OPEL INSIGNIA 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2016Pages: 339, PDF Size: 9.31 MB
Page 11 of 339
Kort en bondig9Buitenspiegels
Selecteer de gewenste buitenspiegel
door de knop naar de spiegel links (L) of de spiegel rechts (R) te draaien.
Stel daarna bij.
Bolle buitenspiegels 3 37, elektri‐
sche verstelling 3 37, inklapbare
buitenspiegels 3 38, verwarmde
buitenspiegels 3 39.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen. Stuurwiel uitsluitend bij
stilstaande auto en ontgrendeld
stuurslot verstellen.
Airbagsysteem 3 60, contactslot‐
standen 3 163.
Page 12 of 339
10Kort en bondigOverzicht instrumentenpaneel
Page 13 of 339
Kort en bondig111Elektrische ruitbediening .......41
2 Centrale vergrendeling .........24
3 Buitenspiegels ......................37
4 Lichtschakelaar ..................134
Koplampverstelling ............137
Mistlampen/
mistachterlichten ................141
Instrumentenverlichting ......142
5 Zijdelingse luchtroosters .....159
6 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dim-/
grootlicht, grootlichtassis‐
tentie ................................... 140
Omgevingsverlichting ......... 144
Parkeerlichten .....................142
Knoppen voor Driver
Information Center ..............114
7 Cruise control .....................189
Snelheidsbegrenzer ............190
Adaptieve cruise control .....192
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 2008Instrumenten ...................... 102
Driver Information Center .... 114
9 Knoppen voor Driver
Information Center ..............114
10 Wis-/wasinstallatie
voorruit,
koplampsproeiers, wis-/
wasinstallatie achter ............. 89
11 Middelste luchtroosters ......159
12 Sport/Tour-modus ..............186
Traction Control-systeem ...184
Elektronische
stabiliteitsregeling ...............184
Alarmknipperlichten ...........140
Parkeerhulp/
Geavanceerde
parkeerhulp ........................ 206
Lane Departure Warning ...222
13 Status-LED alarmsysteem ...34
14 Colour-Info-Display ............121
15 Handschoenenkastje ...........7216Controlelamp airbag
activeren/deactiveren .........107
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ....................106
17 Bedieningsorganen voor
Colour-Info-Display .............121
18 Cd-sleuf
19 Verwarming en ventilatie ....147
20 Elektrische handrem ...........182
21 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................180
Automatische
versnellingsbak ..................175
22 Opbergruimte ........................ 72
23 Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 167
Knop brandstofkeuze‐
schakelaar ........................... 103
24 Contact-/Aan/Uit-
schakelaar ........................... 163
25 Claxon .................................. 89
26 Stuurwiel instellen ................88
27 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 238
Page 14 of 339
12Kort en bondig28Opbergvak ............................ 73
Zekeringenkast ..................260Rijverlichting
Automatisch dimlicht
AUTO:Automatische verlichting:
rijverlichting wordt automa‐
tisch in- en uitgeschakeldm:Activering of deactivering
van de automatische ver‐
lichting8:Zijmarkeringslichten9:Dimlicht of grootlichtMistlampen>:Mistlampenr:Mistachterlicht
Verlichting 3 134.
Lichtsignaal, grootlicht en dimlichtLichtsignaal:Hendel naar u toe
trekkenGrootlicht:Hendel van u af
duwenDimlicht:Hendel van u af
duwen of naar u
toe trekken
Automatische verlichting 3 135,
Grootlicht 3 136, Grootlichtassisten‐
tie 3 136, Lichtsignaal 3 137, Adap‐
tief rijlicht (AFL) 3 138.
Page 15 of 339
Kort en bondig13RichtingaanwijzersHendel
omhoog:Rechter richting‐
aanwijzerHendel omlaag:Linker richtingaan‐ wijzer
Richtingaanwijzers 3 140, parkeer‐
lichten 3 142.
Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Alarmknipperlichten 3 140.
Claxon
j indrukken.
