ESP Peugeot 307 SW 2002 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 307 SW, Model: Peugeot 307 SW 2002Pages: 137, PDF Size: 1.5 MB
Page 2 of 137

3UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
1 - Airbag bestuurder.
Claxon.
2 - Verlichtingsschakelaars en richtingaanwijzers.
3 - Stuurkolomschakelaar autoradio.
4 - Instrumentenpaneel.
5 - Schakelaar ruitenwis- sers/-sproeiers/bediening
boordcomputer.
6 - Alarmknop.
7 - Schakelaar centrale ver- grendeling.
8 - Schakelaar alarmknipper- lichten.
9 - Multifunctioneel display.
10 - Lichtsensor.
11 - Schakelaar Elektronisch Stabiliteits Programma/Anti SlipRegeling (ESP/ASR).
12 - Middelste verstelbare ventilatieroosters en rege-ling luchtopbrengst.
13 - Voorruitontwaseming. 14 - Inbouwruimte luidspreker
(tweeter).
15 - Zijruitontwaseming.
16 - Verstelbaar zijventilatie- rooster en regeling luch- topbrengst.
17 - Airbag passagierszijde.
18 - Dashboardkastje.
19 - Autoradio RB3 of RD3.
20 - Schakelaars stoelverwar- ming.
21 - CD-wisselaar.
22 - Bediening ventilatie/ airconditioning.
23 - Asbak v——r.
24 - Uitstroomopening voor beenruimte achter.
25 - 12 V-aansluiting.
26 - Versnellingshendel.
27 - Bekerhouder.
28 - Handrem. 29 - Afvalbak.
30 - Uitschakeling airbag aan
passagierszijde*.
31 - Schakelaar blinderingspa- neel panoramadak.
32 - Stuur-/contactslot.33 - Motorkapontgrendeling.
34 - Stuurkolomschakelaar.
35 - Zekeringenkast.
36 - Schakelaars elektrisch bediende buitenspiegels. Schakelaars elektrischbediende ruiten.Blokkeerschakelaar elek-trisch bediende ruiten
achter.
37 - Koplampverstelling. 38 - Bediening snelheidsregelaar.
* Volgens land van bestemming.
Page 9 of 137

Beveiliging te beknellen: als de ruit sluit en tegen een obsta-
kel stuit, stopt de ruit en gaat deze weer open.
ELEKTRISCH BEDIENDE BUITENSPIEGELS
UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
ELEKTRISCH BEDIENDE RUITEN
1 - Schakelaar ruitbediening aan bestuurderszijde.2 - Schakelaar ruitbediening aan passagierszijde.
3 - Schakelaar ruitbediening rechts achter.
4 - Schakelaar ruitbediening links achter.
5 - Blokkeerschakelaar elektrisch bediende ruiten achter. STUURWIEL IN HOOGTE EN DIEPTE VERSTELLEN ➜
Trek, als de auto stilstaat, aan
de hendel Aom het stuurwiel
te ontgrendelen.
➜ Verstel het stuurwiel in hoogte en/of in diepte.
➜ Vergrendel het stuurwiel doorde hendel Avolledig in te
drukken.
Handbediening: ➜ Duw of trek de schakelaar tot
aan het zware punt. De ruit stopt zodra de schake- laar wordt losgelaten. Automatische bediening: ➜
Duw of trek de schakelaar
voorbij het zware punt. De ruit opent of sluit volledig.
➜ Plaats de knop 6naar links of
rechts om de desbetreffendespiegel te selecteren.
➜ Duw de knop 7in de 4 rich-
tingen om de spiegel af testellen.
➜ Plaats de knop 6weer in de
middelste stand. Tijdens het parkeren kunnen de
buitenspiegels handmatig ingeklaptworden, maar ook elek-trisch met behulp van deknop 6of automatisch bij
het vergrendelen.
83
8385
10
Page 14 of 137

DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES De onderhoudscyclus van uw 307 SW bestaat uit de onderhoudscontroles type A(verversen van motorolie, vervangen van
het oliefilter en een aantal controlewerkzaamheden) en type C(onderhoudscontrole type A+ werkzaamheden die elke
60.000 km moeten worden uitgevoerd). Zie de overzichten op de volgende bladzijden. Uw 307 SW is uitgerust met een onderhoudsintervalindicator die de afstand tot de volgende onderhoudscontrole type
A afstemt op rijomstandigheden en het rijgedrag van de bestuurder :
¥ voor modellen met benzinemotor: elke 30.000 km of elke 2 jaar,
¥ voor modellen met direct ingespoten dieselmotor: elke 20.000 km of elke 2 jaar.
De afstand tot de volgende onderhoudscontrole type Awordt berekend aan de hand van drie parameters:
¥ het aantal omwentelingen van de motor,
¥ de motorolietemperatuur,¥ periodes dat de auto buiten gebruik is. De onderhoudsintervalindicator bepaalt aan de hand van deze drie elementen of de volgende onderhoudscontrole eerder
of later moet plaatsvinden. Naar gelang de gebruiksomstandigheden kunnen ŽŽn of meerdere onderhoudscontroles type A
tussen twee onderhoudscontroles type Cworden uitgevoerd.
Afhankelijk van de kilometerstand kan uw dealer voorstellen een onderhoudscontrole type Cuit te voeren, zodat u de werk-
plaats minder vaak hoeft te bezoeken.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES
18
Page 18 of 137

