OPEL VIVARO B 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2016Pages: 217, PDF Size: 4.74 MB
Page 61 of 217

Stoelen, veiligheidssystemen59Gordijnairbagsysteem
De hoofdairbags bestaan uit een air‐
bag aan weerskanten in het dak‐
frame. Dit is te herkennen aan het op‐
schrift AIRBAG op de hemelbekle‐
ding.
Het gordijnairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
zijdelingse aanrijding. Het contact
moet ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het hoofd bij een zijdelingse aanrijding aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Airbag deactiveren
Bij het aanbrengen van een kinder‐
veiligheidssysteem moet het passa‐
giersairbagsysteem gedeactiveerd
zijn conform de instructies in de ta‐
bellen Inbouwposities kinderveilig‐
heidssystemen 3 62.
De gordelspanners en alle andere air‐
bagsystemen blijven actief.
Afhankelijk van de auto staat er een
waarschuwing op het airbaglabel op
de zonneklep van de passagier voor.
Raadpleeg "Airbagsysteem" voor na‐ dere informatie 3 54.
Het passagiersairbagsysteem kan via
een schakelaar aan de zijkant van het
instrumentenbord worden gedeacti‐
veerd. Open de passagiersdeur om
bij de schakelaar te komen.
Page 62 of 217

60Stoelen, veiligheidssystemenDruk de schakelaar in en draai deze
om de positie te kiezen:* UIT:passagiersairbagsysteem
is gedeactiveerd en gaat
niet af bij een aanrijding.
Controlelamp *UIT brandt
ononderbroken in de dak‐
console 3 84, 3 87 en
er verschijnt een bijbeho‐
rend bericht op het Driver
Information Center (DIC)
3 92.Ó AAN:passagiersairbagsysteem
is actief.9 Gevaar
Levensgevaar voor kinderen in
een kinderveiligheidssysteem te‐
zamen met een geactiveerde air‐
bag op de passagiersstoel voorin.
Levensgevaar voor volwassenen
bij een buiten werking gestelde
airbag van de passagiersstoel
voorin.
Als controlelamp ÓAAN na het in‐
schakelen van het contact brandt en
controlelamp *UIT niet brandt, gaat
het passagiersairbagsysteem bij een
aanrijding af.
Als beide controlelampen ÓAAN en
* UIT tegelijk branden, is er een sys‐
teemstoring. De systeemstatus wordt niet aangeduid; er mag niemand op
de passagiersstoel worden vervoerd.
Onmiddellijk contact opnemen met
een werkplaats.
Als controlelamp F 3 88 samen met
v 3 87 blijft branden, is er sprake
van een systeemstoring. De stand
van de schakelaar kan per ongeluk
zijn veranderd terwijl het contact aan is. Draai het contact uit en weer aan
en zet de schakelaar weer in de juiste
stand. Als F en v toch nog blijven
branden, roep dan de hulp van een
werkplaats in.
Status alleen wijzigen tijdens stilstand met het contact uitgeschakeld. De
status blijft vervolgens tot de vol‐
gende wijziging van kracht.
Controlelamp airbag deactiveren
3 87.Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het Opel kinderveilig‐
heidssysteem aan dat specifiek voor
montage in uw auto geschikt is.
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐ ties bij het kinderveiligheidssysteem
opvolgen.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.9 Gevaar
Bij gebruik van een achterwaarts
gericht kinderveiligheidssysteem
op de passagiersstoel voor moet
het airbagsysteem voor de passa‐ giersstoel voor gedeactiveerd zijn.
Dit geldt ook voor bepaalde voor‐ waarts gerichte kinderveiligheids‐
systemen zoals aangegeven in de
tabel 3 62.
Page 63 of 217

Stoelen, veiligheidssystemen61Airbag deactiveren 3 59.
Airbaglabel 3 54.
Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats omeen kinderzitje vast te maken.
Kinderen zo lang mogelijk tegen de
rijrichting in vervoeren. Hierdoor
wordt de nog erg zwakke ruggengraat
van het kind bij een ongeval minder belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan de geldende UN ECE-
regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐ lijke wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderveilig‐
heidssystemen.
Het kinderveiligheidssysteem dat u
gaat monteren, moet geschikt zijn
voor het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto wor‐
den gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐
kant van de auto uit- en instappen.Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐ zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐
plakken of met andere materialen af‐ dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 64 of 217

62Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteemVoorstoelen - bestelauto
Gewichts- of leeftijdsgroep
Enkele passagiersstoel 1Dubbele passagiersstoel
geactiveerde airbag
gedeactiveerd
of zonder airbag
geactiveerde airbag
gedeactiveerd
of zonder airbagmiddenbuitenste zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
XUXXU
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarXUXXUGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
XUXXU
1:Voorwaarts gerichte kinderveiligheidssystemen: Hoofdsteun verwijderen 3 43. Stoel zover mogelijk naar achteren
schuiven. Stoel in de hoogste stand zetten. Maximale hoek van de rugleuning is 25°. Stoelverstelling 3 45.
Page 65 of 217

Stoelen, veiligheidssystemen63Voorstoelen - combi, dubbele cabine
Gewichts- of leeftijdsgroep
Enkele passagiersstoel1Dubbele passagiersstoel
geactiveerde airbag
gedeactiveerd
of zonder airbag
geactiveerde airbag
gedeactiveerd
of zonder airbagmiddenbuitenste zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
XUXXU
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarXU 2XXU2Groep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
XXXXX
1:Stoel indien verstelbaar zo ver mogelijk naar achteren schuiven en in de hoogste stand zetten. Maximale hoek van
de rugleuning is 25°. Stoelverstelling 3 45.2:Achterwaarts gerichte kinderveiligheidssystemen alleen voor deze gewichts- en leeftijdsgroep.
Page 66 of 217

