airbag OPEL KARL 2017 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017, Model line: KARL, Model: OPEL KARL 2017Pages: 207, PDF Size: 5.31 MB
Page 10 of 207

8Kort en bondigHoofdsteunverstelling
Ontgrendelingsknop indrukken,
hoogte instellen en vastklikken.
Hoofdsteunen 3 33.
Veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel afrollen en in
gordelslot vastmaken. De veiligheids‐ gordel mag niet gedraaid zitten en
moet strak tegen het lichaam aanlig‐
gen. De rugleuningen mogen niet te
ver naar achteren hellen (maximaal
ca. 25 °).
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Stoelpositie 3 34, veiligheidsgor‐
dels 3 37, airbagsysteem 3 39.
Spiegelverstelling
Binnenspiegel
U verstelt de spiegel door het spie‐
gelhuis in de gewenste richting te
verplaatsen.
Spiegel met handmatige dimfunctie
3 28.
Page 11 of 207

Kort en bondig9BuitenspiegelsHandmatig verstellen
Hendel in de gewenste richting kante‐len.
Buitenspiegels 3 27, Handmatig
verstellen 3 27.
Elektrisch verstelbare buitenspiegels
Desbetreffende buitenspiegel selec‐
teren en verstellen.
Elektrische verstelling 3 27, Inklap‐
bare buitenspiegels 3 27.
Verwarmbare buitenspiegels 3 28.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Airbagsysteem 3 39, contactslot‐
standen 3 109.
Page 13 of 207

Kort en bondig111Centrale vergrendeling .........21
Elektrische ruitbediening .......29
2 Buitenspiegels ......................27
3 Cruise control .....................124
Snelheidsbegrenzer ...........126
Verwarmd stuurwiel ..............59
4 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht en
grootlicht ............................... 94
Omgevingsverlichting ........... 96
Parkeerlichten ....................... 95
5 Zijdelingse luchtroosters .....105
6 Instrumenten ........................ 64
7 Driver Information Center ...... 75
8 Stuurbedieningsknoppen .....59
9 Voorruitenwisser, wis-/
wasinstallatie voor,
achterruitenwisser, wis-/
wasinstallatie achter .............. 60
10 Middelste luchtroosters ......105
11 Alarmknipperlichten .............93
12 Info-Display ........................... 80
13 Status-led diefstalalarm‐
systeem ................................ 2614 Infotainmentsysteem
15 Handschoenenkastje ...........51
16 Verwarming en ventilatie ......98
17 AUX-ingang, USB-ingang
18 Schakelpook,
handgeschakelde
versnellingsbak ..................115
Keuzehendel,
geautomatiseerde
versnellingsbak ...................116
19 Stoelverwarming ...................36
20 Handrem ............................. 120
21 Contactslot met stuurslot ...109
22 Claxon .................................. 60
Bestuurdersairbag ...............42
23 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 139
24 Stuurwiel instellen ................59
25 Zekeringhouder ..................154
26 Traction Control-systeem ...121
Stadsmodus ........................ 123
Stop/Start-systeem .............111
Brandstofkeuzeschakelaar ...65
Lane Departure Warning ...128Elektronische
stabiliteitsregeling ...............122
27 Lichtschakelaar ....................92
Koplampverstelling ............... 93
Mistlamp ................................ 94
Mistachterlicht ......................94
Helderheid van instrumen‐
tenverlichting ......................... 95
Page 23 of 207

Sleutels, portieren en ruiten21
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Sleutel met uitklapbare sleutelbaard
Sleutelbaard uitklappen en handzen‐
der zijwaarts openen. Batterij vervan‐ gen (batterijtype CR 2032), let hierbij
op de juiste plaatsing. Handzender
sluiten en synchroniseren.
Handzender synchroniseren
Na vervanging van de batterij het
bestuurdersportier openen met de
sleutel in het slot. De handzender
wordt gesynchroniseerd wanneer het contact wordt aangezet.
Opgeslagen instellingen Als de sleutel uit de contactschake‐
laar wordt verwijderd, worden de
volgende instellingen automatisch in
het geheugen van de sleutel opgesla‐
gen:
● verlichting
● voorinstellingen voor infotain‐ mentsysteem
● centrale vergrendeling ● comfortinstellingen
De opgeslagen instellingen worden
automatisch toegepast wanneer de sleutel met het geheugen de
volgende keer in het contactslot wordt gestoken en naar stand 1 3 109
wordt gedraaid.Voorwaarde is wel dat Aanpassing
door bestuurder is geactiveerd in de
persoonlijke instellingen van het
Info-Display.
Dit moet worden ingesteld voor elke
gebruikte sleutel.
Persoonlijke instellingen 3 84.
Centrale vergrendeling
Portieren en bagageruimte ontgren‐
delen en vergrendelen.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags of gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch
ontgrendeld.
Page 35 of 207

