ESP Peugeot 307 SW 2002 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 307 SW, Model: Peugeot 307 SW 2002Pages: 137, PDF Size: 1.5 MB
Page 38 of 137

Handmatig afstemmen Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets Iof Jom respectievelijk de volgende of vorige zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten.Als de toets "MAN"opnieuw wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het automatisch afstemmen op een zender.
Handmatig opslaan van zenders Kies het gewenste station. Houd ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer terug: de desbetreffende zender is nu opgeslagen. Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore)
Autoradio RB3: houd de toets "BND/AST" langer dan twee seconden ingedrukt.
Autoradio RD3: houd de toets"P" langer dan twee seconden ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de 6 beste FM-zenders op. Deze zenders worden op de FMast-band opgeslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd. Oproepen van opgeslagen zenders
Telkens als een van de toetsen "1"t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de desbetreffende zender weergegeven.
UW 307 SW IN DETAIL 43
Page 40 of 137

CASSETTESPELER: AUTORADIO RB3 Selecteren van de cassettespelerZodra een cassette in de cassettespeler wordt gestoken, zal automatisch worden begonnen met afspelen van deze cassette. Als er al een cassette in de speler zit, druk dan herhaaldelijk op de toets "SRC"totdat de cassettespeler is
geselecteerd.
Opmerking: controleer voor het insteken van een cassette of de magneetband goed is gespannen.
Uitwerpen van de cassette Druk de 2 toetsen Cen Dlang in om de cassette uit de cassettespeler te werpen.
Afspeelrichting De cassettespeler speelt beide zijden van de band na elkaar af door aan het eind van de band de afspeelrichting automa- tisch om te keren. Druk de toetsen Cen Dhalf in om handmatig de afspeelrichting van de cassette om te keren.
Snel vooruit en terugspoelen Druk ŽŽn van de toetsen Cof Dlang in om de cassette snel vooruit of terug te spoelen. Na het spoelen tot het eind zal het
apparaat de zijde die daar begint, afspelen.
Gebruiksvoorschriften cassettes - Gebruik alleen cassettes van goede kwaliteit. - Gebruik geen cassettes met een langere speelduur dan 90 minuten.- Leg cassettes niet op een warme plaats en houd ze uit de zon.- Zorg ervoor dat het bandje is gespannen voordat de cassette in de speler wordt gestoken.- Reinig regelmatig de koppen met een speciale cassette met reinigingsvloeistof.
UW 307 SW IN DETAIL
46
Page 41 of 137

CD-WISSELAAR Selecteren van de CD-wisselaarAutoradio RB3: druk herhaaldelijk op de toets "SRC".
Autoradio RD3: druk op de toetsR.
Selecteren van een CD Druk op ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m"5" van de CD-wisselaar of de autoradio om de gewenste CD te selecteren.
Selecteren van een nummer van een CD Druk op de toets Iom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Jom terug te gaan naar het begin van het afgebeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelenHoud ŽŽn van de toetsen Iof Jgeheel ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten. Random-functie (RDM) Houd, op het moment dat de CD-wisselaar is geselecteerd: - autoradio RB3: de toets "SRC"twee seconden ingedrukt;
- autoradio RD3: de toets Rtwee seconden ingedrukt.
De nummers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets opnieuw twee seconden in om weer op normaal spelen over te schakelen.
UW 307 SW IN DETAIL
48
Page 44 of 137

RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf enFM-zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van hetapparaat, maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordtgereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen,enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctieAutoradio RB3: druk herhaaldelijk op de toets "SRC".
Autoradio RD3: druk op de toetsP.
Selecteren van het golfbereik Autoradio RB3: druk kort op de toets "BND/AST" om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Autoradio RD3: druk kort op de toets Pom de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen Iof Jom respectievelijk de volgende of vorige zender te selecte-
ren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoe- ken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.
Als de functie TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Iof Jom direct in de stand "DX"op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
UW 307 SW IN DETAIL
42
Page 45 of 137

