PEUGEOT 2008 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: 2008, Model: PEUGEOT 2008 2015Pages: 340, PDF Size: 8.42 MB
Page 151 of 340

149
MTQatt m’ghandek thalli tifel/tifla marbut f’siggu dahru lejn l-Airbag attiva, ghaliex tista’ tikkawza korriment serju jew anke mewt lit-tifel/tifla
NLPlaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waar van de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de
airbag kan het KIND LEVENSGEVA ARLIJK GEWOND R AKEN
NOInstaller ALDRI et barnesete med ryggen mot kjøreretningen i et sete som er beskyttet med en frontal AKTIVERT KOLLISJONSPUTE,
BARNET risikerer å bli DREPT eller HARDT SK ADET.
PLNIGDY nie instalować fotelika dziecięcego w pozycji "tyłem do kierunku jazdy" na siedzeniu wyposażonym w CZOŁOWĄ PODUSZKĘ POWIETR ZNĄ w stanie AKT Y WNYM. Może to doprowadzić do ŚMIERCI DZIECK A lub spowodować u niego POWA ŻNE OBR A ŻENIA
CI
AŁA.
PTNUNCA instale um sistema de retenção para crianças de costas para a estrada num banco protegido por um AIRBAG frontal ACTIVADO.
Esta instalação poderá provocar FERIMENTOS GR AVES ou a MORTE da CRIANÇA.
RONu instalati NICIODATA un sistem de retinere pentru copii, dispus cu spatele in directia de mers, pe un loc din vehicul protejat cu AIRBAG
frontal ACTIVAT. Aceasta ar putea provoca MOARTEA COPILULUI sau R ANIREA lui GR AVA.
RUВО ВСЕХ СЛУЧА ЯХ ЗАПРЕЩАЕТСЯ использовать обращенное назад детское удерживающее устройство на сиденье, защищенном ФУНКЦИОНИРУЮЩЕЙ ПОДУШКОЙ БЕЗОПАСНОСТИ, установленной перед этим сиденьем.
Э
то может привести к
ГИБЕЛИ РЕБЕНК А или НАНЕСЕНИЮ ЕМУ СЕРЬЕЗНЫХ ТЕЛЕСНЫХ ПОВРЕЖ ДЕНИЙ
SKNIKDY neinštalujte detské zádržné zariadenie orientované smerom dozadu na sedadlo chránené AKTIVOVANÝM čelným AIRBAGOM. Mohlo by dôjsť k SMRTEĽNÉMU alebo VÁ ŽNEMU POR ANENIU DIEŤAŤA.
SLNIKOLI ne nameščajte otroškega sedeža s hrbtom v smeri vožnje, če je VARNOSTNA BLA ZINA pred sprednjim sopotnikovim sedežem AKTIVIR ANA. Takšna namestitev lahko povzroči SMRT OTROK A ali HUDE POŠKODBE.
SRNIK ADA ne koristite dečje sedište koje se okreće unazad na sedištu zaštićenim AKTIVNIM VA ZDUŠNIM JASTUKOM ispred njega, jer mogu nastupiti SMRT ili OZBILJNA POVREDA DETETA.
SVPassagerarkrockkudden fram MÅSTE vara avaktiverad om en bakåtvänd bilbarnstol installeras på denna plats. Annars riskerar barnet att
DÖDAS eller SK ADAS ALLVARLIGT.
TRKESİNLKLE HAVA YASTIĞI AKTİF olan ön koltuğa yüzü arkaya dönük bir çocuk koltuğu yerleştirmeyiniz. Bu ÇOCUĞUN ÖLMESİNE veya ÇOK AĞIR YAR ALANMASINA sebep olabilir.
2008_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 152 of 340

150
2008_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
Door PEUGEOT aanbevolen kinderzitjes
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
L1
"
RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 2
en 3: van 15 tot 36 kg
L4
"
KLIPPAN Optima"
Vanaf 22
kg (vanaf ongeveer 6 jaar): gebruik alleen de zitverhoging.L5
"
RÖMER KIDFIX"
Kan aan de ISOFIX-verankeringen van de auto worden bevestigd. Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
PEUGEOT levert een reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een driepunts
veiligheidsgordel
kunnen worden vastgemaakt:
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 153 of 340

