display OPEL ZAFIRA C 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: ZAFIRA C, Model: OPEL ZAFIRA C 2014Pages: 305, PDF Size: 8.96 MB
Page 128 of 305

126Instrumenten en bedieningsorganenBoordinformatieBerichten worden voornamelijk weer‐
gegeven op het Driver Information
Centre (DIC); in sommige gevallen
samen met een waarschuwingszoe‐
mer.
Druk op de knop SET/CLR, de knop
MENU of draai aan het stelwieltje om
een bericht te bevestigen.
Boordinformatie op Midlevel-
display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van cijfercodes.
Nr.Boordinformatie2Geen handzender herkend,
trap de koppeling in om
opnieuw te starten3Koelvloeistofpeil te laag4Airconditioning UIT5Stuurwiel is geblokkeerdNr.Boordinformatie6Trap de rem in om de elektri‐
sche handrem los te zetten7Draai aan het stuurwiel, schakel
de ontsteking uit en weer in9Draai aan het stuurwiel, start de motor opnieuw12Auto overbeladen13Compressor oververhit15Derde remlicht defect16Remlicht defect17Koplampverstelling defect18Linker dimlicht defect19Mistachterlicht defect20Rechter dimlicht defect21Zijmarkeringslicht links defect22Zijmarkeringslicht rechts defect23Achteruitrijlicht defect24Kentekenverlichting defect25Richtingaanwijzer linksvoor
defect
Page 130 of 305

128Instrumenten en bedieningsorganen
Nr.Boordinformatie134Storing parkeerhulp, reinig
bumper136Service parkeerhulp145Controleer het sproeiervloei‐
stofpeil174Accu bijna leeg258Parkeerhulp uit
Boordinformatie op het Uplevel-
display of Uplevel-Combi-
display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Het display toont teksten over de vol‐
gende onderwerpen:
■ Serviceberichten
■ Vloeistofpeilen
■ Diefstalalarmsysteem
■ Remmen
■ Bestuurdersondersteuningssyste‐ men
■ Rijregelsystemen
■ Snelheidsbegrenzer
■ Cruise control
■ Adaptieve cruise control
■ Frontaanrijdingswaarschuwing
■ Preventief remsysteem
■ Parkeerhulpsystemen
■ Verlichting, gloeilampen vervangen
■ Adaptief rijlicht (AFL)
■ Wis-/wasinstallatie
■ Portieren, ruiten
■ Blindehoeksysteem
■ Verkeersbordherkenning■ Lane Departure Warning
■ Afstandsbediening
■ Veiligheidsgordels
■ Airbagsystemen
■ Motor en versnellingsbak
■ Bandenspanning
■ Roetfilter 3 169
■ Accustatus
■ Selectieve katalysatorreductie, die‐
seluitlaatvloeistof (DEF), AdBlue
3 170
Boordinformatie op het Colour-
Info-Display Sommige belangrijke meldingen ver‐
schijnen tevens op het
Colour-Info-Display. Druk op de mul‐
tifunctionele toets om een boodschap te bevestigen. Sommige meldingen
verschijnen slechts gedurende en‐
kele seconden als pop-up.
Page 132 of 305

130Instrumenten en bedieningsorganenTripcomputerU selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Druk op MENU om de
Informatiemenu dagteller/brandst. te
selecteren, of selecteer W op het
Uplevel-Combi-display.
Informatiemenu dagteller/brandst. op
Uplevel-display
Draai aan het stelwiel om een van de
submenu’s te kiezen:
■ Dagteller 1
■ Dagteller 2
■ Actieradius
■ Gemiddeld verbruik
■ Momentaan verbruik
■ Gemiddelde snelheid
■ Digitale snelheid
■ Verkeersbordherkenning
■ Routebegeleiding
Informatiemenu dagteller/brandst. op
Uplevel-Combi-display
Draai aan het stelwiel om de subme‐
nu's te kiezen:
Page 134 of 305

