stop start Peugeot 208 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 208, Model: Peugeot 208 2017Pages: 304, PDF Size: 11.54 MB
Page 133 of 304

131
Park Assist
Dit systeem signaleert een parkeerplek
en assisteert u bij het in- en uitparkeren
(fileparkeren).
Het systeem bedient de stuurinrichting en
informeert de bestuurder met beelden op het
scherm en geluidssignalen.
De bestuurder bedient daarbij het gaspedaal, het
rempedaal, de versnellingsbak en de koppeling
(handgeschakelde versnellingsbak).
De bestuurder kan op elk gewenst moment het
stuur zelf weer overnemen.Het Park Assist-systeem is een hulpmiddel
voor de bestuurder die desondanks
waakzaam moet blijven.
De bestuurder moet er voor zorgen dat de
auto tijdens de manoeuvre onder controle
blijft en geen obstakels kan raken.
Onder bepaalde omstandigheden detecteren
de sensoren mogelijk geen kleine obstakels
die zich in hun dode hoeken bevinden.
Tijdens de manoeuvres draait het stuur wiel
snel rond: houd daarom het stuur wiel niet
tegen en steek niet uw handen tussen de
spaken van het stuur wiel.
Let op voor werpen die het draaien van het
stuurwiel kunnen hinderen (wijde kleding,
sjaal, das enz.) – Kans op letsel! Het systeem meet bij het fileparkeren geen
parkeerruimtes op waarvan de afmetingen
aanmerkelijk groter of kleiner zijn dan de
afmetingen van de auto.
De functie "Parkeerhulp" wordt tijdens de
manoeuvres automatisch geactiveerd. Het
is dus mogelijk dat in combinatie met een
geluidssignaal een pictogram op het scherm
verschijnt, wat geen gevolgen heeft voor de
parkeermanoeuvre.
Als de gemonteerde banden een andere
maat hebben dan de originele banden (extra
brede banden, winterbanden enz.), kan dit
de werking van het parkeerhulpsysteem
negatief beïnvloeden.
Als Park Assist actief is, wordt voorkomen
dat Stop & Start naar de STOP-stand gaat.
In de STOP-stand wordt bij het activeren van
de Park Assist de motor weer gestart.
Fileparkeren – inparkeren
F Verminder als u een lege parkeerplek ziet uw
snelheid tot maximaal 20 km/h.
F
Z
et uw auto stil vóór de lege parkeerplek.
Het systeem assisteert u bij het fileparkeren,
zowel bij inparkeren als bij uitparkeren.
6
Rijden
Page 140 of 304

138
Brandstoftank
Inhoud van de tank:
- ongeveer 50
liter (benzinemotoren).
-
ongeveer 50
liter (dieselmotoren).
-
ongeveer 45
liter (BlueHDi-dieselmotoren).
Minimumbrandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveau is
bereikt, gaat dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel branden. Er
zit er nog ongeveer 5 liter brandstof
in de tank. Als het verklikkerlampje
knippert, dan is zeer weinig
brandstof over .
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u zonder brandstof komt te staan.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over een lege brandstoftank
(diesel) .
Tank nooit als de motor door het Stop &
Start-systeem is afgezet; zet in dat geval
altijd het contact af met de sleutel.
Ta n k e n
Een sticker aan de binnenzijde van de tankklep
geeft aan welke brandstof u moet tanken voor
het type motor in uw auto. Om veilig te tanken:
F
Z
et altijd eerst de motor af.
F
O
pen de brandstofvulklep 1.
F
S
teek de sleutel in de dop 2 en draai de
sleutel linksom. F
V
ul de tank volledig, maar laat het
vulpistool niet meer dan drie keer
afslaan ; doet u dit wel, dan kan dit leiden tot
storingen.
Na het tanken:
F
p
laats de vuldop terug.
F
d
raai de sleutel naar rechts en ver wijder
hem uit de tankdop.
F
s
luit de brandstofvulklep.
Zolang de brandstoftankdop niet is
vastgedraaid, kan de sleutel niet uit de
dop worden verwijderd.
Tijdens het openen van de tankdop
kan een geluid van aangezogen lucht
hoorbaar zijn. Dit is normaal en wordt
veroorzaakt door de onderdruk die
ontstaat door de afdichting van het
brandstofcircuit.
Indien u per vergissing de verkeerde
brandstof voor uw auto tankt, moet de
tank beslist worden afgetapt en weer
met de juiste brandstof worden gevuld
voordat de motor kan worden gestar t.
Als u minder dan 5 liter brandstof tankt,
wordt de stijging van het brandstofniveau niet
weergegeven op de brandstofmeter.
F V er wijder de dop en bevestig deze aan de
haak aan de binnenzijde van de klep 3 .
Praktische informatie
Page 147 of 304

