Peugeot 3008 Hybrid 4 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 3008 Hybrid 4, Model: Peugeot 3008 Hybrid 4 2017Pages: 566, PDF Size: 61.63 MB
Page 331 of 566

329
3008-2_nl_Chap08_en cas-de-panne_ed01-2016
Achteruitrijlicht
(achterklep)
F open de achterklep en steek een platte schroevendraaier in de uitsparing om de
afdekplaat aan de desbetreffende zijde los
te maken.
F
D
eblokkeer de bevestigingsmoer van de
lampunit met een 10 mm pijpsleutel.
F
D
raai met de hand de bevestigingsmoer
van de lampunit los en ver wijder de moer.
F
B
eweeg de bevestigingsclip opzij en
beweeg gelijktijdig de lampunit voorzichtig
naar achteren. F
Verwijder van buitenaf de lampunit voorzichtig
door hem naar achteren te trekken.
F
N
eem de stekker van de lampunit los door
hem aan beide zijden in te drukken.
F
D
raai de lamphouder een kwart
omwenteling en verwijder hem.
F
V
er wijder en vervang de defecte lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Lampen van mistachterlichten
vervangen
Deze lampen zijn te vervangen vanaf de
buitenkant van de achterbumper:
F
s
teek uw hand onder de bumper,
F
v
erdraai de lamphouder een kwartslag en
trek deze naar u toe,
F
v
erdraai de lamp een kwartslag en vervang
deze.
Verricht voor het monteren de handelingen in
omgekeerde volgorde.
Raak de uitlaat niet aan indien u de
lamp kort na het afzetten van het
contact vervangt; dit met het oog op
mogelijke brandwonden.
8
Storingen verhelpen
Page 332 of 566

330
3008-2_nl_Chap08_en cas-de-panne_ed01-2016
Derde remlicht (LED's)
Raadpleeg het Peugeot- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Kentekenplaatverlichting
F Steek een kleine schroevendraaier in de spleet van het lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten om
het lampglas los te maken.
F
V
erwijder het lampglas.
F
t
r
ek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Storingen verhelpen
Page 333 of 566

331
3008-2_nl_Chap08_en cas-de-panne_ed01-2016
Zekering vervangen
Voordat u een zekering vervangt, dient u:
F d e oorzaak van de storing te achterhalen
om deze te verhelpen,
F
s
troomverbruikers uit te schakelen,
F
d
e auto stil te zetten met het contact uit,
F
d
e defecte zekering te achterhalen met
behulp van de bestaande zekeringtabellen
en schema's.
Vervangen van een zekering
De zekeringtabellen en bijbehorende
schema's kunt u vinden op de website:
http://public.servicebox.peugeot.com/ddb/
u
kunt ook contact opnemen met
het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Voor ingrepen aan een zekering geldt het
volgende:
F
g
ebruik een speciale tang om de zekering
uit de zekeringkast te ver wijderen en te
controleren of het smeltdraadje van de
zekering intact is,
F
v
ervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte
(zelfde kleur): een afwijkende
stroomsterkte kan storingen veroorzaken
(brand).
Mocht de storing kort na het vervangen van de
zekering terugkeren, laat dan de elektrische
uitrusting controleren door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats. Goed
Defect
Tang
Het vervangen van een zekering door
een andere dan in de zekeringtabellen
genoemd, kan tot ernstige storingen
leiden. Raadpleeg het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. P
e
ugeot is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren
van extra accessoires die niet door
P
e
ugeot aanbevolen en geleverd
worden, en niet volgens haar
voorschriften zijn gemonteerd. Dit geldt
met name als het totale stroomverbruik
van alle extra accessoires meer dan
10
milliampère bedraagt.Montage van elektrische
accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto
is reeds rekening gehouden met de montage van
zowel de standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in de auto
monteert of laat monteren.
8
Storingen verhelpen
Page 334 of 566

332
3008-2_nl_Chap08_en cas-de-panne_ed01-2016
12V- ac c u
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
Algemeen
Bescherm uw ogen en gezicht voordat
u handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver
van open vuur of vonken veroorzakende
bronnen, om elk risico van brand- of
explosiegevaar uit te sluiten.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
Het aanduwen om de motor te starten
is bij een auto met een automatische
transmissie niet toegestaan.
Accu's bevatten giftige stoffen zoals
zwavelzuur en lood.
Ze moeten worden ver werkt conform
de regelgeving en mogen in geen geval
met het huishoudelijke afval worden
weggegooid.
Breng de gebruikte batterijen en accu's
naar een speciaal inzamelpunt.
12V-loodaccu
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de (+) klem:
F
ontgrendel de motorkap met de
ontgrendelingshendel in het interieur en maak
aan de buitenzijde de veiligheidshaak los
,
F
open de motorkap en plaats de motorkapsteun
onder de motorkap om hem geopend te houden.
(+) Pluspool.Deze is voorzien van een aansluiting met snelkoppeling.
(-) Minpool.om
dat de minpool van de accu niet bereikbaar
is, bevindt zich vlak bij de accu een afzonderlijk
massapunt.
Storingen verhelpen
Page 335 of 566

