isofix PEUGEOT 208 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: 208, Model: PEUGEOT 208 2021Pages: 276, PDF Size: 8.11 MB
Page 4 of 276

2
Inhoudsopgave
■
Overzicht
■
Eco-rijden
1InstrumentenpaneelInstrumentenpanelen 9
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 12
Meters 19
Handmatige controle 23
Kilometerteller 23
Dimmer verlichting 23
Boordcomputer 24
Touchscreen van 5 inch 25
Touchscreen van 7- 10 inch 26
Extra op afstand bedienbare functies
(elektrische auto)
28
2 ToegangAfstandsbediening/sleutel 30
Proximity Keyless Entry and Start 32
Centrale vergrendeling 34
Noodprocedures 35
Portieren 37
Achterklep 37
Alarm 38
Elektrische ruitbediening 40
3Ergonomie en comfortPEUGEOT i-Cockpit 41
Voorstoelen 41
Het stuurwiel verstellen 43
Spiegels 43
Achterbank 45
Verwarming en ventilatie 46
Handbediende airconditioning 47
Automatische airconditioning 48
Ontwasemen - ontdooien voorruit 50
Voorruitverwarming 50
Ontwasemen - ontdooien achterruit 51
Voorverwarmen/voorkoelen (Elektrisch) 51
Voorzieningen in het interieur 52
Plafonnier 54
Sfeerverlichting 55
Panoramadak 55
Voorzieningen in de bagageruimte 55
Extra bagageafdekking (Van) 56
4Verlichting en zichtLichtschakelaar 57
Richtingaanwijzers 58
Hoogteverstelling van de koplampen 59
Automatisch inschakelen van de koplampen 59
Follow me home- en instapverlichting 60
Automatische verlichtingssystemen - Algemene
aanbevelingen
60
Grootlichtassistent 61
Ruitenwisserschakelaar 61
Ruitenwisserbladen vervangen 63
Automatische stand ruitenwissers 64
5VeiligheidAlgemene aanbevelingen met betrekking
tot de veiligheid 65
Alarmknipperlichten 65
Claxon 66
Geluidssignaal voor voetgangers (elektrisch) 66
Noodoproep of pechhulpoproep 66
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) 68
Veiligheidsgordels 70
Airbags 72
Kinderzitjes 74
De airbag vóór aan passagierszijde uitschakelen 76
ISOFIX-kinderzitjes 79
i-Size-kinderzitjes 82
Kinderbeveiliging 83
6RijdenRijadviezen 85
Starten / afzetten van de motor met de sleutel 87
Starten / afzetten van de motor met Elektronische
sleutel
88
Handbediende parkeerrem 90
Elektrische parkeerrem 91
Handgeschakelde 5-versnellingsbak 93
Handgeschakelde 6-versnellingsbak 93
Automatische transmissie (EAT6) 94
Automatische transmissie (EAT8) 96
Keuzeschakelaar 99
Rijstanden 100
Hill Start Assist 101
Schakelindicator 102
Stop & Start 102
Bandenspanningscontrolesysteem 104
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene adviezen 105
Verkeersbordherkenning 106
Snelheidsbegrenzer 11 0
Snelheidsregelaar - Specifieke adviezen 111
Snelheidsregelaar 11 2
Drive Assist Plus 11 3
Adaptieve snelheidsregelaar 11 4
Lane Positioning Assist 11 7
Active Lane Departure Warning System 121
Dodehoekbewaking 124
Active Safety Brake met Collision Risk Alert en
Intelligente noodremassistentie
126
Systeem voor detecteren van onoplettendheid 128
Parkeerhulp 129
Page 8 of 276

