display Peugeot 307 SW 2002 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 307 SW, Model: Peugeot 307 SW 2002Pages: 137, PDF Size: 1.5 MB
Page 39 of 137

RDS Gebruik van de RDS-functie (Radio Data Systeem) op FM De RDS -functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze
zender gebruikt worden in de diverse regio's.
Druk kort op de toets "RDS"om de functie in of uit te schakelen.
Op het multifunctionele display verschijnt: - "RDS" als deze functie is ingeschakeld,
- "(RDS)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt.
Verkeersinformatie Druk op de toets "TA"om deze functie in of uit te schakelen.
Op het display verschijnt: - "TA" als deze functie is ingeschakeld,
- "(TA)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, cassette, CD of CD-wisselaar) onderbroken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie. Druk op de toets "TA"om de verkeersinformatie te onderbreken, de functie is dan uitgeschakeld.
N.B.: het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instellen met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten.
Regionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit. Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd. Houd hiervoor de toets "RDS"langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen.
UW 307 SW IN DETAIL
44
Page 46 of 137

RDS Gebruik van de RDS-functie (Radio Data Systeem) op FM De RDS -functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze
zender gebruikt worden in de diverse regio's.
Druk kort op de toets "RDS"om de functie in of uit te schakelen.
Op het multifunctionele display verschijnt: - "RDS" als deze functie is ingeschakeld,
- "(RDS)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt.
Verkeersinformatie Druk op de toets "TA"om deze functie in of uit te schakelen.
Op het display verschijnt: - "TA" als deze functie is ingeschakeld,
- "(TA)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, cassette, CD of CD-wisselaar) onderbroken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie. Druk op de toets "TA"om de verkeersinformatie te onderbreken, de functie is dan uitgeschakeld.
N.B.: het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instellen met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten.
Regionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit. Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd. Houd hiervoor de toets "RDS"langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen.
UW 307 SW IN DETAIL
44
Page 55 of 137

UW 307 SW IN DETAIL55
Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De ove-rige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van de
toets "AUTO" zal het systeem weervolledig automatisch functioneren.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van deze toets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. De aan-duiding "ECO" ver-
schijnt op de display. Druk
de toets nogmaals in om de automa-tische werking van de airconditioningte hervatten. De aanduiding "A/C"
verschijnt op de display. Opmerking Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zich eenklein plasje water onder de autovormt, dit is een normaal verschijnsel.
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde malen in om de luchtstroomte verdelen naar:
Ð de voorruit (ontwasemenof ontdooien), Ð de voorruit en de beenruimte,
Ð de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven-
tilatieroosters en de beenruimte,
Ðde linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
6. Luchtopbrengst De luchtopbrengst kan vergroot of ver-kleind worden doorrespectievelijk de
toetsen + of - in te drukken.
7. Toevoer van buitenlucht
Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven
op de display, dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervatten. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgescha-keld.
9. Achterruitverwarming Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Druk de toetsnogmaals in om de achterruitverwar-ming eerder uit te schakelen.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat te hou-den. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-ser-vicepunt controleren. Opmerking: laat de ventilatieroos-
ters open staan voor een optimale werking van de airconditioning.
Page 72 of 137

Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veili- ge plaats buiten de auto.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geo- pend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in com- binatie met een geluidssignaal de mel-ding
"Batterij afstandsbediening
leeg" op het multifunctionele display.
Neem de schroef los en wip het huismet een muntstuk bij het oog los om debatterij te vervangen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het ver- vangen van de batterij niet werkt, moetdeze opnieuw geprogrammeerd wor-den. Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk meteen op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. Deafstandsbediening werkt nu
weer.
UW 307 SW IN DETAIL 71
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteemzodra het contact wordt afgezet envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code bes-chikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblok-kering, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem
zal,
als het contact wordt aangezet (2e stand van de sleutel), het verklikker-lampje van de centrale vergrende-lingsschakelaar op het middelstegedeelte van het dashboard snelgaan knipperen in combinatie meteen geluidssignaal en de melding"Storing elektronische startblok-kering" op het multifunctionele dis-
play. De auto kan dan niet gestart worden.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Page 74 of 137

Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veili- ge plaats buiten de auto.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geo- pend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in com- binatie met een geluidssignaal de mel-ding
"Batterij afstandsbediening
leeg" op het multifunctionele display.
Neem de schroef los en wip het huismet een muntstuk bij het oog los om debatterij te vervangen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het ver- vangen van de batterij niet werkt, moetdeze opnieuw geprogrammeerd wor-den. Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk meteen op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. Deafstandsbediening werkt nu
weer.
UW 307 SW IN DETAIL 71
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteemzodra het contact wordt afgezet envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code bes-chikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblok-kering, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem
zal,
als het contact wordt aangezet (2e stand van de sleutel), het verklikker-lampje van de centrale vergrende-lingsschakelaar op het middelstegedeelte van het dashboard snelgaan knipperen in combinatie meteen geluidssignaal en de melding"Storing elektronische startblok-kering" op het multifunctionele dis-
play. De auto kan dan niet gestart worden.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Page 77 of 137

