display Peugeot 206 CC 2001.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2001.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2001.5Pages: 123, PDF Size: 1.78 MB
Page 35 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
37
BassenDruk, als er "BASS"op het display wordt weergegeven, op de toets Hof Iom de bassen in te stellen.
- "BASS -9" minimum instelling bassen,
- "BASS 0" normale stand,
- "BASS +9" maximum instelling bassen.
Toonregeling Druk, als er "TREB"op het display wordt weergegeven, op de toets Hof Iom de hoge tonen in te stellen.
- "TREB -9" minimum instelling hoge tonen,
- "TREB 0" normale stand,
- "TREB +9" maximum instelling hoge tonen.
Loudness-functieMet deze functie kunnen de bassen en hoge tonen versterkt worden. Druk op de toetsen Hof Iom de functie in- of uit te schakelen.
Faderregeling Druk, als er "FAD"op het display wordt weergegeven, op de toets Hof I.
Met de toets Hwordt het volume v——r versterkt.
Met de toets Iwordt het volume achter versterkt.
BalansregelingDruk, als er "BAL"op het display wordt weergegeven, op de toets Hof I.
Met de toets Hwordt het volume rechts versterkt.
Met de toets Iwordt het volume links versterkt.
Automatische volumeregelingMet deze functie wordt het volume automatisch aangepast aan het geluidsniveau ten gevolge van de snelheid van de auto. Druk op de toets Hof Iom de functie in- of uit te schakelen.
Page 38 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
40
RDS Gebruik van RDS-functie (Radio Data Systeem) op FM De RDS -functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze
zender gebruikt worden in de diverse regio's.
Druk kort op de toets "RDS"om de functie in of uit te schakelen.
Op het multifunctionele display verschijnt: - "RDS" als deze functie is ingeschakeld,
- "(RDS)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt.
Verkeersinformatie Druk op de toets "TA"om deze functie in of uit te schakelen.
Op het display verschijnt: - "TA" als deze functie is ingeschakeld,
- "(TA)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, CD of CD-wisse-
laar) onderbroken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie.Druk op de toets "TA"om de verkeersinformatie te onderbreken; de functie is dan uitgeschakeld.
N.B.: Het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instellen met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten.
Regionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit. Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd. Houd hiervoor de toets "RDS"langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen.
Page 42 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
44
Pijltjestoetsen: Met behulp van de pijltjestoetsen kan een item op het scherm worden geselecteerd. In het beginmenu kan met behulp van de toetsen "Omhoog" en "Omlaag" de lichtsterkte van het schermworden ingesteld.
menu : het indrukken van deze toets geeft toegang tot het
hoofdmenu. Deze toets kan op elk gewenst momentworden ingedrukt.
esc : escape-toets
Kort indrukken: annuleren van de actuele handelingen terug naar het vorige scherm. Langer dan 2 seconden indrukken: terug naar begin- menu. Deze toets kan vanuit elk menu worden ingedrukt. Deze functie werkt niet tijdens het navigeren.
mod : Mode-toets
Kort indrukken: wisselen tussen weergave van datum,navigeren en de radio.
val : Bevestigingstoets
NAVIGATIESYSTEEM Presentatie Het navigatiesysteem helpt u door mid- del van beeld en geluid om de bestem-ming van uw keuze te bereiken. Het systeem berust op een bestand met cartografische gegevens en eenGPS-systeem (Global Positioning Sys-tem). Dit systeem bepaalt uw positiemet behulp van een aantal satellieten. Het navigatiesysteem bestaat uit de volgende onderdelen:
Ð de afstandsbediening,
Ð het display,
Ð de computer,
Ð de schakelaar voor het herhalen van
het laatste gesproken bericht,
Ð de CD-rom. De afstandsbedieningDoor de afstandsbediening op het display te richten kunnen de verschillende functies worden geselecteerd.
De afstandsbediening kan in een speciaal daarvoor bestemd vak in het dashboard- kastje worden opgeborgen.
Bevestigen van de geselecteerde functie.
Sommige functies of diensten in deze handleiding kunnen vari‘ren,afhankelijk van de gebruikte CD-romof het land van bestemming.
Page 43 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
45
Het display De functies van de verschillende menu's verschijnen aan de onderkant van het scherm: 1.Gekozen functie.
