infotainment OPEL MOKKA 2014 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: MOKKA, Model: OPEL MOKKA 2014Pages: 239, PDF Size: 4.82 MB
Page 169 of 239

Telefoon169BedieningInleiding
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐ bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus blijft bedie‐
ning van de mobiele telefoon moge‐ lijk, bv. een gesprek beantwoorden
of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
de gegevensoverdracht is het bedie‐nen van de mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonportal. Zo‐
doende is het mogelijk dat de functi‐
onaliteit die bij deze specifieke tele‐
foons staat beschreven, afwijkt.
Volume van de handsfree-
installatie instellen Draai aan de m VOL -knop van het
infotainmentsysteem of druk op de + /
- -toetsen op het stuurwiel.
Een telefoonnummer bellenDruk terwijl het telefoonhoofdmenu
actief is op de multifunctionele knop
om Telefoonmenu te openen.
Er zijn verschillende opties beschik‐ baar voor het kiezen van telefoon‐
nummers, voor het gebruik van het
telefoonboek en gesprekslijsten en
voor het bekijken en bewerken van
berichten.
Met behulp van het commando
Telefoon uit kan de verbonden tele‐
foon worden losgekoppeld van de te‐
lefoonportal.
Handmatig een nummerinvoeren
Page 170 of 239

170Telefoon
Selecteer Nummer invoeren en voer
vervolgens de gewenste cijferreeks in.
Om het kiesproces te starten, selec‐
teert u y.
Om het telefoonboekmenu te ope‐
nen, selecteert u z.
Telefoonboek Na het tot stand brengen van de ver‐
binding wordt het telefoonboek ver‐
geleken met het telefoonboek in het
tijdelijke geheugen, mits dezelfde
simkaart of dezelfde telefoon worden
gebruikt. Tijdens het vergelijken kan
eventueel ingevoerde nieuwe infor‐
matie niet worden getoond.
Als simkaart of telefoon anders zijn,
wordt het telefoonboek opnieuw ge‐
laden. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit proces enkele minuten
duren.Een telefoonnummer selecteren uit
het telefoonboek
Selecteer Telefoonboek .
Selecteer in het menu Zoeken de ge‐
wenste reeks van beginletters om
een voorselectie te maken van de
items in het telefoonboek die u wilt la‐ ten weergeven.
Let op
Telefoonboekvermeldingen worden
bij de overdracht vanuit de mobiele
telefoon overgezet. De presentatie
en volgorde van de telefoonboekver‐
meldingen kunnen op het display
van het Infotainmentsysteem en op
het display van de mobiele telefoon
verschillend zijn.
Na het maken van de voorselectie:
selecteer het gewenste item in het te‐
lefoonboek om de nummers te tonen
die hieronder zijn opgeslagen.
Selecteer het gewenste nummer om
het bellen te starten.
Page 174 of 239

174TrefwoordenlijstAAdresboek .................................. 126
Adresinvoer ................................ 126
Afspelen van een cd starten .......105
Algemene aanwijzingen ............
.......... 82, 104, 108, 109, 115, 162
Algemene informatie ..........112, 156
Antidiefstalfunctie ........................83
Autostore-lijsten ............................ 95
B
BACK-toets ................................... 89
Basisbediening ............................. 89
Bediening.................................... 169
Begeleiding ................................ 141
Bluetooth .................................... 162
Bluetooth-verbinding ..................163
C CD-speler activeren.................................. 105
Belangrijke informatie .............104
gebruik .................................... 105
CD-speler activeren ....................105
CD-speler gebruiken................... 105
D DAB ............................................ 101
DAB configureren .......................101
De AUX-ingang gebruiken ..........108De digitale fotolijst gebruiken .....112
De radio gebruiken .......................94
De radio inschakelen ....................94
De USB-poort gebruiken ............109
Digital Audio Broadcasting .........101
Door de gebruiker bepaalde NP's 126
Dynamische routebegeleiding ....149
E Enhanced Other Networks ...........99
EON .............................................. 99
F
Favorietenlijst ............................... 96
Frequentiebereikmenu's ...............96
Frequentiebereik selecteren .........94
G
Gebruik ...87, 94, 105, 108, 112, 116
Geluidsinstellingen .......................91
H
Handsfree-modus .......................163
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 87
Het navigatiesysteem activeren. 116
Het navigatievolume instellen .....116
Page 175 of 239