PORTIEREN Openen van buitenaf Openen van binnenuit
Met de portiergreep van de voorportieren kunnen gelijktijdig ook de andere portierenen de achterklep worden ontgrendeld. Met de portiergreep van de achterportieren wordt daarentegen alleen het desbetref-fende portier ontgrendeld. Opmerking: De portieren kunnen niet met
de portiergrepen worden geopend op het moment dat de supervergrendeling isingeschakeld.
Vergrendelen/ontgrendelen van binnenuit Druk op de knop A.
Met deze knop kunnen de portieren en de achterklep worden vergren-deld en ontgrendeld. Opmerking: Op het moment dat de
supervergrendeling is ingeschakeld, kunnen de portieren niet worden ont-grendeld met knop A. Gebruik dan
de afstandsbediening om te ontgren-delen.
Waarschuwingsmelding "portier open" Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een portier niet goed is geslo-ten, wordt u gedurende enkeleseconden gewaarschuwd door hetknipperen van het verklikkerlampjeverplicht stoppen "STOP"in combi-
natie met een geluidssignaal en het
desbetreffende pictogram op het
multifunctionele display. Kindersloten Beide achterportieren zijn voorzien van een kinderslot om het openenvan binnenuit te verhinderen.
Draai de knop een kwart omwen- teling met de contactsleutel.
UW 307 SW IN DETAIL
74
Page 78 of 137

BAGAGERUIMTE
Achterklep gelijktijdig met de portieren ver- of ontgrendelen De achterklep wordt vergrendeld of ont- grendeld met de afstandsbediening ofhet portierslot aan bestuurderszijde.
Trek om de achterklep te openen aan de handgreep Aen trek de achterklep open.
Opmerking: de achterklep wordt auto-
matisch vergrendeld zodra snellerwordt gereden dan 10 km/h en wordtweer ontgrendeld zodra een portierwordt geopend.
Waarschuwingsmelding "achterklep open" Als bij draaiende motor of tijdens het rij- den de achterklep niet goed gesloten is,wordt u gedurende enkele secondengewaarschuwd door het knipperen vanhet verklikkerlampje verplicht stoppen
STOP in combinatie met een geluidssig-
naal en het desbetreffende pictogram op
het multifunctionele display.
Noodbediening Hiermee kan bij een eventuele sto- ring in de centrale vergrendeling, deachterklep ontgrendeld worden.
- Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen,
- Steek een kleine schroevendraaier in de opening Avan het slot om de
achterklep te ontgrendelen. PANORAMADAK U heeft de beschikking over een panora- madak met getint glas en een elektrischbedienbaar zonnescherm. Hierdoor verbetert de lichtinval, het zicht en het
thermische comfort in het interieur. Openen:
druk op de zijde Avan de
schakelaar.Sluiten: druk op de zijde Bvan de
schakelaar.Handbediening: druk de schakelaar
iets in en laat hem los als het zonne- scherm in de gewenste stand staat. Automatisch: druk de schakelaar
helemaal in en het zonnescherm wordt automatisch volledig geopend ofgesloten. Druk nogmaals op de knopom het zonnescherm te stoppen. Beveiliging tegen beknellen Als het zonnescherm bij het sluiten tegen een obstakel stuit, stopt hetautomatisch en gaat het langzaamweer open.
UW 307 SW IN DETAIL 75
Page 79 of 137

MOTORKAP OPENEN Binnenzijde: Druk op de knop links
onder het dashboard. Buitenzijde: Druk de veiligheids-
haak omhoog en til de motorkap op. Motorkapsteun Bevestig de motorkapsteun om de motorkap geopend te houden. Plaats de motorkapsteun in de hou- der alvorens de motorkap te sluiten. Sluiten Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat deze aan het einde van deslag in het slot vallen. Controleer ofde motorkap goed vergrendeld is.
Waarschuwingsmelding "motorkap open" Als bij draaiende motor of tijdens het rij- den de motorkap niet goed is gesloten, wordt u gewaarschuwd door hetknipperen van het verklikkerlampjeverplicht stoppen
"STOP"in combi-
natie met een geluidssignaal en het
desbetreffende pictogram op hetmultifunctionele display
.
BRANDSTOF TANKEN
Te laag brandstofniveau
Als het brandstofniveau te laag is, gaat dit verk-likkerlampje branden.
U kunt nog ongeveer 50 km met de reste-rende hoeveelheid brandstof rijden.
Als het verklikkerlampje knippert,geeft dit aan dat de brandstofmeterniet werkt.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.Het tanken dient met afgezette
motor te geschieden.
Open de brandstofvulklep.
Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom.
Trek de tankdop uit de vulope-ning en bevestig deze aan dehaak aan de binnenzijde van devulklep.
Op een label aan de binnenzijde vande vulklep staat de voorgeschrevensoort brandstof aangegeven. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keerautomatisch uitspringen. Indien ditwel gebeurt, kunnen er storingenoptreden. De inhoud van de brandstoftank
bedraagt ca. 60 liter. Vergrendel na het tanken de vul- dop en sluit de vulklep.
UW 307 SW IN DETAIL
76
Page 81 of 137

