OPEL MOKKA 2016.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: MOKKA, Model: OPEL MOKKA 2016.5Pages: 239, PDF Size: 6.58 MB
Page 91 of 239

Instrumenten en bedieningsorganen89Adaptief rijlicht (AFL) 3 112.
Knippert
Systeem overgeschakeld op symme‐
trisch dimlicht.
Controlelamp f knippert na het in‐
schakelen van de ontsteking ca.
4 seconden om u eraan te herinneren dat het systeem is geactiveerd
3 111.
Automatische verlichting 3 110.
Mistlamp > brandt groen.
De voorste mistlampen zijn ingescha‐
keld 3 115.
Mistachterlicht
r brandt geel.
Het mistachterlicht is ingeschakeld 3 115.
Cruise control
m brandt wit of groen.Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen
De cruise control is actief.
Cruise control 3 144.
Voorligger gedetecteerd
A brandt groen.
Er is een voertuig in dezelfde rijstrook gedetecteerd.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 146.
Motorkap open / brandt wanneer de motorkap bij
auto's met stop/start-systeem open
is.
Stop-startsysteem 3 130.
Portier open h brandt rood.
Een portier of de achterklep is ge‐
opend.Informatiedisplays
Driver Information Center
Het bestuurdersinformatiecentrum zit op de instrumentengroep tussen de
snelheidsmeter en de toerenteller.
Beschikbaar als Midlevel-, Uplevel- of
Uplevel-Combi-display.
Midlevel-display geeft aan:
● algemene kilometerteller
● dagteller
● sommige controlelampjes
● boordinformatie
Page 92 of 239

90Instrumenten en bedieningsorganen● reis-/brandstofinformatie
● boordinformatie, in de vorm van cijfercodes 3 95
In het Uplevel-display kunnen via de
knop MENU op de richtingaanwijzer‐
hendel de volgende hoofdmenu's worden geselecteerd:
● Informatie- menu voertuig
● Informatiemenu dagteller/
brandst.
In het Uplevel-Combi-display kunnen
via MENU op de richtingaanwijzer‐
hendel menupagina's worden gese‐
lecteerd. Menusymbolen verschijnen
op de bovenste regel van het display:
● X Informatie- menu voertuig
● W Informatiemenu dagteller/
brandst.
● s Informatiemenu ECO
Sommige weergegeven functies ver‐ schillen onderweg ten opzichte van
stilstand van de auto. Sommige func‐
ties zijn alleen onderweg beschik‐
baar.
Persoonlijke instellingen 3 100. Op‐
geslagen instellingen 3 21.
Menu's en functies selecteren
U selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Druk op MENU om tussen de menu's
te schakelen of om vanuit een sub‐ menu één niveau terug te gaan.
Page 93 of 239

Instrumenten en bedieningsorganen91
Draai aan het stelwiel om een menu-
optie te markeren of om een nume‐
rieke waarde in te stellen.
Druk op SET/CLR om een functie te
selecteren of om een bericht te be‐
vestigen.
Informatie- menu voertuig
Druk op MENU om de Informatie-
menu voertuig te selecteren of selec‐
teer X op het Uplevel-Combi-dis‐
play.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren. Druk op
SET/CLR om te bevestigen.
Volg de instructies in de submenu's.
Mogelijke submenu's zijn, afhankelijk
van de versie:
● Eenheid : U kunt de weergegeven
eenheden veranderen
● Band.span.controle : controleert
de bandenspanning van alle ban‐ den onder het rijden 3 191
● Bandenbelasting : selecteer de
bandenspanningscategorie vol‐
gens de huidige bandenspanning
3 191
● Resterende levensduur olie :
geeft aan wanneer de motorolie
ververst en het filter vervangen
moet worden 3 80● Verkeersbordherkenning : geeft
herkende verkeersborden weer
voor het huidige gedeelte van de
route 3 152
● Snelheidswaarschuwing : bij
overschrijden van de ingestelde
snelheidslimiet klinkt er een ge‐
luidssignaal
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐ ken in Midlevel-display, Uplevel-dis‐
play en Uplevel-Combi-display.
Informatiemenu dagteller/
brandst.
Druk op MENU om de
Informatiemenu dagteller/brandst. te
selecteren of selecteer W op het
Uplevel-Combi-display.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren. Druk op
SET/CLR om te bevestigen.
● dagteller 1
● dagteller 2
● digitale snelheid
Dagteller 2 en digitale snelheid zijn alleen beschikbaar bij auto’s met een Uplevel- of Uplevel-Combi-display.
Page 94 of 239