2. Functie niet beschikbaar in deze situatie.
3. Functie beschikbaar.
N.B.: In de optie "List"kunnen maximaal 80 adressen wor-
den opgeslagen. Tijdens het navigeren geeft het scherm verschillende soorten informatie afhankelijk van de uit te voeren manoeuvres. 1.
Afstand tot de volgende manoeuvre.
2. Volgende manoeuvre.
3. Volgende afslag.
4. Tijd.
5. Buitentemperatuur.
6. Huidige weg.
7. Afstand tot de eindbestemming.
8. Uit te voeren manoeuvre.
Page 51 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
52
Instellingen display
Vanuit het hoofdmenu kan het menu "Configure display"wor-
den gekozen met de volgende instellingen:
Ð Regelen van de lichtsterkte van de tekst en de achter- grond op het scherm.
Ð Instellen van de datum en de tijd.
Ð Keuze van de taal voor de weergave op het display en de ges- proken informatie (Duits, Spaans, Frans, Engels, Italiaans).
Ð Instellen van formaten en eenheden. Er kan gekozen wor- den tussen de weergave in km/h of mph en in graden Cel- sius of Fahrenheit en tussen 12- of 24-uurs weergave vande tijd.Opties
Vanuit het hoofdmenu kan het menu "Navigation options"wor-
den gekozen met de volgende mogelijkheden:
Ð Beheer van de geheugens. Met deze functie kan de omschrijving van een opgeslagen adres gewijzigd worden en kan een adres gewist worden. Kies daarvoor het
geheugen en dan de omschrijving van het desbetreffendeadres.
Ð Het regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
Ð Het wissen van alle gegevens in beide geheugens.
Page 60 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
61
5. LuchtverdelingDruk deze toets herhaaldelijk in om de luchtstroom te ver-delen naar:
Ð de voorruit,
Ð de voorruit en de beenruimte,
Ð de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters en de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
7. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven op
de display, dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlast afte sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toets nog-maals in om de automatische toevoervan buitenlucht te hervatten.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van dezetoets wordt de airconditioninguitgeschakeld. De aandui-ding "ECO" verschijnt op de
display. Druk de toets nogmaals in omde automatische werking van de air-conditioning te hervatten. De aandui-
ding "A/C" verschijnt op de display. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgeschakeld.
9. Achterruitverwarming Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels* in te schakelen. De
verwarming wordt, afhankelijk van de
buitenluchttemperatuur, na verloopvan tijd automatisch uitgeschakeld.Druk de toets nogmaals in om de ach-terruitverwarming eerder uit te scha-kelen. Opmerking: deze functie is uitge-
schakeld wanneer het dak in de baga- geruimte is opgeborgen.
Handmatige bediening Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De overi-ge functies worden automatisch gere-geld. Bij het indrukken van de toets
"AUTO" zal het systeem weer volledigautomatisch functioneren.
6. LuchtopbrengstDe luchtopbrengst kanvergroot of verkleindworden door respectie-
velijk de toets + of Ð in te drukken.
* Volgens uitvoering.
Opmerking Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, dit iseen normaal verschijnsel.
Page 67 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
68
Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in combinatie met een geluidssignaal demelding "Batterij afstandsbediening
leeg" op het multifunctionele display.
Neem de schroef los en wip het huismet een muntstuk bij het oog los omde batterij te vervangen (CR
2016/3 V). Als de afstandsbediening na het vervan- gen van de batterij niet werkt, moet dezeopnieuw geprogrammeerd worden.
SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de portieren, de achterklep (openen) ende tankdop
onafhankelijk van elkaar
vergrendeld of ontgrendeld worden,kunnen het stuurslot en het slot vanhet dashboardkastje worden bedienden kan de airbag aan passagierszijdeworden uitgeschakeld. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier: -
kunnen de portieren en het kofferdek- sel gelijktijdig vergrendeld worden,
- kunnen de portieren gelijktijdig ont- grendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleen ontgren-deld worden met de sleutel in hetslot van het kofferdeksel.
Wanneer een van de portieren is geo- pend, werkt de centrale vergrendelingniet. Afstandsbediening Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd.
