Zekering Peugeot 307 CC 2003 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 307 CC, Model: Peugeot 307 CC 2003Pages: 171, PDF Size: 2.39 MB
Page 3 of 171
3UW 307 CC IN EEN OOGOPSLAG
1 -Schakelaar
snelheidsregelaar.
2 - Airbag bestuurder. Claxon.
3 - Verlichtingsschakelaars en richtingaanwijzers.
4 - Instrumentenpaneel.
5 - Schakelaar ruitenwissers/-sproeiers/bediening
boordcomputer.
6 - Alarmknop.
7 - Schakelaar centralevergrendeling.
8 - Schakelaaralarmknipperlichten.
9 - Multifunctioneel display.
10 - Schakelaar elektronisch stabili-teitsprogramma (ESP/ASR).
11 - Middelste verstelbareroosters verwarming/ventilatie en regelingluchtopbrengst.
12 - Voorruitontwaseming.
13 - Luidspreker (tweeter).
14 - Zijruitontwaseming. 15 -
Verstelbaar zijventilatierooster verwarming/ventilatie en regelingluchtopbrengst.
16 - Airbag passagierszijde.
17 - Dashboardkastje.
18 - Schakelaarsstoelverwarming.
19 - Autoradio RD3 of
autoradio/telefoon RT3.
20 - CD-wisselaar.
21 - Bediening verwarming/automatische airconditioning.
22 - Asbak v——r.
23 - Zij-airbags.
24 - Uitstroomopening voor
beenruimte achter.
25 - Bekerhouder.
26 - Opbergbak.
27 - Schakelaar voor het gelijktij-dig openen van alle ruiten.
28 - Muntenvakje. Uitschakeling airbag aan passagierszijde*. 29 -
Schakelaar dakbediening.
30 - Handrem.
31 - 12 V-aansluiting.
32 - Versnellingshendel.
33 - Stuur-/contactslot.
34 - Stuurkolomschakelaar autoradio.
35 - Hendelmotorkapontgrendeling.
36 - Zekeringkast.
37 - Hendel stuurwielverstelling.
38 - Schakelaars elektrischverstelbare buitenspiegels.
Schakelaars elektrisch bedienbare ruiten. Blokkeerschakelaar elektrisch
bedienbare ruiten achter.
39 - Koplampverstelling.
* Volgens land van bestemming.
22-09-2003
Page 137 of 171
22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE127
1 -
Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3 - Reservoir koelvloeistof. 4 -
Reservoir remvloeistof.
5 - Accu.
6 - Zekeringenkast.
7 - Luchtfilter. 8 -
Motoroliepeilstok.
9 - Motoroliereservoir.
* Volgens land van bestemming.
1,6 LITER 16V BENZINEMOTOR
Page 138 of 171
22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
128
1 -
Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3 - Koelvloeistofreservoir. 4
- Remvloeistofreservoir.
5 - Accu.
6 - Zekeringenkast.
7 - Luchtfilter. 8 -
Motoroliepeilstok.
9 - Motoroliereservoir.
* Volgens land van bestemming.
2 LITER 16 V BENZINEMOTOR
Page 139 of 171
22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE129
1 -
Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3 - Koelvloeistofreservoir. 4 -
Remvloeistofreservoir.
5 - Accu.
6 - Zekeringenkast.
7 - Luchtfilter. 8 -
Motoroliepeilstok.
9 - Motorolie (bij)vullen.
* Volgens land van bestemming.
2 LITER 16 KLEPPEN BENZINEMOTOR (180 pk)
Page 149 of 171
PRAKTISCHE INFORMATIE
138
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringkasten bevinden zich onder het dashboard (bestuurders-zijde) en onder de motorkap. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringkastonder het dashboard.
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de oorzaak van de sto-ring op te sporen en te (laten) ver-helpen. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringkast. Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering altijd door een zekering metdezelfde stroomsterkte. Zekeringen dashboard
Draai met een muntstuk de schroef een kwart omwentelinglos en kantel het deksel om bij dezekeringen te komen.
Zekering Amp Functies
1 10 A Mistachterlicht.
2Ð Niet gebruikt.
