in mm55:hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. band‐
breedte) in %R:type koordlagen: RadiaalRF:type: RunFlat18:velgdiameter in inch98:kengetal voor draagvermogen,
98 komt bijv. overeen met
750 kgV:kenletter voor snelheid
Kenletter voor snelheid:
Q:maximaal 160 km/uS:maximaal 180 km/uT:maximaal 190 km/uH:maximaal 210 km/uV:maximaal 240 km/uW:maximaal 270 km/u
Kies een band die geschikt is voor de
topsnelheid van uw auto. Raadpleeg
de EEG-conformiteitsverklaring die
bij uw auto is geleverd, of andere
landelijke registratiedocumenten.
Door optionele uitrusting kan de
topsnelheid van de auto afnemen.