OPEL CORSA F 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: CORSA F, Model: OPEL CORSA F 2020Pages: 237, PDF Size: 20.49 MB
Page 11 of 237
Sleutels, portieren en ruiten9Sleutel met uitklapbare
sleutelbaard
Om uit te klappen toets indrukken.
Om in te klappen eerst toets indruk‐
ken.
Handzender
Voor het bedienen van de volgende
functies via de toetsen op de hand‐
zender:
● centrale vergrendeling 3 11
● vergrendelingssysteem 3 18
● diefstalalarmsysteem 3 18
● achterklep ontgrendelen en openen
● elektrisch bediende ruiten 3 23
● buitenspiegels in-/uitklappen 3 20
● autozoekverlichting 3 89
● wegverlichting 3 90
De handzender heeft een bereik van
maximaal 100 meter, maar dat kan
veel meer zijn door invloeden van
buitenaf. Brandende alarmknipper‐
lichten dienen als bevestiging.
Afstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig gebruik vermijden.
Batterij in handzender vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt.
Bij een ontladen accu brandt C op
de instrumentengroep en verschijnt
er een waarschuwingsbericht op het
Driver Information Center.
Driver Information Center 3 76.
Page 12 of 237
10Sleutels, portieren en ruitenBatterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
1. Haal de achterafdekking van de afstandsbediening.
2. Verwijder de lege batterij.
3. Vervang de batterij door een batterij van hetzelfde type. Let op
de installatiepositie.
4. Klik de achterafdekking op zijn plaats.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het
gevolg zijn van het volgende:
● Storing in de handzender.
● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Handmatig ontgrendelen 3 11.Elektronisch sleutelsysteem
Hier kunt u, afhankelijk van de versie,
de volgende functies sleutelloos
bedienen:
● centrale vergrendeling 3 11
● contact inschakelen en motor starten 3 105
U hoeft alleen de elektronische sleu‐
tel bij zich te dragen.
De elektronische sleutel bevat ook de
functionaliteit van de handzender
3 9.
Page 13 of 237
Sleutels, portieren en ruiten11Afstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Batterij elektronische sleutel
vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt.
Bij een ontladen accu brandt C op
de instrumentengroep en verschijnt
er een waarschuwingsbericht op het
Driver Information Center.
Driver Information Center 3 76.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
1. Verwijder het deksel.
2. Verwijder de lege batterij.
3. Vervang de batterij door een batterij van hetzelfde type. Let op
de installatiepositie.
4. Plaats het deksel.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan
worden vergrendeld of ontgrendeld of als de motor niet kan worden gestart,
kan dit de volgende oorzaken
hebben:
● Storing in elektronische sleutel.
● De elektronische sleutel is buiten
ontvangstbereik.
● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Om de storing te verhelpen, de positie van de elektronische sleutel verande‐
ren.
Handmatig ontgrendelen 3 11.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelen en vergrendelen van
portieren, bagageruimte en tankvul‐
klep.
Door aan de binnenste portierhand‐ greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld. Door nog
eens aan de handgreep te trekken
gaat het portier open.
Page 14 of 237
12Sleutels, portieren en ruitenLet op
Bij een ongeval waarbij de airbags of
gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch
ontgrendeld.
Werking van handzender
Ontgrendelen
a indrukken.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de
portieren word geopend, worden
deze na korte tijd automatisch
opnieuw vergrendeld. Een voor‐
waarde is dat de instelling is geacti‐
veerd in de persoonlijke instellingen
3 78.
De ontgrendelmodus kan worden
ingesteld in het menu Persoonlijke
instellingen op het Info-Display. U
kunt uit twee instellingen kiezen:
● Alle portieren, de achterklep en de tankvulklep zijn met één druk
op a te ontgrendelen.
● Alleen het bestuurdersportier en de tankvulklep zijn met één druk
op a te ontgrendelen. Om alle
portieren, de achterklep en de
tankvulklep te ontgrendelen,
drukt u tweemaal op a.
Kies de relevante instelling in
Persoonlijke instellingen.
Persoonlijke instellingen 3 78.
Achterklep ontgrendelen
Druk op ? om alleen de achter‐
klep te ontgrendelen.