4 15 A Ruitbediening v——r, bogen, wegklapbaar dak.
5 15 A Remlicht links en voor trekhaak.
7 30 A Plafonnier achter, plafonnier v——r, kaartleeslampjes,
12 V-aansluiting voor, verlichting dashboardkastje.
Goed
Tang ADefect
22-09-2003
Page 150 of 171
22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
140
Zekeringen in de motorruimte ZekeringkastOpenen zekeringkast in de motor- ruimte (naast de accu):
Maak het deksel los.
Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig en plaats dekap terug.
Zekering Amp Functies 1* 50 A Koelventilator.
2* 30 A Pompmotor ESP/ABS.
3* 30 A Elektrokleppen ESP/ABS.
4* 70 A Voeding intelligente servicecentrale.
5* 70 A Voeding intelligente servicecentrale.
6* 60 A Stoelverwarming - pomp wegklapbaar dak.
7* 30 A Contactslot/stuurslot.
8* 70 A Elektropompgroep stuurbekrachtiging.
Zwevende Amp Functies
FV1* 20 A Motorventilateur lage snelheid.
FV2* 30 A Motorventilateur hoge snelheid.
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uwauto is reeds rekeninggehouden met de monta-ge van zowel de stan-
daarduitrusting als eventueleopties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-ser- vicepunt voordat u andere elektri-sche voorzieningen of accessoi-res in de auto monteert of laatmonteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voorkosten die voortvloeien uit het ver-helpen van storingen veroorzaaktdoor het monteren van extra acces-soires die niet door PEUGEOT aan-bevolen en geleverd worden of doorvoorzieningen die niet volgens devoorschriften van PEUGEOT zijngemonteerd. Dit geldt met namevoor apparatuur met een stroomver-bruik van meer dan 10 milliamp
* De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging vande elektrische installatie.
Werkzaamheden aan de hoofd-zekeringen en de zwevendezekeringen dienen door een
PEUGEOT-servicepunt uitge-voerd te worden.
zekering
Page 151 of 171
22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE141
Zekering Amp
Functies
1 10 A Achteruitrijlichtschakelaar automatische transmissie, voeding relais startbeveiliging automatische transmissie, achteruitrijlichtschakelaar handgeschakelde versnellingsbak,
snelheidssensor.
2 15 A Elektroklep absorptievat, brandstofpomp.
3 10 A
Elektronische eenheid stuurbekrachtiging - elektronische eenheid ABS of elektronische eenheid ESP.
4 10 A Elektronische eenheid injectie, voeding relais koelventilator, voeding relais extra verwar-ming, elektronische eenheid automatische transmissie, sequenti‘le bediening automatischetransmissie, relais shift lock automatische transmissie.
5Ð Niet gebruikt.
6 15 A Mistlampen v——r.
7 20 A Pomp koplampsproeiers.
8 20 A Voeding relais koelventilator, voeding elektronische eenheid motor.
9 15 A Dimlicht links.
10 15 A Dimlicht rechts.
11 10 A Grootlicht rechts.
12 10 A Grootlicht links.
13 15 A Claxon.
14 10 A Pomp ruitensproeiers.
15 30 A Lambdasondes, elektroklep UGR, bobine, voeding verstuivers.
16 30 A Luchtpomp benzinemotor met automatische transmissie.
17 30 A Lage/hoge wissnelheid ruitenwissers.
18 40 A Aanjager airconditioning.
Page 152 of 171
PRAKTISCHE INFORMATIE
138
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringkasten bevinden zich onder het dashboard (bestuurders-zijde) en onder de motorkap. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringkastonder het dashboard.
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de oorzaak van de sto-ring op te sporen en te (laten) ver-helpen. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringkast. Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering altijd door een zekering metdezelfde stroomsterkte. Zekeringen dashboard
Draai met een muntstuk de schroef een kwart omwentelinglos en kantel het deksel om bij dezekeringen te komen.
Zekering Amp Functies
1 10 A Mistachterlicht.
2Ð Niet gebruikt.
4 15 A Ruitbediening v——r, bogen, wegklapbaar dak.
5 15 A Remlicht links en voor trekhaak.