92Instrumenten en bedieningsorganenOp auto's met tripcomputer zijn meer
submenu's beschikbaar.
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐
ken in Midlevel-, Uplevel-, en Uplevel- Combi-display.
Informatiemenu dagteller/brandstof,
tripcomputer 3 97.
Informatiemenu ECO Druk op MENU om s op de bo‐
venste regel van het Uplevel-Combi-
display te selecteren.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren. Druk op
SET/CLR om te bevestigen.
Submenu's zijn:● Schakelaanduiding : De huidige
versnelling verschijnt in een pijl‐
tje. De afbeelding erboven geeft
aan dat de bestuurder omwille
van het brandstofverbruik moet
opschakelen.
Eco-index-display : Het huidige
brandstofverbruik verschijnt op een segmentendisplay. Pas voor
een zuinige rijstijl uw rijstijl zoda‐
nig aan dat de gevulde segmen‐ ten binnen de Eco-zone blijven.
Hoe meer segmenten er gevuld
zijn, hoe hoger het brandstofver‐
bruik. Tegelijkertijd wordt de hui‐
dige verbruikswaarde weergege‐ ven.● Grootverbruikers De lijst van de
hoogste momenteel ingescha‐
kelde comfortverbruikers ver‐ schijnt in aflopende volgorde. De
mogelijke brandstofbesparing wordt aangegeven. Een uitge‐
schakelde verbruiker verdwijnt
van de lijst en de verbruiks‐
waarde wordt bijgewerkt.
Incidenteel wordt de achterruit‐
verwarming automatisch geacti‐
veerd om de motor zwaarder te
belasten. In dat geval wordt de
achterruitverwarming aangeduid
als een van de grootste verbrui‐
kers, zonder dat de bestuurder
deze heeft geactiveerd.
Page 95 of 239

Instrumenten en bedieningsorganen93●Zuinig rijden : geeft de gemid‐
delde verbruiksontwikkeling over een afstand van 50 km weer. Ge‐ vulde segmenten tonen het ver‐
bruik in stappen van 5 km en la‐
ten de gevolgen van de terrein‐
gesteldheid of het rijgedrag op
het brandstofverbruik zien.
Graphic-Info-Display, Color-Info-Display
Afhankelijk van de voertuigconfigura‐ tie heeft het voertuig een Graphic-
Info-Display of een Colour-Info-Dis‐
play. Het Info-Display bevindt zich in
het instrumentenpaneel boven het in‐
fotainmentsysteem.Graphic-Info-Display
Graphic-Info-Display geeft aan:
● tijd 3 76
● buitentemperatuur 3 75
● datum 3 76
● Infotainmentsysteem, zie be‐ schrijving in de handleiding Info‐
tainment
● persoonlijke instellingen 3 100
Colour-Info-Display
Het Colour-Info-Display geeft in kleur
weer:
● tijd 3 76
● buitentemperatuur 3 75
● datum 3 76
● Infotainmentsysteem, zie be‐ schrijving in de handleiding Info‐
tainment
● navigatie, zie beschrijving in de handleiding Infotainment
● systeeminstellingen
● boordinformatie 3 95
● persoonlijke instellingen 3 100
Page 96 of 239

94Instrumenten en bedieningsorganenDe getoonde informatie en de weer‐
gave ervan hangen af van de uitvoe‐
ring van de auto en de geselecteerde instellingen.
Menu's en instellingen selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de menu's en instellingen.
U maakt uw selecties via:
● de menu's
● de functietoetsen en de multi‐ functionele toets van het infotain‐
ment-systeem
Selecteren met het infotainment-
systeem
Selecteer een functie via de knoppen
van het infotainment-systeem. Het menu van de geselecteerde functie
wordt weergegeven.
U gebruikt de multifunctionele toets
voor het selecteren en bevestigen
van een item.
Multifunctionele toets
De multifunctionele toets is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's:
Draaien
● een menuoptie markeren
● voor het instellen van een nume‐
rieke waarde of het weergeven
van een menuoptie
Drukken (op de buitenste ring) ● de gemarkeerde optie selecteren
of inschakelen
● een ingestelde waarde bevesti‐ gen
● een systeemfunctie in- of uit‐ schakelen
BACK
Druk op BACK om:
● een menu te verlaten zonder de instellingen te wijzigen
● vanuit een submenu naar een hoger menuniveau terug te keren
● het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen
Houd BACK enkele seconden inge‐
drukt om de gehele invoer te wissen.
Persoonlijke instellingen 3 100.
Page 97 of 239

