engine OPEL INSIGNIA 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2014Pages: 329, PDF Size: 8.89 MB
Page 20 of 329
18Kort en bondig
Motor starten
■ Contactsleutel: zet de sleutel instand 2
Aan/Uit-knop: druk gedurende en‐
kele seconden op de knop Engine
Start/Stop totdat de groene LED
oplicht
■ verdraai het stuurwiel een beetje, zodat het stuurslot vrijkomt
■ trap de koppeling en rem in
■ automatische versnellingsbak in P
of N
■ trap het gaspedaal niet in
■ contactsleutel: sleutel kort in stand 3 draaien en loslaten
Aan/Uit-knop: druk op de knop
Engine Start/Stop en laat deze los
■ na korte tijd start de motor.
Motor starten 3 158.
Stop-startsysteem
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en aan bepaalde voorwaarden is vol‐ daan, activeer dan een Autostop
zoals hieronder beschreven:
■ Het koppelingspedaal intrappen
■ Zet de hendel in neutraal
■ Laat het koppelingspedaal los
Een Autostop wordt aangegeven
door de naald bij de stand
AUTOSTOP op de toerenteller of
door een controlelampje op de instru‐
mentengroep.
Page 158 of 329
156Rijden en bedieningStarten en bediening
Nieuwe auto inrijden Rem tijdens de eerste ritten niet te
krachtig.
Bij de eerste rit kunnen was- en olie‐ dampen van het uitlaatsysteem rook‐
vorming veroorzaken. Parkeer de
auto na de eerste rit een tijdje in de
open lucht en adem de dampen niet
in.
Tijdens het inrijden kunnen het brand‐ stof- en motorolieverbruik hoger zijn
en wordt het dieselpartikelfilter wel‐ licht vaker gereinigd.
Roetfilter 3 163.
Contactslotstanden
Draai de sleutel op:0=Contact uit: sommige functies
blijven actief totdat de sleutel er‐ uit wordt getrokken of het be‐
stuurdersportier wordt ge‐
opend, als het contact van tevo‐
ren aan was.1=Accessoirestand: stuurslot los‐
gezet, sommige elektrische
functies werken, contact is uit.2=Contactstand: contact is aan,
dieselmotor gloeit voor. De con‐ trolelampen lichten op en de
meeste elektrische functies
werken.3=Motor starten . Laat de sleutel
los nadat de motor gestart is.Stuurslot
Trek de sleutel uit het contactslot en
draai aan het stuurwiel totdat het vastklikt.
Aan/Uit-knop
Elektronische sleutel moet in de auto
aanwezig zijn.
Accessoiremodus: druk één keer op
de toets Engine Start/Stop zonder het
koppelings- of rempedaal in te trap‐ pen. De gele LED in de toets brandt.
Het stuurslot wordt losgezet en som‐
mige elektrische functies werken,
contact is uit.
Page 159 of 329
Rijden en bediening157
Contactmodus: houd de toets Engine
Start/Stop gedurende 6 seconden in‐
gedrukt zonder het koppelings- of
rempedaal in te trappen. De groene
LED in de toets brandt, de dieselmo‐
tor gloeit voor. De controlelampen
lichten op en de meeste elektrische
functies werken.
Motor starten: trap het koppelingspe‐
daal (handgeschakelde versnellings‐
bak) of het rempedaal (automatische
versnellingsbak) in en druk nogmaals op de toets Engine Start/Stop . Laat
de toets los nadat de motor gestart is.
Contact uit: druk in elke modus of bij
een draaiende motor kort op de toets Engine Start/Stop . Sommige functies
blijven actief totdat het bestuurders‐
portier wordt geopend, als het contact
van tevoren aan was.
Stuurslot
Het stuurslot werkt automatisch wan‐
neer:
■ de auto stilstaat en
■ het contact uitgeschakeld is en ■ het bestuurdersportier geopend is.Zet het stuurslot los door het bestuur‐ dersportier te openen en de sluiten en
de accessoiremodus in te schakelen
of de motor direct te starten.9 Waarschuwing
Bij een lege accu is wegslepen, op
gang slepen of gebruik van hulp‐
startkabels niet toegestaan, om‐
dat het stuurslot dan niet kan wor‐ den ontgrendeld.
Noodprocedure bij auto's met
elektronisch sleutelsysteem
Bij een storing in de elektronische
sleutel of als de batterij van elektroni‐ sche sleutel bijna ontladen is, kan er
bij een startpoging Geen
afstandsbed. geregistreerd of
Vervang batterij in afstandsbedie‐
ning op het Driver Information Center
verschijnen.Open het opbergvak middenconsole
door de armsteun op te tillen. Leg de
elektronische sleutel in het zender‐ vak. Trap het koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak)
of het rempedaal (automatische ver‐
snellingsbak) in en druk op de toets
Engine Start/Stop .
Motor uitschakelen door weer op de
toets Engine Start/Stop te drukken.
Haal de elektronische sleutel uit het zendervak.
Deze mogelijkheid is alleen bestemd
voor noodgevallen. Vervang de bat‐
terij van de elektronische sleutel zo
spoedig mogelijk 3 23.
Page 161 of 329
Rijden en bediening159
Automatische versnellingsbak: trap
het rempedaal in en zet de keuzehen‐
del op P of N.
Trap het gaspedaal niet in.
Druk op de toets Engine Start/Stop en
laat deze weer los: een automatische regeling bedient de startmotor met
een kort interval totdat de motor
draait, zie Automatische startmotor‐
regeling.
Druk vóór opnieuw starten of voor uit‐
schakelen van de motor nogmaals op
de toets Engine Start/Stop .
Tijdens een Autostop kan de motor gestart worden door het koppelings‐
pedaal in te trappen 3 160.De auto starten bij lage
temperaturen Het is mogelijk om de motor zonderbijkomende verwarming te starten tot -25 °C voor dieselmotoren en -30 °C
voor benzinemotoren. Motorolie met
de juiste viscositeit, de juiste brand‐
stof, uitgevoerd onderhoud en een
voldoende opgeladen accu zijn ver‐
eist. Bij temperaturen onder -30 °C
moet de automatische versnellings‐
bak gedurende ca. 5 minuten worden
verwarmd. De keuzehendel moet in
stand P staan.
Automatische
startmotorregeling
Deze functie regelt de startprocedure van de motor. De bestuurder hoeft de
sleutel niet op stand 3 te houden of de
toets Engine Start/Stop niet ingedrukt
te houden. Het eenmaal actieve sys‐
teem zal de motor automatisch blijven ronddraaien tot deze start. Vanwege
de controleprocedure begint de motor
na een korte vertraging te lopen.Mogelijke redenen voor het niet star‐
ten van de motor:
■ Koppelingspedaal niet ingetrapt (handgeschakelde versnellings‐bak)
■ Rempedaal niet ingetrapt of keuze‐
hendel niet in P of N (automatische
versnellingsbak)
■ Time-out opgetreden
Opwarmen van de turbomotor
Bij het starten is het mogelijk dat het
beschikbare motorkoppel gedurende
een korte tijd beperkt is, vooral wan‐
neer de motortemperatuur koud is.
Deze beperking is er om het smeer‐
systeem de motor volledig te laten be‐ schermen.
Uitrol-brandstofafsluiter
De brandstoftoevoer wordt automa‐
tisch afgesloten bij het uitrollen,
d.w.z. wanneer u met een ingescha‐
kelde versnelling onder het rijden het
gas loslaat.