OPEL VIVARO B 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2018Pages: 247, PDF Size: 5.53 MB
Page 11 of 247
Kort en bondig9SpiegelverstellingBinnenspiegel
U verstelt de spiegel door het spie‐
gelhuis in de gewenste richting te
verplaatsen.
Binnenspiegel, groothoekspiegel
3 43.
Spiegel met automatische dimfunctie
3 43.
Buitenspiegels
Handmatig verstellen
Spiegel in gewenste richting draaien.
De onderste spiegels zijn niet te
verstellen.
Buitenspiegels 3 41.
Elektrisch verstelbare buitenspiegels
Desbetreffende buitenspiegel selec‐
teren en verstellen.
Bolronde buitenspiegels 3 41.
Elektrisch verstellen 3 42.
Inklapbare buitenspiegels 3 42.
Verwarmbare buitenspiegels 3 42.
Page 12 of 247
10Kort en bondigStuurwiel instellen
Hendel omlaag bewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoog bewegen
en goed vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Airbagsysteem 3 61.
Contactslotstanden 3 136.
Page 13 of 247
Kort en bondig11Overzicht instrumentenpaneel
Page 14 of 247
12Kort en bondig1Zijdelingse luchtroosters .....131
2 Asbak .................................... 92
Bekerhouder ........................ 77
3 Lichtschakelaar ..................111
Mistachterlicht .....................115
Mistlampen ......................... 114
Uitstapverlichting ................. 118
Richtingaanwijzers ..............114
Zijmarkeringslichten ............111
Lichtsignaal, dimlicht en
grootlicht ............................. 112
4 Instrumenten ........................ 93
Driver Information Center .... 104
Tripcomputer ...................... 107
5 Claxon ................................... 87
Bestuurdersairbag ................64
6 Voorruitwissers,
voorruitsproeiers ..................88
Achterruitwisser, achter‐
ruitsproeier ........................... 89
Tripcomputer ...................... 1077Kaartlezer voor
elektronisch
sleutelsysteem ......................24
8 Stuurkolomknoppen ..............87
9 Middelste luchtroosters .......131
10 Stekkerdoos .......................... 90
Aansteker .............................. 92
Muntenbakje, USB-
aansluiting ............................. 75
11 Info-display .......................... 105
12 Passagiersairbag ..................64
13 Handschoenenkastje ...........76
14 Verwarmbare
buitenspiegels ....................... 42
Verwarmbare achterruit ........46
Stationair-toerentalregeling . 139
15 Stekkerdoos .......................... 90
Aansteker .............................. 92
16 Verwarming en ventilatie ....119
Elektronische
klimaatregeling (ECC) .........121
17 Asbak .................................... 92
Bekerhouder ........................ 7718Alarmknipperlichten ............114
Centrale vergrendeling .........26
19 Aan/Uit-knop voor
elektronisch
sleutelsysteem ....................136
20 Eco-knop voor brandstof‐
besparingsmodus ...............134
21 Stop-startsysteem ...............140
Cruise control en snel‐
heidsbegrenzer ..................157
22 Afstandsbediening op
stuurwiel ............................... 87
Cruisecontrol ...................... 157
23 Contactslot met stuurslot ....136
24 Stuurwiel instellen .................87
25 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................. 172
26 Zekeringenkast ...................189
27 Park pilot met
ultrasoonsensoren .............160
Elektronisch stabiliteits‐
programma (ESP® Plus
) ........ 155
Traction Control-systeem
(TC) ..................................... 154
Page 15 of 247
Kort en bondig13Instellen koplampreikwijdte 112
Verlichtingsbediening
instrumentenpaneel ............115
Hulpverwarming ..................125
Snelheidsbegrenzer ............160Rijverlichting
Buitenste lichtschakelaar draaien:
7:uit8:zijmarkeringslichten9P:dimlicht of grootlicht
Auto's met automatische verlichting:
AUTO:automatische verlichting: de
rijverlichting wordt automa‐
tisch in- en uitgeschakeld,
afhankelijk van het omge‐
vingslicht.
Verlichting 3 111.
Automatische verlichting 3 112.
Waarschuwing brandende koplam‐
pen 3 106.