Ontgrendelen en openen van de achterklep 3 17.Vergrendelen
Portieren, bagageruimte en tankvul‐
klep sluiten.
b indrukken.
Bij een niet goed gesloten auto werkt de centrale vergrendeling niet.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐ knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling in de persoonlijke instel‐
lingen 3 78 is geactiveerd.
Page 15 of 237
Sleutels, portieren en ruiten13Werking elektronisch
sleutelsysteem
Dit systeem biedt de mogelijkheid om
de auto automatisch eenvoudig te
vergrendelen en te ontgrendelen door detectie van de elektronische sleutel.
De elektronische sleutel moet zich
buiten de auto bevinden.
● Zone 1: inschakelen van instap‐ verlichting
● Zone 2: automatisch vergrende‐ len bij uitstappen
● Zone 3: automatisch ontgrende‐ len bij naderen van de auto
Let op
Na een korte tijd na automatische
ontgrendeling wordt de auto weer
vergrendeld als er geen portier is
geopend.
Als het contact gedurende meer dan
negen dagen uitgeschakeld is of als
de accu van de auto niet voldoende
opgeladen is, wordt de automatische functie uitgeschakeld. Steek een
hand achter de portiergreep van het
bestuurdersportier om de auto te
ontgrendelen of druk op de achter‐
klepknop.
Ontgrendelen
De ontgrendelmodus kan worden ingesteld in het menu Persoonlijke instellingen op het Info-Display. U
kunt uit twee instellingen kiezen:
● Alleen het bestuurdersportier en de tankvulklep worden ontgren‐
deld.
● Alle portieren, de achterklep en de tankvulklep worden ontgren‐
deld.
Persoonlijke instellingen 3 78.Bediening met toetsen op de
elektronische sleutel
De centrale vergrendeling kan ook
worden bediend met de toetsen op de
elektronische sleutel.
Druk op a om te ontgrendelen.
Druk op b om te vergrendelen.
Druk ? om alleen de achterklep
te ontgrendelen.
Werking van handzender 3 11.
Page 16 of 237
14Sleutels, portieren en ruitenBevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐
knipperlichten. Een voorwaarde is dat de instelling in de persoonlijke
instellingen 3 78 is geactiveerd.
Slimme toegang
Met die functie kan een smartphone
als elektronische sleutel worden
gebruikt. De auto wordt bediend via
een app.
Bevestig bij het naderen van de auto
het bericht op de smartphone om de
auto te openen.
Centrale vergrendelingstoets Alle portieren, de achterklep en de
tankvulklep zijn vanuit de passagiers‐ ruimte te vergrendelen of ontgrende‐len.
Druk op b om te vergrendelen. Het
led-lampje in de toets brandt.
Druk nogmaals op b om te ontgren‐
delen. Het led-lampje in de toets
dooft.
Bediening met de sleutel bij een
storing in de centrale
vergrendeling
Bij een storing, bijvoorbeeld omdat de
accu of de batterij van de handzen‐
der / elektronische sleutel leeg is,
kunt u het voorportier met de mecha‐
nische sleutel vergrendelen en
ontgrendelen.
Handmatig ontgrendelen
Elektronische sleutel: druk op de pal
om de geïntegreerde sleutel te voor‐
schijn te halen.
Page 17 of 237
Sleutels, portieren en ruiten15U ontgrendelt het voorportier hand‐
matig door de sleutel in de slotcilinder
te steken en te draaien.
De andere portieren kunnen worden
geopend door aan de binnenhand‐
greep te trekken. De bagageruimte
en de tankvulklep worden mogelijk
niet ontgrendeld.
Als u het contact aanzet, wordt het vergrendelingssysteem uitgescha‐ keld.
Handmatig vergrendelen
U vergrendelt het voorportier hand‐
matig door de sleutel in de slotcilinder te steken en te draaien.
Verwijder om de andere portieren tevergrendelen de zwarte afdekking
met behulp van een sleutel.
Steek de sleutel voorzichtig erin en beweeg deze naar de binnenkant van
het portier zonder de sleutel te
verdraaien.
Trek daarna de sleutel eruit en breng
de zwarte afdekking weer aan.
De tankvulklep en de achterklep
worden mogelijk niet vergrendeld.
