infotainment OPEL VIVARO C 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: VIVARO C, Model: OPEL VIVARO C 2020Pages: 297, PDF Size: 10.28 MB
Page 249 of 297

Verzorging van de auto247de bandenspanningentabel verwijzen
naar koude banden, dus bij een
temperatuur van 20 °C.
De druk wordt voor iedere tempera‐
tuurstijging van 10 °C met bijna
10 kPa verhoogd. Houd hiermee
rekening wanneer u warme banden
controleert.
Drukverliesdetectiesysteem
De spanningsverliesdetectie contro‐
leert voortdurend de rotatiesnelheid van alle vier de wielen en waarschuwt
voor een lage bandenspanning
tijdens het rijden. Dit wordt bereikt
door de afrolomtrek van de band te
vergelijken met referentiewaarden en andere signalen.
Als een band aan spanning verliest,
gaat het controlelampje  q branden,
klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een waarschuwingsbe‐ richt op het Driver Information Center.
Verlaag in dat geval de rijsnelheid en vermijd scherpe bochten en krachtige
remmanoeuvres. Stop zo spoedig
mogelijk om de bandenspanning te controleren.Controlelamp  q 3  116.
Initialiseer het systeem na aanpas‐
sing van de bandenspanning om het
controlelampje te laten doven en het
systeem opnieuw in te schakelen.Voorzichtig
De spanningsverliesdetectie
waarschuwt alleen bij een te lage
bandenspanning en is geen
vervanging voor regulier onder‐
houd van de banden door de
bestuurder.
Bij een systeemdefect lichten de
controlelampen  q en  R  tegelij‐
kertijd op of verschijnt er een bericht
op het Driver Information Center. Stel
de juiste bandenspanning in en initia‐
liseer het systeem opnieuw. Neem
contact op met een werkplaats, als
het storingsbericht niet van het
display verdwijnt. Het systeem werkt
niet, wanneer ABS of ESC een
storing vertoont of wanneer u een
reservewiel gebruikt. Controleer na
terugplaatsing van een standaardwiel de koude bandenspanning en initiali‐
seer het systeem.
Systeem initialiseren
Na aanpassing van de bandenspan‐
ning of het verwisselen van een
wielen moet u het systeem opnieuw
initialiseren zodat het de nieuwe afro‐
lomtrek kan inleren:
1. Zorg er altijd voor dat alle vier de banden de juiste bandenspanning
hebben  3 280.
2. Trek de handrem aan.
3. De initialisatieprocedure starten:
a) Auto's zonder Infotainmentsys‐
teem: Druk gedurende 3 secon‐
den op de toets  q. Een geluids‐
signaal bevestigt de start. 
Page 250 of 297

248Verzorging van de autob) Auto's met Infotainmentsys‐
teem: Initialiseer het drukverlies‐
detectiesysteem in de Persoon‐
lijke instellingen  3 127.
4. Na het resetten verschijnt een pop-upmelding.
Na initialisatie vindt tijdens het rijden
automatisch kalibratie plaats van de
nieuwe bandenspanningswaarden.
Na enige tijd rijden slaat het systeem
de nieuwe waarden op.
Controleer altijd de koude banden‐
spanning.
Het systeem moet opnieuw worden
geïnitialiseerd, wanneer:
● De bandenspanning is gewijzigd
● De belading is gewijzigd
● De wielen zijn verwisseld of vervangen
Het systeem waarschuwt niet meteen bij een klapband of een snelle vorm
van spanningsverlies. Dit komt door‐
dat de vereiste berekeningen enige
tijd vergen.Profieldiepte
Regelmatig de profieldiepte controle‐
ren.
Om veiligheidsredenen de banden te
vervangen wanneer een profieldiepte
van 2–3 mm (4 mm voor winterban‐
den) is bereikt.
Om veiligheidsredenen is het aan te
bevelen dat de profieldiepte van de banden op één as niet meer dan
2 mm verschilt.
De wettelijk toegestane minimumpro‐
fieldiepte (1,6 mm) is bereikt wanneer het profiel tot aan één van de slijtage- indicatoren (TWI = Tread Wear Indi‐
cator) is afgesleten. De locatie hier‐van is met markeringen op de zijkant
van de band weergegeven.
Is de slijtage voor groter dan achter,
dan de voorbanden regelmatig
omwisselen met de achterbanden. De draairichting van de wielen moet
dezelfde blijven.
Banden verouderen ook wanneer er
niet mee gereden wordt. Wij raden u
aan de banden om de zes jaar te vervangen.
Van banden- en velgmaatveranderen
Bij het gebruik van banden met een
andere bandenmaat dan af fabriek
gemonteerd, moet mogelijk het
bandenspanningsverliesdetectiesys‐
teem opnieuw worden geprogram‐
meerd en moeten er eventueel
andere aanpassingen aan de auto
worden verricht.
Drukverliesdetectiesysteem  3 247.
Laat de sticker met de bandenspan‐
ningswaarden vervangen. 
Page 284 of 297

282KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 282
Conformiteitsverklaring ............282
REACH .................................... 285
Gedeponeerde handelsmerken .......................285
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 286
Event Data Recorders (EDR) ..286
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 289Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Radiozendsystemen
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven versturen en/of ontvangen
volgens Richtlijn 2014/53/EU. De
fabrikanten van de onderstaande
systemen verklaren conformiteit
volgens Richtlijn 2014/53/EU. De
volledige tekst van de EU-conformi‐
teitsverklaring voor elk systeem is
beschikbaar gesteld op het volgende
internetadres:
www.opel.com/conformity.
Importeur is
Opel / Vauxhall, Bahnhofsplatz,
65423 Ruesselsheim am Main,
Germany.
Infotainmentsysteem
Multimedia Navi
Continental
LCIE Bureau Veritas-Site de Fonte‐
nay aux Roses, 33 avenue du général Leclerc, 92260 Fontenay aux Roses,
FranceBedrijfsfre‐
quentie (MHz)Maximum
uitgangsver‐
mogen (dBm)2400,0 - 2483,52,22400,0 - 2483,515
Infotainmentsysteem Radio
Clarion
244 rue du Pré à Varois, 54670 Custi‐
nes, France
Bedrijfsfrequentie: 2400 - 2480 MHz
Maximum uitgangsvermogen: 4 dBm
Infotainmentsysteem Multimedia
Robert Bosch Car Multimedia GmbH
Robert-Bosch-Straße 200, 31139
Hildesheim, Germany
Bedrijfsfre‐
quentie (MHz)Maximum
uitgangsver‐
mogen (dBm)2402,0 - 2480,0172412,0 - 2472,04,15
BTA-module
Magneti Marelli S.p.A. 
Page 288 of 297

286KlantinformatieDivX, LLC
DivX ®
 en DivX Certified ®
 zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.Google Inc.
Android™ en Google Play™ Store zijn handelsmerken van Google Inc.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
 is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐ den verwerken gegeven die, bijvoor‐
beeld, afkomstig zijn van autosenso‐
ren of die de regeleenheden zelf
aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist
voor een veilige werking van uw auto,
andere bieden ondersteuning tijdens
het rijden (bestuurdersondersteu‐
ningssystemen) of verzorgen
comfort- of Infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie
over gegevensverwerking in de auto.
U vindt extra informatie over welke
specifieke gegevens worden
geüpload, opgeslagen en doorgege‐
ven aan derden en voor welke doel‐
einden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld
aan de verwijzingen voor de desbe‐
treffende functionele eigenschappen
in de desbetreffende gebruikershand‐leiding of in de algemene verkoop‐
voorwaarden. U kunt deze ook online
inzien.
Bedieningsgegevens in de auto Regeleenheden verwerken gege‐
vens voor bediening van de auto.
Dergelijke gegevens omvatten,
bijvoorbeeld:
● statusinformatie over de auto (bijv. snelheid, massatraagheid,
dwarsversnelling, snelheid van
de afzonderlijke wielen, lampje "veiligheidsgordels omgedaan")
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur, regensensor,
afstandssensor)
De meeste van deze gegevens zijn
vluchtig van aard en worden alleen in de auto zelf verwerkt, zodat ze niet
buiten de bedieningsperiode om
bewaard blijven. Regeleenheden
(met inbegrip van de autosleutel)
gebruiken vaak een voorziening voor
gegevensopslag. Dit om tijdelijke of
permanente opslag mogelijk te
maken met betrekking tot de autocon‐
ditie, de belasting van componenten, 
Page 289 of 297

Klantinformatie287de onderhoudsvereisten en
technische gebeurtenissen en storin‐
gen.
Afhankelijk van het technische uitrus‐
tingsniveau worden de volgende
gegevens opgeslagen:
● bedieningsstatus van systeem‐ componenten (bijv. vloeistofpeil,
bandenspanning, accustatus)
● storingen en gebreken in belang‐
rijke systeemcomponenten (bijv.
verlichting, remmen)
● systeemreacties in bepaalde rijs‐
ituaties (bijv. triggering van een
airbag, activering van de stabili‐
teitsregelingen)
● informatie over gebeurtenissen die tot schade aan de auto
hebben geleid
● bij elektrische voertuigen het oplaadniveau in de hoogvol‐
taccu, geschatte actieradius
In speciale gevallen (bijv. als de auto
een storing heeft gedetecteerd),
moeten mogelijk gegevens worden
opgeslagen die anders vluchtig van
aard zijn.Wanneer u gebruikmaakt van dien‐
sten (bijv. reparaties, onderhoud),
kunnen de bedieningsgegevens
samen met het chassisnummer
worden uitgelezen en wanneer nodig worden gebruikt. Personeel werk‐zaam binnen het servicenetwerk
(bijv. garages, fabrikanten) of derden
(bijv. pechhulpverleners) kunnen de
gegevens uitlezen aan de auto.
Hetzelfde geldt voor garantiewerk‐
zaamheden en kwaliteitsborgings‐
maatregelen.
Gegevens worden doorgaans uitge‐
lezen in de auto via de OBD-aanslui‐
ting (On-Board Diagnostics) zoals
wettelijk voorgeschreven. De uitgele‐
zen bedieningsgegevens documen‐ teren de technische conditie van de
auto of afzonderlijke componenten en
helpen om storingen op te sporen, te
voldoen aan garantievoorwaarden en
de kwaliteit te verhogen. Deze gege‐ vens, in het bijzonder informatie over
de belasting van componenten, tech‐ nische gebeurtenissen, bedienings‐fouten en andere storingen, worden
samen met het chassisnummer door‐ gegeven aan de fabrikant, als dat
nodig mocht zijn. De fabrikant istevens onderworpen aan produc‐
taansprakelijkheid. De fabrikant
gebruikt mogelijk ook bedieningsge‐
gevens van auto's nodig voor terug‐
roepacties. Deze gegevens kunnen
ook worden gebruikt ter controle van
garantieclaims van klanten.
Storingscodegeheugens in de auto
kunnen worden gereset door een
servicebedrijf in het kader van onder‐
houd of reparatie of op uw verzoek.
Comfort- en Infotainmentfuncties Comfortinstellingen en persoonlijke
instellingen kunnen worden opgesla‐
gen in de auto en te allen tijde worden
gewijzigd of gereset.
Afhankelijk van het desbetreffende
uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● instellingen voor de positie van stoelen en stuurwiel
● instelling van het chassis en de airconditioning
● persoonlijke instellingen zoals die voor de interieurverlichting 
Page 290 of 297

288KlantinformatieU kunt uw eigen gegevens invoeren
in de Infotainmentfuncties van uw
auto bij het gebruik van bepaalde
functies.
Afhankelijk van het desbetreffende
uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● multimediagegevens zoals weer te geven tracks, video's of foto's
in een geïntegreerd multimedia‐
systeem
● adresboekgegevens voor gebruik in combinatie met een
handsfree-systeem of een geïn‐
tegreerd navigatiesysteem
● ingevoerde bestemmingen
● gegevens over het gebruik van online-services
Deze gegevens voor comfort- en Info‐
tainmentfuncties worden mogelijk
lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt aangesloten op de auto (bijv. een
smartphone, USB-stick of mp3-
speler). Gegevens die u zelf hebt
ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.Deze gegevens zijn alleen op uw
verzoek door te geven tot buiten het
bereik van de auto, in het bijzonder bij het gebruik van online services
afhankelijk van de door u geselec‐
teerde instellingen.
Integratie met smartphones, bijv.
Android Auto of Apple CarPlay
Als uw auto is uitgerust met een van
de genoemde systemen, kunt uw
smartphone of een ander mobiel
apparaat verbinden met de auto
waarna u de smartphone of het appa‐ raat kunt bedienen via de bedienings‐ elementen in de auto. De beelden en
het geluid van de smartphone zijn in
het gegeven geval weer te geven via
het multimediasysteem in de auto. Er
wordt tegelijkertijd specifieke infor‐
matie naar uw smartphone gestuurd.
Afhankelijk van het type integratie,
bestaat dergelijke informatie uit posi‐
tiegegevens, dag-/nachtmodus en andere algemene informatie over de
auto. Zie voor meer informatie de
bedieningsinstructies van de auto/het Infotainmentsysteem.De integratie maakt het gebruik van
bepaalde smartphone-apps mogelijk,
zoals navigatie of het spelen van
muziek. Er is geen verdere integratie
mogelijk tussen een smartphone en
de auto, in het bijzonder geen actieve
toegang tot autogegevens. De aard
van verdere gegevensverwerking
hangt af van de aanbieder van de
gebruikte app. Of u instellingen kunt
verrichten, en zo ja, welke, hangt af
van de desbetreffende app en van het
besturingssysteem van uw smart‐
phone.
Online services Als uw auto een verbinding heeft met
een radionetwerk, kunnen gegevens
uitgewisseld worden tussen uw auto
en andere systemen. De verbinding
met het radionetwerk wordt mogelijk
gemaakt door een zender in uw auto
of door een van uw mobiele appara‐ ten (bijv. een smartphone). Via deze
verbinding met het radionetwerk zijn
online functies te gebruiken. Derge‐
lijke functies omvatten online services en applicaties / apps die u zijn gele‐
verd door de fabrikant of andere
aanbieders. 
Page 295 of 297

293Panoramazichtsysteem..............203
Parkeerhulp  ............................... 198
Parkeerverwarming ....................150
Parkeren  .............................. 20, 163
Park pilot met ultrasoonsensoren 198
Partikelfilter ................................. 164
Pechhulp..................................... 131
Peilsensor motorolie ...................111
Persoonlijke instellingen  ............127
Portieren ................................. 31, 34
Portier open  ............................... 118
Profieldiepte ............................... 248
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 289
Radio (Infotainmentsysteem)...... 127
REACH ....................................... 285
Regelbare instrumentenverlichting ...........138
Regensensor .............................. 117
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 286
Remassistentie  .......................... 175
Rem- en koppelingsvloeistof ......271
Remmen  ............................ 174, 224
Remsysteem .............................. 114
Remvloeistof  .............................. 224
Reservewiel  ............................... 254
Richtingaanwijzers  ............112, 137Richtingaanwijzers vooraan  ......233
Rolschermen  ............................... 47
Rugleuning neerklappen  .............52
Ruiten ........................................... 43
Rijgedrag en aanhangertips  ......212
Rijregelsystemen ........................175
Rijverlichting  ........................ 12, 117
S Schakelen ........................... 114, 170
Schakel motor uit ........................114
Scharnierdeuren ........................... 34
Schuifdeuren  ............................... 31
Selectieve katalysatorreductie ....165
Selective Ride Control ................176
Service ............................... 154, 268
Service-display  .......................... 111
Service-indicatie  ........................114
Service-informatie ...................... 268
Sjorogen  ...................................... 84
Sleutels  ........................................ 22
Sleutels, sloten ............................. 22
Sneeuwkettingen  .......................249
Snelheidsbegrenzer ...........118, 182
Snelheidsmeter .......................... 107
SOS ............................................ 131
Spiegelverstelling  ..........................9
Sproeiervloeistof  ........................223
Startbeveiliging  ............................ 40
Starten en bediening ..................156Starthulp gebruiken  ...................259
Stoelpositie  .................................. 49
Stoelverstelling  .............................. 7
Stoelverwarming ........................... 54
Stop/Start-systeem .....................160
Storing  ....................................... 172
Storingsindicatielamp  ................113
Sturen ......................................... 156
Stuurbedieningsknoppen  .............96
Stuurwiel ....................................... 97
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 96
Symbolen ....................................... 4
Systeemcontrole .........................114
T
Tafeltje .......................................... 89
Tanken ....................................... 211
Te laag brandstofpeil  .................116
Toerenteller  ............................... 109
Trekhaak .................................... 214
Trekken............................... 212, 260
Trekstang.................................... 212
Typeplaatje  ................................ 273
U Uitlaatfilter........................... 115, 164
Uitlaatgassen  ............................. 164
Uitrol-brandstofafsluiter  .............160
Uitstapverlichting  .......................140