AUTOMATISCH
INSCHAKELEN VAN DEVERLICHTING Het parkeerlicht en het dimlicht wor- den automatisch ingeschakeld als delichtsterkte van de omgeving onvol-doende is en als de ruitenwissers inwerking zijn. De verlichting wordt uit-geschakeld als de lichtsterkte van deomgeving weer voldoende is of hetwissen is gestopt. Opmerking: bij mist of sneeuwval
kan de lichtschakelaar voldoende licht waarnemen en zullen de lichtenniet automatisch worden ingescha-keld. Bij de aflevering van de auto is deze functie ingeschakeld. In- of uitschakelen van de functie: zet het contact in de stand acces- soires (1e stand van de sleutel) ofAAN,
houd het uiteinde van de licht-schakelaar 2 seconden inge-drukt.
Opmerking: Afhankelijk van de
lichtsterkte blijft de verlichting nadathet contact is afgezet nog ongeveer45 seconden branden of totdat deauto wordt vergrendeld.
Let op dat de lichtsensor, in het midden van het dashboard, nietwordt afgedekt. Deze sensorregelt de automatische verlich-ting. Controle van werking InschakelenBij het inschakelen van de functie is een geluidssignaal te horen en ver-schijnt de melding
"Automatische
verlichting aan" op het multifunctio-
nele display. Uitschakelen Als de functie wordt uitgeschakeld klinkt een geluidssignaal. Opmerking: de functie wordt tijdelijk
uitgeschakeld als de bestuurder de verlichting handmatig inschakelt. Bij een storing in de lichtsensor wordt de functie ingeschakeld (deverlichting gaat aan) De bestuurderwordt gewaarschuwd door eengeluidssignaal en de melding"Defect in automatische verlich-ting" op het multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt om het systeem te laten contro-leren.
UW 307 SW IN DETAIL
78
Page 83 of 137

Onderhoudsstand In deze stand kunnen de wisserbla- den worden losgezet van de voorruit. Als de ruitenwisserschakelaar bin- nen ŽŽn minuut nadat het contact isafgezet wordt bediend, bewegen deruitenwissers naar het midden vande voorruit. Deze stand kan wordengebruikt voor 's winters parkeren enhet vervangen of het reinigen van deruitenwisserbladen. Zet het contact aan en bedien de rui- tenwisserschakelaar om de ruiten-wissers na de werkzaamheden weerin de ruststand te zetten.
UW 307 SW IN DETAIL
80
Dek de regensensor, op de voorruit achter de binnen-spiegel, niet af. Zet het contact uit als de
auto gewassen wordt in een wass- traat of controleer of de schakelaarniet in de stand voor automatischwissen staat.
Wacht 's winters met het inschake- len van het automatisch wissen totde voorruit ontdooid is. Ruitenwisser achter
Draai de ring Ain de eerste
stand voor de intervalscha-keling.
Ruitensproeier achter Draai de ring Avoorbij de
eerste stand, zodat de rui-tensproeier in werkingtreedt en vervolgens de rui-tenwisser enige tijd wordt ingeschakeld.
Automatische ruitenwissers In de stand
AUTOwerkt de ruiten-
wisser automatisch en wordt de
snelheid van de wissers aan de hoeveelheid neerslag aangepast.
Controle van werking InschakelenBij het inschakelen van de automa- tische ruitenwissers verschijnt demelding "Automatisch wissen aan"
op het multifunctionele display. Uitschakelen Bij het uitschakelen van de functie klinkt er een geluidssignaal. In het geval van een storing wordt
de bestuurder gewaarschuwd met een geluidssignaal en de melding"Storing automatische ruitenwis-sers" op het multifunctionele display.
Als de schakelaar in de stand AUTO
staat werken de ruitenwissers in deintervalstand.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt om het systeem te laten contro-leren.