dashboard Peugeot 206 CC 2001.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2001.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2001.5Pages: 123, PDF Size: 1.78 MB
Page 2 of 123

1Handgreep ontgrendelen motorkap
2 Zekeringenkastje
3 Opbergvak
4 Hoogteverstelling stuurwiel
5 Koplampverstelling
6 Schakelaar verlichting enmistlampen
7 Verstelbaar zijventilatierooster
8
Schakelaar stoelverwarming*
9 Zijruitontwaseming
10 Uitschakelen airbag aanpassagierszijde*
11 Airbag bestuurder/Claxon
12 Dimmer dashboardverlich-ting 13
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers
14 Radiobediening vanaf hetstuurwiel
15 Stuurslot
16 Middelste verstelbare venti-latieroosters
17 Schakelaar alarmknipper-lichten
18 Multifunctioneel display
19 Autoradio
20 Voorruitontwaseming
21 Airbag aan passagierszijde
22 Dashboardkastje
23 Schakelaars en bediening-sorganen verwarming, venti-latie, airconditioning, achter-ruitverwarming en verwar-ming buitenspiegels 24
Asbak v——r
25 Versnellingshendel
26 Aansteker
27 Schakelaars elektrischbediende spiegels
28 Schakelaars elektrischbediende ruiten v——r
29 Handrem
30 Schakelaar dakbediening
* Volgens uitvoering.
3UW IN EEN OOGOPSLAG
Page 6 of 123

7UW IN EEN OOGOPSLAG
STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:STOP:
contact afgezet.
1e stand, Accessoires:
contact afgezet, maar acces-soires functioneren wel.
2e stand, Contact aan:
het contact is aangezet.
Starten:
de startmotor wordt in werkinggezet. Stuurslot Ontgrendel, indien nodig, het stuurslot alvorens te starten.
Verdraai het stuurwiel enigszinsterwijl tegelijkertijd de sleutelwordt gedraaid.
Trap bij het starten het koppeling- spedaal in om het aanslaan tevergemakkelijken. Starten van de motor
Trap het gaspedaal niet in.Stel de startmotor in werking en laat de sleutel los zodra demotor aanslaat.
SLEUTELS Met behulp van de sleutels kunnen
het slot van het kofferdeksel (openen),het slot van de tankdop, het stuurslot,en het slot van het dashboardkastjeonafhankelijk
worden bediend en
kan de airbag aan passagierszijdeworden uitgeschakeld. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier:
Ð kunnen de portieren en het kof- ferdeksel gelijktijdig vergren- deld worden,
Ð kunnen alleen de portieren gelijktijdig ontgrendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleen met desleutel in het slot van het koffer-deksel ontgrendeld worden.
AfstandsbedieningDruk op de knop Aom
de portieren en de ach-terklep te vergrende-len. Dit wordt bevestigd door het gedurendeongeveer twee secon-den branden van derichtingaanwijzers. Druk op de knop B
om de portieren op afstand te ont- grendelen. Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden snel knipperen vande richtingaanwijzers.
* Afhankelijk van bestemming
68
Belast nooit een motor die koud is.
Laat de motor nooit in eenafgesloten ruimte draaien. Breng nooit wijzigingen aan het stuurslot aan.
Page 22 of 123

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
26
1.Verklikkerlampje veiligheidsgordels*
2. Verklikkerlampje airbag passagier uitgeschakeld*
3. Verklikkerlampje airbags voor en zij-airbags*
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. ABS*: Verklikkerlampje antiblok-keersysteem*
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsinterval-indicator en olieniveaumeter 9.
Richtingaanwijzer rechts
10. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storing elek-tronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van de accu
15. Verklikkerlampje motoroliedruk
16. Verklikkerlampje koelvloeistoftem-peratuur en te laag koelvloeistofni-veau 17.
Temperatuurmeter motorolie
18. Schakelaar dagteller / kilometertel-ler
19. Verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP)
20. Snelheidsmeter
21. Koelvloeistoftemperatuurmeter
22. Toerenteller
23. Dimmer dashboardverlichting
24. Brandstofmeter
25. Verklikkerlampje brandstofreserve
* Volgens uitvoering.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 123

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
27
1.Verklikkerlampje veiligheidsgordels bestuurder*
2.Verklikkerlampje uitschakeling air- bag passagier*
3. Verklikkerlampje voorste airbags enzij-airbags*
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. ABS*: Verklikkerlampje antiblok-keersysteem
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsinterval-indicator en motorolieniveaumeter 9.
Richtingaanwijzer rechts
10. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storing elek-tronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van de accu
15. Verklikkerlampje motoroliedruk
16. Verklikkerlampje koelvloeistoftempe-ratuur en te laag koelvloeistofniveau
17. Schakelprogramma's 18.
Schakelstandindicatie
19. Schakelaar dagteller/kilometerteller
20. Verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP)
21. Snelheidsmeter
22. Koelvloeistoftemperatuurmeter
23. Toerenteller
24. Dimmer dashboardverlichting
25. Brandstofmeter
26. Verklikkerlampje brandstofreserve
* Volgens uitvoering.
Instrumentenpaneel: Automatische Transmissie
Page 29 of 123

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
31
Alarmknipperlichten
Druk de knop in, de richtingaanwijzers knipperen tegelijkertijd. De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.
Kilometerteller Druk op de knop 1om over te schake-
len van kilometerteller naar dagteller en terug. Druk, als de dagteller is ingeschakeld, langer dan 3 seconden op de knop omde dagteller op nul te zetten.Dimmer dashboardverlichting Druk, bij brandende verlichting, op de knop om de sterkte van de dashboard-verlichting en de lichtsterkte van hetmultifunctionele display te veranderen.Als de verlichting de zwakste (of felste)stand heeft bereikt, laat dan de knop losen druk deze vervolgens opnieuw in omde verlichting weer feller (of zwakker) telaten branden. Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Page 42 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
44
Pijltjestoetsen: Met behulp van de pijltjestoetsen kan een item op het scherm worden geselecteerd. In het beginmenu kan met behulp van de toetsen "Omhoog" en "Omlaag" de lichtsterkte van het schermworden ingesteld.
menu : het indrukken van deze toets geeft toegang tot het
hoofdmenu. Deze toets kan op elk gewenst momentworden ingedrukt.
esc : escape-toets
Kort indrukken: annuleren van de actuele handelingen terug naar het vorige scherm. Langer dan 2 seconden indrukken: terug naar begin- menu. Deze toets kan vanuit elk menu worden ingedrukt. Deze functie werkt niet tijdens het navigeren.
mod : Mode-toets
Kort indrukken: wisselen tussen weergave van datum,navigeren en de radio.
val : Bevestigingstoets
NAVIGATIESYSTEEM Presentatie Het navigatiesysteem helpt u door mid- del van beeld en geluid om de bestem-ming van uw keuze te bereiken. Het systeem berust op een bestand met cartografische gegevens en eenGPS-systeem (Global Positioning Sys-tem). Dit systeem bepaalt uw positiemet behulp van een aantal satellieten. Het navigatiesysteem bestaat uit de volgende onderdelen:
Ð de afstandsbediening,
Ð het display,
Ð de computer,
Ð de schakelaar voor het herhalen van
het laatste gesproken bericht,
Ð de CD-rom. De afstandsbedieningDoor de afstandsbediening op het display te richten kunnen de verschillende functies worden geselecteerd.
De afstandsbediening kan in een speciaal daarvoor bestemd vak in het dashboard- kastje worden opgeborgen.
Bevestigen van de geselecteerde functie.
Sommige functies of diensten in deze handleiding kunnen vari‘ren,afhankelijk van de gebruikte CD-romof het land van bestemming.
Page 44 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
46
De computer Deze bevindt zich in het dashboardkastje. 1.Toets voor het uitwerpen van de CD-rom.
2. CD-romspeler. De CD-rom moet met de bedrukte zijde naar boven in de speler worden gestoken.
3. Controlelampje ON. Dit lampje geeft aan dat de computerAAN is.
4.
Controlelampje CD. Dit lampje geeft aan dat er een CD-rom in de speler steekt.
5. Opbergvak voor de afstandsbediening.
De schakelaar voor het herhalen van het laatste gesproken bericht
Als de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar ŽŽnkeer wordt ingedrukt, wordt hetlaatste gesproken berichtherhaald.
De CD-rom Deze bevat alle cartografischegegevens. De CD-rom moet met de bedruk- te zijde naar boven in de spelerworden gestoken.
Gebruik alleen door PEUGEOT goedgekeurde CD-roms.
Page 63 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
64
Isofix-bevestigingen De Isofix-bevestigingen zijn beschik-