Page 16 of 339
14Kort en bondigWis-/wasinstallatie
VoorruitwissersHI:snelLO:langzaamINT:intervalwissen of automatisch
wissen met regensensorOFF:uit
Hendel omlaag in de stand 1x duwen
om wissers één slag te laten maken
wanneer de voorruitwisser uitgescha‐
keld is.
Voorruitwisser 3 89, wisserblad
vervangen 3 245.
Voorruit- en koplampsproeiers
Hendel naar u toe trekken.
Voorruitsproeiers en koplampsproei‐
ers 3 89, sproeiervloeistof 3 242.
Achterruitwisser
Druk de wipschakelaar in om de ach‐
terruitwisser aan te zetten:
schakelaar
boven:continue werkingschakelaar
onder:onderbroken wer‐
kingmiddenstand:uit
Page 17 of 339
Kort en bondig15Achterruitsproeier
Hendel van u af duwen.
Er wordt sproeiervloeistof op de ach‐
terruit gespoten en de ruitenwisser
maakt enkele slagen.
Wis-/wasinstallatie achterruit 3 91.
Klimaatregeling
Verwarmbare achterruit,
verwarmbare buitenspiegels
Ü indrukken om de verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 43.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien, airconditioning
V indrukken.
Draaiknop voor temperatuur in hoog‐
ste stand zetten.
Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
Airconditioning 3 147.
Page 18 of 339
16Kort en bondigRuiten ontwasemen en
ontdooien, automatische
klimaatregeling
V indrukken.
Temperatuur en luchtverdeling wor‐
den automatisch ingesteld, de aanja‐
ger draait met een hoge snelheid.
Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
Automatische klimaatregeling met
twee zones 3 154
Versnellingsbak
Handgeschakelde
versnellingsbak
Achteruit: breng de auto tot stilstand,
trap het koppelingspedaal in, druk op
de knop op de schakelhendel en
schakel de versnelling in.
Kan de versnelling niet worden inge‐
schakeld, dan koppeling in de neu‐
trale stand laten opkomen, koppeling
weer intrappen en nogmaals schake‐
len.
Handgeschakelde versnellingsbak
3 180.
Automatische versnellingsbakP:parkeerstandR:achteruitversnellingN:neutrale standD:automatische modusM:handmatige modus: duw de keu‐
zehendel vanuit D naar links.<:opschakelen handmatige modus]:terugschakelen handmatige mo‐
dus
U kunt de keuzehendel uit P zetten
wanneer de ontsteking is ingescha‐
keld en u het rempedaal intrapt. Druk op de ontgrendelknop om P of R in te
schakelen.
Page 19 of 339
Kort en bondig17Automatische versnellingsbak
3 175.Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ● Bandenspanning en -staat 3 264, 3 304.
● Motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 239.
● Ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil,
sneeuw of ijs en gebruiksklaar.
● Juiste positie van spiegels, stoe‐ len en veiligheidsgordels 3 37,
3 49, 3 58.
● Werking van remsysteem (bij lage snelheid), vooral bij vochtige
remmen.Motor starten
● Contactsleutel: zet de sleutel in stand 2.
Aan/Uit-knop: druk gedurende
enkele seconden op
Engine Start/Stop totdat de
groene LED brandt.
● Stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen.
● Trap de koppeling en rem in.
● Automatische versnellingsbak in stand P of N.
● Trap het gaspedaal niet in.
● Contactslot: draai de sleutel naar
stand 3 en laat deze los.
Page 20 of 339
18Kort en bondig
Aan/Uit-knop: druk op
Engine Start/Stop en laat deze
los.
● Na korte tijd start de motor.
Motor starten 3 166.
Stop-startsysteem
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en aan bepaalde voorwaarden is vol‐ daan, activeer dan een Autostop
zoals hieronder beschreven:
● Het koppelingspedaal intrappen.
● Zet de hendel in de neutrale stand.
● Laat het koppelingspedaal los.
Een Autostop wordt aangegeven
door de naald bij de stand
AUTOSTOP op de toerenteller of
door een controlelampje op de instru‐
mentengroep.
Om de motor te herstarten, moet u het koppelingspedaal opnieuw intrappen.
Stop-startsysteem 3 167.