6
Overzicht
Bovendien bevindt zich op het instrumentenpaneel een
waarschuwingslampje voor een laag laadniveau.
12V-accu
3
levert stroom aan het normale elektrische
systeem van de auto. Deze wordt automatisch via de
geïntegreerde lader door de tractiebatterij opgeladen.
Warmtepomp
4
zorgt voor de verwarming van het
interieur en regelt de koeling van de tractiebatterij en
geïntegreerde lader.
De geïntegreerde lader 5
regelt het opladen via
een normaal stopcontact (modus 2) en het versneld
opladen (modus 3) van de tractiebatterij, maar ook het
opladen van de 12V-accu.
De elektromotor
6 zorgt voor de aandrijving op basis
van de geselecteerde rijstand en de rijomstandigheden.
De elektromotor wint ook energie terug bij het remmen
en vaart minderen van de auto.
Stickers
Deel "Ergonomie en comfort - Voorzieningen vóór -
Draadloze smartphonelader":
Delen "Verlichting en zicht - Lichtschakelaar" en "In
geval van pech - Een gloeilamp vervangen":
Delen "Veiligheid - Kinderzitjes - Kinderzitjes
voorin":
Deel "Veiligheid - ISOFIX-bevestigingen":
i-SizeTOP TETHER
Deel "Rijden - Elektrische parkeerrem":
Deel "Rijden - Stop & Start" en "Praktische
informatie - Motorkap":
Deel "Praktische informatie - Compatibiliteit van
brandstoffen":
Deel "Praktische informatie - Laadsysteem
(elektrische auto)":
Deel "Praktische informatie- Opladen tractiebatterij
(elektrische auto)":
Deel "Praktische informatie - Motorkap":
Deel "Praktische informatie - Niveaus controleren":
Deel "In geval van pech - Bandenreparatieset":
Deel "In geval van pech - Reservewiel":
Deel "In geval van pech- 12V-accu": 24V12V-+
Page 76 of 276

74
Veiligheid
Advies
Wanneer een kinderzitje niet goed in een auto is bevestigd, kan de veiligheid van het kind bij
een ongeval in gevaar komen.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp
van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje zit;
dat zou de stabiliteit van het zitje in gevaar kunnen
brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje
van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden
vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het
lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden
beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met
de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel
correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat
de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt.
Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Verwijder de hoofdsteun alvorens
een kinderzitje met rugleuning op een
passagierszitplaats te bevestigen.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomen
dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig
afremmen. Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
Plaatsen van een zittingverhoger Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van het
kind liggen zonder de hals te raken.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke ontwerp van
uw auto, vooral niet in de directe omgeving van de
airbags.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften worden
nageleefd, blijft de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de borst of de armen
als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt
namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even snel
leeg, waarbij de warme gassen via de daarvoor
bestemde openingen naar buiten stromen.
Laat de airbagsystemen na een aanrijding of diefstal
van uw auto controleren.
Laat alle werkzaamheden alleen door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats uitvoeren
Airbags vóór Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en
laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn of haar voeten niet op
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een
pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de
stuurwielbekleding en sla er niet op.
Bevestig geen voorwerpen of stickers op het
stuurwiel of op het dashboard. Deze kunnen bij het
afgaan van de airbags letsel veroorzaken.
Zijairbags Gebruik alleen goedgekeurde stoelhoezen
die compatibel zijn met deze airbags. Neem voor
informatie over stoelhoezen die geschikt zijn voor
uw auto contact op met een PEUGEOT-dealer.
Bevestig nooit iets aan en hang nooit iets over de
rugleuning van de stoelen (zoals kleding): dit zou
bij het activeren van de airbags kunnen leiden tot
verwondingen aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
De portierpanelen van de voorportieren bevatten de
zijdelingse schoksensoren van de auto.
Schade aan het portier of het uitvoeren van
werkzaamheden (wijzigingen of reparaties) die niet
aan de voorschriften voldoen, kan ertoe leiden dat
deze sensoren niet meer goed werken. In dat geval
werken de zijairbags mogelijk niet!
Laat alle werkzaamheden alleen door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats uitvoeren
Window-airbags Bevestig nooit iets op of aan de
hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de
window-airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Verwijder de handgrepen aan het dak niet, omdat
deze deels voor de bevestiging van de window-
airbags zorgen.
Kinderzitjes
De regelgeving met betrekking tot het vervoer van kinderen verschilt per land. Raadpleeg de
in uw land geldende regels.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen
op:
–
Conform de Europese wetgeving dienen
kinderen
jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,5 meter in
goedgekeurde, voor het lichaamsgewicht geschikte
kinderzitjes op met veiligheidsgordels of ISOFIX-
bevestigingen uitgeruste plaatsen te worden vervoerd.
–
V
olgens de statistieken is de achterbank van uw
auto de veiligste plaats voor het vervoeren van een
kind.
–
Kinderen lichter dan 9 kg moeten met de rug in
de rijrichting in de auto worden geplaatst, op de
voorstoel of achterbank van de auto.
Het wordt aanbevolen om kinderen op de achterzitplaatsen van de auto te vervoeren:
–
tot 3 jaar "
met de rug in de rijrichting",
–
vanaf 3 jaar "
met het gezicht in de rijrichting".
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel correct is bevestigd en aangetrokken.
Zorg er bij kinderzitjes met een steun voor dat de
steun goed contact maakt met de vloer.
Page 79 of 276