Stoelen, veiligheidssystemen33Stoelen,
veiligheidssysteme
nHoofdsteunen .............................. 33
Voorstoelen .................................. 34
Stoelpositie ................................ 34
Stoelverstelling .......................... 35
Verwarming ............................... 36
Veiligheidsgordels .......................37
Driepuntsgordel ......................... 38
Airbagsysteem ............................. 39
Frontaal airbagsysteem .............42
Zijdelings airbagsysteem ...........43
Gordijnairbagsysteem ...............44
Airbag deactiveren ....................44
Kinderveiligheidssystemen ..........45
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 47
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ......50
Top-Tether-bevestigingsogen ..50Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenzijde van de hoofdsteun moet op gelijke hoogte zijn als de
bovenzijde van het hoofd. Is dit bij
zeer lange personen niet mogelijk,
dan de hoofdsteun in de hoogste
stand zetten (bij zeer kleine personen
de hoofdsteun juist in de laagste
stand zetten).
Instellen
Hoofdsteunen voor,
hoogteverstelling
Druk op de ontgrendelingsknop, stel
de hoogte in en klik deze vast.
Page 36 of 207

34Stoelen, veiligheidssystemenHoofdsteunen achter,
hoogteverstelling
Trek de hoofdsteun omhoog en laat
deze vastklikken. Omlaag zetten:
druk op de pal om de hoofdsteun los
te zetten en omlaag te drukken.
Hoofdsteun achter wegnemen
Bijv. bij gebruik van een kinderveilig‐
heidssysteem 3 45.
Druk beide pallen in, trek de hoofd‐
steun omhoog en verwijder deze.
Voorstoelen
Stoelpositie9 Waarschuwing
Alleen met een correct ingestelde
stoel rijden.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden
verstellen, omdat ze ongecontro‐
leerd kunnen bewegen.
9 Waarschuwing
Nooit voorwerpen onder de stoe‐
len plaatsen.
Page 41 of 207

Stoelen, veiligheidssystemen39Losmaken
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Gebruik van de veiligheidsgordel
tijdens de zwangerschap9 Waarschuwing
De heupgordel moet zo laag
mogelijk over het bekken lopen
om druk op de buik te voorkomen.
Airbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit meer‐
dere afzonderlijke systemen afhanke‐
lijk van de omvang van de uitrusting.
Bij het activeren worden de airbags
binnen enkele milliseconden gevuld.
Ook het leeglopen van de airbags
verloopt zo snel, dat dit tijdens een
aanrijding vaak niet eens wordt opge‐ merkt.9 Waarschuwing
Bij onoordeelkundige behandeling
kunnen de airbagsystemen op
explosieve wijze in werking
treden.
Let op
Ter hoogte van de middenconsole
zitten de regelelektronica van het
airbagsysteem en de gordelspan‐
ners. In dit gebied geen magneti‐
sche voorwerpen plaatsen.
Bevestig geen voorwerpen op de
afdekkingen van de airbags en
bedek ze niet met andere materia‐
len.
Page 42 of 207

