ESP Peugeot 208 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2013, Model line: 208, Model: Peugeot 208 2013Pages: 332, PDF Size: 8.77 MB
Page 140 of 332

138
Veiligheid
Kinderzitje op de passagiersstoel voor
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje voor het
ver voeren met de rug in de rijrichting opde passagiersstoel voor wordt geplaatst, rmoet de airbag aan passagierszijde zijn
uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan het kind bij het afgaan van de airbag ernstig of
dodelijk gewond raken.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in
de rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de stoel in de achterste
stand van de voor-/achter waartse verstelling
worden gezet, in de hoogste stand en met
de rugleuning rechtop en mag de airbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
Let erop dat de veiligheidsgordel goed aansgespannen is.Zorg ervoor dat het kinderzitje geen ander deel van de auto raakt dan de passagiersstoel.
Passagiersstoel in de hoogste stand en zover mogelijk naar achteren.
Page 144 of 332

142
Veiligheid
De onjuiste bevestiging van een kinderzitjebrengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding. Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp van de veiligheidsgordel onder hetkinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of hettuigje van het kinderzitje, zelfs bij kor te ritten,worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt. Zorg er bij het bevestigen van hetkinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren. Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoenderuimte tussen de voorstoel en:
- het kinderzitje "met de rug in de rijrichting",
- de voeten van het kind in het kinderzitje"met het gezicht in de rijrichting".
Adviezen voor kinderzitjes
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van deveiligheidsgordel moet over de schouder vanhet kind liggen zonder de hals te raken. Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzienvan een gordelgeleider ter hoogte van deschouder. Laat uit veiligheidsoverwegingen:- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,- de sleutels nooit binnen bereik van dekinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten om te voorkomendat de por tieren en de por tierruiten achter per ongeluk geopend worden. Zorg er voor dat de portierruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Schuif daartoe de voorstoel naar vorenen zet de rugleuning ervan, indien nodig,
rechter op. Zorg er voor een optimale bevestigingvan het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en ver wijder de hoofdsteun.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de autovliegt bij krachtig afremmen. Plaats dehoofdsteun terug als een volwassene op de desbetreffende zitplaats plaatsneemt.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op depassagiersstoel voor worden ver voerd,behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijndoor andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of ver wijderd is. Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van deairbag levensgevaarlijk gewond raken.