open gas tank OPEL INSIGNIA BREAK 2019.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019.5, Model line: INSIGNIA BREAK, Model: OPEL INSIGNIA BREAK 2019.5Pages: 335, PDF Size: 9.43 MB
Page 176 of 335
174Rijden en bedieningTank de AdBlue-tank helemaal vol,omdat u anders de motor niet kuntstarten 3 307.
Waarschuwingen m.b.t. hoge
uitstoot
Als de uitstoot van uitlaatgassen tot
boven een bepaalde waarde stijgt,
worden waarschuwingen weergege‐
ven op het Driver Information Center.
Er worden verzoeken om het uitlaat‐
systeem te laten nakijken en ten
slotte de aankondiging om opnieuw
starten van de motor te voorkomen
weergegeven. Deze beperkingen zijn
wettelijk vereist.
Roep de hulp in van een werkplaats.
AdBlue bijvullenVoorzichtig
Gebruik alleen AdBlue die aan de
Europese normen DIN 70 070 en
ISO 22241-1 voldoet.
Gebruik geen additieven.
Verdun AdBlue niet.
Anders kan het systeem voor
selectieve katalysatorreductie
beschadigd raken.
Let op
Gebruik wanneer er op een pomp‐ station geen pomp met een vulpis‐
tool voor personenauto's beschik‐
baar is alleen AdBlue-flessen of -
jerrycans met een afgedichte tank‐
adapter om bij te tanken, om terug‐
spatten en morsen te voorkomen en
om ervoor te zorgen dat de dampen uit de tank worden opgenomen en
niet eruit stromen. AdBlue in flessen
of jerrycans is verkrijgbaar bij veel
pompstations en is te koop bij bijv. Opel dealers en andere detailhan‐
delaars.
Controleer vóór het bijtanken van
AdBlue de houdbaarheidsdatum
ervan, omdat het maar beperkt
meegaat.
Let op
Bij het losschroeven van de tankdop
van de vulpijp kunnen er ammoniak‐ dampen vrijkomen. Adem deze
dampen niet in, omdat ze scherp
geuren. Eventueel ingeademde
dampen zijn onschadelijk.
Tank de AdBlue-tank helemaal vol.
Doe dit als het waarschuwingsbericht
over het voorkomen van opnieuw
starten van de motor al is versche‐
nen.
Zet de auto op een vlakke onder‐
grond.
De vulopening voor AdBlue zit achter
de tankvulklep, rechtsachter op de auto.
De tankvulklep kan alleen bij een
ontgrendelde auto worden geopend.
1. Sleutel uit contactslot verwijde‐ ren.
2. Sluit alle portieren om ammonia‐ dampen in het interieur te voorko‐men.
3. Ontgrendel de tankvulklep door tegen de klep te duwen 3 238.
Page 255 of 335
Verzorging van de auto253Oplaadfunctie afgestemd op accu
Deze functie garandeert een maxi‐
male levensduur van de accu door
een regelbaar vermogen en een opti‐
male vermogensverdeling van de
dynamo.
Om te voorkomen dat de accu onder
het rijden leegraakt, worden de
volgende systemen automatisch in
twee fasen afgebouwd en ten slotte
uitgeschakeld:
● hulpverwarming
● achter- en voorruitverwarming
● verwarmd stuurwiel
● verwarmde spiegels
● stoelverwarming
● aanjager
In de tweede fase ziet u op het Driver
Information Center een bericht dat de activering van de ontlaadbeveiliging
van de accu bevestigt.
Stationair aanjagen
Als het nodig is om de accu op te
laden wegens een probleem met de
accu, moet het vermogen van dedynamo worden vergroot. Dit kan
door stationair aanjagen, wat moge‐
lijk hoorbaar is.
Er verschijnt een bericht op het Driver
Information Center.
Stroomaansluiting
De stroomaansluitingen worden
gedeactiveerd wanneer de accu‐
spanning te laag is.
WaarschuwingslabelBetekenis van symbolen: ● Geen vonken of open vlammen en niet roken.
● Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
● Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
● De accu bevat zwavelzuur dat blindheid of ernstige brandwon‐
den kan veroorzaken.
● Zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
● Er kan knalgas aanwezig zijn in de buurt van de accu.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
Na het leegrijden van de tank moet het dieselbrandstofsysteem worden
ontlucht. Het contact driemaal
15 seconden per keer inschakelen.
Motor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Deze procedure na minstens 5 seconden herhalen.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp van een werkplaats inroepen.
Page 333 of 335
331Partikelfilter................................. 171
Persoonlijke instellingen ............128
Portieren ....................................... 28
Portier open ............................... 114
Prestaties ................................... 305
Profieldiepte ............................... 276
Q
Quickheat ................................... 159
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 327
REACH ....................................... 319
Regelbare instrumentenverlichting ...........146
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 324
Remassistentie .......................... 184
Rem- en koppelingssysteem .....109
Rem- en koppelingsvloeistof ......295
Remmen ............................ 181, 251
Remvloeistof .............................. 251
Reparatie ongevalsschade .........319
Reservewiel ............................... 283
Richtingaanwijzers ............107, 145
Ruiten ........................................... 40
Rijgedrag en aanhangertips ......241
Rijregelsystemen ........................185
Rijverlichting ........................ 12, 113S
Schakelen ........................... 110, 176
Schakelhendel ............................ 176
Selectieve katalysatorreductie ....172
Service ............................... 161, 294
Service-display .......................... 106
Service-informatie ...................... 294
Sjorogen ...................................... 82
Slepen ................................ 240, 288
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19
Sneeuwkettingen .......................277
Snelheidsbegrenzer ...........114, 191
Snelheidsmeter .......................... 103
Software-update .........................323
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................250
Startbeveiliging ....................36, 112
Starten en bedienen ...................163
Starthulp gebruiken ...................287
Stoelpositie .................................. 47
Stoelverstelling .............................. 6
Stoelverwarming Stoelverwarming, achter ...........56
Stoelverwarming, voor ..............54
Stop/Start-systeem .....................167
Storing ....................................... 179
Storingsindicatielamp ................109
Stroomonderbreking ..................179Sturen......................................... 163
Stuurbedieningsknoppen .............90
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 90
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 238
Te laag brandstofpeil .................112
Toerenteller ............................... 105
Traction Control .........................185
Traction Control-systeem UIT..... 111
Trechter ...................................... 238
Trekhaak .................................... 242 Trekstang.................................... 240
Typeplaatje ................................ 298
U Uitlaatfilter................................... 171
Uitlaatgassen ............................. 171
Uitrol-brandstofafsluiter .............167
Uitstapverlichting .......................149
Uplevel-display ........................... 114
USB-poort ..................................... 95
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 122
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 276
Vaste luchtroosters ....................160