77
Veiligheid
5
Bij afgezet contact:
► Steek de sleutel in de schakelaar voor de airbag
en draai deze in de stand "OFF" om de airbag uit te
schakelen.
►
Draai de sleutel in de stand "
ON" om de airbag weer
in te schakelen.
Als het contact wordt aangezet:
Dit waarschuwingslampje gaat branden en blijft branden om aan te geven dat de airbag is
uitgeschakeld.
Of
Dit waarschuwingslampje gaat ongeveer 1 minuut branden om aan te geven dat de airbag
is ingeschakeld.
Aanbevolen kinderzitjes
Kinderzitjes die met een driepuntsveiligheidsgordel
kunnen worden vastgemaakt.
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg.
L1
"RÖMER Baby-Safe"
Wordt naar achteren gericht geplaatst.
Categorie 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L5
"RÖMER KIDFIX 2R"
Kan aan de ISOFIX-bevestigingspunten van uw auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
Page 80 of 276

78
Veiligheid
(f)Als u een kinderzitje met de rug of het gezicht
in de rijrichting op een achterzitplaats bevestigt,
moet u de voorstoel naar voren schuiven en
de rugleuning ervan rechtop zetten zodat er
voldoende ruimte is voor het kinderzitje en de
benen van het kind.
(g) Plaats een kinderzitje met steun nooit op de
middelste zitplaats achter.
ISOFIX-bevestigingen
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met
de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
* Afhankelijk van de uitvoering.
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen
die worden aangegeven door een markering:
– Twee ringen, A , tussen de rugleuning en de zitting
van de stoel.
Overzicht voor het bevestigen van kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Overeenkomstig de Europese wetgeving staan in dit overzicht de mogelijkh\
eden voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel gehomologeerd (a) met de
veiligheidsgordel
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Zitplaats Airbag
voorpassagier Lichter dan 13
kg
(groep
0 (b) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18
kg
(groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar Van 15 tot 25 kg
(groep 2)
Van 3 tot ongeveer 6 jaar Van 22 tot 36 kg
(groep 3)
Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Zitrij 1 (c) Passagiersstoel
Met hoogteverstelling (d) of
zonder hoogteverstelling (e)
Uitgeschakeld: "OFF" U
UUU
Ingeschakeld: "ON" XUF UFUF
Rij 2 (f) Achterbank (g)
U UUU
U: Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje met
een veiligheidsgordel, zowel met de "rug in de
rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting".
UF: Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje met
een veiligheidsgordel, met het "gezicht in de
rijrichting". X
: Zitplaats niet geschikt voor een kinderzitje uit de
aangegeven gewichtscategorie.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's
met de veiligheidsgordel kan worden bevestigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10
kg.
Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet op de
voorpassagiersstoel worden bevestigd. (c)
Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land
voordat u een kinderzitje op deze plaats bevestigt.
(d) De in hoogte verstelbare voorstoel moet in de
hoogste stand worden gezet en helemaal naar
achteren geschoven.
(e) De rugleuning moet rechtop staan.
Page 81 of 276

79
Veiligheid
5(f)Als u een kinderzitje met de rug of het gezicht
in de rijrichting op een achterzitplaats bevestigt,
moet u de voorstoel naar voren schuiven en
de rugleuning ervan rechtop zetten zodat er
voldoende ruimte is voor het kinderzitje en de
benen van het kind.
(g) Plaats een kinderzitje met steun nooit op de
middelste zitplaats achter.
ISOFIX-bevestigingen
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met
de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
* Afhankelijk van de uitvoering.
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen
die worden aangegeven door een markering:
–
T
wee ringen, A , tussen de rugleuning en de zitting
van de stoel.
De 2 sloten van ISOFIX-kinderzitjes worden hieraan
verankerd.
–
Ring
B, aan de achterzijde van de stoel, wordt de
TOP TETHER genoemd en is bedoeld om zitjes met
een bovenste riem te bevestigen.
Voorstoel
Achterbank
Dit systeem voorkomt dat het kinderzitje naar voren
kantelt bij een frontale aanrijding.
Met de ISOFIX-bevestigingen kan een kinderzitje veilig,
degelijk en snel in de auto worden gemonteerd.
Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER:
►
V
erwijder de hoofdsteun van de zitplaats waarop u
het kinderzitje wilt plaatsen en berg de hoofdsteun op
(plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje weer
is verwijderd).
►
V
oer de riem van het kinderzitje achter de
rugleuning van de zitplaats langs, tussen de openingen
voor de pennen van de hoofdsteun door.
►
Maak de haak van de bovenste riem aan ring
B
vast.
►
T
rek de bovenste riem strak.
Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de linkerzitplaats van de achterbank plaatst, moet
u eerst de middelste veiligheidsgordel achter naar
het midden van de auto verplaatsen zodat deze
gordel normaal gebruikt kan blijven worden.
Page 82 of 276

80
Veiligheid
Overzicht voor het bevestigen van ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkhede\
n aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van
ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-ma\
at op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A t/m G).
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Lichter dan 10 kg (categorie 0)
Tot ca. 6 maanden Lichter dan 10 kg
Tot 13 kg
(categorie 0)
(categorie 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18 kg
(groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"Rug in de rijrichting" "Rug in de
rijrichting" "Gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Zitplaats Airbag
voorpassagier
Zitrij 1 (a) (b)
(afhankelijk van de
uitvoering) Passagiersstoel
met ISOFIX
met of zonder
hoogteverstelling Uitgeschakeld:
"OFF" X
IL ILIUF/IL
Ingeschakeld: "ON" X
XXIUF/IL
Passagiersstoel zonder ISOFIX Geen ISOFIX
Zitrij 2 (b) Buitenste zitplaatsen achter (c)(d) XIL ILIUF/IL
Middelste zitplaats achter Geen ISOFIX
IUF: zitplaats geschikt voor de bevestiging met behulp van een bovenste riem\
van een I SOFIX universeel kinderzitje met het gezicht in de rijrichting (F) .
IL: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een I SOFIX Semi-U niverseel kinderzitje:
– "met de rug in de rijrichting", bevestigd met behulp van een bovenste ri\
em of een steun.
– "met het gezicht in de rijrichting”, bevestigd met behulp van een ste\
un.
– een reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
Wanneer een kinderzitje niet goed in een auto
is bevestigd, kan de veiligheid van het kind bij
een ongeval in gevaar komen.
Houd u nauwgezet aan de montagevoorschriften
die zijn vermeld in de gebruiksaanwijzing van het
kinderzitje.
Raadpleeg het overzicht voor meer informatie over de bevestiging van ISOFIX-kinderzitjes in
uw auto.
Aanbevolen ISOFIX-kinderzitjes
Raadpleeg de montage-instructies van de fabrikant voor het aanbrengen en verwijderen
van het kinderzitje.
"RÖMER Baby-Safe met ISOFIX-basis" (lengtecategorie: E)
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg.
"RÖMER Baby-Safe met ISOFIX-basis" (lengtecategorie: E)
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg.
Dit kinderzitje wordt met de rug in de rijrichting
geplaatst met behulp van een ISOFIX-basis die aan de ogen (A) wordt bevestigd.
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een
veiligheidsgordel. In dat geval wordt het zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd.
"RÖMER Duo Plus ISOFIX"
(lengtecategorie: B1)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
" RÖMER Duo Plus ISOFIX"
(lengtecategorie: B1)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Alleen geschikt voor plaatsing met het gezicht in de rijrichting.
Het wordt aan de ringen (A ) en (B), en met de
bovenste riem, de TOP TETHER, bevestigd. Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-
bevestigingspunten. In dat geval moet het zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de
auto worden bevestigd. Stel de voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
Page 83 of 276

81
Veiligheid
5Overzicht voor het bevestigen van ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkhede\
n aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van
ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-ma\
at op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A t/m G).
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Lichter dan 10
kg
(categorie 0)
Tot ca. 6 maanden Lichter dan 10
kg
Tot 13
kg
(categorie 0)
(categorie 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18
kg
(groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"Rug in de rijrichting" "Rug in de
rijrichting" "Gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Zitplaats Airbag
voorpassagier
Zitrij 1 (a) (b)
(afhankelijk van de
uitvoering) Passagiersstoel
met ISOFIX
met of zonder
hoogteverstelling Uitgeschakeld:
"OFF" X
IL ILIUF/IL
Ingeschakeld: "ON" X
XXIUF/IL
Passagiersstoel zonder ISOFIX Geen ISOFIX
Zitrij 2 (b) Buitenste zitplaatsen achter (c)(d) XIL ILIUF/IL
Middelste zitplaats achter Geen ISOFIX
IUF: zitplaats geschikt voor de bevestiging met behulp van een bovenste riem\
van een I SOFIX universeel kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
(F) .
IL: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een I SOFIX Semi-U niverseel kinderzitje:
–
"met de rug in de rijrichting", bevestigd met behulp van een bovenste ri\
em of een steun.
–
"met het gezicht in de rijrichting”, bevestigd met behulp van een ste\
un.
–
een reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
Page 84 of 276