7 30 A Plafonnier achter, plafonnier v——r, kaartleeslampjes,
12 V-aansluiting voor, verlichting dashboardkastje.
Goed
Tang ADefect
22-09-2003
Page 153 of 171
22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE139
* Zekeringen boven in de zekeringkast.
Zekering Amp Functies
9 30 A Ruitbediening v——r, automatische bediening ruiten v——r.
10 15 A Diagnose-aansluiting, 12 V-aansluiting achter, trekhaak.
11 20 A Autoradio, multifunctioneel display, stuurkolomschakelaar, automatische transmissie, elektronische eenheid wegklapbaar dak.
12 10 A Parkeerlicht rechts voor en rechts achter, kentekenplaatverlichting en trekhaak, verlichting
schakelaars centrale portiervergrendeling/alarm/alarmknipperlichten/ESP, verlichting paneelairconditioning/asbak, verlichting schakelaars stoelverwarming/automatische transmissie,
aansteker.
14 30 A Bediening vergrendelen/ontgrendelen portieren/achterklep, bediening supervergrendeling.
15 30 A Automatische bediening ruiten achter, motor mechanisme wegklapbaar dak.
16 10 A Servicecentrale motor, alarm, stuurkolomschakelaars, airbags.
17 10 A Remlicht rechts, derde remlicht.
18 10 A
Diagnose-aansluiting, stuurkolomschakelaar, elektrochromatische binnenspiegel, remlichtschakelaar
en schakelaar koppelingspedaal, schakelaar koelvloeistofniveaumeter, extra remlichtschakelaar.
19 30 A Shunt tijdens opslag.
22 10 A Parkeerlicht links voor en links achter, kentekenplaatverlichting en trekhaak.
23 15 A Sirene alarminstallatie, infraroodeenheid alarm.
24 15 A Instrumentenpaneel, autoradio, multifunctioneel display, airconditioning, parkeerhulp,
regen-/lichtsensor.
26 30 A Achterruitverwarming.
27* 20 A Stoelverwarming.
28* 40 A Pomp wegklapbaar dak.
Page 161 of 171
PRAKTISCHE INFORMATIE149
Handmatig sluiten van het dak (noodbediening) Als het openen of sluiten van het dak niet of niet goed werkt, contro-leer dan de volgende punten:
Het contact moet in de stand Aof
M staan,
Het afdekscherm moet zijn uitge- trokken,
De achterklep moet zijn gesloten,
De wagensnelheid moet lagerzijn dan 10 km/h,
De zekering van het dakmecha-nisme moet in goede staat zijn
(zie het desbetreffende hoofd-stuk),
De ruitbediening moet zijngeherprogrammeerd (zie het
desbetreffende hoofdstuk),
De accuspanning moet voldoen-de zijn (het verklikkerlampje inde schakelaar van de dakbedie-ning moet branden),
De eco-mode (melding "Eco-
mode actief" op het multifuncti-
onele display) mag niet zijngeactiveerd (zie het desbetref-fende hoofdstuk),
De buitentemperatuur mag nietlager zijn dan Ð20 ¡C.
Let er bij het sluiten van het dak op dat uw handen niettussen het mechanismekomen.
In het geval van een storing in het
elektrische of hydraulische systeem van het dak is het mogelijk om hetdak handmatig te sluiten. Laat het systeem controleren door
een PEUGEOT-servicepunt. De hier beschreven mogelijkheid is een noodoplossing .
Na het handmatig sluiten van hetdak worden de scharnieren van deachterklep niet vergrendeld en iseen goede afdichting van de baga-geruimte niet gegarandeerd.
Voer deze handeling uit met twee personen. Een aantal handelin-gen moet met kracht worden uit-gevoerd. Zet de auto stil, indien mogelijk op een vlakke, horizontaleondergrond.
Open de ruiten.
Zet het contact af.
Trek de handrem aan.
In het mapje van de boorddocumen- tatie bevindt zich het volgendegereedschap: Allen TM
-sleutel met 5 mm-hulp-
stuk Aen 6 mm-hulpstuk B.
Torx TM
-sleutel met 20 mm-hulp-
stuk Cen 30 mm-hulpstuk D.
22-09-2003