145
Uit veiligheidsoverwegingen en om te
voorkomen dat het dak van uw auto
beschadigd raakt, is het raadzaam
uitsluitend voor uw auto goedgekeurde
allesdragers te gebruiken.
Houd u aan de montagevoorschriften en
de gebruiksvoor waarden die zijn vermeld
in de handleiding die met de allesdragers
is meegeleverd.
Aanbevelingen
Verdeel de lading gelijkmatig om te
voorkomen dat een van de zijden wordt
overbelast.
Plaats de zwaarste lading zo dicht
mogelijk bij het dak.
Sjor de lading goed vast.
Rijd behoedzaam: wees bedacht op een
grotere zijwindgevoeligheid. Bovendien
kan de stabiliteit van de auto door de
belading worden beïnvloed.
Tijdens een lange rit: controleer bij iedere
stop of de lading goed vastzit.
Ver wijder de allesdragers zodra deze niet
meer nodig zijn.Motorkap
Door de plaats van de hendel kan de
motorkap niet worden geopend zolang het
linker voorportier is gesloten.
Wees bij warme motor voorzichtig met het
bedienen van de veiligheidshaak en de
motorkapsteun (kans op brandwonden).
Gebruik de beschermde zone.
Zorg er voor dat u bij geopende motorkap
niet tegen de hendel aan stoot.
Open de motorkap niet als het hard waait.De koelventilator kan ook gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd
daarom voor werpen en kleding uit de
buurt van de ventilator.
In verband met de aanwezigheid
van elektrische componenten in de
motorruimte wordt geadviseerd om
blootstelling aan water (regen, wassen,...)
te beperken.Ontgrendelen
F Open het linker voorportier.
F
T
rek de hendel A aan de onderzijde van de
portiersponning naar u toe.
Schakel omwille van uw veiligheid het
Stop & Start-systeem altijd uit alvorens
werkzaamheden onder de motorkap uit
te voeren om letsel als gevolg van het
automatisch inschakelen van de START-
stand te voorkomen.
7
Praktische informatie
Page 152 of 304

150
Niveau
ruitensproeiervloeistof
Vul het reser voir bij wanneer dit
nodig is.
Type vloeistof
Maak voor de ruitensproeiers
uitsluitend gebruik van kant-en-klare
ruitensproeiervloeistof.
's Winters (bij temperaturen beneden het
vriespunt) moet voor de omstandigheden
geschikte ruitensproeiervloeistof met antivries
worden gebruikt om de onderdelen van het
systeem (pomp, reser voir, leidingen enz.) te
beschermen.
Vul het reser voir nooit bij met kraanwater (kans
op bevriezing, kalkafzetting enz.).
Brandstofadditiefniveau
(dieseluitvoering met
roetfilter)
Het minimumniveau van het
additief wordt aangegeven door
het permanent branden van dit
verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
met betrekking tot een te laag
additiefniveau van het roetfilter.
Bijvullen
Het reser voir moet snel worden bijgevuld
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Niveau AdBlue
Er verschijnt een waarschuwing zodra het
reserveniveau is bereikt.
Om te voorkomen dat de auto niet meer kan
starten – conform de voorschriften – dient u het
reser voir bij te vullen met AdBlue.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®, het SCR-
systeem en in het bijzonder het bijvullen van
AdBlue
®.
Controles
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het
onderhoudsschema van de fabrikant dat
betrekking heeft op de motoruitvoering van
uw auto voor het controleren van bepaalde
onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupoolklemmen goed vastzitten
(bij uitvoeringen zonder snelsluiting
voor de accupoolklemmen) en of de
aansluitingen schoon zijn.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu de
desbetreffende rubriek voor
meer informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden
vervangen door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie
Page 181 of 304