KILOMETERSTAND 60 000 120 000 180 000
DE VERSCHILLENDE TYPEN ONDERHOUDSCONTROLES Elke auto heeft zijn eigen onderhoudsinterval, die door de constructeur is vastgesteld op basis van de technische eigenschappen.
Deze bestaat uit 2 verschillende onderhoudscontroles (A en C), tussentijdse controles en enkele aanvullende werkzaamhe-
den; deze zijn speciaal op uw 307 SW, de kilometerstand en de leeftijd ervan afgestemd. Uw dealer geeft bij de garantiecontrole en daarna bij elke onderhoudscontrole het type en de werkzaamheden van de volgende onderhoudscontrole aan.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES
22
ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 307 SW BENZINE
Onderhoudscontrole elke 2 jaar of max. elke 30.000 km
Garantiecontrole bij 10.000 km of na 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om
aanspraak op de garantie te kunnen maken
Controleren van vloeistofniveau automatische transmissie elke 60.000 km.
Voor deze onderhoudsinterval dient olie op synthetische basisgebruikt te worden.
Het gebruik van synthetische olie of brandstofbesparende olie is ook toegestaan.
Bijzondere gebruiksomstandigheden (zie het desbetreffende hoofdstuk)
* Wat het eerst bereikt is. Tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles.
Page 19 of 137

120 000180 000
KILOMETERSTAND
60 000
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES 23
ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 307 SW DIESEL
Onderhoudscontrole elke 2 jaar of max. elke 20.000 km
Garantiecontrole bij 10.000 km of na 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om aanspraak op de garan- tie te kunnen maken.
+ onderhoud roetfilter voor de
2.0 HDi 110 pk-motor (160.000 km) + onderhoud
roetfilter voor de
2.0 HDi 110 pk-motor (80.000 km)
Voor deze onderhoudsinterval dient gebruik gemaakt te worden van: - olie op synthetische basis, brandstofbesparende olie of synthetische olie,
- 5W40 olie voor de HDI turbodiesel motor voorzien van roetfilter.
Bijzondere gebruiksomstandigheden (zie het desbetreffende hoofd-
stuk)
* Wat het eerst bereikt is. Tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles.
Page 22 of 137

(1) Minimale kwaliteitseis: Benzinemotoren: ACEA A3 en API SH/SJ; Dieselmotoren: ACEA B3 en API CF/CD - ACEA= Association des Constructeurs EuropŽens Automobiles - API = American Petroleum Institute.
Bij gebruik van een oliesoort die niet aan de norm ACEA A3-B3 voldoet, is het noodzakelijk het onderhoudsschema "Bijzondere omstandigheden" met kortere intervallen aan te houden. *Deze brandstofbesparende olie mag alleen worden gebruikt in motoren die hiervoor geschikt zijn.Gebruik voor HDi turbodieselmotoren met roetfilter uitsluitend 5W40 motorolie.
26COMMERCIELE BENAMINGEN VAN DE GOEDGEKEURDE EN AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN VOOR MOTOREN IN EUROPA(1)
BENZINE DIESEL DIESEL BENZINE
Page 24 of 137

1 -Toerenteller.
2 - Verklikkerlampje veiligheidsgordels.
3 - Verklikkerlampje zelfdiagnose
motor.
4 - Verklikkerlampje handrem en te laag remvloeistofniveau.
5 - Richtingaanwijzer links.
6 - Koelvloeistoftemperatuurmeter. 7 -
Verklikkerlampje laden van de accu.
8 - Verklikkerlampje verplicht
stoppen (STOP).
9 - Verklikkerlampje motoroliedruk.
10 - Verklikkerlampje brandstofreserve.
11 - Richtingaanwijzer rechts.
12 - Brandstofmeter. 13 -
Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS).
14 - Verklikkerlampje airbags.
15 - Verklikkerlampje uitschakelingairbag passagierszijde.
16 - Snelheidsmeter.
17 - Onderhoudsintervalindicator,Meter motorolieniveau en
kilometerteller.
18 - Nulstelling dagteller.
19 - Verklikkerlampje mistachterlicht.
20 - Verklikkerlampje Elektronisch
Stabiliteits Programma en AntiSpin Regeling (ESP/ASR).
21 - Verklikkerlampje mistlampen
v——r.
22 - Verklikkerlampje voorgloeien
dieselmotor.
23 - Verklikkerlampje grootlicht.
24 - Verklikkerlampje te laagkoelvloeistofniveau.
25 - Verklikkerlampje dimlicht.
26 - Verklikkerlampje water in
brandstoffilter (diesel).
27 - Dimmer dashboardverlichting.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
28
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE/DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
Page 25 of 137