baar voor de passagiersstoel v——r.Deze maken het mogelijk een spe-
ciaal Isofix-kinderzitje , dat verkrijg-
baar is bij de PEUGEOT-servicepun-ten, te plaatsen. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de speciale Isofixbevestigingspunten en zorgen zo vooreen veilige, degelijke en snelle monta-ge van het zitje. Voorin
moet voor kinderen van min-
der dan 13 kg het kinderzitje tegen derijrichting in worden geplaatst met de
stoel geheel naar voren geschoven ,
zodat de rugleuning van het kinderzit-je tegen of zo dicht mogelijk tegen hetdashboard aan is geplaatst. Dezestand zorgt ervoor dat het kinderzitjebij een aanrijding zo min mogelijkwordt verplaatst. Eventueel kan het kinderzitje in de rij- richting worden geplaatst als er alandere kinderen op de achterbank zit-ten. Bevestig het kinderzitje met deIsofix-bevestigingen, de gordelbe-schermer en de veiligheidsgordel enzet de passagiersstoel minimaal in demiddelste stand. Het is in beide gevallen verplicht de airbag aan passagierszijde uit teschakelen. Een speciaal, goedgekeurd kinderzitje
is het KIDDY Isofix kinderzitje. Dit kanmet de rug in de rijrichting wordengeplaatst bij kinderen tot 13 kg en metde rug tegen de rijrichting in bij kinde-ren van 9 tot 18 kg. Dit kinderzitje kan ook worden beves- tigd op zitplaatsen die niet zijn voor-zien van Isofix-bevestigingen. Het is indat geval verplicht de normale drie-punts veiligheidsgordels te gebruiken.
Volg bij het plaatsen van het kinder- zitje de gebruiksaanwijzing van defabrikant.
Page 67 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
68
Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in combinatie met een geluidssignaal demelding "Batterij afstandsbediening
leeg" op het multifunctionele display.
Neem de schroef los en wip het huismet een muntstuk bij het oog los omde batterij te vervangen (CR
2016/3 V). Als de afstandsbediening na het vervan- gen van de batterij niet werkt, moet dezeopnieuw geprogrammeerd worden.
SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de portieren, de achterklep (openen) ende tankdop
onafhankelijk van elkaar
vergrendeld of ontgrendeld worden,kunnen het stuurslot en het slot vanhet dashboardkastje worden bedienden kan de airbag aan passagierszijdeworden uitgeschakeld. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier: -
kunnen de portieren en het kofferdek- sel gelijktijdig vergrendeld worden,
- kunnen de portieren gelijktijdig ont- grendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleen ontgren-deld worden met de sleutel in hetslot van het kofferdeksel.
Wanneer een van de portieren is geo- pend, werkt de centrale vergrendelingniet. Afstandsbediening Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd.
Vergrendelen Druk op de knop
Aom de portieren en
het kofferdeksel te vergrendelen. Het vergrendelen wordt bevestigddoor het gedurende ongeveer
2 seconden branden van de richting-aanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de portieren te
ontgrendelen. Het ontgrendelen wordt bevestigddoor het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking: druk de knop van de
afstandsbediening niet buiten het bereik van de auto in. Hierdoor kanhet systeem buiten werking raken. Indat geval moet de afstandsbedieningopnieuw geprogrammeerd worden. Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperlichten knipperen gedurende enkeleseconden.Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geo- pend terwijl de sleutel nog in het contactsteekt, klinkt er een geluidssignaal.
* Volgens uitvoering.
Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
Page 71 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
71
Motorkapsteun Plaats de stang in de uitsparing om de motorkap te ondersteunen. Druk de stang in de houder alvorens de motorkap te sluiten. Sluiten Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat deze aan het einde van de slagin het slot vallen. Controleer of demotorkap goed vergrendeld is.
Motorkap openen Binnenzijde:
trek aan de hendel aan
de linker zijde onder het dashboard. Buitenzijde: druk de veiligheidshaak
omhoog en til de motorkap op. Brandstof tanken Het tanken dient met
afgezette motor
te geschieden. Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom.
Trek de tankdop uit de vulopening.Op een label staat de voorgeschreven soort brandstof aangegeven. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keerautomatisch uitspringen. Indien dit welgebeurt kunnen er storingen optreden. De inhoud van de brandstoftank
bedraagt ca. 47 liter.