display Peugeot 307 Break 2002 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 307 Break, Model: Peugeot 307 Break 2002Pages: 128, PDF Size: 2.64 MB
Page 79 of 128

BOORDCOMPUTER*Als de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaarmeermaals wordt inge-
drukt, worden achtereenvolgens aangegeven:
Monochroom display B
- de datum
- de actieradius
- de afgelegde afstand
- het gemiddelde verbruik
- het momentele verbruik
- de gemiddelde snelheid Op 0 zetten Druk meer dan 2 seconden op de knop.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL
76
Page 80 of 128

Actieradius In deze stand geeft de computer het aantal kilometers dat met de reste-rende hoeveelheid brandstof gere-den kan worden. Opmerking:Dit getal kan verhoogd
worden door een verandering in de rijstijl of van het landschap, die eenaanzienlijke verlaging van hetmomentele verbruik tot gevolg heeft. Als de resterende hoeveelheid brandstof in de tank minder is dan
3 liter, branden er slechts 3 streepjes
op de display. Momenteel verbruik Dit is het verbruik dat geregistreerd is tijdens de laatste 2 seconden.Deze informatie verschijnt alleen alser met een snelheid van ongeveer 20 km/h wordt gereden.
(Weergave maximaal 30 l/100 km). Gemiddeld verbruik Het gemiddelde verbruik is de verhouding tussen de verbruiktebrandstof en het aantal afgelegdekilometers sinds de laatste nulstel-ling van de boordcomputer (weerga-ve maximaal 30 l/100 km).
Afgelegde afstand In deze stand geeft de boordcompu- ter de afgelegde afstand sinds delaatste nulstelling aan. Na het op nul stellen van de boord- computer is de weergegeven actie-
radius pas na enige tijd betrouwbaar.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt wanneer er tijdens het rijdenhorizontale streepjes op de displayverschijnen, in plaats van cijfers.
UW 307 IN DETAIL
77
Gemiddelde snelheid De gemiddelde snelheid wordt ver- kregen door de sinds de laatste nul-stelling afgelegde afstand te delendoor de tijd dat de auto in gebruik is(contact aan).
Page 91 of 128

Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop in en duw de handrem geheelomlaag.Als dit verklikkerlampjebrandt in combinatie meteen geluidssignaal en demelding "Handrem aange-
trokken" op het multifunc-
tionele display, geeft dit aan dat dehandrem nog (iets) is aangetrokken.
Storing Een storing wordt aangegeven door een geluidssignaal, de melding"Storing automatische transmissie"op het multifunctionele display en hetknipperen van de verklikkerlampjesSport en Sneeuw op het instrumenten-paneel. In dit geval werkt de versnellingsbak met een noodprogramma (blokke-ring in de 3e versnelling). U kunt daneen hevige schok waarnemen bij hetselecteren van Rvanuit de stand P,
of Rvanuit de stand N, (zonder
gevaar voor de versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van de geldende snel-heidslimiet). Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Als deze waarschuwing op het instrumentenpaneel ver-schijnt in combinatie meteen geluidssignaal en demelding
"Storing remsys-
teem" op het multifunctionele dis-
play, duidt dit op een storing in de
elektronische remdrukregelaar. Doordeze storing zou u tijdens het rem-men de controle over uw auto kun-nen verliezen. Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
HANDREM Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, de handrem aan. Let op:
als de auto stilstaat op een
helling, draai dan de wielen richting trottoir en trek de handrem aan. ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS) Het antiblokkeersysteem zorgt samen met de elektronische rem-drukregelaar tijdens het remmenvoor een betere stabiliteit en be-stuurbaarheid van uw auto, vooralop een slecht of glad wegdek. Opmerking: controleer bij het ver-
wisselen van de wielen (banden en velgen) of deze zijn gehomologeerd. Het antiblokkeersysteem treedt auto- matisch in werking zodra ŽŽn van dewielen dreigt te blokkeren.
UW 307 IN DETAIL
88
Als de accu geen stroom levert en de selectiehen-
del in de stand P staat, ishet onmogelijk om naareen andere stand te scha-
kelen. De normale werking van het anti-blokkeersysteem kan merkbaarzijn door het trillen van het rempe-daal.
Trap het rempedaal bij een noodstop krachtig en volledigin en laat het niet los.
NOODREMASSISTENTIE Dit systeem zorgt ervoor dat in nood- gevallen de optimale remdruk snellerwordt bereikt, zodat de remafstand klei-ner wordt. Het systeem wordt ingeschakeld als de snelheid waarmee het rempedaalwordt ingedrukt groot is en zorgt ervoordat de benodigde bedieningskracht
minder wordt en dat de effectiviteit vanhet remmen wordt vergroot.
Page 92 of 128

Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop in en duw de handrem geheelomlaag.Als dit verklikkerlampjebrandt in combinatie meteen geluidssignaal en demelding "Handrem aange-
trokken" op het multifunc-
tionele display, geeft dit aan dat dehandrem nog (iets) is aangetrokken.
Storing Een storing wordt aangegeven door een geluidssignaal, de melding"Storing automatische transmissie"op het multifunctionele display en hetknipperen van de verklikkerlampjesSport en Sneeuw op het instrumenten-paneel. In dit geval werkt de versnellingsbak met een noodprogramma (blokke-ring in de 3e versnelling). U kunt daneen hevige schok waarnemen bij hetselecteren van Rvanuit de stand P,
of Rvanuit de stand N, (zonder
gevaar voor de versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van de geldende snel-heidslimiet). Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Als deze waarschuwing op het instrumentenpaneel ver-schijnt in combinatie meteen geluidssignaal en demelding
"Storing remsys-
teem" op het multifunctionele dis-
play, duidt dit op een storing in de
elektronische remdrukregelaar. Doordeze storing zou u tijdens het rem-men de controle over uw auto kun-nen verliezen. Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
HANDREM Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, de handrem aan. Let op:
als de auto stilstaat op een
helling, draai dan de wielen richting trottoir en trek de handrem aan. ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS) Het antiblokkeersysteem zorgt samen met de elektronische rem-drukregelaar tijdens het remmenvoor een betere stabiliteit en be-stuurbaarheid van uw auto, vooralop een slecht of glad wegdek. Opmerking: controleer bij het ver-
wisselen van de wielen (banden en velgen) of deze zijn gehomologeerd. Het antiblokkeersysteem treedt auto- matisch in werking zodra ŽŽn van dewielen dreigt te blokkeren.
UW 307 IN DETAIL
88
Als de accu geen stroom levert en de selectiehen-
del in de stand P staat, ishet onmogelijk om naareen andere stand te scha-
kelen. De normale werking van het anti-blokkeersysteem kan merkbaarzijn door het trillen van het rempe-daal.
Trap het rempedaal bij een noodstop krachtig en volledigin en laat het niet los.
NOODREMASSISTENTIE Dit systeem zorgt ervoor dat in nood- gevallen de optimale remdruk snellerwordt bereikt, zodat de remafstand klei-ner wordt. Het systeem wordt ingeschakeld als de snelheid waarmee het rempedaalwordt ingedrukt groot is en zorgt ervoordat de benodigde bedieningskracht
minder wordt en dat de effectiviteit vanhet remmen wordt vergroot.
Page 93 of 128

ANTI SPIN REGELING (ASR)* EN ELEKTRONISCH
STABILITEITS PROGRAMMA(ESP)* Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvul-ling op.
Het ASR-systeem past de aandrijf- kracht aan om het doorspinnen van dewielen te voorkomen via de remmenvan de aangedreven wielen en de
motor. De ASR zorgt ook voor meerkoersstabiliteit bij het accelereren. Het ESP-systeem grijpt automatisch via het remsysteem en de motor inals de koers van de auto afwijkt vande door de bestuurder gewensterichting.
Werking van het ASR- en ESP-systeemAls ŽŽn van deze twee sys- temen is ingeschakeld,
knippert het desbetreffendepictogram.
* Volgens uitvoering. Uitschakelen ASR/ESP In bijzondere omstandigheden (als
de auto vastzit in de modder,
sneeuw, in mulle grond, ...) kan het
nuttig zijn het ASR/ESP uit te scha-kelen, zodat de wielen kunnen slip-pen en weer grip kunnen krijgen.
Druk op de schakelaar "ESP
OFF" , die zich op het middenpa-
neel van het dashboard bevindt.
Het verklikkerlampje van de schakelaar en het pictogram
verschijnen: het ASR en
ESP zijn uitgeschakeld.
De systemen worden opnieuw: automatisch ingeschakeld als het contact is afgezet,
handmatig ingeschakeld doornogmaals op de schakelaar tedrukken. Controle van werking
Bij een storing in de syste-men zal het verklikkerlamp-je van de schakelaar gaanknipperen en het pictogramverschijnen in combinatie
met een geluidssignaal en de mel-ding "ESP/ASR buiten gebruik" op
het multifunctionele display.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt om het systeem na te laten kijken.
UW 307 IN DETAIL 89
Het ESP-systeem zorgt voor meer veiligheid tij-dens het rijden. De be-stuurder mag zich echternooit laten verleiden tot
het nemen van meer risico's enhet te hard rijden. De goede werking van het sys- teem wordt verzekerd door denaleving van de voorschriften vande constructeur op het gebied vanwielen (banden en velgen), onder-delen van het remsysteem, elek-tronische onderdelen alsmede demontageprocedure en het uitvoe-ren van werkzaamheden door een
PEUGEOT-servicepunt. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
Page 95 of 128