151
2008_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
Bevestiging kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Gewicht van het kind/ leeftijdsindicatie
Plaats Tot 13
kg
(groep 0
(b) en 0+)
Tot ± 1
jaar 9
tot 18 kg
(groep 1)
Van ± 1
tot ± 3 jaar15
tot 25 kg
(groep 2)
Van ± 3
tot ± 6 jaar22
tot 36 kg
(groep 3)
Van ± 6
tot ± 10 jaar
Passagiersstoel vóór (c)
-
m
et hoogteverstelling U (R)U(R)U(R)U(R)
-
z
onder hoogteverstelling UUUU
Zitplaats links of rechts
achter (d) U
UUU
Middelste zitplaats achter XXXX
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel
gehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 154 of 340

152
2008_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheidsgordel kan worden bevestigd.
(b)
G
roep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet op de
passagiersstoel vóór worden bevestigd.
(c) Raadpleeg de wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
(d)
A
ls u een kinderzitje met de rug of met het gezicht in de rijrichting op de zitplaats achter
bevestigt, schuif dan de voorstoel naar voren en zet vervolgens de rugleuning rechtop om
voldoende ruimte over te laten voor het kinderzitje en de benen van het kind.
U :
p
laats geschikt voor het bevestigen van een universeel goedgekeurd kinderzitje met de
veiligheidsgordel. Kinderzitje geplaatst met de rug in de rijrichting of het gezicht in de rijrichting.
U(R) :
als U, waarbij de stoel van de auto in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren moet
staan.
X : plaats ongeschikt voor de bevestiging van een kinderzitje van de desbetreffende gewichtsgroep. Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 155 of 340

153
2008_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel het
kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif
de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning ervan, indien nodig,
rechter op.
Adviezen voor kinderzitjes
Plaatsen van een
stoelverhogerZorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje zo dicht mogelijk tegen de rugleuning
van de stoel van de auto aan zit of er zelfs
tegenaan drukt.
Verwijder de hoofdsteun alvorens een
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op
een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is
verwijderd.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen op de passagiersstoel
vóór is per land verschillend. Raadpleeg de
in uw land geldende regelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken. Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren en de portierruiten achter
per ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 156 of 340

154
2008_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
Uw auto voldoet aan de meest recente
ISOFIX-normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn
uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-
bevestigingen:
ISOFIX-bevestigingen
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
-
t
wee bevestigingsringen A , die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een merkteken, Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de linker
achterstoel kunt plaatsen, moet u eerst de
middelste veiligheidsgordel achter naar het
midden van de auto duwen op een zodanige
manier dat de gordel normaal blijft werken.
Raadpleeg het overzicht voor de
bevestiging van ISOFIX-kinderzitjes in
uw auto, waarin staat vermeld welke
kinderzitjes voor welke zitplaatsen
geschikt zijn.
-
é
én bevestigingsring B achter de stoel,
TOP TETHER genoemd, voor de
bevestiging van de bovenste riem.
Aan de TOP TETHER kan de bovenste
bevestigingsriem (indien aanwezig) van een
kinderzitje worden vastgemaakt. Bij een
frontale aanrijding beperkt dit systeem het naar
voren kantelen van het kinderzitje.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto. Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER:
-
v
er wijder de hoofdsteun en berg hem op
alvorens het kinderzitje op deze zitplaats
te bevestigen (plaats de hoofdsteun terug
zodra het kinderzitje is verwijderd),
-
v
oer de riem van het kinderzitje over
de rugleuning van de zitplaats, tussen
de openingen voor de pennen van de
hoofdsteun door,
-
b
evestig de aansluiting van de bovenste
bevestigingsriem aan de ring B ,
-
t
rek de bovenste bevestigingsriem strak.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan
het kind bij een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
Houd u nauwgezet aan de
montagevoorschriften die in de
handleiding van het kinderzitje zijn
vermeld.
De ISOFIX-kinderzitjes
zijn voorzien van twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A
kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B .
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 157 of 340