64Stoelen, veiligheidssystemenAchterbank - combi, dubbele cabineGewichts- of leeftijdsgroepZitplaatsen op 2e rij1Bank op 3e zitrijGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
UU
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarU 2U2Groep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
U 2U2
1:Schuif zo nodig de verstelbare voorstoel naar voren om een kinderveiligheidssysteem op deze zitplaatsen te instal‐
leren. Wellicht is er bij auto's met vaste voorstoelen onvoldoende ruimte voor het installeren van specifieke kinder‐
veiligheidssystemen.2:Voorwaarts gerichte kinderveiligheidssystemen: Verwijder de hoofdsteun 3 43 voordat u het kinderveiligheidssysteem
installeert. De stoel vóór de plek van de installatie mag niet verder dan op de helft van de rails naar achteren staan. Maximale hoek van de rugleuning is 25°. Stoelverstelling 3 45.U:Geschikt voor universele veiligheidssystemen in deze gewichts- en leeftijdscategorie bij gebruik van een driepunts‐
veiligheidsgordel.X:Stoelpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichts- en leeftijdscategorie.
Page 67 of 217

Stoelen, veiligheidssystemen65Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteemGewichtsklasseMaat
klasseBevestigingVoorstoelenZitplaatsen op 2e rij 1Bank op
3e zitrijMiddenBuitenste zitplaatsauto's met enkele
passagiersstoelauto's met dubbele passagiersstoelGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenEISO/R1XXILILXGroep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarEISO/R1XXILILXDISO/R2XXILXXCISO/R3XXILXXGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarDISO/R2XXILXXCISO/R3XXILXXBISO/F2XXIL, IUF 2IL, IUF2XB1ISO/F2XXXIL, IUF2IL, IUF2XAISO/F3XXIL, IUF 2IL, IUF2XGroep II: 15 tot 25 kg
of circa. 3 tot 7 jaarXXIL, IUF2IL, IUF2XGroep III: 22 tot 36 kg
of circa. 6 tot 12 jaarXXIL, IUF2IL, IUF2X
Page 68 of 217

66Stoelen, veiligheidssystemen1:Schuif zo nodig de verstelbare voorstoel naar voren om een kinderveiligheidssysteem op deze zitplaatsen te instal‐leren. Wellicht is er bij auto's met vaste voorstoelen onvoldoende ruimte voor het installeren van een kinderveilig‐ heidssysteem.2:Voorwaarts gerichte kinderveiligheidssystemen: Verwijder de hoofdsteun 3 43 voordat u het kinderveiligheidssysteem
installeert. De stoel vóór de plek van de installatie mag niet verder dan op de helft van de rails naar achteren staan. Maximale hoek van de rugleuning is 25°. Stoelverstelling 3 45.IUF:Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd
voor deze gewichtsklasse.X:Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.IL:Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-universeel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B - ISO/F2:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kg.D - ISO/R2:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Page 69 of 217

Stoelen, veiligheidssystemen67ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Op de ISOFIX bevestigingsbeugels
staat het ISOFIX-logo of er is een
symbool op de zitting.
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels.
Bij gebruik van ISOFIX-
bevestigingsbeugels mogen alge‐
meen voor ISOFIX goedgekeurde
kinderzitjes worden gebruikt.
Toegestane montageplaatsen voor
ISOFIX -kinderveiligheidssystemen worden in de tabellen gemarkeerd
met <, IL en IUF.
Top-Tether-
bevestigingsogen
Op de achterkant van de stoel bevin‐
den zich Top-Tether-bevestigings‐
ogen.
Aanvullend op de ISOFIX-bevesti‐
ging zet u de Top-Tether-band vast
aan de Top-Tether-bevestigings‐
ogen. Daarbij moet de bijbehorende
gordel tussen de glijstangen van de
hoofdsteun lopen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Page 70 of 217

68OpbergenOpbergenOpbergruimten............................. 68
Opbergvakken ........................... 68
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................68
Handschoenenkastje .................68
Bekerhouders ............................ 69
Opbergruimte voor ....................69
Opbergvak onder passagiersstoel ........................70
Opbergruimte plafond ................71
Bagageruimte .............................. 71
Bagageruimte-afdekking ...........71
Sjorogen .................................... 72
Veiligheidsnet ............................ 72
Gevarendriehoek .......................73
Verbanddoos ............................. 73
Dakdragersysteem .......................74
Dakdrager .................................. 74
Beladingsinformatie .....................74Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kan de klep van de opberg‐
ruimte open gaan en kunnen de
inzittenden bij krachtig remmen,
plotseling afslaan of een ongeval
letsel door rondslingerende voor‐
werpen oplopen.
Opbergvakken
instrumentenpaneel
Het instrumentenpaneel is uitgevoerd met opbergruimten, -zakken en
-bakken.
Er kunnen zich een muntenhouder,
telefoonhouder en tablethouder op
het instrumentenpaneel bevinden.
De bak op het instrumentenbord is
uitgevoerd met een klep.
Handschoenenkastje
Om te openen aan de handgreep
trekken.
Afhankelijk van de uitvoering kan het
handschoenenkastje een lampje heb‐
ben dat gaat branden wanneer het
kastje wordt geopend en het kan mo‐ gelijk ook worden vergrendeld.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.