Storing airbag voorAls dit pictogram verschijnt op het instrumentenpaneelin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Storing Airbag" op
het multifunctionele display, laat hetsysteem dan controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektronische schoksensors registreren een plotselinge vertra-ging van de auto: als de drempel-waarde voor het in werking tredenwordt overschreden, worden de air-bags onmiddellijk opgeblazen enbeschermen ze de inzittenden vande auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking: Het uit de airbags ont-
snappende gas kan enigszins irriteren. AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd, behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld.
Uitschakelen airbag aanpassagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszij-de altijd uit als u een kinderzitjemet de rug in de rijrichting op devoorstoel plaatst.
Zet het contact uit, steek de sleu- tel in de schakelaar uitschakelingairbag aan passagierszijde 1en
draai deze in de stand " OFF" en
neem de sleutel uit de schake-
laar.
Het verklikkerlampje op het instru-mentenpaneel brandt zolang de air-bag is uitgeschakeld.
* Volgens land van bestemming.
UW 307 IN DETAIL 91
Page 96 of 128

In de stand "OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventue- le aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schake-len en zo de veiligheid van uw pas-sagier te garanderen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram op het instrumentenpa-neel in combinatie met een geluids-signaal en een melding op het multi-
functionele display.
Als bij aangezet contact (2estand), dit pictogram op hetinstrumentenpaneel ver-schijnt in combinatie meteen geluidssignaal en de
melding "Airbag passagierszijde
uitgeschakeld" op het multifunctio-
nele display, betekent dit dat de air-bag aan passagierszijde is uitge-schakeld (stand "OFF"). DE ZIJ-AIRBAGS* EN DE
WINDOW-AIRBAGS* De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. De window-airbags zijn aangebracht in de stijlen en in de hemelbekleding. Ze worden aan de zijde waar de aan- rijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Als dit pictogram verschijntin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Zijairbag/window-
airbag defect" op het multi-
functionele display, raadpleeg dan
een PEUGEOT-servicepunt om hetsysteem te laten controleren.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL
92
Page 98 of 128

In de stand "OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventue- le aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schake-len en zo de veiligheid van uw pas-sagier te garanderen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram op het instrumentenpa-neel in combinatie met een geluids-signaal en een melding op het multi-
functionele display.
Als bij aangezet contact (2estand), dit pictogram op hetinstrumentenpaneel ver-schijnt in combinatie meteen geluidssignaal en de
melding "Airbag passagierszijde
uitgeschakeld" op het multifunctio-
nele display, betekent dit dat de air-bag aan passagierszijde is uitge-schakeld (stand "OFF"). DE ZIJ-AIRBAGS* EN DE
WINDOW-AIRBAGS* De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. De window-airbags zijn aangebracht in de stijlen en in de hemelbekleding. Ze worden aan de zijde waar de aan- rijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Als dit pictogram verschijntin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Zijairbag/window-
airbag defect" op het multi-
functionele display, raadpleeg dan
een PEUGEOT-servicepunt om hetsysteem te laten controleren.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL
92
Page 116 of 128

PRAKTISCHE INFORMATIE107
Zekering Amp
Functies*
9 30 A Ruitbediening - automatische bediening ruiten - schuifdak.
10 15 A Diagnose-aansluiting, 12 V-aansluiting achter.
11 15 A Autoradio, multifunctioneel display B, stuurkolomschakelaar, automatische transmissie.
12 10 A Parkeerlicht rechts voor, achterlicht rechts, kentekenplaatverlichting en trekhaak, schake- laars centrale portiervergrendeling/alarm/ESP/alarmknipperlichten, verlichting paneel aircon-
ditioning/asbak, schakelaars stoelverwarming, aansteker, schakelaars automatische trans-missie, koplampverstelling.
14 30 A Bediening vergrendelen/ontgrendelen portieren/achterklep , bediening supervergrendeling.
15 30 A Ruitbediening achter.
16 5 A Intelligente servicecentrale motor, alarm, roetfilter, stuurkolomschakelaar, airbags.
17 10 A Remlicht rechts, derde remlicht.
18 10 A Diagnose-aansluiting, stuurkolomschakelaar, remlichtschakelaar en schakelaar koppelings-
pedaal, schakelaar koelvloeistofniveaumeter, extra remlichtschakelaar.
19 30 A Shunt tijdens opslag.
22 10 A Parkeerlicht links voor, achterlicht links, kentekenplaatverlichting en trekhaak.
23 15 A Sirene alarminstallatie, infraroodeenheid alarm.
24 15 A Instrumentenpaneel, autoradio, multifunctioneel display, airconditioning.
26 30 A Achterruitverwarming.
* Volgens uitvoering.