Handmatig afstemmen Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets Iof Jom respectievelijk de volgende of vorige zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten.Als de toets "MAN"opnieuw wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het automatisch afstemmen op een zender.
Handmatig opslaan van zenders Kies het gewenste station. Houd ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer terug: de desbetreffende zender is nu opgeslagen. Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore)
Autoradio RB3: houd de toets "BND/AST" langer dan twee seconden ingedrukt.
Autoradio RD3: houd de toets"P" langer dan twee seconden ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de 6 beste FM-zenders op. Deze zenders worden op de FMast-band opgeslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd. Oproepen van opgeslagen zenders
Telkens als een van de toetsen "1"t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de desbetreffende zender weergegeven.
UW 307 SW IN DETAIL 43
Page 48 of 137

CD-SPELER: AUTORADIO RD3 Selecteren van de CD-spelerZodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met de bedrukte zijde naar boven gericht, zal de CD-speler de CD automatisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op de toets Q.
Uitwerpen van een CD Druk op de toets Som de CD uit de CD-speler te werpen.
Selecteren van een nummer van de CD Druk op de toets Iom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Jom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelen Houd ŽŽn van de toetsen Iof Jlang ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Random-functie (RDM)Houd, op het moment dat de CD-speler als geluidsbron is gekozen, de toets Qlanger dan 2 seconden ingedrukt. De num-
mers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets Qopnieuw langer dan 2 seconden in om weer op normaal spelen over te schakelen.
UW 307 SW IN DETAIL 47
Het gebruik van "recordable" CD's kan storingen veroorzaken.
Page 55 of 137

UW 307 SW IN DETAIL55
Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De ove-rige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van de
toets "AUTO" zal het systeem weervolledig automatisch functioneren.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van deze toets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. De aan-duiding "ECO" ver-
schijnt op de display. Druk
de toets nogmaals in om de automa-tische werking van de airconditioningte hervatten. De aanduiding "A/C"
verschijnt op de display. Opmerking Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zich eenklein plasje water onder de autovormt, dit is een normaal verschijnsel.
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde malen in om de luchtstroomte verdelen naar:
Ð de voorruit (ontwasemenof ontdooien), Ð de voorruit en de beenruimte,
Ð de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven-
tilatieroosters en de beenruimte,
Ðde linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
6. Luchtopbrengst De luchtopbrengst kan vergroot of ver-kleind worden doorrespectievelijk de
toetsen + of - in te drukken.
7. Toevoer van buitenlucht
Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven
op de display, dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervatten. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgescha-keld.
9. Achterruitverwarming Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Druk de toetsnogmaals in om de achterruitverwar-ming eerder uit te schakelen.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat te hou-den. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-ser-vicepunt controleren. Opmerking: laat de ventilatieroos-
ters open staan voor een optimale werking van de airconditioning.
Page 62 of 137