82
Veiligheid
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het vastzetten met de bovenste riem en de ISOFIX-bevestigingen.
X: zitplaats niet geschikt voor een ISOFIX-kinderzitje of reiswieg uit de\
aangegeven gewichtscategorie.
(A) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voordat u een kinderzitj\
e op deze plaats bevestigt.
(b)
Verwijder de hoofdsteunen.
(c)
Achter de bestuurder: zet de bestuurdersstoel in de hoogste stand.
(d)
Achter de voorpassagier: schuif de voorpassagiersstoel zo ver mogelijk n\
aar voren.
i-Size-kinderzitjes
i-Size-kinderzitjes A) moeten worden bevestigd.
Deze i-Size-kinderzitjes zijn ook uitgerust met:
–
een bovenste bevestigingsriem die kan worden vastgemaakt aan bevestiging\
sring
B.
–
of een steun die op de vloer rust, vóór de voor i-Size-kinderzitje\
s geschikte zitplaats van de auto.
Ze voorkomen dat het kinderzitje bij een ongeval naar voren kantelt.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over
ISOFIX-bevestigingen.
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkhede\
n aan voor het bevestigen van een i-Size-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-
bevestigingen die voor i-Size-kinderzitjes zijn goedgekeurd.
Zitplaats Airbag voorpassagieri-Size-bevestigingssysteem
Zitrij 1 (a)
(afhankelijk van de uitvoering) Passagiersstoel met ISOFIX, met of zonder
hoogteverstelling (b)
Uitgeschakeld: "OFF" i-U
Ingeschakeld: "ON" i-UF
Passagiersstoel zonder ISOFIX Geen i-Size
Page 243 of 276

241
Trefwoordenregister
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak, handgeschakeld
93–94, 101, 159
Handopvoerpomp
165
Handrem
90, 159
Handsfree set
193–194, 206, 228–229
Helderheid
195, 208
Hill-Holder ~ Hill Start Assist
101–102
Hoedenplank
56
Hoek van de stoel
42
Hoek van de stoel verstellen
42
Hoofdsteunen achter
45–46
Hoofdsteunen verstellen
41
Hoofdsteunen vóór
41
Hoogspanning
139
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~
Stuurverstelling
43
Hulpoproep
66–67
I
Identificatiegegevens 187
Identificatieplaatjes constructeur
187
Identificatie (stickers)
187
Indeling bagageruimte ~ Bagageruimte,
indeling
55–56
Indeling interieur ~ Interieurindeling
52
Inductielader
53
Infraroodcamera
106
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank (inhoud)
138
Instapverlichting
60
Instellen van de uitrustingen
27
Instellingen van het systeem
195, 208, 231
Instrumentenpaneel 9–10, 9–11, 9–11, 23–24, 106
Interieurfilter
47, 159
Interieurfilter (vervangen)
159
Interieurverlichting
54–55
ISOFIX (bevestigingen)
79
ISOFIX bevestigingen
79
ISOFIX kinderzitjes
79–81
J
Jack 227
Jack-aansluiting
227
Jack-kabel
227
K
Kaartleeslampjes 54
Keyless entry and start
32–33, 88–89
Kilometerteller
23
Kinderbeveiliging
83
Kinderen
71, 78–82
Kinderen (veiligheid)
83
Kinderzitjes
71, 74–75, 77–78
Kinderzitjes (conventioneel)
77–78
Kinderzitjes i-Size
82
Klep laadaansluiting
(elektrische auto)
141, 145, 147–148
Kleurcode lak
187
Klokje (instellen)
195, 208, 232
Koelvloeistof
158
Koelvloeistoftemperatuur
20
Koelvloeistoftemperatuurmeter 20
Kofferdeksel sluiten
33, 37
Koplampverstelling
59
Krik
166–167, 169
L
Laadkabel 142
Laadkabel (elektrische auto)
142
Laadniveaumeter (elektrische auto)
22
Laadstekker (elektrische auto)
141, 145, 147–148
Laadsysteem (elektrische auto)
5, 8, 28, 139, 157
Laden accu ~ Accu laden
177–178
Lader voor versneld laden (wallbox)
142
Lak
164, 187
Lampen
173
Lampen (vervangen)
172–174
Lampen vervangen
172–174
Lane Departure Warning System
121
Lane Keeping System
113, 117–119
LCD-instrumentenpaneel
9
Leder (onderhoud)
164
LED-verlichting
58, 173
Leeslampjes
54
Lekke band
167, 169
Lendensteun
42
Lendensteun, verstelling
42
Lichtschakelaar
57–58
Lokaliseren van de auto
31
Luchtfilter
159
Luchtfilter (vervangen)
159
Luchtrecirculatie
50