ABS OPEL CORSA 2015.75 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.75, Model line: CORSA, Model: OPEL CORSA 2015.75Pages: 271, PDF Size: 7.66 MB
Page 97 of 271
Instrumenten en bedieningsorganen95
Brandt bij een draaiende motorStoring in het uitlaatgasreinigingssys‐ teem. De toegestane emissiewaar‐
den worden mogelijk overschreden.
Onmiddellijk hulp van een werkplaats inroepen.
Knippert bij een draaiende
motor
Storing die schade aan de katalysator kan veroorzaken. Gas terugnemen
totdat de lamp niet meer knippert. On‐ middellijk hulp van een werkplaats in‐
roepen.
Service-indicatie
g brandt geel.
Ook verschijnt er een waarschu‐ wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center.
Laat de auto nakijken.
De hulp van een werkplaats inroepen. Boordinformatie 3 107.Rem- en
koppelingssysteem
R brandt rood.
Het rem- en koppelingsvloeistofpeil is te laag 3 197.9 Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Brandt nadat de ontsteking is inge‐
schakeld en de handbediende hand‐
rem is aangetrokken 3 152.
Pedaal intrappen
- brandt of knippert geel.
Brandt
Trap het koppelingspedaal in om de motor in de stand Autostop te starten.
Stop-startsysteem 3 138.
Knippert
Trap het koppelingspedaal in om de
motor in het algemeen te starten 3 19,
3 137.
Bij sommige versies verschijnt het be‐ richt Pedaal intrappen op het bestuur‐dersinformatiedisplay 3 107.
Antiblokkeersysteem
(ABS)
u brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de ont‐ steking enkele seconden. Het sys‐
teem is na het doven van het contro‐
lelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele secon‐
den niet dooft of als deze tijdens de rit gaat branden, dan zit er een storing inhet ABS-systeem. Het remsysteem
blijft normaal werken, maar zonder ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem 3 151.
Page 153 of 271
Rijden en bediening151Elektronische
rijprogramma's ■ Het bedrijfstemperatuurpro‐ gramma brengt de katalysator na
een koude start snel op tempera‐
tuur door het motortoerental te ver‐ hogen.
■ Het aanpassingprogramma houdt bij het overschakelen rekening met
de rijomstandigheden, bijv. bij het
rijden met een zware lading of bij
het oprijden van hellingen.
Kickdown
Bij het geheel intrappen van het gas‐
pedaal in de automatische modus
schakelt de transmissie afhankelijk van het motortoerental naar een la‐
gere versnelling.
Storing
Om schade aan de geautomatiseerde versnellingsbak te voorkomen, grijpt
de koppeling bij zeer hoge koppe‐
lingstemperaturen automatisch in.Bij een storing brandt controlelamp g . Ook verschijnt er een waarschu‐
wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center. Boordinformatie 3 107.
Er kan slechts beperkt of niet verder worden gereden, afhankelijk van de
storing.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.Remmen
Het remsysteem omvat twee onaf‐
hankelijke remcircuits.
Wanneer een remcircuit uitvalt, kan
de auto nog met het andere circuit
worden afgeremd. De remvertraging
wordt echter alleen bereikt wanneer u
het rempedaal stevig intrapt. Hiervoor is aanzienlijk meer kracht nodig. De
remweg wordt langer. Alvorens de
reis te vervolgen, de hulp van een werkplaats inroepen.
Bij uitgeschakelde motor verdwijnt de rembekrachtiging na het een- tot
tweemaal intrappen van het rempe‐
daal. De remwerking wordt hierdoor niet verminderd, maar er is aanzienlijk
meer kracht nodig om het rempedaal
te bedienen. Vooral bij het slepen
hiermee rekening houden.
Controlelamp R 3 95.
Antiblokkeersysteem Het antiblokkeersysteem (ABS) voor‐
komt dat de wielen blokkeren.
Page 154 of 271
152Rijden en bediening
Zodra een wiel dreigt te blokkeren,
regelt het ABS de remdruk af op het
desbetreffende wiel. De auto blijft ook bij een noodstop bestuurbaar.
De ABS-regeling is merkbaar door
het tikken van het rempedaal en door regelgeluiden.
Voor optimale remwerking het rem‐
pedaal tijdens het hele remproces
volledig intrappen, ongeacht het tik‐
ken van het pedaal. De druk op het
rempedaal niet verminderen.
Voordat u wegrijdt, voert het systeem een zelftest uit die u misschien kunt
horen.
Controlelamp u 3 95.
Adaptief remlicht Bij het met volle kracht remmen knip‐
peren alle drie de remlichten zolang
de ABS-regeling actief is.Storing9 Waarschuwing
Bij een defect aan het ABS kunnen
de wielen bij krachtig remmen deneiging hebben te blokkeren. De
voordelen van het ABS vallen dan
weg. De auto is bij een noodstop mogelijk niet meer bestuurbaar en kan uitbreken.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Handrem
Handbediende handrem9 Waarschuwing
Handrem altijd zonder indrukken
van de ontgrendelingsknop stevig
aantrekken, op op- of aflopende
hellingen altijd zo stevig mogelijk.
Om de handrem los te zetten, de
handremhendel iets optillen, de
ontgrendelingsknop indrukken en
de hendel helemaal omlaagzet‐
ten.
Page 200 of 271
198Verzorging van de auto
De remvloeistof moet tussen de
merktekens MIN en MAX staan.
Raadpleeg een werkplaats als het
vloeistofpeil lager dan het merkje
MIN is.
Rem- en koppelingsvloeistof 3 243.