132Instrumenten en bedieningsorganen
Actieradius
De actieradius wordt op basis van de
aanwezige tankinhoud en het mo‐
mentane verbruik berekend. Op het
display verschijnen gemiddelde
waarden.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐ radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Wanneer het brandstofpeil in de tank
laag is, verschijnt er bij auto’s met een Uplevel- of Uplevel-Combi-display
een bericht.
Wanneer de tank onmiddellijk moet
worden bijgevuld, verschijnt er een
waarschuwingscode of waarschu‐
wingsbericht bij auto’s met een Mid‐
level-, Uplevel- en Uplevel-Combi-
display.
Bovendien gaat de controlelamp i
in de brandstofmeter branden of knip‐ peren 3 117.
Gemiddeld verbruik
Weergave van het gemiddelde ver‐
bruik. De meting kan altijd opnieuw
worden ingesteld en begint met een standaardwaarde.Voor het resetten drukt u de knop
SET/CLR enkele seconden in.
Momentaan verbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Voor het resetten drukt u de knop
SET/CLR enkele seconden in.
Digitale snelheid
Digitale weergave van de huidige
snelheid.
Verkeersbordherkenning
Toont waargenomen verkeersborden
tijdens het huidige traject 3 211.
Routebegeleiding
Naast de navigatie-informatie op het Color-Info-Display wordt routebege‐leiding op het Driver Information Cen‐
ter weergegeven.Afwijkende weergave voor auto's die
op aardgas rijden:
Actieradius Actieradius weergegeven voor rijden
op benzine en op aardgas.
Het is mogelijk om het totaal van beide standen weer te geven.
Gemiddeld verbruik
Het gemiddeld verbruik is altijd weer‐ gegeven in de geselecteerde modus.
Brandstofkeuzeschakelaar 3 108.
Momentaan verbruik
Huidig verbruik is altijd weergegeven
in de geselecteerde modus.
Brandstofkeuzeschakelaar 3 108.
Page 135 of 305

Instrumenten en bedieningsorganen133Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto op uw
wensen afstemmen door de instellin‐
gen in het Info-display te veranderen.
Sommige persoonlijke instellingen kunnen voor verschillende bestuur‐
ders in elke autosleutel afzonderlijk
worden opgeslagen. Opgeslagen in‐
stellingen 3 23.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies eventueel niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen
weergegeven of zijn alleen actief bij
een draaiende motor.
Persoonlijke instellingen in hetGraphic-Info-Display
CD 300/CD 400/CD400plus
CONFIG -toets indrukken. Nu ver‐
schijnt het menu Instellingen.
De volgende instellingen kunnen wor‐
den geselecteerd door draaien van
en indrukken van de multifunctionele toets:
■ Instellingen sportmodus
■ Talen (Languages)
■ Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstellingen
■ Auto-instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Instellingen sportmodus
U kunt de functies kiezen die in de
sportmodus worden geactiveerd
3 182.
■ Sportieve vering : Demping wordt
stugger.
■ Sportieve prestaties aandrijflijn :
Gasaanname en schakelkarakte‐ ristieken worden sneller.
Page 137 of 305

Instrumenten en bedieningsorganen135
remfunctionaliteit van de auto bij
dreigend gevaar voor een botsing.
Het volgende is een optie: het sys‐
teem neemt de remregeling over,
waarschuwt alleen via geluidssig‐
nalen of wordt geheel gedeacti‐
veerd.
Dodehoekwaarschuwing : Wijzigt
de instellingen van het blindehoek‐
systeem.
■ Buitenverlichting
Duur tijdens uitstappen : Activeert of
deactiveert de uitstapverlichting en
wijzigt de duur ervan.
Buitenverlichting bij ontgr. : Acti‐
veert of deactiveert de welkomst‐ verlichting.
■ Portiervergrendeling
Automatische vergrendeling : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche portierontgrendelingsfunctie
na uitschakeling van het contact. Activeert of deactiveert de automa‐ tische portiervergrendelingsfunctie
nadat de auto is weggereden.
Geen vergr. bij portier open : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐sche portiervergrendelingsfunctie
wanneer een portier openstaat.
Vertr. portiervergrendeling : Acti‐
veert of deactiveert de vertraagde
portiervergrendelingsfunctie.
■ Vergr., ontgr., start op afstand
Feedb ontgr. op afstand : Activeert
of deactiveert het alarmknipper‐
lichtsignaal bij het ontgrendelen.
Portierontgr. op afstand : Wijzigt de
configuratie om alleen het bestuur‐
dersportier of de hele auto te ont‐
grendelen.
Autom. portiervergrendeling : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche hervergrendeling na het ont‐
grendelen zonder de auto te ope‐
nen.
■ Fabrieksinstellingen herstellen
Fabrieksinstellingen herstellen :
Reset alle functies op standaardin‐
stellingen.
Persoonlijke instellingen in het Colour-Info-Display Navi 600/Navi 900
CONFIG -toets indrukken. Nu ver‐
schijnt het menu Instellingen.
Page 138 of 305