179
F Beweeg, indien uw auto hiermee is uitgerust, het kunststof kapje van de
pluspool (+) omhoog.
F
S
luit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A (bij het gebogen
metalen gedeelte) en ver volgens op de
pluspool (+) van de hulpaccu B of de
startbooster.
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op
de minpool (-) van de hulpaccu B of de
startbooster (of op het massapunt van de
auto met de hulpaccu).
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van
de auto met de lege accu.
F
S
tart de motor van de auto met de hulpaccu
en laat deze gedurende enkele minuten
draaien.
F
S
tel de startmotor van de auto met de lege
accu in werking en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een nieuwe
poging te doen. F
W
acht tot de motor stationair draait en neem
dan de kabels in omgekeerde volgorde los.
F
B
reng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+).
F
L
aat de motor minimaal 30 minuten draaien,
rijdend of stilstaand, om het laadniveau van
de accu op een correct peil te krijgen.
Een aantal functies, waaronder het Stop &
Start-systeem, is niet beschikbaar als de
laadtoestand van de accu onvoldoende is.
De accu opladen met een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu
is het noodzakelijk om het laadniveau van de
accu op voldoende capaciteit te houden.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn
om de accu op te laden:
-
a
ls u voornamelijk korte ritten maakt,
-
v
oordat de auto meerdere weken niet wordt
gebruikt.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats. Als u zelf de accu van uw auto gaat
opladen, gebruik dan uitsluitend een lader
die geschikt is voor loodaccu's en die een
nominale spanning van 12
V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde
polen.
De accu hoeft niet te worden
losgekoppeld.
F
Z
et het contact uit.
F
S
chakel alle stroomverbruikers
(audiosysteem, verlichting, ruitenwissers
e n z .) u i t .
8
Storingen verhelpen
Page 182 of 304

180
F Schakel om gevaarlijke vonken te voorkomen de lader B uit alvorens de
kabels op de accu aan te sluiten.
F
C
ontroleer of de kabels van de lader in
goede staat zijn.
F
B
eweeg het kunststof kapje van de pluspool
(+) omhoog (indien aanwezig).
F
S
luit de kabels van de lader B als volgt aan:
-
d
e rode pluskabel (+) op de pluspool (+)
van de accu A ,
-
d
e zwarte minkabel (-) op het massapunt
C van de auto.
F
Z
et na afloop van het laden eerst acculader
B uit voordat u de kabels losneemt van
accu
A.
Een aantal functies, waaronder het Stop &
Start-systeem, is niet beschikbaar als de
laadtoestand van de accu onvoldoende is.
Als deze sticker is aangebracht, mag
uitsluitend een 12
V-lader worden
gebruikt. Anders kan de elektrische
uitrusting van het Stop & Start-systeem
ernstig beschadigd raken. Probeer nooit om een bevroren accu te
laden – Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat
deze dan door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats
controleren op beschadigingen van de
inwendige delen en op scheuren in de
behuizing (kans op lekkage van giftig en
corrosief zuur).
Accu loskoppelen
Als u de auto gedurende langere tijd niet
gaat gebruiken, koppel dan de accu los. Op
deze manier blijft het laadniveau van de accu
voldoende om de motor weer te starten.
Voordat u de accu loskoppelt:
F
sl
uit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, dak),
F
s
chakel alle stroomverbruikers uit
(autoradio, ruitenwissers, verlichting enz.),
F
z
et het contact uit en wacht vier minuten.
Koppel bij de accu alleen de pluspool (+) los.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
F Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om de accupoolklem B te ontgrendelen.
F
B
eweeg de accupoolklem B omhoog om
hem te verwijderen.
Storingen verhelpen
Page 183 of 304