333
3008-2_nl_Chap08_en cas-de-panne_ed01-2016
Starten van de motor met een hulpaccu en startkabels
F Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze gedurende enkele
minuten draaien.
F
S
tel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.
A
ls de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een
nieuwe poging te doen.
F
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels in omgekeerde
volgorde los.
F
B
reng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+).
F
L
aat de motor minimaal 30 minuten
draaien, rijdend of stilstaand, om het
laadniveau van de accu op een correct peil
te krijgen.
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels of een startbooster.
Start de motor nooit door een acculader
aan te sluiten.
ge
bruik nooit een startbooster van 24
V
o f h o g e r.
Controleer eerst of de nominale
spanning van de hulpaccu 12 V
bedraagt en of de capaciteit van de
hulpaccu minimaal gelijk is aan die van
de ontladen accu.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers
(autoradio, ruitenwissers, verlichting
enz.) van beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich
niet in de buurt van bewegende delen
van de motor (ventilateur, riem enz.)
bevinden.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait. F
B
eweeg, indien uw auto hiermee is
uitgerust, het kunststof kapje van de
pluspool (+) omhoog.
F
S
luit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A (bij het gebogen
metalen gedeelte) en vervolgens op de
pluspool (+) van de hulpaccu B of de
startbooster.
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op
de minpool (-) van de hulpaccu B of de
startbooster (of op het massapunt van de
auto met de hulpaccu).
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van
de auto met de lege accu.
ee
n aantal functies, waaronder
het Stop
& Start-systeem, is niet
beschikbaar als de laadtoestand van de
accu onvoldoende is.
8
Storingen verhelpen
Page 336 of 566

334
3008-2_nl_Chap08_en cas-de-panne_ed01-2016
12V-accu opladen met een acculader
Voor een optimale levensduur van de accu
is het noodzakelijk om het laadniveau van de
accu op een voldoende peil te houden.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn
om de accu op te laden:
-
a
ls u voornamelijk korte ritten maakt,
-
v
oordat de auto meerdere weken niet wordt
gebruikt.
Raadpleeg het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. F
Z
et het contact uit.
F
S
chakel alle stroomverbruikers (autoradio,
verlichting, ruitenwissers enz.) uit.
F
S
chakel om gevaarlijke vonken te
voorkomen de lader B uit alvorens de
kabels op de accu aan te sluiten.
F
C
ontroleer of de kabels van de lader in
goede staat zijn.
F
B
eweeg het kunststof kapje van de
pluspool omhoog (indien aanwezig).
F
S
luit de kabels van de lader B als volgt
aan:
-
d
e rode pluskabel (+) op de pluspool (+)
van de accu A ,
-
d
e zwarte minkabel (-) op het
massapunt
C van de auto.
F
S
chakel na het laden de lader B uit
alvorens de kabels los te maken van de
accu A .
Als u zelf de accu van uw auto gaat
opladen, gebruik dan uitsluitend een
lader die geschikt is voor loodaccu's en
die een nominale spanning van
12 V heeft.
Als deze sticker is aangebracht, mag
uitsluitend een 12V-lader worden
gebruikt. Anders kan de elektrische
uitrusting van het Stop & Start-systeem
ernstig beschadigd raken.Volg de door de fabrikant van de lader
geleverde instructies.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
Probeer niet een bevroren accu op te
laden. Risico van explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat
deze dan door het P
e
ugeot
-
netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats
controleren op beschadigingen van de
inwendige delen en op scheuren in de
behuizing (kans op lekkage van giftig en
corrosief zuur).
De accu hoeft niet te worden
losgekoppeld.
Storingen verhelpen
Page 337 of 566

335
3008-2_nl_Chap08_en cas-de-panne_ed01-2016
Loskoppelen van de accu
tijdens de rit die volgt op het de eerste
keer starten van de motor, werkt het
Stop & Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt de functie pas
weer als de auto gedurende een
bepaalde periode, die afhankelijk is
van de omgevingstemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal
8 uur), niet is gebruikt.
Als u de auto gedurende langere tijd niet gaat
gebruiken, koppel dan de 12V-accu los.
o
p
d
eze manier blijft het laadniveau van de accu
voldoende om de motor weer te starten.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu los te koppelen:
F
sl
uit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, dak),
F
s
chakel alle stroomverbruikers (autoradio,
ruitenwissers, verlichting enz.) uit,
F
z
et het contact uit en wacht vier minuten.
u
hoeft slechts de klem van de pluspool (+) los
te nemen.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet na het weer aansluiten van de accu het
contact aan en wacht 1 minuut alvorens de motor
te starten, zodat de elektronische systemen
geïnitialiseerd kunnen worden.
Mochten er zich na deze handeling kleine storingen
blijven voordoen, raadpleeg dan het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het
zelf opnieuw initialiseren van de elektronische
systemen zoals:
-
d
e sleutel met afstandsbediening of de
elektronische sleutel (volgens uitvoering),
-
he
t schuifdak en het elektrische zonnescherm,
-
d
e elektrische ruitbediening,
-
d
e datum en de tijd,
-
de
voorkeuzezenders.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
F trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog
om de accupoolklem B te ontgrendelen.
F
Beweeg de accupoolklem B omhoog om hem te verwijderen.
Weer aansluiten van de plusklem (+)
F
trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog.
F
P
laats de geopende accupoolklem B op de
pluspool (+) .
F
D
ruk op de accupoolklem B tot hij stuit.
F
B
eweeg de hendel A omlaag om de
accupoolklem B vast te zetten.
Forceer de hendel niet door erop te
duwen, aangezien de accupoolklem
niet kan worden vergrendeld als deze
niet correct is geplaatst; herhaal de
procedure.
8
Storingen verhelpen
Page 338 of 566

336
3008-2_nl_Chap08_en cas-de-panne_ed01-2016
Slepen van de auto
Het sleepoog is opgeborgen in een
gereedschapskist onder de vloerplaat van de
bagageruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer meer informatie over het
boordgereedschap.
Toegang tot het gereedschap
Algemene aanwijzingen
Laat uw auto in de volgende gevallen
slepen door een professioneel
bergingsbedrijf:
-
a
ls de auto is gestrand op de
autosnelweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, het stuurslot te ontgrendelen of
de handrem los te zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen op
de grond,
-
b
ij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang...
u
kunt de auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het ver wijderbare sleepoog.
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende
auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
er m
oet iemand achter het stuur van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon
moet beschikken over een geldig rijbewijs.
ge
bruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met stilstaande
motor zijn de rem- en stuurbekrachtiging
uitgeschakeld.
Storingen verhelpen
Page 339 of 566

337
3008-2_nl_Chap08_en cas-de-panne_ed01-2016
F Maak het klepje in de voorbumper los door het aan de bovenzijde in te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
Slepen van uw auto
F Maak het klepje in de achterbumper los door het aan de linkerzijde in te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de
twee auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt.
Slepen van een andere auto
F ontgrendel de stuurinrichting en zet de handrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt. F
Z
et de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij de
automatische transmissie).
H
et niet opvolgen van dit voorschrift
kan er toe leiden dat bepaalde
componenten (remsysteem,
transmissie...) beschadigd raken
en dat de rembekrachtiger na het
starten mogelijk niet meer werkt.
8
Storingen verhelpen
Page 340 of 566

338
3008-2_nl_Chap09_caracteristiques_ed01-2016
Motoren en versnellingsbakken benzine-uitvoeringen
Benzinemotoren1.2 PureTech 130 S&S1.6 THP 150 1.6 THP 160 1.6 THP 165 S&S
Versnellingsbakken
BVM6
(Handgeschakeld, 6
versnellingen)E AT 6
(Automatisch,
6
versnellingen) E AT 6
(Automatisch,
6
versnellingen) E AT 6
(Automatisch,
6
versnellingen)E AT 6
(Automatisch,
6
versnellingen)
Type variant uitvoering:
MR... M4... HNYH/S
HNYH/1S HNYW/S
HNY W/1S 5FEA
5FMA5GZW/S
Cilinderinhoud (cm
3) 11 9 9159 8159 8159 8
Boring x slag (mm) 75 x 90,577 x 85,8 77 x 85,8 77 x 85,8
Max. vermogen*:
e
Ce-
norm (kW) 9611 0120 121
to
erental bij max. vermogen (t/min) 550060506000 6000
Max. koppel:
e
Ce-
norm (Nm) 230240240240
to
erental bij max. koppel (t /min) 175 0140 0140 0140 0
Brandstof LoodvrijLoodvrijLoodvrijLoodvrij
Katalysator JaJaJaJa
Inhoud motorcarter (in liters) (met vervangen
filter) 3,5
4,254,254,25
.../S: uitvoering met Stop & Start.
.../1: uitvoering met banden met lage rolweerstand.
*
H
et maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de e
u
ropese
regelgeving (richtlijn 1999/99/C
e)
.
technische gegevens