air condition Peugeot 301 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 301, Model: Peugeot 301 2016Pages: 260, PDF Size: 6.72 MB
Page 4 of 260
.
.
301_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2016
Instrumentenpaneel 10
V erklikkerlampjes
11
onderh
oudsindicator
23
Ki
lometertellers
25
D
atum en tijd instellen
26
Bo
ordcomputer
27
M
onochroom display C
(Autoradio / Bluetooth)
29
Controle tijdens het rijden
overz
icht
Sleutel met afstandsbediening 33
Alar m
37
P
ortieren
39
A
chterklep
40
Ru
itbediening
42
toegang tot de auto
Voor stoelen 43
Ach terbank
45
Sp
iegels
46
St
uurwielverstelling
48
V
entilatie
49
Ve
rwarming
51
H
andbediende airconditioning
(zonder display)
51
elek
tronische airconditioning (met display)
53
ontw
asemen -
ontdo
oien voorzijde
56
Ac
hterruitverwarming
57
Comfort
Rijadviezen 63
S tarten - afzetten van de motor
64
Pa
rkeerrem
67
H
andgeschakelde versnellingsbak
68
elek
tronisch gestuurde versnellingsbak
69
Au
tomatische transmissie
73
Au
tomatische transmissie (
eAt6) 77
opsc
hakelindicator
81
S
top & Start-systeem
82
Sn
elheidsbegrenzer
85
Snel
heidsregelaar
87
P
arkeerhulp achter
89
Rijden
Lichtschakelaar 91
K oplampen verstellen
96
Ru
itenwisserschakelaar
97
P
lafonniers
99
Zicht
eco-
rijdenIndeling van het interieur 58
Vo orzieningen bagageruimte
61
Indelingen
Inhoud
Page 7 of 260
5
195
227
53
85 / 87
301_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Interieur
Elektronische airconditioning (met display)
Dit systeem, dat is voorzien van een display, biedt u het comfort
van een optimale temperatuur en luchtcirculatie in het interieur.
Snelheidsbegrenzer /
snelheidsregelaar
Met deze twee systemen kunt u de snelheid
van de auto gemakkelijk begrenzen en regelen.
u ku
nt zelf de gewenste snelheid instellen.
Audio- en
communicatiesystemen
Deze systemen zijn voorzien van de
nieuwste technologie: autoradio met MP3-
afspeelmogelijkheid,
uSB-
aansluiting,
Bluetooth handsfree set, A
uX-a
ansluitingen, ...
Autoradio / Bluetooth
Autoradio
.
Overzicht
Page 9 of 260
7
301_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Cockpit
1. Stuur- en contactslot.
2. Sch akelaar ruitenwissers en
ruitensproeiers/boordcomputer.
3.
Kno
p centrale vergrendeling /
ontgrendeling.
4.
open op
bergvak.
of Mon
ochroom display C (Autoradio /
Bluetooth).
5.
Mid
delste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.
6.
Vo
orruitontwaseming.
7.
Pa
ssagiersairbag.
8.
Das
hboardkastje
uitsc
hakeling passagiersairbag.
9.
Scha
kelaar alarmknipperlichten.
10.
Auto
radio.
11.
Bed
iening verwarming / airconditioning.
12 .
Asb
ak / bekerhouder.
13.
Bed
iening elektrische ruitbediening.
14 .
Ver
snellingshendel.
15.
Hand
rem.
.
overzicht
Page 10 of 260
8
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur (DVD-
speler, MP3 -speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het
elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de Co2-uitstoot van uw auto verminderen.
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak, rijd
dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweede versnelling in en
schakel bij voorkeur relatief snel over naar een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische versnellingsbak of
een elektronisch gestuurde versnellingsbak, laat de selectiehendel
dan in de stand Drive "D" of Auto "A" (afhankelijk van het type
versnellingsbak) staan en trap het gaspedaal niet bruusk of diep in.
De schakelindicator geeft aan welke versnelling het meest geschikt
is voor een laag brandstofverbruik: volg de aanwijzingen van deze
indicator zo snel mogelijk op.
Bij auto's met een elektronisch gestuurde versnellingsbak of een
automatische transmissie werkt deze indicator alleen in de handmatige
stand.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in
plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk
in. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en de
C
o2-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van
ongeveer 40
km
/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
Gebruik op slimme wijze de elektrische
voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is
opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de
airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50
km
/h de ruiten, maar laat de
ventilatieroosters geopend.
gebr
uik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging
kunnen beperken (zonneschermen...).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is
bereikt.
Schakel de achterruitver warming en de ontwaseming uit zodra deze
niet meer nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelver warming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en het mistlicht uit als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt sneller op
als u rijdt.
eco-rijden
Page 51 of 260
49
301_nl_Chap03_confort_ed01-2016
Ventilatie
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van
de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
-
rec
htstreekse toevoer naar het interieur
(toevoer van buitenlucht),
-
toe
voer via het verwarmingscircuit,
-
toe
voer via het circuit van de
airconditioning.
Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via het
bedieningspaneel A van de middenconsole.
1.
uit
stroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de voorruit.
2.
uit
stroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten.
3.
Afs
luitbare en verstelbare
zijventilatieroosters. 4.
Afs
luitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.
uit
stroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.
uit
stroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
Luchtverdeling
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt
gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in
het interieur wordt gerecirculeerd.
3
Comfort
Page 52 of 260
50
301_nl_Chap03_confort_ed01-2016
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
Let e
rop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
Zet d
e airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
Con
troleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
F
Laa
t de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en
onderhoudsboekje om het systeem in perfecte staat te houden.
F
gebr
uik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het P
eug
eot
-ne
twerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat
de lucht in het interieur goed ververst
wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
Comfort
Page 53 of 260
51
301_nl_Chap03_confort_ed01-2016
1. Temperatuurregeling
F Draai de knop van blauw
(koel) naar rood (warm) om de
temperatuur naar behoefte in te
stellen. Dit systeem werkt alleen als de motor draait.
2. Luchtopbrengstregeling
F Draai de knop in één
va n de
vier standen om de gewenste
luchtopbrengst te verkrijgen. Wanneer de knop van de
luchtopbrengstregeling in de
stand
0 st
aat (uitschakeling van het
systeem), wordt het thermische comfort
niet meer geregeld.
er bli
jft door de
rijwind echter nog wel een kleine
luchtstroom gehandhaafd.
Handbediende airconditioning
(zonder display)
Verwarming / ventilatie
Dit systeem werkt uitsluitend bij draaiende motor.
3
Comfort
Page 54 of 260
52
301_nl_Chap03_confort_ed01-2016
3. Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Voorruit, zijruiten en beenruimte.
Beenruimte.
Middelste ventilatieroosters,
zijventilatieroosters en beenruimte.De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de knop in een
middenstand te zetten of door de
ventilatieroosters te sluiten. F
Ver
plaats de knop weer naar
rechts in de stand "
toev
oer van
buitenlucht".
F
Ver
plaats de knop naar links in
de stand "Luchtrecirculatie".
5. Airconditioning aan/uit
Het systeem stelt u in staat:
- de temperatuur in het interieur 's zomers te verlagen,- in de winter bij temperaturen boven 3°C
be slagen ruiten snel te ontwasemen.
Aan
F Druk op de toets 5 : he t desbetreffende
lampje gaat branden.
Uit
F Druk nogmaals op de toets 5 : he t
desbetreffende lampje gaat uit.
Door het uitschakelen van de airconditioning
kan hinder ontstaan (vocht, beslaan van ruiten). De airconditioning kan tijdens alle
seizoenen effectief gebruikt worden,
mits de ruiten zijn gesloten.
De airconditioning werkt niet als de
aanjagerknop 2
in d
e stand "0"
staat.
om de to
evoer van koele lucht te versnellen kunt
u gedurende enkele ogenblikken de recirculatie
van de interieurlucht inschakelen. Schakel
daarna weer over op de toevoer van buitenlucht.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
4. Toevoer van buitenlucht/
luch
trecirculatie
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen dat de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en
de ruiten beslaan.
Comfort
Page 55 of 260
53
301_nl_Chap03_confort_ed01-2016
elektronische airconditioning (met display)
Dit systeem werkt uitsluitend bij draaiende motor.
1. Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
2. Temperatuurregeling
F Druk op de toetsen " 5" (r ood
voor warm) en " 6" (blauw voor
koud) om de temperatuur naar
behoefte in te stellen.
er ve
rschijnen of verdwijnen
geleidelijk temperatuurbalkjes op het
display van de airconditioning.
Schakel deze stand, zodra dit mogelijk is, weer
uit om te voorkomen dat de luchtkwaliteit in het
interieur achteruitgaat en de ruiten beslaan.
F
Dru
k op deze toets om de toevoer van
buitenlucht uit te schakelen en de lucht
in het interieur te laten recirculeren.
Het lampje op het display van de
airconditioning gaat branden. F
Dru
k nogmaals op de toets om
de toevoer van buitenlucht weer
in te schakelen. Het lampje op
het display van de airconditioning
gaat uit.
3. Ontdooiing - ontwaseming vóór
Zie de desbetreffende rubriek.
3
Comfort
Page 56 of 260
54
301_nl_Chap03_confort_ed01-2016
4. Aan / Uit airconditioning
F Druk op de toets "A /C ", he t
verklikkerlampje op het display
van de airconditioning gaat
branden.
Uitschakelen
Met deze toets wordt de lucht in het
interieur snel gekoeld.
5. Airconditioning: toets A/C
MAX
A
an
F Druk op de toets "A /C M A X " , he t
verklikkerlampje op het display van de
airconditioning gaat branden.
F
Dru
k opnieuw op de toets "A /C " , het
verklikkerlampje op het display van de
airconditioning gaat uit.
Als de airconditioning wordt uitgeschakeld,
wordt het thermische comfort niet meer
geregeld (vocht, beslagen ruiten).
Inschakelen
Uit
F Druk opnieuw op de toets "A /C M A X ",
he t verklikkerlampje op het display van de
airconditioning gaat uit.
6. Luchtverdeling
F Druk herhaaldelijk op de toets
om d e luchtstroom te verdelen
naar:
-
de vo
orruit en de zijruiten
(ontwasemen of ontdooien),
-
de vo
orruit, de zijruiten en de
ventilatieroosters,
-
de vo
orruit, de zijruiten,
de ventilatieroosters en de
beenruimte,
-
de vo
orruit, de zijruiten en de
beenruimte,
-
de be
enruimte,
-
de ve
ntilatieroosters en de
beenruimte,
-
de v
entilatieroosters.
Comfort