service interval Peugeot 206 CC 2001.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2001.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2001.5Pages: 123, PDF Size: 1.78 MB
Page 15 of 123
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
19
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbag(s) en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar vervangen te worden. De remvloeistof dient elke 60 000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het pollenfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles) gecontro- leerd te worden. Opmerking:de koelvloeistof hoeft niet te worden ververst.
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden: ¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer.
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan 30¡C.¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 20.000 km of elk jaar.
Page 17 of 123
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
21
Op 0 zetten
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudscontrole weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole heeft uitgevoerd, kan de onderhoudsinterval-indicator op de volgende wijze op 0gezet worden: zet het contact af.
Ð druk op knop 1en houdt deze inge-
drukt.
Ð zet het contact aan. de kilometerteller begint 10 seconden terug te tellen.
Ð houd knop 1gedurende 10 secon-
den ingedrukt.
de teller geeft [= 0]aan en het lampje
gaat uit.
Page 27 of 123
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
30
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact, 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk),
- motorolieniveaumeter,
- kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller).Opmerking:de totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig
seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurders- portier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende ongeveer 10 seconden hetmotorolieniveau.
Maximum
Controleer het olieniveau met de peilstok. Te veel
olie kan leiden tot motorschade. Als inderdaadblijkt dat het oliepeil te hoog is, neem dan zo
spoedig mogelijk contact op met een PEUGEOT-servicepunt. Minimum. Controleer het olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij. De aanwijzing is alleen betrouwbaar als de autoop een vlakke, horizontale ondergrond staat en demotor minstens 10 minuten niet heeft gedraaid. Defecte motorolieniveaumeter Als de 6 blokjes knipperen, geeft dit een defect aan de motorolieniveaumeter aan. Er bestaat grote kans op ernstige motorschade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Temperatuurmeter motorolie Bij een draaiende motor geeft de meter de temperatuur van de motor-olie aan:
Ð wijzer in zone
C, de olietemperatuur
is in orde,
Ð wijzer in zone D, de olietemperatuur is
te hoog. Verminder uw snelheid om de olietemperatuur te laten dalen.
Page 28 of 123
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
30
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact, 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk),
- motorolieniveaumeter,
- kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller).Opmerking:de totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig
seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurders- portier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende ongeveer 10 seconden hetmotorolieniveau.
Maximum
Controleer het olieniveau met de peilstok. Te veel
olie kan leiden tot motorschade. Als inderdaadblijkt dat het oliepeil te hoog is, neem dan zo
spoedig mogelijk contact op met een PEUGEOT-servicepunt. Minimum. Controleer het olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij. De aanwijzing is alleen betrouwbaar als de autoop een vlakke, horizontale ondergrond staat en demotor minstens 10 minuten niet heeft gedraaid. Defecte motorolieniveaumeter Als de 6 blokjes knipperen, geeft dit een defect aan de motorolieniveaumeter aan. Er bestaat grote kans op ernstige motorschade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Temperatuurmeter motorolie Bij een draaiende motor geeft de meter de temperatuur van de motor-olie aan:
Ð wijzer in zone
C, de olietemperatuur
is in orde,
Ð wijzer in zone D, de olietemperatuur is
te hoog. Verminder uw snelheid om de olietemperatuur te laten dalen.
Page 77 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
77
Zet het contact uit als de auto gewassen wordt in een was-straat of controleer of deschakelaar niet in de stand
voor automatisch wissen staat.
Wacht 's winters met het inschake-len van het automatisch wissen totde voorruit ontdooid is.
Automatische ruitenwissers* In de stand
AUTOwerkt de ruitenwis-
ser automatisch en wordt de snel-
heid van de wissers aan de hoe- veelheid neerslag aangepast .
Controle van werking Inschakelen Bij het inschakelen van de automa- tische ruitenwissers verschijnt de mel-ding "Automatisch wissen aan" op
het multifunctionele display. In het geval van een storing wordt
de bestuurder gewaarschuwd met een geluidssignaal en de melding "Sto-
ring automatische ruitenwissers"
op het multifunctionele display. In het geval van een storing werken
de ruitenwissers als de schakelaar in de stand AUTOstaat in de interval-
stand.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt om het systeem te laten controleren.
* Volgens uitvoering.