Vergrendelen Druk op de knop
Aom de portieren en
het kofferdeksel te vergrendelen. Het vergrendelen wordt bevestigddoor het gedurende ongeveer
2 seconden branden van de richting-aanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de portieren te
ontgrendelen. Het ontgrendelen wordt bevestigddoor het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking: druk de knop van de
afstandsbediening niet buiten het bereik van de auto in. Hierdoor kanhet systeem buiten werking raken. Indat geval moet de afstandsbedieningopnieuw geprogrammeerd worden. Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperlichten knipperen gedurende enkeleseconden.Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geo- pend terwijl de sleutel nog in het contactsteekt, klinkt er een geluidssignaal.
* Volgens uitvoering.
Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
Page 70 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
70
Portieren Openen van buitenaf Openen van binnenuit
Vergrendelen en ontgrendelen van het kofferdeksel
Vergrendelhet kofferdeksel met de
sleutel (draai de sleutel van Anaar C)
of met de afstandsbediening. Ontgrendel het kofferdeksel met de
sleutel (draai de sleutel van Anaar B).
De verlichting van de bagageruimte gaat automatisch aan zodra hetkofferdeksel geopend wordt.
Vergrendelen van binnenuit
Vergrendelen: druk op de knop A.
Met het vergrendelen van een voorportier worden tegelijkertijd ookhet portier aan passagierszijde en het
kofferdeksel vergrendeld. Ontgrendelen van binnenuit
Trek aan de knop Aof aan de hand-
greep om het portier te ontgrendelen.
Waarschuwing "portier open" Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een portier niet goed is geslo-ten, zal het verklikkerlampje verplichtstoppen "STOP" gaan knipperen in
combinatie met een geluidssignaal eneen bijbehorende afbeelding op het
multifunctionele display.
Page 75 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
75
* Volgens uitvoering
AUTOMATISCH INSCHAKELEN
VAN DE VERLICHTING* Het parkeerlicht en het dimlicht wor- den automatisch ingeschakeld als delichtsterkte van de omgeving onvol-doende is en als de ruitenwissers inwerking zijn. De verlichting wordt uitgeschakeld als de lichtsterkte van de omgeving weervoldoende is of het wissen is gestopt. Opmerking:
Bij mist kan de lichtsensor vol-
doende licht waarnemen en zullen de lich- ten niet automatisch worden ingeschakeld. Bij de aflevering van de auto is dezefunctie ingeschakeld. In- of uitschakelenvan de functie:
- zet het contact in de stand acces-
soires (1e stand van de sleutel) of AAN,
- zet de lichtschakelaar in de stand 0,
- houd het uiteinde van de lichtscha- kelaar 2 seconden ingedrukt.
Opmerking: Als het buiten donker is,
blijft de verlichting nadat het contact isafgezet nog ongeveer 45 secondenbranden.
Let op: De lichtsensor, gekoppeld aan
de regensensor, bevindt zich in hetmidden van de voorruit, achter de bin-nenspiegel. Deze sensor regelt deautomatische verlichting. Controle van werking Inschakelen Bij het inschakelen van de functie is een geluidssignaal te horen en verschijnt demelding
"Automatische verlichting
aan" op het multifunctionele display.
Uitschakelen Het uitschakelen van de functie gaat zonder geluidssignaal of melding. Opmerking: de functie wordt tijdelijk uitge-
schakeld als de bestuurder de verlichting handmatig inschakelt. Bij een storing in de lichtsensor wordt de functie ingeschakeld (de ver-lichting gaat aan) De bestuurder wordtgewaarschuwd door een geluidssig-naal en de melding "Defect in auto-
matische verlichting" op het multi-
functionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepuntom het systeem te laten controleren.
Page 77 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
77
Zet het contact uit als de auto gewassen wordt in een was-straat of controleer of deschakelaar niet in de stand
voor automatisch wissen staat.
Wacht 's winters met het inschake-len van het automatisch wissen totde voorruit ontdooid is.
Automatische ruitenwissers* In de stand
AUTOwerkt de ruitenwis-
ser automatisch en wordt de snel-
heid van de wissers aan de hoe- veelheid neerslag aangepast .
Controle van werking Inschakelen Bij het inschakelen van de automa- tische ruitenwissers verschijnt de mel-ding "Automatisch wissen aan" op
het multifunctionele display. In het geval van een storing wordt
de bestuurder gewaarschuwd met een geluidssignaal en de melding "Sto-
ring automatische ruitenwissers"
op het multifunctionele display. In het geval van een storing werken
de ruitenwissers als de schakelaar in de stand AUTOstaat in de interval-
stand.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt om het systeem te laten controleren.
* Volgens uitvoering.