136Instrumenten en bedieningsorganen
De volgende instellingen kunnen wor‐den geselecteerd door draaien van
en indrukken van de multifunctionele
toets:
■ Instellingen sportmodus
■ Talen
■ Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstellingen
■ Navigatie-instellingen
■ Auto-instellingen
■ Displayinstellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Instellingen sportmodus
U kunt de functies kiezen die in de sportmodus worden geactiveerd
3 182.
■ Sportophanging : Demping wordt
stugger.
■ Sportieve prestaties : Gasaanname
en schakelkarakteristieken worden
sneller.■ Sportbesturing : se stuurbekrachti‐
ging is verminderd.
■ Kleur dashboardverl. wisselen : In‐
strumentenverlichting verandert
van kleur.
Talen
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie klok 3 104.
Radio-instellingen
Zie beschrijving van Infotainmentsys‐ teem in de handleiding van het Info‐
tainmentsysteem.
Telefooninstellingen
Zie beschrijving van Infotainmentsys‐
teem in de handleiding van het Info‐
tainmentsysteem.
Navigatie-instellingen
Zie beschrijving van Infotainmentsys‐ teem in de handleiding van het Info‐
tainmentsysteem.Auto-instellingen
■ Klimaat- en luchtkwaliteit
Ventilatorregeling : Verandert de
aanjagerregeling. De gewijzigde in‐
stelling wordt actief nadat het con‐
tact uit en opnieuw aan wordt ge‐ zet.
Airconditioning : Activeert of deacti‐
veert de koeling wanneer het con‐
tact wordt ingeschakeld of hanteert de laatst gekozen instelling.
Autom. achterruitverwarming : Acti‐
veert de achterruitverwarming au‐
tomatisch.
Page 139 of 305

Instrumenten en bedieningsorganen137
■Comfortinstellingen
Volume signaaltonen : Wijzigt het
volume van geluidssignalen.
Autom. wisser achter bij achteruit :
activeert of deactiveert automati‐
sche inschakeling achterruitwisser
bij inschakelen achteruitversnel‐
ling.
■ Parkeersensor / botsherkenning
Parkeersensor : Activeert of deacti‐
veert de ultrasoonparkeerhulp.
Voorbereiding aanrijding : activeert
of deactiveert de automatische
remfunctionaliteit van de auto bij
dreigend gevaar voor een botsing.
Het volgende is een optie: het sys‐
teem neemt de remregeling over,
waarschuwt alleen via geluidssig‐
nalen of wordt geheel gedeacti‐
veerd.
Dodehoekalarm : Wijzigt de instel‐
lingen van het blindehoeksysteem.
■ Wegverlichting
Duur bij uitstappen : Activeert of
deactiveert de uitstapverlichting en
wijzigt de duur ervan.
Lokalisatielichten : Activeert of
deactiveert de welkomstverlichting.
■ Deurvergrendeling
Automatische vergrendeling : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐ sche portierontgrendelingsfunctie
na uitschakeling van het contact.
Activeert of deactiveert de automa‐
tische portiervergrendelingsfunctie
nadat de auto is weggereden.
Geen vergrendeling bij open deur :
Activeert of deactiveert de automa‐ tische portiervergrendelingsfunctie
wanneer een portier openstaat.
■ Vergrendel / ontgrendel / start op
afstandMelding bij ontgrendelen : Activeert
of deactiveert het alarmknipper‐
lichtsignaal bij het ontgrendelen.
Ontgrendelen op afstand : Wijzigt
de configuratie om alleen het be‐
stuurdersportier of de hele auto te
ontgrendelen.
Deuren autom. opnieuw
vergrendelen : Activeert of deacti‐
veert de automatische hervergren‐
deling na het ontgrendelen zonder
de auto te openen.
■ Terug op standaardinstellingen
Terug op standaardinstellingen :
Hervat alle standaardinstellingen.
Displayinstellingen
Te selecteren displayinstellingen:
■ Dagdesign : Optimale instelling bij
daglicht.
■ Nachtdesign : Optimale instelling in
het donker.
■ Automatisch : Het display gaat naar
een andere modus als de verlich‐
ting wordt in-/uitgeschakeld.
Page 140 of 305

138Instrumenten en bedieningsorganen
■Achteruitrijcamera : Wijzigt de in‐
stellingen van de achteruitkijkca‐
mera.
■ Fotolijst : Zie beschrijving voor het
Infotainmentsysteem in de handlei‐ ding bij het Infotainmentsysteem.
Instellingen in het Colour-Info-
Display CD 600/Navi 650/Navi 950
Druk op de toets CONFIG op de con‐
sole van het Infotainmentsysteem om
naar het menu Configuratie te gaan.
Draai aan de multifunctionele knop
om in de lijst omhoog of omlaag te
scrollen. Druk op de multifunctionele
knop (Navi 950 / Navi 650: druk op de
buitenste ring) om een menuoptie te
selecteren.
■ Profiel sportmodus
■ Talen (Languages)
■ Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstelling
■ Navigatie-instellingen
■ Displayinstellingen
■ Voertuig instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Profiel sportmodus
■ Sportprestaties motor :
Gasaanname en schakelkarakte‐ ristieken worden sneller.
■ Achtergrondverlichting
sportmodus :
Instrumentenverlichting verandert
van kleur.
■ Sportieve vering : Demping wordt
stugger.
■ Sportieve besturing : Se stuurbe‐
krachtiging is verminderd.
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Radio-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Telefooninstelling
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Page 141 of 305

Instrumenten en bedieningsorganen139
Navigatie-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Displayinstellingen ■ Menu startpagina :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
■ Optie camera achter :
Druk hierop om de opties voor de
achteruitcamera aan te passen
3 209.
■ Display Uit :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
■ Kaartinstellingen :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
Voertuig instellingen ■ Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Veran‐
dert de aanjagerregeling. De gewij‐ zigde instelling wordt actief nadat
het contact uit en opnieuw aan
wordt gezet.Klimaatregelingsmodus : Activeert
of deactiveert de koeling wanneer
het contact wordt ingeschakeld of
hanteert de laatst gekozen instel‐
ling.
Automatische ontwaseming : Acti‐
veert of deactiveert automatisch
ontwasemen.
Autom. achterruitverwarming : Acti‐
veert de achterruitverwarming au‐
tomatisch.
■ Comfortinstellingen
Volume geluidssignaal : Verandert
het volume van geluidssignalen.
Pers. inst. voor bestuurder : Acti‐
veert of deactiveert persoonlijke in‐ stellingen.
Wis auto. achter in achteruit : Acti‐
veert of deactiveert automatische inschakeling achterruitwisser bij in‐
schakelen achteruitversnelling.
■ Aanrijdings-detectiesystemen
Parkeerhulp : Activeert of deacti‐
veert ultrasoonsensoren.
Automatische aanrijdingsbescher‐
ming : activeert of deactiveert de
automatische remfunctionaliteitvan de auto bij dreigend gevaar
voor een botsing. Het volgende is
een optie: het systeem neemt de
remregeling over, waarschuwt al‐
leen via geluidssignalen of wordt
geheel gedeactiveerd.
Dodehoekwaarschuwing : Activeert
of deactiveert het blindehoeksys‐ teem.
■ Buitenverlichting
Buitenverlichting bij ontgr. : Acti‐
veert of deactiveert de instapver‐
lichting.
Duur tijdens uitstappen : Activeert of
deactiveert en verandert de duur
van de uitstapverlichting.
■ Portiervergrendeling
Geen vergr. bij portier open : In- of
uitschakelen van de automatische
portiervergrendelfunctie wanneer
een portier openstaat.
Automatische portiervergr. : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche portierontgrendelingsfunctie
na uitschakeling van het contact.