40Stoelen, veiligheidssystemenElke airbag treedt slechts eenmaal
in werking. Geactiveerde airbags
onmiddellijk laten vervangen door
een werkplaats. Ook moeten even‐
tueel het stuurwiel, het instrumen‐
tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐ tingen, handgrepen en de stoelen
worden vervangen.
Geen aanpassingen in het airbag‐
systeem aanbrengen, anders
vervalt de typegoedkeuring van de
auto.
Bij het ontplooien van de airbags
kunnen ontsnappende hete gassen
brandwonden veroorzaken.
Storing
Bij een storing in het airbagsysteem
licht het controlelampje v op en
verschijnt er een bericht of een code
op het Driver Information Center. Het
systeem buiten werking is.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Controlelampje voor airbagsystemen
3 70.Kinderveiligheidssystemen op de
passagiersstoel met
airbagsystemen
EN: NEVER use a rearward-facing
child restraint on a seat protected by
an ACTIVE AIRBAG in front of it;
DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur.
DE: Nach hinten gerichtete Kinder‐
sitze NIEMALS auf einem Sitz
verwenden, der durch einen davor
befindlichen AKTIVEN AIRBAG
geschützt ist, da dies den TOD oder
SCHWERE VERLETZUNGEN DES
KINDES zur Folge haben kann.
FR: NE JAMAIS utiliser un siège d'en‐
fant orienté vers l'arrière sur un siège
protégé par un COUSSIN GONFLA‐
BLE ACTIF placé devant lui, sous
peine d'infliger des BLESSURES
GRAVES, voire MORTELLES à l'EN‐ FANT.
ES: NUNCA utilice un sistema de
retención infantil orientado hacia
atrás en un asiento protegido por un
AIRBAG FRONTAL ACTIVO. Peligro
de MUERTE o LESIONES GRAVES para el NIÑO.
RU: ЗАПРЕЩАЕТСЯ
устанавливать детское
удерживающее устройство лицом
назад на сиденье автомобиля,
оборудованном фронтальной
подушкой безопасности, если
ПОДУШКА НЕ ОТКЛЮЧЕНА! Это
может привести к СМЕРТИ или
СЕРЬЕЗНЫМ ТРАВМАМ
РЕБЕНКА.
NL: Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een stoel met een ACTIEVE AIRBAG ervoor, om
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL van het KIND te voorkomen.
Page 43 of 207

Stoelen, veiligheidssystemen41DA: Brug ALDRIG en bagudvendt
autostol på et forsæde med AKTIV
AIRBAG, BARNET kan komme i LIVSFARE eller komme ALVORLIGT
TIL SKADE.
SV: Använd ALDRIG en bakåtvänd
barnstol på ett säte som skyddas med en framförvarande AKTIV AIRBAG.
DÖDSFALL eller ALLVARLIGA
SKADOR kan drabba BARNET.
FI: ÄLÄ KOSKAAN sijoita taaksepäin
suunnattua lasten turvaistuinta istui‐
melle, jonka edessä on AKTIIVINEN
TURVATYYNY, LAPSI VOI KUOLLA
tai VAMMAUTUA VAKAVASTI.
NO: Bakovervendt barnesikringsut‐
styr må ALDRI brukes på et sete med AKTIV KOLLISJONSPUTE foran, da
det kan føre til at BARNET utsettes for
LIVSFARE og fare for ALVORLIGE
SKADER.
PT: NUNCA use um sistema de
retenção para crianças voltado para
trás num banco protegido com um
AIRBAG ACTIVO na frente do
mesmo, poderá ocorrer a PERDA DE
VIDA ou FERIMENTOS GRAVES na CRIANÇA.IT: Non usare mai un sistema di sicu‐
rezza per bambini rivolto all'indietro
su un sedile protetto da AIRBAG
ATTIVO di fronte ad esso: pericolo di MORTE o LESIONI GRAVI per il
BAMBINO!
EL: ΠΟΤΕ μη χρησιμοποιείτε παιδικό
κάθισμα ασφαλείας με φορά προς τα πίσω σε κάθισμα που προστατεύεται
από μετωπικό ΕΝΕΡΓΟ ΑΕΡΟΣΑΚΟ,
διότι το παιδί μπορεί να υποστεί
ΘΑΝΑΣΙΜΟ ή ΣΟΒΑΡΟ
ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ.
PL: NIE WOLNO montować fotelika
dziecięcego zwróconego tyłem do
kierunku jazdy na fotelu, przed
którym znajduje się WŁĄCZONA
PODUSZKA POWIETRZNA. Niezas‐ tosowanie się do tego zalecenia
może być przyczyną ŚMIERCI lub
POWAŻNYCH OBRAŻEŃ u
DZIECKA.
TR: Arkaya bakan bir çocuk emniyet
sistemini KESİNLİKLE önünde bir
AKTİF HAVA YASTIĞI ile korun‐
makta olan bir koltukta kullanmayınız.
ÇOCUK ÖLEBİLİR veya AĞIR
ŞEKİLDE YARALANABİLİR.UK: НІКОЛИ не використовуйте
систему безпеки для дітей, що
встановлюється обличчям назад,
на сидінні з УВІМКНЕНОЮ
ПОДУШКОЮ БЕЗПЕКИ, інакше це
може призвести до СМЕРТІ чи
СЕРЙОЗНОГО ТРАВМУВАННЯ
ДИТИНИ.
HU: SOHA ne használjon hátrafelé
néző biztonsági gyerekülést előlről
AKTÍV LÉGZSÁKKAL védett ülésen,
mert a GYERMEK HALÁLÁT vagy
KOMOLY SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
HR: NIKADA nemojte koristiti sustav
zadržavanja za djecu okrenut prema
natrag na sjedalu s AKTIVNIM ZRAČ‐ NIM JASTUKOM ispred njega, to bi
moglo dovesti do SMRTI ili OZBILJN‐
JIH OZLJEDA za DIJETE.
SL: NIKOLI ne nameščajte otroškega
varnostnega sedeža, obrnjenega v
nasprotni smeri vožnje, na sedež z
AKTIVNO ČELNO ZRAČNO
BLAZINO, saj pri tem obstaja nevar‐
nost RESNIH ali SMRTNIH
POŠKODB za OTROKA.
SR: NIKADA ne koristiti bezbednosni
sistem za decu u kome su deca okre‐
nuta unazad na sedištu sa AKTIVNIM
Page 44 of 207

42Stoelen, veiligheidssystemenVAZDUŠNIM JASTUKOM ispred
sedišta zato što DETE može da
NASTRADA ili da se TEŠKO
POVREDI.
MK: НИКОГАШ не користете детско
седиште свртено наназад на
седиште заштитено со АКТИВНО
ВОЗДУШНО ПЕРНИЧЕ пред него, затоа што детето може ДА ЗАГИНЕ
или да биде ТЕШКО ПОВРЕДЕНО.
BG: НИКОГА не използвайте
детска седалка, гледаща назад,
върху седалка, която е защитена
чрез АКТИВНА ВЪЗДУШНА
ВЪЗГЛАВНИЦА пред нея - може да се стигне до СМЪРТ или
СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на
ДЕТЕТО.
RO: Nu utilizaţi NICIODATĂ un scaun
pentru copil îndreptat spre partea din
spate a maşinii pe un scaun protejat
de un AIRBAG ACTIV în faţa sa;
acest lucru poate duce la DECESUL
sau VĂTĂMAREA GRAVĂ a COPI‐
LULUI.
CS: NIKDY nepoužívejte dětský
zádržný systém instalovaný proti
směru jízdy na sedadle, které je chrá‐ něno před sedadlem AKTIVNÍMAIRBAGEM. Mohlo by dojít k
VÁŽNÉMU PORANĚNÍ nebo ÚMRTÍ DÍTĚTE.
SK: NIKDY nepoužívajte detskú
sedačku otočenú vzad na sedadle
chránenom AKTÍVNYM AIRBAGOM,
pretože môže dôjsť k SMRTI alebo
VÁŽNYM ZRANENIAM DIEŤAŤA.
LT: JOKIU BŪDU nemontuokite atgal
atgręžtos vaiko tvirtinimo sistemos
sėdynėje, prieš kurią įrengta AKTYVI
ORO PAGALVĖ, nes VAIKAS GALI
ŽŪTI arba RIMTAI SUSIŽALOTI.
LV: NEKĀDĀ GADĪJUMĀ neizmanto‐
jiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēde‐
klīti sēdvietā, kas tiek aizsargāta ar
tās priekšā uzstādītu AKTĪVU
DROŠĪBAS SPILVENU, jo pretējā
gadījumā BĒRNS var gūt SMAGAS
TRAUMAS vai IET BOJĀ.
ET: ÄRGE kasutage tahapoole
suunatud lapseturvaistet istmel, mille
ees on AKTIIVSE TURVAPADJAGA
kaitstud iste, sest see võib põhjus‐
tada LAPSE SURMA või TÕSISE
VIGASTUSE.MT: QATT tuża trażżin għat-tfal li
jħares lejn in-naħa ta’ wara fuq sit
protett b’AIRBAG ATTIV quddiemu; dan jista’ jikkawża l-MEWT jew
ĠRIEĦI SERJI lit-TFAL.
Behalve de waarschuwing conform
ECE R94.02 mag een voorwaarts
gericht kinderveiligheidssysteem
omwille van de veiligheid uitsluitend
worden gebruikt volgens de instruc‐
ties en beperkingen in de tabellen
3 47.
U vindt het airbaglabel aan beide
zijden van de zonneklep aan passa‐
gierszijde.
Airbag deactiveren 3 44.
Frontaal airbagsysteem
Het frontairbagsysteem bestaan uit
een airbag in het stuurwiel en een
airbag in het instrumentenpaneel aan de passagierskant voorin. De locatie
is te herkennen aan het opschrift AIRBAG .
Het frontairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
aanrijding aan de voorzijde. Het
contact moet ingeschakeld zijn.