175
I
Infotainmentsysteem automatische aanpassing van
het volume................................. 93 maximaal opstartvolume ...........93
tooninstellingen ......................... 91
volume voor verkeersberichten. 93 volume: instellingen ..................93
Infotainmentsysteem gebruiken ...87
Invoer van de bestemming ........126
K Kaarten ...................................... 150
Kaart SD Card vervangen ............................... 150
werken met.............................. 150
M Menubediening ............................. 89
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................172
Multifunctionele knop ....................89
Mute.............................................. 87 MijnNP's ..................................... 126
N Navigatie activeren.................................. 116
Adresboek ............................... 126
bedieningselementen ..............116bestemmingsinvoer .................126
dynamische begeleiding. 141, 149
gebruik .................................... 116
gebruik van de spellingsfunctie 126
geïmporteerde NP's
verwijderen .............................. 116
herhalen laatste navigatie-
instructie .................................. 141
in werking ................................ 115
kaart SD Card ......................... 150
MijnNP's .................................. 126
navigatie starten ......................141
navigatiedisplay ......................116
navigatieopties ........................ 141
navigatievolume ......................116
routebegeleiding .....................141
routeblokkering ....................... 141
routelijst ................................... 141
snelwegrijstrook begeleiding ...141
Speciale bestemmingen ..........126
speciale bestemmingen
(NP's) importeren/exporteren ..116
symbolenoverzicht ..................152
Thuisadres .............................. 126
TMC-meldingen....................... 141
waarschuwing laag
brandstofpeil ........................... 126
wissen thuisadres.................... 116
Navigatiedisplay ......................... 116Navigatiesysteem gebruiken ......116
Navigatievolume .........................116
Noodoproep ................................ 168
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 110
Overzicht bedieningselementen ...84
P Persoonlijke NP's .......................116
R
Radio Radio Data System (RDS) ........99
activeren.................................... 94
autostorelijsten .......................... 95
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 101
favorietenlijst ............................. 96
frequentiebereik selecteren .......94
frequentiebereikmenu's .............96
gebruik ...................................... 94
Zender zoeken .......................... 94
zenderlijsten .............................. 96
Radio activeren............................. 94
Radio Data System (RDS) ........... 99
RDS .............................................. 99
RDS configureren .........................99
Page 178 of 239

178InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............178
Antidiefstalfunctie ......................179
Overzicht bedieningselementen 180
Bediening ................................... 183
Personaliseren ........................... 187Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem verzorgt In‐ fotainment in uw auto, met gebruik
van de nieuwste technologie.
De radio kan gemakkelijk worden ge‐ bruikt, door per elke zes pagina's
maximaal 36 FM-, AM- en DAB-(Digi‐
tal Audio Broadcasting) radiozenders
op te slaan onder de voorkeuzeknop‐ pen 1 ~ 6 . DAB is alleen beschikbaar
voor Type A- en Type D-modellen.
De geïntegreerde cd-speler kan au‐
dio-CD's en MP3-bestanden afspelen
en de USB-speler kan aangesloten
USB-opslagmedia of iPod-producten afspelen. De USB-speler is alleen be‐ schikbaar voor Type A- en Type B-modellen.
Dankzij de verbindingsfunctie voor
Bluetooth-telefoons kunt u draadloos
en handenvrij telefoneren of kan een
muziekspeler in de telefoon worden
afgespeeld. De Bluetooth-telefoon‐
verbindingsfunctie is alleen beschik‐
baar voor Type A- en Type B-model‐
len.Sluit een draagbare muziekspeler
aan op de AUX-ingang voor externe
spelers en geniet van de rijke klank‐
weergave van het Infotainmentsys‐
teem. De AUX-functie is alleen be‐
schikbaar voor Type A- en Type B-
modellen.
De digitale soundprocessor biedt een
aantal standaard equalizerinstellin‐
gen waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Het systeem kan gemakkelijk worden aangepast via de zorgvuldig ontwor‐
pen instelfunctie, het slimme display
en de multifunctionele menudraai‐
knop.
■ In de paragraaf "Overzicht" worden
de werking en alle instelfuncties van het Infotainmentsysteem in een
beknopt overzicht getoond.
■ In de paragraaf "Gebruik" wordt de basisbediening van het Infotain‐
mentsysteem uitgelegd.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
Page 179 of 239

Inleiding179
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Schermweergave
Opstartscherm
(1) Klok
(2) Disk geladen
(3) RDS-service
(4) Luchttemperatuur interieur (be‐
stuurder/passagier)
(5) Bluetooth verbonden
(6) Bluetooth-muziek
(7) Temperatuur buitenlucht
(8) Datum
Radioscherm
(9) Categorie
(10) Zendernaam
(11) Pagina Favorieten
(12) Zenderlijst
(13) Golfbereik
Scherm CD/MP3
(1) Afspeeltijd
(2) Map/track
(3) Titel van song
(4) Artiest
(5) Type disk
Scherm Instellingen
(6) Titel Instellingen
(7) Selectiebalk
(8) Lijstindicatorbalk
(9) Menu
De schermweergave kan afwijken
van de weergave in de handleiding,
omdat de meeste weergaven kunnen
afwijken naargelang de instelling van
het apparaat en de voertuigspecifica‐
tie.
Antidiefstalfunctie
In het infotainmentsysteem is een
elektronische beveiliging geïnte‐
greerd die diefstal voorkomt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 183 of 239