Instrumenten en bedieningsorganen95Boordinformatie
Meldingen worden voornamelijk
weergegeven op het Driver Informa‐
tion Center, in sommige gevallen sa‐
men met een geluidssignaal.
Druk op SET/CLR , MENU of draai
aan het stelwiel om een bericht te be‐ vestigen.
Boordinformatie op
Midlevel-display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van cijfercodes.
Nr.Boordinformatie10Remmen oververhit16Remlicht defect25Richtingaanwijzer linksvoor
defect26Richtingaanwijzer linksachter
defect27Richtingaanwijzer rechtsvoor
defectNr.Boordinformatie28Richtingaanwijzer rechts‐
achter defect53Draai tankdop vast54Water in dieselbrandstoffilterS68Service stuurbekrachtigingS73Service aandrijving op alle
wielenS75Service airconditioningS79Vul motorolie bijS81Service versnellingsbakS82Vervang motorolie binnenkortS84Motorvermogen verminderdS89Onderhoud spoedig128Motorkap open134Parkeerhulpstoring, bumper
reinigenS136Onderhoud aan parkeerhulp
uitvoeren174Accu is bijna leeg
Page 98 of 239

96Instrumenten en bedieningsorganenLet op
"S" betekent "Onderhoud auto spoe‐ dig". Neem meteen contact op met
een werkplaats.
Boordinformatie op het Uplevel-
display en Uplevel-Combi-display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Het display toont teksten over de vol‐
gende onderwerpen:
● serviceberichten
● diefstalalarmsysteem
● remmen
● rijsystemen
● rijregelsystemen
● bestuurdersondersteuningssys‐ temen
● cruise control
● snelheidsbegrenzer
● parkeerhulpsystemen
● verlichting, gloeilamp vervangen
● adaptief rijlicht (AFL)
● portieren, ruiten
● verkeersbordherkenning
● lane departure warning
● bagageruimte, kofferdeksel
● handzender
● veiligheidsgordels
● airbagsystemen
● motor en versnellingsbak
● bandenspanning
● roetfilter
● accustatusGeluidssignalen
Bij het starten van de motor of
tijdens het rijden
Er klinkt slechts één geluidssignaal
tegelijk.
Het geluidssignaal voor niet gedra‐
gen veiligheidsgordels geniet de pri‐
oriteit boven alle andere geluidssig‐
nalen.
● Als het portier of de motorkap open is.
● Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
● Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheidoverschrijdt.
● Er verschijnt een waarschu‐ wingstekst of waarschuwings‐
code op het Driver Information
Center.
● Wanneer de parkeerhulp een ob‐
stakel herkent.
● Als het brandstofpeil laag is.
Page 99 of 239

Instrumenten en bedieningsorganen97Bij het parkeren van de auto en/ofhet openen van het
bestuurdersportier
● Bij ingeschakelde buitenverlich‐ ting.
Tijdens een Autostop ● Als het bestuurdersportier ge‐ opend is.
Batterijspanning
Wanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt of waarschuwings code 174 op
het Driver Information Center.
1. Schakel onmiddellijk alle elektri‐ sche verbruikers uit die niet nodigzijn voor een veilige rit, bijv. de
stoelverwarming, achterruitver‐
warming of andere hoofdverbrui‐
kers.
2. Laad de accu op door een tijdje te
rijden of met een oplaadapparaat.
Het waarschuwingsbericht of de
waarschuwingscode verdwijnt nadat
de motor twee keer achter elkaar is
gestart zonder spanningsval.Als de accu niet kan worden opgela‐
den, moet u de oorzaak van de sto‐
ring in een werkplaats laten verhel‐
pen.Tripcomputer
U selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel 3 89.
Druk op MENU om Informatiemenu
dagteller/brandst. te selecteren of se‐
lecteer W op het Uplevel-Combi-
display.
Page 100 of 239

98Instrumenten en bedieningsorganen
Informatiemenu dagteller/brandst. op
Uplevel-display
Draai aan het stelwiel om één van de
submenu's te kiezen:
● dagteller 1
● dagteller 2
● actieradius
● gemiddeld verbruik
● momentaan verbruik
● gemiddelde snelheid
● digitale snelheid
● verkeersbordherkenning
● routebegeleiding
Informatiemenu dagteller/brandst. op
Uplevel-Combi-display
Draai aan het stelwiel om de subme‐
nu's te kiezen:
● dagteller 1
● gemiddeld verbruik 1
● gemiddelde snelheid 1
● dagteller 2
● gemiddeld verbruik 2
● gemiddelde snelheid 2