Isofix-bevestigingen De Isofix-bevestigingen zijn beschik- baar voor de twee buitenste achter-zitplaatsen en maken het mogelijkeen speciaal Isofix-kinderzitje , dat
verkrijgbaar is bij de PEUGEOT-servicepunten, te plaatsen. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de speciale Isofixbevestigingspunten en zorgen zovoor een veilige, degelijke en snellemontage van het zitje. Een speciaal, gehomologeerd kin-
derzitje is het KIDDY Isofix kinderzit-je. Dit kan met de rug in de rijrichtingworden geplaatst voor kinderenvanaf de geboorte tot 13 kg en methet gezicht in de rijrichting voor kin-deren van 9 tot 18 kg. Als het kinderzitje in de rijrichting is geplaatst,
moet de voorstoel in de
middelste stand en de rugleuningrechtop worden gezet. Het gebruik van zowel de Isofix bevestigingen, als de gesp en de vei-ligheidsgordel is verplicht.
U kunt het KIDDY Isofix kinderzitje ook plaatsen op een van de buitenste stoe-len van de tweede zitrij, die op de derdezitrij wordt geplaatst. In dit geval moet
het KIDDY Isofix kinderzitje met de rugin de rijrichting worden geplaatst waar-bij de rugleuning van het kinderzitjetegen de rugleuning van de desbetref-fende stoel op de tweede zitrij steunt.
UW 307 SW IN DETAIL 61
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijnvoorzien van Isofix bevestigingen.Het is in dit geval verplicht de nor-male driepunts veiligheidsgordels tegebruiken.
Wanneer het KIDDY Isofix kinder- zitje met de rug in de rijrichting opde passagierstoel voorin isgeplaatst, is het verplicht de air-bag aan passagierszijde uit teschakelen. Bij het afgaan van de airbag kan een kind levensgevaarlijk gewondraken.
Volg bij het plaatsen van het kin- derzitje de gebruiksaanwijzingvan de fabrikant.
Page 66 of 137

VEILIGHEIDSGORDELS
Veiligheidsgordels voor en buitenste veiligheidsgordels2e zitrij De voorstoelen zijn voorzien van vei- ligheidsgordel met pyrotechnischegordelspanners en gorde;krachtbe-grenzers, terwijl de achterzitplaatsenvoorzien zijn van gordels met uitslui-tend gordelkrachtbegrenzers. Hoogteverstelling veiligheidsgordels voorstoelen:
knijp in knop 1en schuif het
bovenste bevestigingspunt omlaag,
schuif knop 1omhoog om het bovenste
bevestigingspunt omhoog te schuiven.
Omdoen:
Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting. Veiligheidsgordels met pyrotechnischegordelspanners engordelkrachtbegrenzers Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspanners engordelkrachtbegrenzers is de veili-gheid van de inzittenden bij frontaleaanrijdingen nog verder verbeterd.De gordelspanners dienen om,afhankelijk van de kracht van deaanrijding, de veiligheidsgordels ste-vig tegen de lichamen van de inzit-tenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordel- spanners werken alleen als hetcontact is aangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegenhet lichaam van de inzittende getrok-ken wordt.
UW 307 SW IN DETAIL
65
Middelste veiligheidsgordel 2e zitrij De middelste zitplaats van de 2e zitrij is voorzien van een in het midden van dehemelbekleding gentegreerde drie-puntsgordel met een oprolautomaat. Steek de gesp Aen vervolgens de
gesp Bvan binnen naar buiten door
de riemgeleider van de stoel.Bevestig de gesp Ain de desbetref-
fende gordelsluiting (rechts) en ver- volgens de gesp Bin de desbetref-
fende gordelsluiting (links).
Voer dit in omgekeerde volgorde uit om de gordel op te rollen en plaats degesp Bvervolgens op de magneet
van het bevestigingspunt op het ach-terste gedeelte van het dak.
Page 67 of 137

UW 307 SW IN DETAIL
66
Veiligheidsgordels 3e zitrij De zitplaatsen op de 3e zitrij zijn voorzien van twee driepuntsgordelsmet oprolautomaat. Steek om de gordel om te doen de gesp
Cen vervolgens de gesp Din
de desbetreffende gordelsluitingen.
Voer dit in omgekeerde volgorde uit om de gordel op te rolllen en plaatsde gesp Din de daarvoor bedoelde
ruimte E. De gordel heeft het mees-te effect als deze strak omhet lichaam gedragenwordt.
Als de zitplaatsen zijn voorzienvan armsteunen, moet de heup-gordel altijd onder de armsteundoor worden geleid. Draai de gespen van de veilig- heidsgordels niet om; de gordelszijn dan niet voldoende effectief. De gordelspanners kunnen, afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de air- bag gaat in ieder geval branden. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.Het systeem is ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat het daarna vervangen.