181
SlepenWeer aansluiten van de plusklem (+)
F Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog.
F P laats de geopende accupoolklem B op de
pluspool (+) .
F
D
ruk op de accupoolklem B tot hij stuit.
F
B
eweeg de hendel A omlaag om de
accupoolklem B vast te zetten.
Forceer de hendel niet door erop te
duwen, aangezien de accupoolklem niet
kan worden vergrendeld als deze niet
correct is geplaatst; herhaal de procedure.
Na aansluiten van de accukabels
Schakel het contact in nadat de accu weer
is aangesloten en wacht minimaal één
minuut alvorens de motor te starten: de
elektronische systemen van de auto worden
in die tijd gereset. Mochten er zich na deze
handeling kleine storingen blijven voordoen,
raadpleeg dan een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Bepaalde elektronische systemen dient
u zelf opnieuw te initialiseren (afhankelijk
van modelversie). Raadpleeg daartoe de
desbetreffende rubriek:
-
sl
eutel met afstandsbediening,
-
...Tijdens de rit die volgt op het de eerste
keer starten van de motor, werkt het Stop
& Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt het systeem pas
weer als de auto gedurende een
bepaalde periode, die afhankelijk is
van de omgevingstemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal 8
uur), niet is gebruikt. U kunt de auto laten slepen door een andere
auto of een andere auto slepen met behulp van
het sleepoog.
8
Storingen verhelpen
Page 204 of 304

8
Gesproken commando'sHelpberichten
Navigeer naar huis Om de navigatie te starten of een routepunt
toe te voegen, zegt u "navigeer naar" en dan
het adres of de naam van de contactpersoon.
Bijvoorbeeld "navigeer naar adres
Kerkstraat 11 Amsterdam" of "navigeer naar
contactpersoon Jan Janssen". U kunt aangeven
of het een favoriete of recente bestemming
is. Bijvoorbeeld "navigeer naar favoriet
adres Tennisclub" of "navigeer naar recente
bestemming Kerkstraat 11 Amsterdam". U kunt
ook "navigeer naar huis" zeggen. Om POI's
op een kaart te zien, kunt u bijvoorbeeld "toon
hotels in Rotterdam" of "toon POI tankstation in
de buurt" zeggen. Voor meer informatie kunt u
"hulp bij routebegeleiding" zeggen.
Navigeer naar het werk
Navigeer naar favoriet adres <...>
Navigeer naar contact <...>
Navigeer naar adres <...>
Toon POI <...> in de buur t
Af te leggen afstand
Om informatie over uw huidige route te krijgen,
kunt u zeggen "wat is de nog af te leggen
tijd" of "afstand", of "aankomsttijd". Om meer
commando's te leren, kunt u "hulp bij navigatie"
zeggen.
Af te leggen tijd
Aankomsttijd
Stop navigatie
Geef de gesproken commando's voor de
bestemming (adres) in de taal die in het
systeem is ingesteld.Gesproken commando's
"Radio Media"
Deze commando's kunnen vanaf elke
schermpagina worden gegeven nadat
op de stuur wieltoets "Gesproken
commando's" of "Telefoon" is gedrukt,
behalve als er een telefoongesprek bezig
is.
PEUGEOT Connect Nav
Page 300 of 304