Inleiding183
2.q-toets
◆ Druk deze knop in om een op‐ roep te beantwoorden of omnaar de modus voor terugbellen te gaan.
◆ Houd deze knop ingedrukt om naar het oproepenlogboek te
gaan of om tijdens een telefoon‐
gesprek heen en weer te gaan
tussen de handenvrijmodus en
de modus voor privé bellen.
3. d SRC c -toets
◆ Druk deze knop in om een af‐ speelfunctie voor geluid te kie‐
zen.
◆ Draai aan de knop om de opge‐
slagen radiozender te wijzigen
of om andere muziek te kiezen
om af te spelen.
4. Knoppen +
◆ Druk op de knop + om het vo‐ lume te verhogen.
◆ Druk op de knop - om het vo‐ lume te verlagen.Type 2-audiobediening aan stuurwiel:
optie
1. x-toets
Druk deze knop in om de stilscha‐
kelfunctie aan en uit te zetten.
2. Niet beschikbaar.
3. d SRC c -toets
◆ Druk deze knop in om een af‐ speelfunctie voor geluid te kie‐
zen.
◆ Draai aan de knop om de opge‐
slagen radiozender te wijzigen
of om andere muziek te kiezen
om af te spelen.
4. + -toets
◆ Druk op de knop + om het vo‐ lume te verhogen.
◆ Druk op de knop - om het vo‐ lume te verlagen.
Bediening Toetsen en bedieningsorganen Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend via de functietoetsen, de multi‐ functionele knop en het menu dat op
het scherm is weergegeven.
Page 184 of 239

184Inleiding
De in het systeem gebruikte knoppenen bedieningsorganen zijn de vol‐
gende:
■ De toetsen en druk-/draaiknop van het infotainmentsysteem
■ De knoppen van de afstandsbedie‐
ning op het stuurwiel
Systeem aan en uit
Druk op de knop m om het systeem
aan te zetten.
Na het inschakelen van de voeding wordt de eerder gebruikte functie uit‐
gevoerd nadat de tijd, de datum, de
temperatuur en de functie gereed
zijn.
Druk op de knop m om het systeem
uit te zetten.
Automatisch uitzetten Als u het Infotainmentsysteem met de knop m inschakelt terwijl de contact‐
schakelaar (contactsleutel van de
auto) in de stand uit staat, wordt het
Infotainmentsysteem 10 minuten na
de laatste activiteit van de gebruiker
automatisch uitgeschakeld.Volumeregeling
Draai aan de knop VOL om het vo‐
lume te regelen.
■ Gebruik de afstandsbediening op het stuurwiel en druk op de knop‐
pen + en - om het volume aan te
passen.
■ Het huidige geluidsniveau wordt aangegeven.
■ Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt vanzelf het ge‐ luidsniveau ingesteld dat eerder al
Page 185 of 239

Inleiding185
was geselecteerd (wanneer dit la‐
ger is dan het maximale beginvo‐
lume).
■ Bij het inschakelen van de voeding kan de waarde voor het maximale
beginvolume afzonderlijk worden
ingesteld (wanneer het eerdere vo‐
lumeniveau lager dan het maximale beginvolume is).
Automatische volumeregeling Wanneer de instelling voor rijsnel‐
heidsafhankelijk geluidsvolume actief
is, wordt het geluidsvolume automa‐
tisch aangepast op basis van de rij‐
snelheid van de auto ter compensatie
voor het geluid van motor en banden. (Zie Instellingen → Radio-instellingen
→ Autom. volumeregeling ).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen Wanneer binnenin de radio de tem‐
peratuur zeer hoog wordt, begrenst
het infotainmentsysteem het instel‐ bare maximale volume.
Zo nodig wordt het volume automa‐ tisch verlaagd.Geluidsinstellingen
Vanuit Tooninstellingen kan de klank‐
weergave naar wens worden inge‐
steld, afhankelijk van de functies van
de FM-, AM- of DAB-radio en van elke audiospeler.
Druk TONE om de betreffende func‐
tiemodus te gebruiken.
Selecteer de gewenste klankrege‐
lingsmodus door aan de multifunctio‐
nele knop te draaien en druk dan op
de multifunctionele knop.
Selecteer de gewenste klankrege‐
lingswaarde door aan de multifuncti‐
onele knop te draaien en druk dan op
de multifunctionele knop.
Menu Geluidsinstellingen ■ Bas : stel het lage tonen-niveau in
tussen -12 tot +12.
■ Midrange : stel het middenbereikni‐
veau in tussen -12 tot +12.
■ Treble : stel het hoge tonen-niveau
in tussen -12 tot +12.
■ EQ (equalizer): klankstijl selecteren
of uitschakelen ( UIT ↔ Pop ↔
Rock ↔ Klassiek ↔ Gesproken ↔
Country ).
Page 194 of 239

194Radio
De DAB-service verbinden
(DAB-DAB aan/DAB-FM uit)
(DAB-DAB uit/DAB-FM aan)
(DAB-DAB aan/DAB-FM aan)
Wanneer u Automatische links DAB-
FM als geactiveerd instelt, als het
DAB-servicesignaal zwak is, ont‐ vangt het Infotainmentsysteem de ge‐
koppelde servicecomponent automa‐ tisch (zie Instellingen → Radio-
instellingen → DAB-instellingen →
Automatische links DAB-FM ).
Handmatig op een radiozender
afstemmen
Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste zendfrequentie
handmatig te vinden.