airbag OPEL VIVARO 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: VIVARO, Model: OPEL VIVARO 2014Pages: 179, PDF Size: 4.26 MB
Page 9 of 179
Kort en bondig7StoelverstellingZitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Stoelpositie 3 35, stoelverstelling
3 36.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
Rugleuning voorstoelen
Trek aan de hendel, stel de rugleu‐
ning in en laat de hendel los. Stoel
hoorbaar laten vastklikken. Bij het verstellen de rugleuning niet belas‐
ten.
Stoelpositie 3 35, stoelverstelling
3 36.
Zithoogte
Hendel omhoogtrekken en meer of
minder gewicht op stoel aanbrengen
om deze hoger of lager te zetten.
Stoelpositie 3 35, stoelverstelling
3 36.
Page 10 of 179
8Kort en bondigHoofdsteunverstelling
Hoofdsteun tot op de gewenste
hoogte omhoog- of omlaagbrengen.
Hoofdsteunen 3 34.
Veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel afrollen en in gor‐
delslot vastklikken. De veiligheidsgor‐ del mag niet gedraaid zitten en moet
strak tegen het lichaam aanliggen. De
rugleuningen mogen niet te ver naar
achteren hellen (maximaal ca. 25°).
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Stoelpositie 3 35, veiligheidsgor‐
dels 3 41, airbagsysteem 3 44.
Spiegelverstelling
Binnenspiegel
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐ gelbehuizing gebruiken.
Binnenspiegel 3 31.
Page 11 of 179
Kort en bondig9
Buitenspiegels
Handmatig verstellen
Spiegel in gewenste richting draaien.
Buitenspiegels 3 29.
Elektrisch verstelbare buitenspiegels
Desbetreffende buitenspiegel selec‐
teren en verstellen.
Bolle buitenspiegels 3 29, Elektri‐
sche verstelling 3 30, Inklapbare
buitenspiegels 3 30, Verwarmde
buitenspiegels 3 30.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaag bewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoog bewegen
en goed vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Airbags 3 44, contactslotstanden
3 97.
Page 13 of 179
Kort en bondig11
1Asbak .................................... 67
Bekerhouders ....................... 59 Zekeringenkast ...................134
2 Vaste ventilatieopeningen .....94
3 Zijdelingse luchtroosters .......94
4 Lichtschakelaar ....................82
Mistachterlicht ....................... 85
Mistlampen ........................... 84
Uitstapverlichting ................... 86
Richtingaanwijzers ................84
Zijmarkeringslichten ..............82
Lichtsignaal, dimlicht en
grootlicht ............................... 83
5 Instrumenten ........................ 68
Driver Information Center ..... 77
Versnellingsbakdisplay .........71
6 Claxon ................................... 64
Bestuurdersairbag ................47
7 Stuurkolomknoppen ..............648Voorruitwissers,
voorruitsproeiers ..................64
Achterruitwisser, achter‐
ruitsproeier ........................... 65
Tripcomputer ........................ 79
9 Middelste luchtroosters .........94
10 Triple-Info-Display .................77
11 Tachograaf ............................ 94
12 Passagiersairbag ..................47
13 Opbergvak ........................... 58
14 Munthouder .......................... 58
15 Opbergvak ........................... 58
16 Handschoenenkastje ...........58
17 Kledinghaak ......................... 10
18 Verwarming en ventilatie ......87
19 Alarmknipperlichten ..............84
20 Centrale vergrendeling .........21
Verwarmbare
buitenspiegels ....................... 30
Verwarmbare achterruit ........32Geautomatiseerde
versnellingsbak,
winter- en beladingsmodus . 103
Cruise control en snel‐
heidsbegrenzer ..................108
21 Schakelhefboom,
handgeschakelde
versnellingsbak ...................100
Geautomatiseerde
versnellingsbak ...................100
22 Stekkerdoos .......................... 67
Aansteker .............................. 67
23 Contactslot met stuurslot ......97
24 Stuurwiel instellen .................63
25 Afstandsbediening op
stuurwiel ............................... 63
Cruisecontrol ...................... 108
26 Park pilot met
ultrasoonsensoren .............111
Instellen koplampreikwijdte ..83
Elektronisch stabiliteits‐
programma (ESP) ..............107
Traction Control-systeem ....106
Page 36 of 179
34Stoelen, veiligheidssystemenStoelen,
veiligheidssystemenHoofdsteunen .............................. 34
Voorstoelen .................................. 35
Achterbank ................................... 38 Veiligheidsgordels .......................41
Airbagsysteem ............................. 44
Kinderveiligheidssystemen ..........50Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenzijde van de hoofdsteun
moet op gelijke hoogte zijn als de bo‐
venzijde van het hoofd. Is dit bij zeer
lange personen niet mogelijk, dan de
hoofdsteun in de hoogste stand zet‐
ten (bij zeer kleine personen de
hoofdsteun juist in de laagste stand
zetten).