198
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen
elektronisch bediende versnellingsbak
......111
Serienummer auto
........................................ 192
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~ Bandreparatieset
.15 8 -16 0
Sfeerverlichting
............................................... 62
S
jorogen
.......................................................... 65
Slepen van een auto
..............................181-183
Sleutel
....................................................... 36 -37
Sleutel met afstandsbediening
...............39, 109
SMS
................................................................. 32
Sneeuwkettingen
.......................................... 1
41
Snelheidsbegrenzer
....................... 12
1-123, 126
Snelheidsregelaar
.................................. 123 -126
Spaarfase
...................................................... 143
Starten ........................................................... 178
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten
.. 14
0
Starten van de auto................ 105, 108 , 112 -115
Starten van de motor
............................10
8 -109
Stilzetten van de auto
...........................105, 108
Stoelen achter ~ Achterbank
....................53
-54
Stoelen verstellen
............................... 48
, 50-52
Stoelverwarming
...............................
..............51
Stop
................................................................. 11
Stop (verklikkerlampje)
................................... 11Stop & Start .................................
21 , 33 , 55 , 60, 11 8 -12 1 , 131, 13 8 , 145, 15 0, 181
Streaming audio Bluetooth ...................27, 11 , 7
Stuurkolomschakelaars .................................... 2
St
uurslot
........................................................ 109
Stuurwiel (verstellen)
...................................... 46
S
upervergrendeling
........................................ 38
Synchroniseren afstandsbediening
..........38-39
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
........38-39
TTankbeveiliging ............................................. 13 9
Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau
................................... 13 8 -13 9
Telefoon
......................................... 28-33, 15 -18
Temperatuurregeling .................................57- 6 0
Textuurlak
...................................................... 15 6
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden, noodreparatie
....15 8 -16 0
Tijd instellen
.................................. 33-34, 36, 20
TMC (verkeersinformatie)
............................... 14
T
oegang tot de achterbank ~ Achterbank (toegang)
.............................50-52
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening)
........................57- 6 0
Touchscreen
......................................... 13 6, 1, 1
Trekhaak
........................................ 10 6 -107, 142
UUitschakelen airbag passagier
~ Passagiersairbag uitschakelen .....85, 89-90
USB
......................................... 26-27, 1 0 -11 , 5, 5
USB-aansluiting
...................... 64,
26, 10 , 5, 7, 5
USB-poort
......................................... 26, 10 , 5, 5
VVeiligheidsgordels ............................... 81- 83, 94
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
................... 85,
88-90, 93, 95 , 97-10 0
Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen ~ Kinderen
(veiligheidsvoorzieningen)
.....85, 88-90 , 93, 95 , 97-10 0
Ventilatie ..................................... 55-57, 60, 104
Vergrendeling kofferdeksel ~ Koffer vergrendelen
................................ 4
0 - 41
Vergrendeling van binnenuit
........................... 40
V
erkeersinformatie (TA)
....................................4
Verkeersinformatie (TMC)
..............................14
Verklikkerlampje remsysteem ~ Remlampje ..11
V erklikkerlampjes ............................................ 10
Verklikkerlampje service
.................................20
Verklikkerlampje stop
...................................... 11
V
erklikkerlampjes ~ Controlelampjes
.............10
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes .......10Verklikkerlampje voorgloeien (diesel) ............21
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
............................. 71,
167-169
Versnellingshendel
....................................... 104
Verversen
............................................... 148 -149
Verwarming
....................................... 56-57, 104
Voorgloeien (dieselmotor)
...............................21
Voor stoelen
......................................... 48, 50-52
WWaarschuwingssignaal sleutel in contact ....109
Waarschuwing vergeten verlichting ...............68
Webbrowser
.................................................... 18
W
iel demonteren
................................... 16 4 -166
Wiel monteren
....................................... 16 4 -166
Wiel verwisselen
.................................... 162-163
Wifi-netwerkverbinding
...................................22
Window-airbags
...............................
.........86 - 87
ZZekeringen ............................. 172, 174 , 176 -17 7
Zekeringen vervangen ...........172, 174 , 176 -17 7
Zekeringkast dashboard
........172, 174 , 176 -17 7
Zekeringkast motorruimte
......172, 174 , 176 -17 7
Zij-airbags
...............................
..................86 - 87
Zijknipperlicht
................................................ 170
Zonnescherm (panoramadak)
........................63
Zuinig rijden
.................................................. 104
Trefwoordenregister