Accu De auto is uitgerust met een lood‐
zuuraccu.
Auto's met stop-startsysteem zijn uit‐
gerust met een AGM-accu die geen
loodzuuraccu is.
De accu van de auto is onderhouds‐ vrij als de accu tijdens de ritten vol‐
doende wordt bijgeladen. Bij korte rit‐
ten en veelvuldig starten kan de accu ontladen raken. Vermijd het gebruik
van onnodige elektrische verbruikers.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan
vier weken achtereen stilstaat, kan de accu ontladen raken. Poolklem van
de minpool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
kelde ontsteking aansluiten en los‐
koppelen.
Ontlaadbeveiliging van accu 3 124.
Accu vervangen
Let op
Elke afwijking van de in dit hoofdstuk gegeven instructies kan leiden tot
een tijdelijke uitschakeling van het
stop- startsysteem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐
roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is, moet
deze met een afdekkap worden afge‐ sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Uitsluitend accu's gebruiken waarbij
de zekeringenkast boven de accu kan
worden gemonteerd.
Auto's met Stop/Start-systeem
Vervang de AGM (Absorptive Glass Mat)-accu altijd door een andere
AGM-accu.
Page 213 of 271
Verzorging van de auto211
Nr.Stroomkring1Aanhangerinterfacemodule,
draagsysteem achterzijde2–3Accusensor4Brandstofpomp chassisregel‐
module5ABS6Dimlicht en dagrijverlichting links, afsluiter xenongrootlicht
links en rechts7–8Regelmodule MTA-transmissie,
regelmodule LPG9Spanningsdetectie carrosserie‐
regelmodule10Koplampverstelling11Achterruitenwisser12Achterruitverwarming13Dimlicht en dagrijverlichting
rechts14SpiegelverwarmingNr.Stroomkring15–16Rembekrachtigerset17Ontsteking, voeding startstroom18Motorregelmodule19Brandstofpomp20–21Motormagneetkleppen, motor‐
sensoren22–23Inspuitsysteem24Ruitensproeier25–26Motorsensoren27Afsluitklep verwarming28Motorregelmodule29Motorregelmodule30Motorregelmodule31Grootlicht links, xenondimlicht
links
Page 214 of 271
212Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring32Grootlicht rechts, xenondimlicht
rechts33Motorregelmodule34Claxon35Aircocompressorkoppeling36MistlampenNr.Stroomkring1ABS-pomp2Ruitenwisser voor3Aanjager4Instrumentenpaneel5–6Verwarming dieselbrandstof7Versnellingsbak8Koelventilator laag9Koelventilator hoog10Koelventilator11Startmotor
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van het
zekeringenkastje weer vast.
Wanneer u het deksel van het zeke‐
ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Page 246 of 271
244Service en onderhoud
Het gebruik van motorolie met alleen
de kwaliteit ACEA A1/B1 of alleen A5/
B5 is verboden, omdat deze onder
bepaalde omstandigheden langdu‐
rige motorschade kan veroorzaken.
Selecteer de juiste motorolie op basis
van de kwaliteit en de minimale om‐ gevingstemperatuur 3 247.
Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeitsindexen
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt geklasseerd
door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30.
Het eerste cijfer, gevolgd door een W, geeft de viscositeit bij lage tempera‐
turen, het tweede cijfer de viscositeit
bij hoge temperaturen aan.
Selecteer de juiste viscositeitswaarde
op basis van de minimale omgevings‐
temperatuur 3 247.Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Alleen silicaatvrije antivries voor long‐ life-koelvloeistof (LLC) gebruiken. De hulp van een werkplaats inroepen.
Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale cor‐
rosiebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.
-28 °C. In noordelijke landen met ex‐
treem lage temperaturen biedt de af
fabriek bijgevulde koelvloeistof vor‐
stbescherming tot ca. -37 °C. Deze
concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐ ten kunnen functiestoringen veroor‐
zaken. Aansprakelijkheid voor even‐
tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐
stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
Page 266 of 271
264TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............243, 247
Aanduidingen op banden ..........216
Aanhangerkoppeling ..................186
Aanhangerstabilisatie ................191
Aanhanger trekken ....................187
Aansteker .................................... 86
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 192
Accu ........................................... 198
Achterlichten .............................. 205
Achterruitverwarming ................... 34
Achteruitkijkcamera ...................173
Achteruitrijlichten .......................121
Afmetingen auto ........................257
Afslagverlichting ......................... 118
Airbag deactiveren ....................... 50 Airbag-deactivering ...................... 94
Airbag en gordelspanners ...........94
Airbaglabel.................................... 45
Airbagsysteem ............................. 45
Airconditioning ........................... 126
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 134
Alarmknipperlichten ...................119
Algemene informatie .................. 186
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 135Andere auto slepen ...................237
Antiblokkeersysteem .................151
Antiblokkeersysteem (ABS) .........95
Asbakken ..................................... 86
Autogegevens ............................ 247
Autokrik....................................... 214
Automatische dimfunctie .............32
Automatische verlichting ............ 116
Automatische versnellingsbak ...143
Automatisch vergrendelen ...........26
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 236 Auto stallen ................................. 192
Autostop ....................................... 98
B Bagageruimte ........................ 27, 71
Bagageruimte-afdekking .............73
Bandenreparatieset ...................224
Bandenspanning .......................216
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 97, 217
Bandenspanningswaarden ........259
Batterijspanning .........................110
Bedieningsorganen ......................79
Bekerhouders .............................. 60
Bekleding .................................... 240
Beladingsinformatie .....................77
Beslagen lampglazen ................121