Instellen
Hoofdsteun omhoogtrekken of hoofd‐steun omlaagduwen.
Let op
Alleen goedgekeurde accessoires
aan de hoofdsteun van de passa‐ giersstoel voorin bevestigen. Monte‐
ren als de stoel niet in gebruik is.
Page 38 of 179
36Stoelen, veiligheidssystemenStoelverstelling9Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐
stellen, omdat ze ongecontroleerd kunnen bewegen.
Zitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Rugleuning voorstoelen
Trek aan de hendel, stel de rugleu‐
ning in en laat de hendel los. Laat de
rugleuning hoorbaar vastklikken.
Bij het verstellen de rugleuning niet
belasten.
Zithoogte
Hendel omhoogtrekken en meer of
minder gewicht op stoel aanbrengen
om de hoogte in te stellen.
Page 46 of 179
44Stoelen, veiligheidssystemen
Gebruik van de
veiligheidsgordel tijdens de
zwangerschap9 Waarschuwing
De heupgordel moet zo laag mo‐
gelijk over het bekken lopen om
druk op de buik te voorkomen.
Airbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit meer‐
dere afzonderlijke systemen afhanke‐ lijk van de omvang van de uitrusting.
Bij het afgaan worden de airbags bin‐
nen enkele milliseconden gevuld.
Ook het leeglopen van de airbags
verloopt zo snel, dat dit tijdens een
aanrijding vaak niet eens wordt opge‐ merkt.9 Waarschuwing
Bij onoordeelkundige behandeling
kunnen de airbagsystemen op ex‐plosieve wijze in werking treden.
Let op
Ter hoogte van de middenconsole
zitten de regelelektronica van het
airbagsysteem en de gordelspan‐
ners. In dit gebied geen magneti‐
sche voorwerpen plaatsen.
Afdekkingen van airbags niet be‐
plakken of met andere materialen
bedekken.
Elke airbag treedt slechts eenmaal
in werking. Geactiveerde airbags
onmiddellijk laten vervangen door
een werkplaats.
Geen aanpassingen in het airbag‐ systeem aanbrengen, anders ver‐valt de typegoedkeuring van de
auto.
Laat het demonteren van stuurwiel,
instrumentenpaneel, alle bekleding,
portierdichtingen, handgrepen en
stoelen over aan een werkplaats in
geval een airbag is afgegaan.
Bij het ontplooien van de airbags kun‐
nen ontsnappende hete gassen
brandwonden veroorzaken.
Controlelamp v voor airbagsystemen
3 73.
Kinderveiligheidssystemen op
de passagiersstoel met
airbagsystemen Waarschuwing conform ECE R94.02 :
Page 47 of 179
Stoelen, veiligheidssystemen45
EN: NEVER use a rear-facing child
restraint system on a seat protected
by an ACTIVE AIRBAG in front of it,
DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur.
DE: Nach hinten gerichtete Kinder‐
sitze NIEMALS auf einem Sitz ver‐ wenden, der durch einen davor be‐findlichen AKTIVEN AIRBAG ge‐
schützt ist, da dies den TOD oder
SCHWERE VERLETZUNGEN DES
KINDES zur Folge haben kann.
FR: NE JAMAIS utiliser un siège d'en‐
fant orienté vers l'arrière sur un siège
protégé par un COUSSIN GONFLA‐
BLE ACTIF placé devant lui, sous
peine d'infliger des BLESSURES
GRAVES, voire MORTELLES à l'EN‐ FANT.
ES: NUNCA utilice un sistema de re‐
tención infantil orientado hacia atrás
en un asiento protegido por un AIR‐
BAG FRONTAL ACTIVO. Peligro de
MUERTE o LESIONES GRAVES
para el NIÑO.
RU: ЗАПРЕЩАЕТСЯ
устанавливать детское
удерживающее устройство лицом
назад на сиденье автомобиля,
оборудованном фронтальной
подушкой безопасности, если
ПОДУШКА НЕ ОТКЛЮЧЕНА! Это
может привести к СМЕРТИ или
СЕРЬЕЗНЫМ ТРАВМАМ
РЕБЕНКА.
NL: Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een stoel met een ACTIEVE AIRBAG ervoor, om
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL van het KIND te voorkomen.DA: Brug ALDRIG en bagudvendt au‐
tostol på et forsæde med AKTIV AIR‐ BAG, BARNET kan komme i LIVS‐
FARE eller komme ALVORLIGT TIL
SKADE.
SV: Använd ALDRIG en bakåtvänd
barnstol på ett säte som skyddas med en framförvarande AKTIV AIRBAG.
DÖDSFALL eller ALLVARLIGA SKA‐ DOR kan drabba BARNET.
FI: ÄLÄ KOSKAAN sijoita taaksepäin
suunnattua lasten turvaistuinta istui‐
melle, jonka edessä on AKTIIVINEN
TURVATYYNY, LAPSI VOI KUOLLA
tai VAMMAUTUA VAKAVASTI.
NO: Bakovervendt barnesikringsut‐
styr må ALDRI brukes på et sete med
AKTIV KOLLISJONSPUTE foran, da
det kan føre til at BARNET utsettes for
LIVSFARE og fare for ALVORLIGE
SKADER.
PT: NUNCA use um sistema de re‐
tenção para crianças voltado para
trás num banco protegido com um
AIRBAG ACTIVO na frente do
mesmo, poderá ocorrer a PERDA DE VIDA ou FERIMENTOS GRAVES na
CRIANÇA.
Page 48 of 179
46Stoelen, veiligheidssystemen
IT: Non usare mai un sistema di sicu‐
rezza per bambini rivolto all'indietro
su un sedile protetto da AIRBAG AT‐
TIVO di fronte ad esso: pericolo di
MORTE o LESIONI GRAVI per il
BAMBINO!
EL: ΠΟΤΕ μη χρησιμοποιείτε παιδικό
κάθισμα ασφαλείας με φορά προς τα πίσω σε κάθισμα που προστατεύεται
από μετωπικό ΕΝΕΡΓΟ ΑΕΡΟΣΑΚΟ,
διότι το παιδί μπορεί να υποστεί
ΘΑΝΑΣΙΜΟ ή ΣΟΒΑΡΟ
ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ.
PL: NIE WOLNO montować fotelika
dziecięcego zwróconego tyłem do
kierunku jazdy na fotelu, przed któ‐
rym znajduje się WŁĄCZONA PO‐
DUSZKA POWIETRZNA. Niezasto‐
sowanie się do tego zalecenia może
być przyczyną ŚMIERCI lub POWAŻ‐
NYCH OBRAŻEŃ u DZIECKA.
TR: Arkaya bakan bir çocuk emniyet
sistemini KESİNLİKLE önünde bir
AKTİF HAVA YASTIĞI ile korun‐
makta olan bir koltukta kullanmayınız.
ÇOCUK ÖLEBİLİR veya AĞIR ŞE‐
KİLDE YARALANABİLİR.UK: НІКОЛИ не використовуйте
систему безпеки для дітей, що
встановлюється обличчям назад,
на сидінні з УВІМКНЕНОЮ
ПОДУШКОЮ БЕЗПЕКИ, інакше це
може призвести до СМЕРТІ чи
СЕРЙОЗНОГО ТРАВМУВАННЯ
ДИТИНИ.
HU: SOHA ne használjon hátrafelé
néző biztonsági gyerekülést előlről
AKTÍV LÉGZSÁKKAL védett ülésen,
mert a GYERMEK HALÁLÁT vagy
KOMOLY SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
HR: NIKADA nemojte koristiti sustav
zadržavanja za djecu okrenut prema
natrag na sjedalu s AKTIVNIM ZRAČ‐ NIM JASTUKOM ispred njega, to bi
moglo dovesti do SMRTI ili OZBILJN‐ JIH OZLJEDA za DIJETE.