155
2008_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
ISOFIX-kinderzitjes aanbevolen door PEUGEOT
Volg bij het plaatsen van de kinderzitjes de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje."RÖMER Baby- Safe Plus met basis Baby- Safe Plus ISOFIX" (lengtecategorie: E
)
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis, die wordt bevestigd aan de ringen A.
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit zitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd.
Baby P2C Midi met ISOFIX-basis (lengtecategorie: D, C, A, B, B1 )
Groep 1 : 9 tot 18 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis, die wordt bevestigd aan de ringen A.
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit zitje kan ook met het gezicht in de rijrichting worden geplaatst.Dit zitje kan niet worden bevestigd met een veiligheidsgordel.
We adviseren u het zitje voor kinderen tot 3 jaar met de rug in de rijrichting te plaatsen.
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 158 of 340

156
2008_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
"RÖMER Duo Plus ISOFIX" (lengtecategorie: B1)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit zitje wordt "met het gezicht in de rijrichting" geplaatst.
Het wordt verankerd met een bovenste riem aan de ringen A en de ring B , de TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingspunten.
In dat geval moet het zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd.
FAIR G 0/1
S met RWF A ISOFIX- onderstel (gewichtsklasse C )
Groep 0+ en 1
: van de geboor te tot 18 kg
Wordt "met de rug in de rijrichting" geplaatst met behulp van een ISOFIX-onderstel dat aan de ogen A wordt bevestigd. Er zijn 6
verschillende standen mogelijk.
Gebruik de ISOFIX-basis RWF type A.
Dit kinderzitje kan ook "met het gezicht in de rijrichting"worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van kinderzitjes de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van deze zitjes.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 159 of 340

157
2008_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
Overzicht van zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter
(A t /m G ).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10
kg
(groep 0)
Tot ca.
6
maandenTot 10
kg
(groep 0)
Tot 13
kg
(groep 0+)
Tot ca. 1
jaarVan 9
tot 18 kg (groep 1)
Van 1
tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"rug in de rijrichting" "rug in de
rijrichting" "gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Passagiersstoel voor Geen ISOFIX
Buitenste zitplaatsen achter XIL- SU* IL- SU IL- SU *IL- SU IUF
IL- SU
Middelste zitplaats achter Geen ISOFIX
I UF:
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd ISOFIX- kinderzitje
met het gezicht in de rijrichting en een bovenste riem.
IL- SU:
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje:
-
r
ug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of een steun,
-
g
ezicht in de rijrichting voorzien van een steun,
-
r
eiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
Raadpleeg de paragraaf "Isofix-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de bovenste riem.X : zitplaats die niet geschikt is voor een kinderzitje voor de aangegeven gewichtscategorie.
* Stoel van de auto in een specifieke stand: schuif de stoelen vóór het kinderzitje naar voren. Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 160 of 340

158
2008_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
Elektrische kinderbeveiliging
De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat beide achterportieren van binnenuit kunnen worden
geopend.
Inschakelen
F Druk bij ingeschakeld contact op deze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat
branden in combinatie met een melding die het
inschakelen bevestigt.
Het lampje blijft branden zolang de elektrische
kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Het blijft mogelijk de portieren van buitenaf te
openen en de elektrisch bedienbare achterste
zijruiten te bedienen vanaf de bestuurdersstoel.
Uitschakelen
F Druk nogmaals bij ingeschakeld contact op deze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat
uit in combinatie met een melding die het
uitschakelen bevestigt.
Het lampje blijft uit zolang de elektrische
kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Als het lampje een ander signaal geeft,
wijst dit op een storing in de elektrische
kinderbeveiliging.
Laat het systeem controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Dit systeem werkt onafhankelijk van
de centrale vergrendeling; gebruik het
nooit in plaats daarvan.
Controleer bij het aanzetten van
het contact altijd de stand van de
kinderbeveiliging.
Neem vóór het verlaten van de auto
altijd de sleutel uit het contact, zelfs
voor korte periodes.
Mechanisch
kinderslot
Vergrendelen
F Draai de rode knop met de contactsleutel tot de aanslag:
-
n
aar links bij het linker achterportier,
-
n
aar rechts bij het rechter achterportier.
Ontgrendelen
F Draai de rode knop met de contactsleutel tot de aanslag:
-
n
aar rechts bij het linker achterportier,
-
n
aar links het rechter achterportier.
Beide achterportieren zijn voorzien van een
kinderslot om het openen van binnenuit te
verhinderen.
De knop bevindt zich op de zijkant van beide
achterportieren.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen