ad blue OPEL INSIGNIA 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2014Pages: 329, PDF Size: 8.89 MB
Page 123 of 329
Instrumenten en bedieningsorganen121
Scrol horizontaal met de vinger door
het gewenste displaypictogram en tik
erop ter bevestiging.
Scrol met de vinger verticaal door een langere submenulijst.
Bevestig een gemarkeerde functie of
selectie door erop te tikken.
Druk op toets BACK om een menu af
te sluiten zonder een instelling te wij‐
zigen.
Druk op toets ; om terug te gaan
naar de startpagina.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
mentsysteem voor nadere informatie.
Persoonlijke instellingen 3 124.
Valetmodus
Sommige functies van het Driver In‐ formation Center en het Colour-Info-
Display kunnen voor sommige be‐
stuurders beperkt zijn.
U kunt de valetmodus in- of uitscha‐
kelen in het menu Instellingen in het
menu Persoonlijke instellingen.
Persoonlijke instellingen 3 124.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
mentsysteem voor meer informatie.
Regeleenheid smartphone
Via de regeleenheid smartphone hebt
u via een smartphone toegang tot
boordgegevens via WLAN of een
Bluetooth-verbinding. Daarna kunt u deze gegevens op de smartphone
weergeven en analyseren.Boordinformatie
Berichten worden weergegeven op
het Driver Information Center (DIC); in sommige gevallen samen met een
waarschuwingszoemer.
Druk op het Baselevel-display op de
knop SET/CLR , de knop MENU of
draai aan het stelwieltje om een be‐ richt te bevestigen.
Page 126 of 329
124Instrumenten en bedieningsorganenPersoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto op uw
wensen afstemmen door de instellin‐
gen in het Colour-Info-Display te ver‐
anderen.
Sommige persoonlijke instellingen
kunnen voor verschillende bestuur‐
ders in elke autosleutel afzonderlijk
worden opgeslagen. Opgeslagen in‐
stellingen 3 24.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies eventueel niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen
weergegeven of zijn alleen actief bij
een draaiende motor.
Onderstaand wordt het wijzigen van
persoonlijke instellingen via de toet‐
sen onder het display beschreven. Dit
geldt voor 4,2" en 8" Colour-Info-Dis‐
play. Daarbij werkt het 8" display als
een aanraakscherm en via het touch‐ pad tussen de voorstoelen. Raad‐pleeg de beschrijving Colour-Info-
Display 3 119 en de handleiding In‐
fotainmentsysteem.
Druk bij een actief display op toets ;.
Draai aan toets MENU om een dis‐
playpictogram van Instellingen te se‐
lecteren.
Druk ter bevestiging op de toets
MENU .
De volgende instellingen kunnen wor‐
den geselecteerd door draaien van
en indrukken van de multifunctionele
toets:
■ Tijd en datum
■ Sportmodus
■Taal (Language)
■ Valetmodus
■ Radio
■ Voertuig
■ Bluetooth
■ Spraak in-/uitvoer
■ Scherm
■ Achteruitkijkcamera
■ Terugk. naar fabrieksinst.
■ Softwareinformatie
■ TouchPad
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Tijd en datum
Zie klok 3 91.
Sportmodus
U kunt de functies kiezen die in de sportmodus worden geactiveerd
3 175.
Page 128 of 329
126Instrumenten en bedieningsorganen
Comfortuitstap best. stoel: Acti‐
veert of deactiveert de uitstaphulp van de elektrische stoelverstelling.
Spiegel kantelen in achteruit : Acti‐
veert of deactiveert de parkeerhulp‐ functie van de buitenspiegel aan de
passagierskant.
Automat. inklappen spiegel : Acti‐
veert of deactiveert het inklappen van de buitenspiegels via de hand‐ zender.
Autom. ruitenw. in achteruit : Acti‐
veert of deactiveert automatische
inschakeling achterruitwisser bij in‐
schakelen achteruitversnelling.
Ruitenw. met regensensor : Acti‐
veert of deactiveert automatisch
wissen met regensensor.
■ Verlichting
Verlichting uit : Activeert of deacti‐
veert en verandert de duur van de
uitstapverlichting.
Voertuig vinden met lichtsignaal :
Activeert of deactiveert de wel‐ komstverlichting.Verstelbaar stadslicht : Activeert of
deactiveert de functies van het
adaptieve rijlicht.
Verkeer links of rechts : Omschake‐
len tussen verlichting voor links- of
rechtsrijdend verkeer.
■ Deurvergrendeling
Open deur niet vergrendelen : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche bestuurdersportiervergrende‐
lingsfunctie wanneer het portier
open staat.
Vertraagde deurvergrendeling : Ac‐
tiveert of deactiveert de vertraagde
portiervergrendelfunctie.
Automatisch deur vergrendelen :
Activeert of deactiveert de automa‐ tische portierontgrendelfunctie na‐
dat het contact werd uitgezet. Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche portiervergrendelfunctie na‐
dat u begint te rijden.
■ Afstand vergr, ontgr, starten
Lichtsign. ontgr. op afstand : Acti‐
veert of deactiveert het alarmknip‐
perlichtsignaal bij het ontgrende‐
len.Melding vergrend. op afstand : Wij‐
zigt het type terugmelding bij het
vergrendelen van de auto.
Ontgrendelen op afstand : Veran‐
dert de configuratie om alleen het bestuurdersportier of de hele auto
te ontgrendelen.
Open deuren op afst. vergr. : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche hervergrendeling na het ont‐
grendelen zonder de auto te ope‐
nen.
Passieve vergrendeling : Activeert
of deactiveert de passieve vergren‐
delingsfunctie.
Waarsch. afst. bed. nog in auto : Ac‐
tiveert of deactiveert de waarschu‐
wingstoon wanneer de elektroni‐
sche sleutel in de auto blijft.
Bluetooth
Zie handleiding bij het infotainment-
systeem.
Spraak in-/uitvoer
Zie handleiding bij het infotainment-
systeem.