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN29
1 -
Toerenteller.
2 - Verklikkerlampje veiligheidsgordels.
3 - Verklikkerlampje zelfdiagnose
motor.
4 - Verklikkerlampje handrem en telaag remvloeistofniveau.
5 - Richtingaanwijzer links.
6 - Koelvloeistoftemperatuurmeter. 7 -
Verklikkerlampje laden van de accu.
8 - Verklikkerlampje verplicht
stoppen (STOP).
9 - Verklikkerlampje motoroliedruk.
10 - Verklikkerlampjebrandstofreserve.
11 - Richtingaanwijzer rechts.
12 - Brandstofmeter. 13 -
Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS).
14 - Verklikkerlampje airbags.
15 - Verklikkerlampje uitschakelingairbag passagierszijde.
16 - Snelheidsmeter.
17 - Onderhoudsintervalindicator,meter motorolieniveau en
kilometerteller.
18 - Nulstelling dagteller.
19 - Verklikkerlampje mistachterlicht.
20 - Verklikkerlampje Elektronisch
Stabiliteits Programma en AntiSpin Regeling (ESP/ASR).
21 - Verklikkerlampje mistlampen
v——r.
22 - Verklikkerlampje grootlicht.
23 - Verklikkerlampje te laagkoelvloeistofniveau.
24 - Verklikkerlampje dimlicht.
25 - Dimmer dashboardverlichting.
26 - Verklikkerlampje programmaSport.
27 - Verklikkerlampje programma
Sneeuw.
28 - Schakelstandindicatie.
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE MET AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Page 27 of 137

Verklikkerlampje laden van de accu Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet
branden. Als het lampje bij een draaiende motor brandt in combinatie met eengeluidssignaal en de melding"Storing laden accu" op het multi-
functionele display, kan dit wijzen op:
- een storing in het laadcircuit,
- loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor,
- een gebroken of te slappe dyna- moriem,
- een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
Verklikkerlampje antiblokkeersysteem(ABS)
Dit lampje gaat elke keer dat het
contact wordt aangezet gedurende 3 secon- den branden. Als het lampje bij een snelheid van meer dan 12 km/h blijft branden of gaat branden, wijstdit op een storing in het antiblokkeersysteem. De normale remwerking met rembekrachti- ging blijft toch behouden. Als het lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding"Storing ABS" op het multifunctionele dis-
play, raadpleeg dan een PEUGEOT-service-punt.
Verklikkerlampje Elektronisch Stabiliteits Programma/ Anti Slip Regeling (ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet gedurende 3 seconden branden.
Als het lampje bij draaiende motor blijft branden of gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en de melding "ESP/ASR buiten gebruik"op het multifunctionele display,
raadpleeg dan een PEUGEOT-servicepunt.Het verklikkerlampje gaat knipperen als hetsysteem in werking wordt gesteld en blijft branden als het systeem wordt uitgeschakeld.
Verklikkerlampje voorgloeien dieselmotor Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden.
Wacht met het starten van de motor tot het lampje uit gaat.
Verklikkerlampje water in brandstoffilter (dieselmotor; afhankelijk van land van bestemming) Als dit lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Water in brandstoffilter" op het multifunctionele display,
raadpleeg dan zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt. Er bestaat kans op schade aan het inspuitsysteem. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden.Het verklikkerlampje vervuild roetfilter is gekoppeld aan het verklikkerlamp-
je zelfdiagnose motor.
Er verschijnt een melding op het multifunctionele display als dit lampje tijdens hetdraaien van de motor brandt in combinatie met een geluidssignaal: - De melding "Storing emissieregeling" duidt op een storing in de emissieregeling.
- De melding "Niveau brandstofadditief laag" of "Kans op vervuiling roetfilter" ,
duidt op een storing in het roetfilter.Als het lampje bij draaiende motor knippert in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Defect in katalysator" op het multifunctionele display, duidt dit op een
storing in het injectie- of het ontstekingssysteem. De katalysator kan hierdoor beschadigd raken (alleen auto's met benzinemotor).
Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 31
Page 37 of 137

RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf enFM-zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van hetapparaat, maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordtgereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen,enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctieAutoradio RB3: druk herhaaldelijk op de toets "SRC".
Autoradio RD3: druk op de toetsP.
Selecteren van het golfbereik Autoradio RB3: druk kort op de toets "BND/AST" om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Autoradio RD3: druk kort op de toets Pom de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen Iof Jom respectievelijk de volgende of vorige zender te selecte-
ren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoe- ken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.
Als de functie TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Iof Jom direct in de stand "DX"op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
UW 307 SW IN DETAIL
42