Adaptief rijlicht (AFL) 3 113.
Page 16 of 247
14Kort en bondigMistlampen en mistachterlicht
Binnenste lichtschakelaar draaien
>:Mistlampenø:Mistachterlicht
Mistlampen 3 114.
Mistachterlicht 3 115.
Lichtsignaal, grootlicht en dimlichtLichtsignaal:Hendel naar u toe
trekkenGrootlicht:Hendel van u af
duwenDimlicht:Hendel van u af
duwen of naar u
toe trekken
Automatische verlichting 3 112.
Groot licht 3 112.
Lichtsignaal 3 112.
Richtingaanwijzershendel omhoog:rechter rich‐
tingaanwijzersig‐
naalhendel omlaag:linker richtingaan‐
wijzersignaal
Richtingaanwijzers 3 114.
Page 17 of 247
Kort en bondig15Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Alarmknipperlichten 3 114.
Claxon
j indrukken.
Wis-/wasinstallatie
Voorruitwissers7:uitAUTO of P:intervalwissen of auto‐
matisch wissen met
regensensor1:langzaam2:snel
Voorruitwissers 3 88.
Wisserblad vervangen 3 180.
Page 18 of 247
16Kort en bondigVoorruitsproeiers
Hendel naar u toe trekken.
Voorruitsproeiers 3 88.
Sproeiervloeistof 3 176.
Achterruitwisser en
achterruitsproeier
Aan hendel draaien:
7:uite:wisserf:sproeier
Wis-/wasinstallatie achterruit 3 89.
Sproeiervloeistof 3 176.
Klimaatregeling
Verwarmbare achterruit
Ü indrukken om de verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 46.
Verwarmbare buitenspiegels
Met Ü schakelt u ook de verwarm‐
bare buitenspiegels in.
Verwarmbare buitenspiegels 3 42.
Page 19 of 247
Kort en bondig17Ruiten ontwasemen en ontdooienVerwarming en ventilatie
● Luchtverdeling op V.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten.
● Koeling A/C aan.
● Verwarmbare achterruit Ü AAN.
Klimaatregelsysteem 3 119.
Elektronische klimaatregeling (ECC)
● Druk op Ê. Na activeren brandt
de LED in de toets.
● Temperatuur, luchtverdeling en koeling worden automatisch
geregeld en de ventilator draait
snel.
● Verwarming achterruit Ü 3 46
inschakelen.
Elektronisch klimaatregelsysteem 3 121.
Versnellingsbak
Handgeschakelde
versnellingsbak
Achteruit: vanuit stilstand
drie seconden na het bedienen van
het koppelingspedaal de ring op de
schakelpook omhoogtrekken en de versnelling inschakelen.
Kan de versnelling niet worden inge‐
schakeld, dan het koppelingspedaal
in de neutrale stand laten opkomen
en weer intrappen; vervolgens
nogmaals schakelen.
Handgeschakelde versnellingsbak
3 151.
Page 20 of 247
18Kort en bondigVoordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ● Bandenspanning en -staat 3 194, 3 230.
● Motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 173.
● Ruiten, spiegels, buitenverlich‐ ting en kentekenplaat: vrij van
vuil, sneeuw of ijs en gebruiks‐
klaar.
● Juiste positie van spiegels, stoe‐ len en veiligheidsgordels 3 42,
3 48, 3 57.
● Werking van remsysteem (bij lage snelheid), vooral bij vochtige
remmen.Motor starten met sleutel
● Draai de sleutel naar stand 1.
● Stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen.
● Trap het koppelings- en rempe‐ daal in.
● Geen gas geven.
● Dieselmotoren: sleutel naar stand 2 draaien om voor te
verwarmen en wachten totdat
controlelamp ! op de instru‐
mentengroep dooft.
● Draai de sleutel naar stand 3 en
laat deze los.
Motor starten 3 138.
Motor starten met Aan/Uit-knop
De elektronische sleutel moet in de
auto zijn, in de kaartlezer of voorin in
het interieur.
● Stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen.
● Trap het koppelings- en rempe‐ daal in.
● Geen gas geven.
● Druk op START/STOP laat weer
los.
● Na korte tijd start de motor.
Aan/Uit-knop 3 136.