SL: NIKOLI ne nameščajte otroškega
varnostnega sedeža, obrnjenega v
nasprotni smeri vožnje, na sedež z
AKTIVNO ČELNO ZRAČNO BLA‐
ZINO, saj pri tem obstaja nevarnost
RESNIH ali SMRTNIH POŠKODB za
OTROKA.SR: NIKADA ne koristiti bezbednosni
sistem za decu u kome su deca okre‐
nuta unazad na sedištu sa AKTIVNIM VAZDUŠNIM JASTUKOM ispred se‐
dišta zato što DETE može da NA‐
STRADA ili da se TEŠKO POVREDI.
MK: НИКОГАШ не користете детско
седиште свртено наназад на
седиште заштитено со АКТИВНО
ВОЗДУШНО ПЕРНИЧЕ пред него,
затоа што детето може ДА ЗАГИНЕ
или да биде ТЕШКО ПОВРЕДЕНО.
BG: НИКОГА не използвайте
детска седалка, гледаща назад,
върху седалка, която е защитена
чрез АКТИВНА ВЪЗДУШНА
ВЪЗГЛАВНИЦА пред нея - може да се стигне до СМЪРТ или
СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на
ДЕТЕТО.
RO: Nu utilizaţi NICIODATĂ un scaun
pentru copil îndreptat spre partea din
spate a maşinii pe un scaun protejat
de un AIRBAG ACTIV în faţa sa;
acest lucru poate duce la DECESUL
sau VĂTĂMAREA GRAVĂ a COPI‐
LULUI.
Page 49 of 179
Stoelen, veiligheidssystemen47
CS: NIKDY nepoužívejte dětský
zádržný systém instalovaný proti
směru jízdy na sedadle, které je chrá‐
něno před sedadlem AKTIVNÍM AIR‐
BAGEM. Mohlo by dojít k VÁŽNÉMU PORANĚNÍ nebo ÚMRTÍ DÍTĚTE.
SK: NIKDY nepoužívajte detskú se‐
dačku otočenú vzad na sedadle chrá‐ nenom AKTÍVNYM AIRBAGOM, pre‐
tože môže dôjsť k SMRTI alebo VÁŽ‐ NYM ZRANENIAM DIEŤAŤA.
LT: JOKIU BŪDU nemontuokite atgal
atgręžtos vaiko tvirtinimo sistemos
sėdynėje, prieš kurią įrengta AKTYVI
ORO PAGALVĖ, nes VAIKAS GALI
ŽŪTI arba RIMTAI SUSIŽALOTI.
LV: NEKĀDĀ GADĪJUMĀ neizmanto‐
jiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēde‐
klīti sēdvietā, kas tiek aizsargāta ar
tās priekšā uzstādītu AKTĪVU DRO‐ ŠĪBAS SPILVENU, jo pretējā gadī‐
jumā BĒRNS var gūt SMAGAS
TRAUMAS vai IET BOJĀ.
ET: ÄRGE kasutage tahapoole suu‐
natud lapseturvaistet istmel, mille ees on AKTIIVSE TURVAPADJAGA kait‐stud iste, sest see võib põhjustada
LAPSE SURMA või TÕSISE VIGAS‐
TUSE.
Gebruik afgezien van de waarschu‐
wing conform ECE R94.02 omwille
van de veiligheid nooit een kindervei‐
ligheidssysteem op de passagiers‐
stoel voor met actieve frontairbag.9 Gevaar
Gebruik geen kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
met actieve frontairbag.
Airbag deactiveren 3 49.
Frontaal airbagsysteem Het frontairbagsysteem bestaan uit
een airbag in het stuurwiel en een air‐
bag in het instrumentenpaneel aan de passagierskant voorin. Ze zijn te her‐
kennen aan het opschrift AIRBAG.
Ook is er een waarschuwingsetiket
aan de zijkant van het instrumenten‐
bord, dat bij een geopend voorste
passagiersportier zichtbaar is, of op
de zonneklep van de passagier voor.
Het frontairbagsysteem treedt in wer‐ king bij een voldoende krachtige aan‐rijding. Het contact moet ingescha‐
keld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en hoofd
van de inzittenden voorin de auto
aanzienlijk afneemt.9 Waarschuwing
Alleen bij een correcte zitpositie is
optimale bescherming mogelijk
3 35.
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Veiligheidsgordel correct omleg‐
gen en goed vastzetten. Alleen dan kan de airbag bescherming
bieden.