Automatisch vergrendelen
Automatisch vergrendelen na
wegrijden
Dit systeem biedt de mogelijkheid om
de portieren en de achterklep auto‐
matisch te vergrendelen zodra de
snelheid van de auto is opgelopen tot boven een bepaalde waarde.
Als een van de portieren of de achter‐
klep openstaat, vindt geen automati‐
sche centrale vergrendeling plaats.
Dit wordt kenbaar gemaakt door het
geluid van opnieuw ontgrendelende
sloten, het oplichten van P op de
instrumentengroep, de weergave van
een geluidssignaal en het verschijnen van een waarschuwingsbericht.
Page 18 of 237
16Sleutels, portieren en ruiten
Deze functies is op ieder gewenst
moment te activeren of te deactive‐
ren. Druk, bij ingeschakeld contact,
op b totdat een akoestisch signaal
klinkt en het bijbehorende bericht
verschijnt.
De stand van het systeem wordt bij
uitschakeling van het contact in het
geheugen opgeslagen.
Automatische hervergrendeling
na ontgrendeling
Deze functie vergrendelt automatischalle portieren, de bagageruimte en de
tankvulklep kort nadat u deze met de
handzender of elektronische sleutel
heeft ontgrendeld, vooropgesteld dat
er geen portier openstaat.
Kindersloten9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten wanneer
kinderen op de achterste zitplaat‐
sen worden vervoerd.
Mechanische kindersloten
Draai het rode kinderslot op het
achterportier met een sleutel in de
horizontale stand naar binnen. Het
portier kan niet meer van binnen
worden geopend.
Om de functie te deactiveren, draait u het kinderslot in de verticale stand.
Elektrische kindersloten
Op afstand bediend systeem dat
voorkomt dat de achterportieren via
de binnenportiergrepen te openen de
achterste zijruiten te bedienen zijn.
Page 19 of 237
Sleutels, portieren en ruiten17Inschakelen
Druk op >. Het lampje in de knop
gaat branden en er verschijnt een
bevestigingsbericht. Het lampje blijft
branden totdat het kinderslot wordt
uitgeschakeld.
Uitschakelen
Toets > nogmaals indrukken. Het
lampje in de knop dooft en verschijnt
een bevestigingsbericht.Portieren
Bagageruimte
Achterklep Openen
Druk na het ontgrendelen op de
achterklepknop onder het merke‐
mbleem en open de achterklep.
Sluiten
Binnenste handgreep gebruiken.
Duw niet op het touchpad tijdens het
sluiten, omdat de achterklep dan
weer wordt ontgrendeld.
Centrale vergrendeling 3 11.
Page 20 of 237
18Sleutels, portieren en ruitenAntidiefstalbeveiligingVergrendelingssysteem9 Waarschuwing
Niet inschakelen als er zich perso‐
nen in de auto bevinden! Ontgren‐ delen van de binnenzijde is niet
mogelijk.
Alle portieren worden tegen openen
beveiligd. Voor activering van het
systeem moeten alle portieren geslo‐
ten zijn.
Bij het ontgrendelen van de auto
wordt de mechanische diefstalbevei‐ liging uitgeschakeld. Dit is niet moge‐
lijk met de centrale vergrendelings‐
toets.
Inschakelen
Druk binnen 5 seconden tweemaal op b van de handzender.
Diefstalalarmsysteem Het alarmsysteem is gecombineerd
met het vergrendelingssysteem.
Het bewaakt: ● portieren, achterklep, motorkap
● interieur en aangrenzende baga‐
geruimte
● ontsteking
Inschakelen
Alle portieren, de achterklep en de
motorkap moeten zijn gesloten en de
elektronische sleutel mag niet in de
auto blijven.
Het systeem gaat 45 seconden na het
vergrendelen van de auto werken.
Als een portier, de achterklep of de
motorkap niet goed dichtstaat, wordt
de auto niet vergrendeld. Het diefstal‐ alarmsysteem wordt echter na
45 seconden automatisch ingescha‐
keld.
Let op
Bij wijzigingen in het interieur, zoals
het gebruik van stoelhoezen en bij
open ruiten, werkt de bewaking van
het interieur wellicht minder goed.